Overzicht van het zes en
twintig-jarig Katholiek Bestuur.
De Schoolstrijd.
De Toekomst.
De bewijzen
zijn aan de hand.
Weldaden allerlei.
dan dwang, straffe en vervolging alie
vrijheden zouden ze krenken maar war
ze eerste dat zouden ontnemen waren onze
Vrije Scholen!
Twijfelt gij daaraan?
Het verleden is daar om allen twijfel
onmogelijk te maken. En de woorden en
de toebereidseis der vijanden voorspellen
de toekomst.
Het Verleden.
Ja, België is gedurende 80 jaren onaf
hankelijkheid vooruitgegaan op het pad
van eer en glorie.
Maar daartusschen zijn ook droeve tij
den gekomen.
Omdat we nu leven in voorspoed en
vrijheid, vergeten we te gemakkelijk de
sombere oorlogsdagen van den school
strijd: 1879 1883. De jonkheid die dit
bedroefde tijdstip niet heeft gekend, kent
het niet genoeg. Daarom is het noodig dat
wij in Het Ypersche Volk er ook een woord
over reppen.
1°) Na de verlossing" van den Hollander
schonk ons de grondwet devrijheid van
onderwijs, volle vrijheid.
Zoo wilden het al de Belgen!
2°) Het duurde tot 1842. Toen kwam er
verandering. De Staat begon alsdan, voor
de eerste maal, zich met de zaak te be
moeien. De staat die te voren alleenlijk
tusschen kwam waar vrij onderwijs ont
brak, stelde zich nu ernevensallicht er
boven.... als onderwijzer.
'tWas, te dien tijde, eene toegeving der
katholieken, tot meerder welzijn, om over
eenkomst te bewerken.
Ze waren mis.
Daarmede gingen de liberalen zich niet
tevreden houden.
Reeds begonnen zij den zin der wet te
verdraaien: de wet immers hield van een
bepaald godsdienstig onderwijs, de libe
ralen loochenden, miskenden het: gods
dienstig onderwijs, zegden ze, is niet ver
plichtend.
'tWas een eerste stap om langzaam een
deel van hun godsdiensthatend program
ma uit te voeren. Dit programma was eeds
verveerdigd en opgesteld door de vrij
metselarij.
In 1864, zegde Piet Van Humbeeck,
hoofdman der brusselsche vrijmetselaars:
Wij moeten ons van de volks
scholen meester maken om het ka
tholiek geloof in den grafkuil te kun
nen delven.
Daarom wierd hij Piet den Grafmaker
genaamd.
3°) Altijd voort gingen de vijanden op
het ordewoord der loge— werken met on
verdroten helschen ijver om de vrijheid
te krenken tot dat in 1879 de schooloot-
log losbrak.
De liberalen zegevierden!
Geen vrijheid meer!
Alleen officieele scholen worden erkend.
Het godsdienstig onderwijs wordt on
mogelijk gemaakt. Zegezat, bedrijven de
liberalen de grootste euveldaden.
Onderwijsgestichten worden gesloten,
kloosterlingen en religieuzen worden ver
jaagd en hunne eigendommen gestolen.
'tWas -volop vervolging-.gelijk nu in
Frankrijk.
Och, katholieke ouders, vertelt ge ge
noeg van die tijden aan uwe kinders?
4°) 1884!
Maar....al dat liberaal geweld, dat zoo
veel inrichtingen te niete bracht, dat mil-
lioenen en millioenen brak met hamers,
dat zooveel onheil en rampen stichtte, kon
toch niet baten.
De vrijmetselaars moesten het onder
spit delven tegen den heldhaftigen weer
stand van ga.nsch het katholieke België.
Als een man stond het katholieke leger
op. Paus en Bisschoppen leidden, zegen
den het katholieke leger.
Onder den strijdkreet van:
Zij zullen haar niet hebben
de schoone ziel van 'tkind
trok het ten strijde Voor het gekrenkte
recht, voor de miskende vrijheid! De ge
weldenarijen der liberalen kostten aan
hen zeiven den nederlaag en de klop van
1884 was zoo hard dat ze tot heden toe'
na 26 jaar katholiek bestuur er nog
niet zijn van opgestaan.
Oe denkt, vrienden lezers, zulke neder
laag is voor.de geuzen en vrijmetselaars
eene zalige Iésse geweest? Ze hebben ze
onthouden en moesten ze weêr aan't hoofd
komen, ze zouden nu veel gezapiger zijn,
ze zouden hetzelfde spel niet meer wagen?
Wat denkt ge wel!
In hun nijdig hert dragen ze nog al
tijd denzelfden wrok, denzelfden haat voor
alles wat edel is en grootsch, voor alles
wat katholiek is en godsdienstig.
Ze benijden hun fransche broeders en ver
langen hun hert uit te mogen, naar fransch
voorbeeld, scholen afschaffen, kloosters
sluiten, priesters vervolgen, nonnen ver
jagen. A
Moesten ze aan 't hoofd komen maar
ze'n zullen! 't ware wederom en erger
nog de Schooloorlog!
1°) Eerst dient de grondwet veranderd om
op 'tgemak hun plan uit te voeren.
De Belgische grondwet is met vergif
in haar bloed geboren... De vrijheden
van vereeniging, VAN ONDERWIJS,
door de grondwet vastgesteldzijn gevaar
lijk...
(Brugsche Beiaard, 9 Augusti 1903.)
Sommige vrijheden voegt vooruit
erbij zijn erger dan vergif, wij houden
staan dat in zaak van onderwijsgeene
onbeperkte vrijheid mag gegeven worden.
2° Eens de grondwet herzien naar hun
nen zin... gaan de liberale poppen aan
't dansen, de oorlog begint.
Indien wij er macht toe hadden zou
den we van nu af u, katholieken, behan
delen als verstekelingen, als bastaards op
schoolgebied.
(Woorden van vrijmetselaar Termote
oud volksvertegenwoordiger.)
De katholieken meenen ons den mond
,te stoppen met te zeggen dat we de scho
len willen vergeuzen. Juist alsof wij dat niet
bekennen Juist alsof wij niet uitbazuinden
aan al wie het hooren wil, dat zulks een
onzer bijzonderste bezigheden zal zijn, eens
dat wij hét bestuur van het land zullen in
handen hebben.
(Gazette de Charleroi.)
Liever geen onderwijs dan het onderwijs
der priestersliever geen scholen dan scho
len door de geestelijkheid bestuurd
(Woorden van vrijmetselaar Laurent.)
Eens dat ze aan 't hoofd komen zullen
de liberalen van heden nog verder gaan,
nog erger zaken verrichten dan de libera
len van 1879.
Ze stek&i het zelf niet meer weg, ze
zeggen het zelf openbaarlijk in de kamer.
Leest de verslagen van Februari, we heb
ben reeds uittreksels gegeven, hier nog
andere
Geen godsdienst in de scholen (bl. 248)
roept Terwagne.
Gelijk Combes... schooloorlog! tiert Ber-
loz.
Mijn ideaal is volkomene verwereldlijking
der scholen (bl. 267) zegde Van der Velde.
Geloofspunten strijden met wetenschap
(bl. 281) herhaalde Terwagne.
Er bestaan geen christene waarheden
't is louter logen! (bl. 283) bevestigde
Furnémont.
De kinders behooren tot den Staat(bl.
250) schreeuwde Hubin.
Neen! ze steken het niet weg. Volgens
hunne.meening is Piet van Humbeeck, de
wetgever van 1879, niet ver genoeg ge- 1
gaan, hij ddrst niet zeggen ze want
hij was niet onzijdig genoeg, hij geloofde
•nog in God. Wij, we gelooven in niets
meer, niets zal ons nog tegenhouden
Het ordewoord is gegeven
Wanneer de razende belhamels dei-
pastorij nog den kansel zullen bestijgen
om het volk op te ruien tegen de officieele
goddelooze scholen en onderwijzers, dan
zullen er mannen gevonden worden om die
rekels te kortwieken.
Hoort gedie durft weerstaan wordt
afgeranseld en platgeslegen.
Ziedaar den geestestoestand der libe
ralen.
Ziedaar hun inzicht, hun plan, hun or
dewoord gekregen in de loge.
Indien het in hun macht ware, zouden
ze België, onder oogpunt van vrijheid,
onder oogpunt van godsdienst en van on
derwijs in een hellepoel veranderen
Maar dat willen we nietdat zal niet!...
O Godwil Beigenland toch sparen!
(vervolg)
Als van zelf, door te moeten wijzen op
de gebeurtenissen van 1886 en op de toe
standen welke die gebeurtenissen in 't licht
brachten, werden we er toe geleid, eerst
en vooral te spreken van de bijzondere
wetgeving ten bate der werklieden. Dit wil
echter niet zeggen, dat de katholieke re
geering zich uitsluitend om de arbeiders
bekommerd heeft, zonder zorg voor de an
dere standen der belgische samenleving.
Neen: onze Katholieke regeering mag juist
hierop hare rechtmatige fierheid steunen,
dat zij de belangen van alle standen in de
natie heeft verzorgd en dus voor gansch
het belgische volk eene weldoende regee
ring is geweest en gebleven.
Als de katholieken aan 't bewind kwa
men, kwijnde de landbouw in eene ziekte,
welke dreigde den roem van onze milde
landouwen te dooden door den ondergang
der landbouwers. En nu, gaat den land
man spreken en ziet hem na in zijne levens
wijze, de welstand heeft bijna overal de
armoede vervangen, welke door het libe
raal landsbestuur verwaarloosd werd.
Voor meer dan vijftien miljoen frank
vergoeding heeft de katholieke regeering
geschonken aan de boeren, die in hunnen
stal getroffen werden. Meer dan acht
miljoen frank premiën schonk deregeering
voor verbetering van hoornvee en peerden.
Het landbouwonderwijs, dat onder de
voorma! ige regeering zelfs niet bestond
op demokratischen voet, is thans zoodanig
uitgebreid, dathet door andere landbouwen
de natiën tot voorbeeld genomen wordt
vier-en-twintig miljoen frank heeft de
katholieke regeering er tot aller Voordeel
aan besteed. De toelagen aan iandbouw-
maatschappijen stegen van honderd vijftig
duizend tot een miljoen frank 's jaars.
Verzekeringen tegen veesterfte, tegen hagel-
slag, tegen zwiinsziekte, tegen verlies van
geiten en schapen, werden en worden nog
mild door de regeering ondersteund, ter
wijl demelkerij, door hare hulp, eene ver
bazende vlucht tot meer moderne en
winstgevender inrichting nam.
Evenals de werkman, geniet tevens de
landbouwer van de weldadige wetgeving
op de mutualiteiten voor ziekte en ouder
dom en tot aanwinst van eigen woning.
Dank aan dat alles is de belgische landbouw
niet alleen uit zijn kwijnenden toestand
van vroeger heropgebeurd, maar tot eene
bewonderensweerdige hoogte van welstand
gestegen.
Zooals de landbouwer en de werkman,
kan ook
de kleinburger
genieten van de wetten, die het vooruit
zicht bevorderen, aanmoedigen'en gelde
lijk steunen en alhoewel de geest van
vereeniging ongelukkig min is doorge
drongen bij de kleinburgerij dan in de
standen van landbouwers en werklieden,
mogen we toch veronderstellen dat de
kleinburger niet heel en al onverschillig
aan 't wettelijk gesteund vooruitzicht is
gebleven gezien het machtig cijfer van
EEN MILJARD TWEE HONDERD EN-
VIER MILJOEN FRANK, die de mindere
en middenstanden tegenwoordig op 4e
Lijfrentkas van den Staat bezitten.
Gelijk in 1886 een algemeen onderzoek
naar den toestand der arbeiders werd aan
gevangen, zoo werd vijftien jaar later eene
algemeene onderzoekskommissie voor de
kleinburgerij aangesteld, en zooals de on
dervinding van het eerste onderzoek leidde
tot de stichting van het ministerie van
Nijverheid en Arbeid, welks «-Arbeids-
ambt reeds hoog belangrijke diensten
aan de werklieden heeft bewezen, zoo heeft
het tweede onderzoek, bij dat zelfde mi
nisterie, een Ambt der kleinburgerij
doen tot stand komen, dat, in 1906 gesticht,
geroepen is om de belangen der klein
burgers te bevorderen.
Reeds doet dit nieuw Ambt zijnen
weldoenden invloed gevoelen in zake de
vereeniging der kleinburgers en het be
roepsonderwijs voor den middenstand, die
nog enkel het voorbeeld van landbouwers
en werklieden wat breeder dan tot hiertoe
heeft na de volgen op het gebied van ver
eeniging en vooruitzicht, om van de soci
ale werking der katholieke regeering al de
vruchten te genieten, welke zij ruimschoots
geven kan.
Hoeft er daarbij wel op gewezen, dat
handel en nijverheid
door ons katholiek landsbestuur behertigd,
aangemoedigd en op den weg van voor
uitgang gedreven werden Al onderging
de nijverheid nu laatst den druk eener
v
'"tf'S