Tous les points figurant a l'ordre du jour
de. cette seconde assemblée sont adoptés a
Fonammité et on décide
Que le reliquat de la provision pour frais
gpinéraux sera remis a l'Ëtat dans le plus brei
cféfcai
De remettre aux archives générales du
Rev au me. les archives de la Sociéte
Que MM. Richir et Ugeux sont chargés de
veil Ier a l'exécution des decisions prises ce
j,our, ainsi que de gérer la provision mise a
leur disposition et dont le reliquat sera egale-
ment a remettre l'Etat.
Personne ne demandant la parole, M.
Calingart donne lecture du procés-verbal
M. Lévie annonce, en attendant l'arrivée
de M. Houtart, que sur la proposition de M.
Wauters, le Collége des Liquidateurs, au
cours de sa dernière seance, a décidé de
publier dans les deux langues, l'historique de
la Fédérati-on, afin d'en perpétuer le souvenir.
Cet ouvrage sera préfacé par M. le Ministre
Jaspar.
A 3 heures M. Houtart, Ministre des Finan
ces, accompagné de M. le Directeur Général
Vei haeghe, prend place a cóté de M. Lévie,
proïionce un discours et termine en épin-
glant l'insigne du nouvel ordre sur la poitrine
de M. Lévie, lequel est acclamé par l'assem-
bléè.
M. Lévie remercie et.évoque le temps de
la creation de la Federation des Cooperatives
pour Dommages de Guerre. II retrace les
difficultés rencontrées en cours de route, la dé
tre-.se financière du Gouvernement d'alors, le
concours spontane de personnages de/toutes
opin 10ril, mais n'ayant qu'un seul but venir
en aide, et le plus rapidement possible, aux
malheureux sinistrés de la guerre. II rappelle
l'époque oü'la-Federation devait vivre des
subsides accordés par l'Etat et salue ici la
mémpire de M. Rombouts, mort récemment,
qui était, au début, le principal intermédiaire
entre le Ministère des Finances et la Fédé-
ration.
M. Lévie parle de l'accueil que le'pays fit
aux 3 emprunts érois par la Fédération. II
célèbre le désintéressement ainsi que le
«Jévquement des, Coopératives et se réjouit de
eonstater que la Fédération termine au milieu
de la sympathie de tous les sinistrés et de la
Nation Beige toute entière.
M. Lévie remercie le Gouvernement d'avoir
créé une distinction spéciale qu'il sera, dit-il,
fier,de porter et engage tous ses titulaires a
fair.e de même.
M. Lévie exprime ensuite sa profonde gra
titude a tous ses collaborateurs, aux membres
du -Conseil, en particulier a MM. Richir,
Merter.s et Ugeux, dont le dévouement fut
sans limites. II félicite toutes les coopératives
pour leur précieuse aide a l'ceuvre de la
Rèconstitutiori Nationale, les Membres de la
Délégation Permanente, la Direction de la
Fédération, les chefs de service, le personnel
tout entier. La Fédération, dit er core M.
Lévie, fut un organisme modèle, au fonction-
nement régulier on n'y releva aucun abus,
aucune erreur, renoontrant chez tout le monde
le même désir de bien faire.
V.Lévie s'adressant aux délégués, termine
par ces mots «Honneur a vous, Messieurs».
M. Geuten, délégué de la coopérative de
Wervicq, au nom de la Fédération des Sinis
trés de l'arrondissement d'Ypres, remercie le
Conseil d'Administration pour les services
rendus au Pays. II exprime sa reconnaissance
a M. le Ministre Houtart pour sa sollicitude
envers les sinistrés de cet arrondissement si
éprouvé par la guerre et en particulier pour
l'attention apportée a la réparation des dom
mages industriels. M. Geuten formule le voeu
de voir se terminer rapidem?nt le paiement
de tous les dommages de gueire.
La séance est levée a 3 h. 45.
Nous reprodiiirons ces rapport et discours dans notre
prochain numéro.
La Médaille de la Restauration
Le cc Moniteur du 22 mai pubhe un arretc
royal créant, sous la dénomination e
daille de la Restauration nationale un<-
distinction honorifique destinée a re
penser le mérite et le dévouement des am
trateurs, commissaires ou collaborateurs
sociétés coopératives créées dans e
d'aider le gouvernement dans 1 oeuvre t e
réparation des dommages résultant des faits e
guerre, qui se sont spécialement dévoues
mission qui leur était dévolue.
La médaille est en bronze doré, son diarne
tre est de 35 millimètres A l'avers, elle porte
la Belgique symboüsée avec, a barrière plan,
la vue de chantiers de reconstruction.
Au revers, elle porte les ruines des Halles
d'Ypres et de la cathédrale de Saint Martin,
les millésimes 1914-1918 et un cartouche por-
tant l'inscription Souvenir de la restau
ration nationale
La médaille est suspendue par un anneau
a ruban rouge écarlate avec liserés bleu
horizon.
L'insigne de la mélaille peut être détac e
du ruban.
Uit het Staatsblad
Dienst voor vereffening der Oorlogs
schade Bij koninklijk besluit van 22 Mei
1928 wordt er een eere-onderscheiding inge
steld, genaamd Medaille van het Nationaal
Herstel bestemd om de verdiensten en de
toewijdingen te beloonen van de beheerders,
kommissarissen of medewerkers van de Coo
perative Vereenigingen, wier doel het was de
Regeering ter hulp te komen bij herstel van
oorlogsschade, die zich bijzonder hebben
toegewijd aan de hen toevertrouwde opdracht.
De medalie is van verguld brons en heeft 35
millimeter doorsnede. Op de voorzijde voert
zij België, zinnebeeldig voorgesteld, met op
den achtergrond herstellingswerven. De keer
zijde stelt ons de puinen voor van de Hallen
te Yper en de hoofdkerk van Sint Maartens
met de jaargetallen 1914 1918 en daaronder
een randversiering met de woorden Aan
denken van de Nationale Herstelling De
medalie hangt bij middel van een ring aan
een rood scharlaken lint met hemelsblauwe
randen. Het kenteeken der medalie kan van
het lint worden gescheiden
Notariaat. Bij koninklijk besluit van
2 f Mei 1928, is aan den heer Lannoy (H L),
op zijn verzoek ontslag verleend uit zijn ambt
van notaris ter standplaats Komen. Hij is ge
machtigd tot het voeren van den eereiitel van
zijn ambt.
L'OFFICI EL
Moniteur du 22 Mai IQ28.
Minis ére de la Justice. Notariat
La démission de M. Lannoy H., notai;e a
ComineS, est acceptée.
II est autorisé a porter le titre honorifique
de ses fonctions.
Belgische Wetgevende Kamers
VRAGEN EN ANTWOORDEN
Ministerie van Financiën.
Vraag van den heer Van Schoor, 4 Mei .-
De minister van financiën gelieve mij te
laten weten of hij de huidige inrichting van
den dienst voor oorlogsschade heeft goedge
keurd en of hij zich persoonlijk heeft reken
schap gegeven van den onder dit nieuwe
stelsel verworven uitslag.
Ik zou hem dank weten mij bovendien te
doen kennen, bijaldien het slechts eene proef-
neming geldt, of de totnogtoe bekomen uitsla-
gen hem met afdoende genoeg blijken om
terug te keeren tot de door zijne voorgangers
gegeven richtsnoeren, die steeds met goed
gevolg werden toegepast zooals blijkt uit d
verklaringen van hoogere ambtenaren,died
dienst voor oorlogsschade slechts hebbeil
verlaten om hetzij in het kabinet des Konin?s
hetzij in het kabinet van den minister
financiën, hetzij in het comiteit der Schatkist
hetzij in het kabinet van den minister vai|
koloniën vertrouwensposten te gaan beklee.
den, waartoe zij slechts konden worden ge.
roepen door hunne verdiensten of wegens hUtl
organisatiegeest.
Antwoord van den heer minister van financiën-
Ik verwijs naar het antwoord op de vraag
op i5 Februari 1927 door het geachte ijj
gesteld.
Periodiek wordt ik ingelicht over den gang
der verrichtingen, en de vereenvoudiging,
die werden ingevoerd hebben aan mijne ver.
wachtingen beantwoord. Flet aantal verege,
ningen stijgt gestadig.
Ik zou trouwens graag de practische wenken
ontvangen die het geachte lid mij zou willen
geven.
Vraag van den heer Van Schoor4 Mei
In zijne redevoering van 29 Februari j.l,,
heeft de minister van financiën de algeheele
vereffening der oorlogsschade in het vooruit,
zicht gesteld tegen binnen één jaar.
Hoe is deze verklaring overeen te brengen
met het feit dat, zelfs naar rata van 10000
vereffeningen per maand alleen voor de inte
resten, het einde der werkzaamheden onder
dit enkel opzicht slechts zou kunnen worden
tegemoet gezien binnen tien jaar, vermits er
meer dan 1,200,000 dossiers voorhanden zijn,
die aanleiding geven tot uitbetaling van
interesten
Zou de minister eens voor altijd aan zijne
zoogezegde bevoegde diensten ee< n uitdruk
kelijke en nauwkeurige inlichtingen kunnen
vragen, welke zijne opvolgers zouden ontslaan
van de aanhoudende herhaling van dergelijke
verklaringen
Antwoord van den heer minister van financik
De beweringen van het geachte lid vergen
eene terechtwijzing.
Ter vergadering van de Kamer der volks
vertegenwoordigers op 29 Februari 1928, heb
ik verklaard dat ik hoopte dat' de vergoedin
gen tegen einde 1929 volledig zouden zijn
uitbetaald. Dit gold echter niet voor de
interesten.
Wat de uitbetaling der interesten betreft,
dient er niet uit het oog verloren dat de
meeste overeenkomsten onder de 5,000 frank
deze zijn de meest talrijke - werden gesloten
met inbegrip der interesten. Derhalve dient ei
geen rekening gehouden met het bedrag val
1,200,000 door het geachte lid aangehaald.
In den loop van het eerste trimester K
werden er 42,532 afrekeningen van intcrestei
opgemaakt, zonder dat de ui betalirg
hoofdsommen eenigerlei vertraging hee
ondergaan.
Vraag van den heer Van Schoor4 Mei
In deze. laatste tijden werd er in de peI
druk gesproken van het Rekenhof, naar aan
leiding van de perequatie der wedden van I
personeel. Dit heeft mij er 10e gebracht na
denken over de rol door het Rekenhof gespee(
in het bestuur en vooral in het toezicht ov£
de uitgaven voor oorlogsschade, die z°'
zwaar hebben gedrukt en nog steeds drukke
op de begrooting.
Doorgaans weet men niet dat de beWJs
stukke i van de bedragen, die aan de geteiste'
den ruim werden toebedeeld, slechts opPe'
vlakkig kunnen worden onderzocht door 'l£
Rekenhof, dat tot geen grondig onderz°e
dezer uitgaven heeft besloten,
Is het waar dat meer dan i,5oo bundels0'
de zolders van het Rekenhof liggen en datA
te vreezen valt dat zij slechts vluchtig z°ude
w 01 den nagezien of zelfs eenvoudig geP°
teerd ,j
Als vertegenwoordiger van het land acW
het tot mijn plicht u te vragen of het R^eD"
niet bij machte is de uitgaven voor 000
schade na te zien en of gij niet oordeel'