OliS MUSEUM
Inauguration de l'Eglise inglime
IV Afdeeling
Pasteibakkerij
Mw Wc Van Daele, Groote Markt ver
gulden eeremeta.il.
M- Dehaeck Rijsselstr., verguld, eeremet
V Afdeeling
Beenhouwerij Zwijneslachterij
M. Henri Duthoo, Boomgaardstraat ver
gulden eeremetaal.
M. Gillis Gustave, Neermarkt vergulden
eeremetaal.
M. Cnockaert Albert, Dixmudestraat ver
gulden eeremetaal.
M. Fleps, Boomgaardstr. verg. eeremet
M. Vermeulen Honoré, Statiestraat ver
zilverd eeremetaal.
M. Garreyn Georges, Meenenstraat, ver
zilverd eeremetaal.
M. Deleu Albert, Tempelstraat verzilverd
eeremetaal.
Witten Dondei dag, 28° dezer, te n uur
werd, in ons Museum, tot de plechtige ope
ning der Zalen Louise De Hem overgegaan,
in tegenwoordigheid der Heeren Brngt!
meester en Schepenen, der leden van den
gemeenteraad, der volksvertegenwoordigers
Brutsaert en Missiaen en van een zeker aan
tal uitgenoodigden.
De plechtigheid van de inhuldiging heston
uit de volgende redevoeringen die wij hier,
in hun geheel, overdrukken
Rede van den Heer Daniel TACK
Bewaarder van het Museum
Mijnheer de Burgemeester
Mijnheer de leden van het Gemeente-Bestuur,
Mijnheer en de Volksvertegenwoordigers
Mijnheeren,
Het is met eene oprechte voldoening, dat
ik, namens de Commissie van het Museum,
U ontvangen mag ter gelegenheid der opening
der eerste zalen van het nieuw Museum
Deze zalen, welke gij zult bewonderen,
dijnheeren, bevatten het merkwaardigste
deel der kunstwerken van onze Stadgenoöte,
levrouw Louise DE HEM.
Door haar mild legaat van 49 schoone
anstschilderijen en pastels, heeft Mevrouw
-ouise De Hem ons toegelaten een Museum
op te richten van moderne werken, welke
menige groote steden zouden benijden.
Mevrouw Louise De Hem had voor eersten
deester haar schoonbroeder, onzen welge
kenden en onvergetelijken kunstschilder, h er
Theodore Ceriez, die gedurende zooveel
jaren met zulk een meesterlijke hand onze
Academie van Schoone Kunsten bestuurde
Verders verbleef zij verscheidene jaren te
'wijs en had voor Meester den roemvollen
Belgischen Kunstschilder Alfred Stevens
Waar Ypersch kind, Mevrouw Louise
De Hem, bracht het grootste deel van haar
even over in ons midden. Ook zien wij
®eest al hare schilderijen personen verbeel
den van Yper of omliggende.
Zij legde zich bijzonder toe op het schilde-
'en van Portretten en Pastels, en zoo heeft
rij deze geschilderd van menige onzer Magis
traten en Burgemeesters. Op menige
'entoonstellingen te Brussel, Parijs en Rijssel
Primeerden haar werken en bekwamen onder-
leidingen.
Tij zult bijzonderlijk bewonderen, Mijnhee-
te&, het zelfportret van de kunstschildster
'0r haar zelf geschilderd.
De portretten van haar moeder, het portret
Van den heer Burgemeester Colaert, de scbil-
rij genaamd de Drie geslachten de
|childerij genaamd de Ven'.tiaansche lan-
6ern De Koster en nog andere
Wij mogen fier zijn, Mijnheeren, over de
en Louise De Hem, en over de kunst-
„e,rken die ze bevatten. Deze zyn eene
rUu ge voorbode der andere nog in te
diteu deelen van het Museurn, welke, wy
rven het verhopen, belangrykei zu
0rden dan vóór den oorlog.
t0nze taak is niet volbracht, Mijnheeren,
jjjlj eene zaal hebben van moderne schi 1
moeten wij er eene bekomen yan^oua^.
Doch gij weet het, ïan
Wüm tot stand brengen is
De
Commissie van het Museum he
ebonden met den heer
v "'handelingen aangeoonucn
fc* van schoone Kunsten en net den
^'gemeenen Bewaarder van hc
te Brussel. Overal werden wij best ont
haald en wij mochten er de verzekering
opdoen van daar alle mogelijke hulp te ont
vangen voor het weder tot stand brengen van
ons Museum.
Verders hebben wij te Brussel het Museum
bezocht van Moderne en Ou ie schilderijen,
wij hebben er de reserven gezien, ook gingen
wij naar het Museum van den Cinquante-
naire Hier ook ligt iets voor handen,
zooals sculpturen, statuetten, faiencen, enz.
Doch, Mijnheeren, en hier richt ik het woord
tot den heer Burgemeester en de heeren
Volksvertegenwoordigersde reserven te
Brussel, zooals wij het hebben kunnen besta-
tigen niet onuitputbaar zijn
Want van alle kanten komt men aankloppen
bij den heer Minister om schilderijen te beko
men, dat doen namelijk Doornijk, Brugge,
Audenaerde, Ronse en andere steden.
Daarom vragen wij U, Mijnheeren, ons te
steunen, en uwe stem bij den heer Minister
te doen hooren, opdat ook onze bede daar
zou mogen aanhoord en verhoord worden.
Dan alleen krijgen wij een Museum, waarover
de Yperlingen zullen mogen fier zijn, dan
alleen zullen wij een Museum bezitten, dat
waardig zal zijn van onze wereldberoemde
stad.
Rede van Heer Griffier Maurice De Hem
namens de familie
MM.
Ik ben de tolk van gansch de familie, om de
Heeren Voorzitter en Bestuurleden der Com
missie van het Stadsmuseum den welgemeend-
sten dank toe te sturen om de eer die zij ons
aandoen, ons aan deze plechtigheid uit te
noodigen.
Graag werd deze uitnoodiging aanvaard en,
bij monde van haar afgevaardigde en gevol
machtigde, wil zij zich aansluiten bij de lof- en
eerbetuigingen, bij de welverdiende hulde,
heden toegebracht aan ten harer leden,
Mevrouw Louise De Hem. We waren hoog
stens verheugd te vernemen dat de merkwaar
digste der kunstgewrochten der beroemde
schilderes ten goede kwamen aan de stad
Yper, hare geboortestad, waar zij zooveel
jaren had verbleven en waar zij de eerste
princiepen harer kunstminnende en talentvolle
gevoelens had opgedaan, en dat deze kunst
werken hier, ter stede, zouden tentoon gesteld
worden en pralen in dit schoon gebouw, om
een bijblijvende gedachtenis te worden en te
blijven van het Ypersch kind en kunstenares.
Met recht mag de stad fier zijn over haar
kind want de kunst bij Mevrouw Louise De
Hem was in ruime mate gestegen, bij zoover
dat van heinde en verre, haar werken van tel
waren en dat zij ontelbare bewonderaars telde.
Haar lof werd hier reeds uiteengezet en haar
talenten breedvoerig beschreven, dusdanig
dat ik het overbodig acht hierop terug te
keeren het weze mij geoorloofd den wensch
uit te drukken dat haar voorbeeld mocht
nagevolgd worden en dat aan de Moederstad
mochten ten goede komen, tal van kunstge
wrochten welke deze bij haar ingezetenen
bezat vóór den oorlog. Zoo zou Yper als
weleer, de kunstsmaak terug krijgen welke de
gruweloorlog haar ontnam.
Ik wou ook dat de jeugd zich liet geleiden
door het kunstgevoel, dat de kunstgewrochten
welke ze hier zal komen bewonderen en voor
dewelke zij wellicht in verbazing zal staan,
haar mochten aanzetten.aanprikkelentotalhet
edele, al het schoone, al het rijke dat de kunst
in zich draagt, en dat ze de wegen mocht
ingaan naar het voorbeeld van de groote
kunstenares, wier talenten de dankbare moe
derstad heden feestviert.
Rede van den Heer H. Sobry,
Burgemeester van Yper
Mijnheer de Bestuurder
Mijnheer de Voorzitter,
Mijnheer De Hem,
Evenals de stedelijke overheid gelukkig
was, na de vierjarige beschieting en vernieling
der stad, dit prachtig gebouw, uit zijne pui
nen opgestaan, te mogen weer in bezit nemen,
zoo is zij gelukkig vandaag het verdwenen
stedelijk Museum weer te kunnen openen en
inhuldigen. Nu bezit weer de verrezene stad
eene plaats toegewijd aan de kunst, eene
schatkamer van kunstwerken, en een herin
neringstempel voor begaafde kunstenaars
zielen.
Het is ons bijzonder aangenaam, in ons
stedelijk Museum, kunstwerken te kunnen
ten toonstellen van kunstenaars en kunste
naressen, die t' Yper gewonnen en geboren
wierden, die hier woonden en wrochten, die
hier geëerd en gewaardeerd wierden. en die
de stad eene bijzondere genegenheid bewezen
met de vruchten van hun kunstwerk a n per
te schenken. Ik breng hulde aan h t n-
en schilderstalent van wijlen M. Th eri in
leven bestüurder der stedelijke Academie van
schoone kunsten, en van zijne wonderbe-
gaafde schoonzuster en leerlinge, Jufvrouw
Louise De Hem beiden hebben zoo wel hun
talent benuttigd, dat Yper nu fier en g ig
is, een groot deel van zijn Museum un
kunstwerk te kunnen vullen ik kan ook niet
nalaten, namens de stad, eene bijzondere
'hulde te brengen van hunne diepe genegenheid
voor Yper, en hun, in den persoon van hun
nen algemeentn legator, Mijnheer Florimond
Lambin, bestuurder in het Ministerie van
Koloniën, de uitdrukking aan te bieden van
onze diepe dankbaarheid voor de edelmoedige
gift van 5o.ooo fr. aan de stad geschonken,
om,met den jaarlijkschen intrest,de bekwaam
ste en werkzaamste leerlingen onzer Teeken
en Nijverheidsschool aan te moedigen.
Het is mij ook eene aangename plicht bij
de plechtige heropening van Yper's Museum
lof en dank te zeggen voor de medelijdende
mildheid van een der hoogste machtbi klee-
ders van het Chineesch hemelrijk, die, ver
nemende hoe Yper verbrijzeld en verpletterd
wierd tusschen het aanvallend Duitschland
en het verdedigend Groot Brittanje, aan onze
martelaarsstad eene milde gift van 5o 000
fr. toekende om Yper's Museum te helpen
heroprichten.
Ik mag ook niet nalaten, in deze omstandig
heid, 's Lands regeering en bijzonderlijk den
Heer Minister van Kunsten en Wetenschap
pen hertelijk te bedanken voor de beloofde
schilderijen en kunstwerken die zij aan Yper's
Museum zullen doen toekomen door de goede
zorgen van den heer Bestuurder Van Puy velde.
En eindelijk moet ik U, Mijnheer de Be
stuurder, Mijnheer de Voorzitter en al de
leden der stedelijke Commissie, lof en dank
zeggen voor de genegenheid en dienstveerdig-.
heid waarmede gij stads Museum hebt opge
schikt en aantrekkelijk gemaakt. Komen Yper-'
lingen en vreemdelingen voortaan in groot
getal, volgens onzen wensch, ons stedelijk
Museum bezoeken, 't is aan U, Mijnheeren,
dat de stad het zal te danken hebben, en op
voorhand bedank ik u, en bied ik u, voor
den dienst aan de stad bewezen, de verzeke
ring mijner rechtzinnige genegenheid.
De Heer Advokaat Van der Mersch, Voor
zitter van het Comiteit van het Museum sprak'
ook nog énkele woorden en daarna brachten-
de aanwezigen een bezoek aan de verschilliger
schilderijen.
De tentoonstelling der prachtwerken van
de begaafde kunstenares, wijlen Mevrouw
Lebbe-De Hem, is alleszins merkwaardig en
We wakkeren onze lezers ten zeerste aan die'
mooie portretten, pa-tels, stillevens en schil
derijen te gaan bewonderen. Ze zullen 't zich'
niet beklagen. De toegang tot het Museum is
vrijop Paaschzondag, 3i Maart; op PaaSch-'
maandag, x April, telkens van 10 tot 12 en
van 14 tot 17 uur. Allen daarheen!
La consécration de l'Eglise Anglicane de
St-Georges, a Ypres, commen^a a dix heures
précises, le Dimanche 24 Mars.
La cérémonie fut faite j>ar le T. R, lord
évêque de Fulham, assisté du RJ évêque Bury
et d'un nombreux clergé.
L'ambassadeur de sa Majesté Britannique
a Bruxelles avec sa suite, un lieutenant colo
nel franqais attaché a l'ambassade, le Iord-
Maréchal Plumer, les géneraux sir Pulteney
et sir Bindon Blood, un grand nombre d'öffi-
ciers de tous rangs, des autorités locales
invitées, environ 3oo personnes venues Lr
veille d'Angleterré et dont la plupart avaient
collaboré par leurs dons a l'érection de
l'Eglise, et 70 membres de la colonie anglaise,
remplissaient la belle chapelle.
Les cérémonies rituelles furent imprës-
sionnantes par suite des rappels continuels auxt
grands évènements de la guerre qui ont fait
d'Ypres un lieu de pélérinagè nati'örial pour
l'Empire Britannique.
Dans son adresse, Ie lord:évéque dé Ful
ham a fini par un magnifique hommage au
Maréchal Foch.
(La cérémonie finit a 11 heures par les
sonneries du Last Postet du Réveille
suivies du God Save the King. Puis toute
l'assistance alia visiter les batiments de
l'Ecole et du vicarage en voie d'achèvement.
•Isi
eoocu van „„Ua
i'