Katholiek Volksgezind CQeekhlad
Studiekringen
Voor de vierde keer
ffü in UMRSWIT
Te koop
BINNENLAND
DE ALGEMEENE WERKSTAKING
19e Congres van het Nationaal Verbond
Kerkelijke Kalender.
der Christene Onderwijzers van Belgie
Propaganda
DERDE JAAR N° 38
TELEFOON N° 137
Wekelijksche Oplage O O O nummers
ZONDAG 15 SEPTEMBER 1912.
O. Bras-Tavernier,
Wat noodig is opdat eene edele zaak
zou gelukken is min veel partijgangers te
hebben dan te beschikken over een hands
vol, eene keurbende apostels, werkzamen,
overtuigden, edelmoedigen.
Heeft een gedacht, eene zaak veel par
tijgangers, indien zij niet steunen mag op
de ijverige medewerkers van eenige on
overwinnelijke, koppige, aanhoudende wer
kers, dan is die zaak gelijk een lichaam
zonder ziel.
Overtuigden winnen. Ziedaar de groote
voorwaarde van bijval en goeden uitslag.
Indien deze voorwaarde noodig is in een
gunstig gesteld midden, hoe dringender
noodig is zij niet als men onverschillig
heid of vijandschap tegenkomt. Dit prin
ciep is vooruit en vooral waar op chris
telijk en sociaal gebied.
Wij moeten ons geen illusie maken; nog
ver af zijn wij van het ideaal.
Zekerlijk is het met voldoening dat men
de werken beschouwt die men gesticht
heeft daar waar niets bestond doch in
dien men eene andere vergelijking maakt
en nagaat wat gedaan werd en wat kon
gedaan worden alsdan begrijpt men dat
het uur der ruste nog in lang niet slaan
zal.
Nog veel werk is er af te leggen om in
kringen en bonden, in mutualiteiten en
syndicaten de volksmassa te vereenigen
waarop onze christene en sociale actie
kan invloed hebben.
Doch om dit verschrikkelijk werk af te
leggen zijn overtuigden noodig.
Welnu hoe vormt, hoe wint men over
tuigden
Door de studiekringen.
De studiekringen zullen hunne leden
op de hoogte brengen van geloofkwes-
tiën, van sociale vraagstukken. De studie
kringen zullen de herten der leden liefde
inboezemen voor het zoo onbekend of
miskend christen ideaal dat wij altijd voor
het oog zouden moeten houden gelijk de
soldaat, in den strijd, op het vaandel sta
ren moet, symbool van het vaderland.
Overal waar men overtuigde christenen,
overtuigde sociale werkers heeft gevormd
overal waar degelijk en deugdelijk werk,
wordt afgelegd, vindt men studiekringen,
de grondslagen der vorming.
Overal waar men aan 't werk wil val
len sticht men studiekringen.
Ziet, vrienden lezers van het Ypersche
Volk, mannen, jongelingen, ja zelfs vrou
wen, de winter staat aan de deur. Welnu
het is niet binnen twee maanden dat men
studiekringen moet in 't leven of weer in
t leven roepen nu is het goede uur om
het organisatie-werk ervan af te maken.
Men moet het voorafgaande werk in
tijds beginnen en niet denken op stichten
of hervormen alswanneer het uur zal ge
komen zijn reeds volop in werking te
zijn... dan zal de onderneming mislukken
en een volgende jaar gelukt men niet meer
de overschotten bijeen te zamelen....
Welaan dan, mannen en jongelingen,
die wilt overtuigde christenen zijn en ge-
loofverdedigers, die wil sociale werkers
zijn, aan 't werk; sticht studiekringen, om
malkander, dank aan goede opleiding,
dank aan eendrachtige werking, te helpen
en te steunen in de vormiiui"' van overtuig
de christenen, verkleefde v'dfksvrienden en
goede vaderlanders.
ten bureele van Het Ypersche
Volk.
Dood van Robin.
Wat het verleden leert: 1902
Bij de 700 onderwijzers hebben deelge
nomen aan het Congres dat dit jaar ge
houden werd te Doornijk op Zondag 8e
en Maandag 9e September. Onder de
aanwezige uitgenoodigde hooggeplaatste
mannen zien wij Mgr den Bisschop van
Doornijk en M. Poullet minister van
onderwijs.
M. De Bruyne, voorzitter van het Ver
bond in zijne openingsrede doet eene
plechtige geloofsverklaringe Wij zijn
vooruit en vooral christene onderwijzers, en
het is voor ons eene eer te stappen onder
de plooien van het vaandel van Christus
om de volksklasse te verchristelijken en te
veredelen. Met Oods hulp, met de keurben
de van de ontslaggevers van 1879 blijven
wij met en voor Christus
Sedert het laatste Congres te Borger-
j hout verleden jaar gehouden is het leden
tal van het Verbond van 1000 vermeerderd.
Te naaste jaar, Congres te Oent en daar
vieren wij de nieuwe schoolwet. Het
katholiek Gouvernement, hoofdminister de
Broqueville en minister Poullet, den koning
en de koninklijke familie werden geest
driftig toegejuicht. Ook Mgr. Walravens
bisschop van Doornijk en M. Stiénon du
Pré, senator en burgmeester van Doornijk
namen het woord vooraleer de verslagen
medegedeeld en besproken werden.
Er wordt onder ander gesproken over
een voorstel: in 1914 een bedevaart der
christene onderwijzers van België in te
richten naar Rome onder leiding van
Kardinaal Mercier.
Volgende telegram van wege hoofd
minister At Broqueville werd met onbe
schrijfelijke geestdrift ontvangen Het
onderwijzerskorpB mag rekenen op
mijne bezorgdheid en deze van mijn
vriend minister Poullet. Al mijne
beloften te Turnhout gedaan zullen
verwezentlijkt worden ik vraag dat
gij van uwen kant van uwe leerlin
gen zoudet maken goede christe
nen en vurige vaderlanders.
Op het sluitingsbanket sprak Minister
Poullet als volgt:
Uwe tegenwoordigheid hier wreekt mij
van die valsche beschuldiging dat ik de
vijand ben van het gemeente-onderwijs aan
hetwelk ik nochtans zoo dikwijls al de ge
tuigenissen heb gegeven van mijne verkleefd
heid.
Op 2 Juni 11. heeft het land zijn wil laten
kennen. Herten omhoog heeren en vrien
den, omdat het volksonderwijs betere dagen
zal zien schijnen, omdat er algemeenheid
is in gedachten om den huidigen toestand
te verbeteren, om meer uitbreiding te geven
aan het verplichtend onderw js en de inrich
ting van een vierden vakgraad. De toekomst
is vol beloften; die toekomst is eene
wet van rechtveerdigheid en vrij
heid 1
Om ons weekblad meer en meer te ver
spreiden heeft het Beheer niet geaarzeld
allerhande propaganda-middelen in 'twerk
te stellen. Terloops stippen wij aan de
Tombola en den Raadselprijskamp.
Bij eene wekelijksche oplage van
6000 nummers willen de beheerders niet
blijvenimmer uitziende om meer en meer
goed te stichten, zijn zij nog daar meê niet
voldaan.
Er zijn nog gemeenten waar wij niet
genoeg abonnenten hebben, waar de
verkoop niet is ingericht. Nog te veel men
schen zijn er die HET YPERSCHE
VOLK niet kennen. Elkeen die ons blad
kent neemt gemakkelijk een abonnement of
een wekelijksch nummer.
Veel propaganda blijft er dus te doen
over.
Het Beheer dat een beroep doet op den
goeden wil van alle Katholieken, wil de
taak der propagandisten vergemakkelijken.
Te dien einde is reeds het besluit geno
men met 1913-ja zelfs met Novem
ber 1912 het blad merkelijk te verbete
ren. Dit verbeterings- en uitbreidingswerk
dat sedert maanden ter studie is zal bin
nen kort kunnen bekend gemaakt worden
en ten uitvoer gebracht.
Intusschentijd zal de RAADSELPRIJS
KAMP voortloopen en met 1913 merkelijk
uitgebreid worden, zoodanig dat de moei
lijks ten zullen bevredigd zijn.
De kwestie eener nieuwe TOMBOLA
onder de abonnenten voor 1913 werd
onderzocht en is zoo goed als opgelost.
Eindelijk met November 1912 richt
het Beheer een PROPAG AND A-WED-
i STRIJD in om de propagandisten voor
hun ijver te beloonen zal het Beheer prijzen
1
Al wat opstel, aankondigingen, inschrij
vingen, enz, betreft, moet vrachtvrij naar
den Uitgever gezonden worden
Handschriften worden niet teruggegeven.
Briefwisselaars worden verzocht telkens
hun volledig adres op te geven.
Alle ingezonden boeken worden bespro
ken.
AANKONDIGINGEN
Gewone aankondigingen 10 c. per reke:
RechterWke aankondigingen: 1 fr, de reke,
Groote en langdurige aankondigingen: volgens overeenkomst
DRUKKER-UITGEVER
BOTERSTRAAT, 62, YPER.
INSCHRIJVING
Voor een heel jaar: 2.50 fr. Prijs per nummer 2 centiemen.
De inschrijvers wenden zich tot den Uitgever; of tot onze gazetver-
koopers.
Zondag 15 September—16e zondag na Sinxen-O. L. Vr.
van VII Weeën Gedachtenis van den Zondag en van H. Ni
comedis, martelaar
Evangelie van den Zondag In dien tijd kwam Jezus op
een sabbat in het huis van een van de hoofdmannen der Farizeërs
om den maaltijd te nemen,, en zij hielden het oog op Hem geves
tigd, en zie, daar was voor hem een waterzuchtig mensch. En Je-
Sits nam het woord en richte 't zich tot de wetgeleerden en Fari
zeërs, zeggend Mag men op sabbat genezen Maar zij zwegen.
En Hij raakte hem aan en genas hem en zond hem weg. En Hij
nam het woord en zeide tot hen Van wien uwer zal een ezel of
rund in een put vallen zonder dat hij het aanstonds er uit trekt
op den Sabbatdag En ze waren niet in staat, Hem daarop te
antwoorden.
Maar Hij sprak tot de genoodigden eene gelijkenis, met het
oog er op, hoe ze de eerste plaats uitkozen en zeide tot hen
Wanneer ge door iemand ter bruiloft wordt genoodigd, ga dan
niet op de eerste plaats zitten, opdat het u wellicht niet gebeure
dat een aanzienlijker dan gij door h em genoodigd is, en dat hij
die u en hem genoodigd heeft u komt zeggen maak voor
dezen plaats, - en ge dan met schaamte de laatste plaats gaat
innemen. Maar wanneer ge genoodigd wordt, ga dan heen en zet
u op de laatste plaats, opdat hij die u genoodigd heeft, wanneer
hij komt, u zegge Vriend, ga hooger op. Dan zal het u tot eer
zijn voor die met u aanzitten. Want wie zich zeiven verheft zal
vernederd, en wie zich zei ven vernederd zal verheven worden.
Maandag 16.—HH. Cornelius en Cyprianus martelaars.
Dinsdag 17- Wondenteekenen van den H. Franciscus,
Woensdag 18-H.Joseph a Cupertiusbelijder.
Donderdag 19-/7. Januarius, bisschop en medegezellen
martelaars.
Vrijdag 20—ff. Eustachiue en medegezellenmartelaars.
Gedurige aanbidding te Yper (S. Niklaas)
Zaterdag 21-//. Mattheusapostel en Evangelist.
Woensdag 18, Vrijdag 20, en Zaterdag 21 Quater
temperdagen, gebodene vastendagen en vleeschderf-
dagen.
1. Een beetje macaroniachtig het antwoord van
P. Robertus Daar hij beweert dat zijn boeksken
door iedereen raag gelezen worden, waarom doet
hij het niet voor niet uitdeelen.
2. Hier brengt hij derde personen tusschen welke
niets met de zaak te stelien hebben
3. Pater Robertus neemt onze manier van zien
niet aan, 't is ongelukkig genoeg voor hem. Vele
deftige katholieken spreken gelijk wij.
4. Zonder het burgerlijk huwelijk geen wettige
kinderen. Ware het dat het burgerlijk huwelijk niet
bestond, men zou het moeten uitvinden.
5. Voor hst huwelijk van Balincourt het parket
is onbemachligd, de priesters alleen zijn plichtig.
I 6. Voor Pater Robertus, gazetten of Sacramenten
verkoopen is juist hetzelfde,
komen wij voor den dag met dat boeksken. j 7. Sprekende van schandaal der pharizeërs, dat
hij spreke van dien priester die veroordeeld is ge
weest voor schandalige zaken.
Raadgevingen voor jonggehuwden door E. P.
Robertus, Minderbroeder-Capucien - prijs 0 40 fr.
148 bladzijden.
Le livre d'or ou le Conseiller des Jeunes Marie's,
par le R. P. Robert, des FF. MM. Capucins prijs
0.40 fr., 168 bladzijden.
Peril Menagant-Les foyers vides, prijs 0.15 fr. 40
bladzijden.
Men gelieve 5 centiemen bij te voegen voor post
zegel.
In ons laatste nummer gaven wij het kort begrip
van het antwoord van de antiklerikale Journal de
Bruges op de eerste repliek van E P Robertus.
Het is de moeite weerd te weten wat E. P. Rober
tus het antiklerikale antwoord wist te wederantwoor
den.
Luistert: ANTWOORD VAN PATER RO
BERTUS AAN LE JOURNAL DE BRUGES
Oij verzoekt mij in uw nummer 211 van Vrijdag
2 Sept, 1910 nog wat te willen meewerken aan uwe
gazet. Welnu, hier ben ik. Is het niet schoon van
mijnentwege zoo rap te zijn
Ik profiteer van dezelfde gelegenheid om u, zoo
als gij het vraagt, miine benedictie te geven Wat
zegt ge daarvan Wie weet wij zullen misschien
nog eindigen met ons te kussen Het zou juist
de eerste keer niet zijn dat ik eenen van uw soort
zou bekeeren. Doch eerst en vooral, moet ik u nog
maals bedanken voor de reclaam welke gij maakt ten
voordeele van mijn boeksken dat is eerste klas en
g'hebt er een handje van. 'k Had nooit zoo iets
van u durven verwachten.
Wel is waar, gij beschuldigt m;j van toen ik u
schreef, maar een doel gehad te hebben, te weten
boekskens verkoopen. Inderdaad dat is zoo, g'hebt
het van den eersten keer geraden, en het verwondert
8. Ik geef ook mijne benedictie.
's Anderendaags gaf de Journal de Bruges
van eenen zoogezegden correspondent, eenen
openen brief aan Pater Robertus, om hem te vra
gen of hij, moest hij vader van familie zijn, zou
gewild hebben dat zijn boeksken in de handen zij
ner kinderen viel.
Dezen brief eindigt weer met een handsvol flau-
wen zeever over het burgerlijk huwelijk.
('t Antwoord volgt).
Waarom daarover schrijven?
Ja, wij hoorden iemand zeggen, maar wairom
komt Het Ypersche Volk daar nu gedurig meê
voor den dag
Waarom Wel heel eenvoudig
1) om veel boekskens van Pater Robertus aan den
man te brengen
2) om deugd te doen en het kwaad te keere te
gaan dat op te veel plaatsen woekert.
Dat deze die de naam van Christenen willen dragen,
mij straf dat ge nog zoover niet gepeisd hadt Doch van gelijk welke politieke opinie ook wel overtuigd
't geen waarin gij grootelijks mis zijt, is van te be
weren dat zulks niet slim is van mijnentwege Hola,
Piet, nu zijt ge mis, 'k meende dat ge slimmer
waart. Immers wanneer iemand een boeksken
schrijft, is het om het te stooven, te delven of aan
zijnen hals te hangen Neen, niet waar, maar wel
om het overal te doen kennen en te verspreiden.
Welnu, gij zegt dat ik een aardige man ben, omdat
ik mijn boeksken doe kennen. Is het gij niet die
een vieze comparant zijt daar men, volgens u,
zijn, dat er duivels in menschenvleesch rond loopen
om het kwaad aan te leeren.
Alzoo op Zondag 25 Augusti te Comen in de
zaal van het Socialistisch Lokaal gaf citoyen Chape-
lier eene voordracht over het néo-malthusianisme
om - laat het ons maar zeggen-zijne toehoorders
te ontchristenen en op den weg van het kwaad te
brengen.
Schepen Lannoy (bij afwezigheid van den Heer
Burgmeester) Commissaris Deraeve en Comman-
boekskens zou moeten schrijven op voorwaarde dat dant Tavernier der gendarmerie waren aanwezig,
niemand het wete. Schepen Lannoy voor de voordracht deed de con-
Voor mij, ik zoek zooveel mogelijk propaganda ferentier verwittigen dat hij de kinders moest uit de
te maken en, mij dunkt, dat alle weldenkende men- zaal doen gaan om reden van het onderwerp dat
schen dat nog zoo dom niet zullen vinden, al is hij ging behandelen... Citoyen Chapelier protesteer-
het dat zoo iets van eenen Capucien uitgaat, welke de zeggende dat iedereen mocht hooren, grooten
gij niet al te geern ziet. j en kleinen, wat hij ging vertellen.
Hetgeen mij uiterst spijt is van te bestal igen dat Citoyenne Chapelier was meê en deze zong eerst
gij de vlucht neemt, nopens het burgerlijk huwelijk.
't Is wel jammer. Wat zullen uwe lezers zeggen
Zij dachten heel zeker dat gij sterker waart in die
zaak. Beken dat het maar flauw is te schrijven
Wij willen ons de moeite niet geven om met den
E. Pater de weerde van het burgerlijk huwelijk te
onderzoeken. Maar 't is juist dat wat wij moesten
onderzoeken. En zie, ge gaat loopen 't Is waarlijk
jammer. Immers, zie eens welke schoone gelegen
heid om mij in den zak te steken. En... ge neemt
in de plaats de vlucht.
Doch is het dat gij de ernstige redetwisten zoekt
te ontgaan en te vermijden zooveel te sterker zijt
gij om dommigheden uit te kramen, daar ge, ter
gelegenheid van mijn boeksken, komt te sp-eken
over het huwelijk de Veuve Joyeuse van Balin
court 't Loopt van de schup, Mijnheer, zoo flauw
is uwe zeever.
Het eenigste dat gij hier aan uwe lezers zoudt
moeten bewijzen is dat het eene eenvoudige for
maliteit zooals ik, in mijn boeksken geschreven
heb Gij hebt mij daarover aangepakt. Dus, zoo-
ang gij uw gezegde niet bewezen hebt, zal iedereen
mogen denken dat gij in de zak gestoken geweest
zijt, en dat nog wel door eenen Capucien.
En, daar ge het huwelijk der Veuve Joy use
hebt aangehaald, laat toe dat ik u op den iechten
weg brenge. Indien gij wilt weten wat er van dit
huwelijk is, dient eene klacht in bij 't Parket der
plaats welke zij bewoont en, daar het Parket daar
voor betaald wordt, zal het ook verplicht zijn de
zaak te onderzoeken en op te helderen. Allez, toe,
g'hebt de wet voor u.
Gij komt ook voor den dag met de eeuwige
geldkwestie. Volgens u, zijn het maar de priesters
die geldmannen zijn; gij Mijnheer, gij spuigt er
naar 't Is zeker omdat ge van geen geld wil weten
dat gij uwe fameuze gazet 15 fr. 's jaars doet beta
len
Voor wat aangaat de verstoute en al te vrije
zaken welke in mijn boeksken staan en waarover
gij mij aanvalt, zeg eens, hebt ge dat kunnen schrij- ren schrijft de XXe Siècle vermits Le Peuple in zijn
een liedje tegen Cardinaal Mercier en citoyen Cha
pelier sprak over kinderbeperking, zijne uitvallen
niet sparende tegen Cardinaal Mercier, die een
vastenbrief geschreven heeft tegen dat erge kwaad.
Wie zou het dan verwonderen dat wij ons aan
deel bijbrengen in den strijd tegen de bederving
van ons christen volk.
Verleden week over heeft zeker heer Robin te
Parijs zich gezelfmoord in den ouderdom van 76
jaaromdat hij moê was van leven en zich onnuttig
oordeelde voor de samenleving.
Die Robin was de aanvoerder der voiksbezocde-
laars met de zedelooze leerstelsels van het Néo-
Malthusianisme Die Robin was ook, namens het
fransch gouvernement, onderwijzer en opvoerder
van het weezengesticht voor knechtjes en meisjes te
Cempuis bij Deauvaiseen gesticht dat in de ge
schiedenis genoemd wordt het verkenskot van
Cempuis. En Robin had dit zoo gemaakt.
Zoo schandalig was de handelwijze van R« bin
dat hij in 1888 moest afgezet worden.
Doch hij werd dank aan de loge verdedigd en
weer op zijn post gesteld en herbegon zijn zelfdt
bedervingswerk der kleinen.
De dagbladen hebben té dien tijde feiten aange
haald die eene rilling van walg over gansch het
land deden loopen... 't Ging te ver hij moest afge
zet worden voor goed dank aan eene nationale
beweging van protestaties.
Nu heeft hij hem te kort gedaan, de gewezen
bestuurder van het verkenskot, de aanprediker van
de onzedige kinderbeperking... hij is verschenen
voor den onbewegelijken Rechter die zegde dat het
beter ware nooit geboren te worden dan de zielen
der kleinen te verergeren en te bezoedelen.
Zulke lieden worden verdedigd door de godde-
looze bladen. Le Peuple o. a. heeft Robin trachten
te verontschuldigen. Dat moet niemand verwonde
In April 1902 trachtten de socialistische aanvoer
ders het A. S. te veroveren met algemeene werk
staking en oproer.
- Geeft gij het A. S. niet, riep Anseele, wij zullen
het nemen.
Wij gaan tot het einde briesschte Smeets
De algemeene werkstaking werd beslist, de oproer
brak los. Dank aan de krachtdadigheid van het
katholiek gouvernement werd deze poging van om
wenteling gauw gekoeld.
Maar wat is er alsdan gebeurd, wat zou er dus
heden voorvallen moesten de socialisten hetzelfde
spel wagen.
1) Gedurige lange maanden hebben de kopstuk
ken van Maison du Peuple en Vooruit de werklie
den opgejogen. Het A. S. moest er zijn en seffens.
En zoodanig was de roode slavenboel opgehils*,
zegde zon 'er lachen Le Peuple, dat de hoofden der
partij de meeste moeite hadden de onverduldigheid
van het volksleger te bedaren.
2) De eerste ruststooring begint. De roode slaven
boel komt in de straat. Men werpt vitrienen in
Agenten worden afgeranseld. De socialistische
opperhoofden zijn onzichbaarin die woelin
gen.
3) De toestand verergerd. Vooruit en niets meer
gezwicht, rrepen de roode bazen op hunne mectin
gen, en Le Peuple drukt dat hij er genoeg van heef
het gouvernement te verdedigen (I?) tegen de volks
woede.
Het gouvernement verdedigt zich zelf en nog
niet al te slecht. Nog zijn die roode bazen on-
vindbtar in al dié stormloopen. Integendeel
eenige misleiden worden gedood.
4) De oproer is te koele gelegd zonder eenige
hoop en ziet van alle kanten rijzen nu de opper-
bazen op... gelijk de aarde worms uit den grond na
een ongeweerte... en zij spreken Kalmte, vrien
den, kalmte, 't is dwaasheid met slechte revolvers
uwe borsten bloot te stellen aan de geweeren van
de gendarmen 1
Ja die volksbedriegers hebben menschenlijken
noodig gehad om zulks te besiatigen die roode
komedianten hebben drie dagen van woelingen
noodig gehad om te zien dat de arme sukkelaars
hunne ophitsingen ernstig opnamen..
Ja, akelige kluchtspelers, verwaande bedriegers,
schuldige volksmoordenaars... wat was wel de zin
uwer woorden Allen op kamaraden wilde dat
misschien zeggen blijft thuis vrienden Uw
kracht moet uw recht veroveren wilde dat mis
schien beteekenen «blijftin de palen 'der wettelijk
heid
Naar de straat, de noodklok der grondwether
ziening luidt 1 beteekende dat misschien spoedt
u binnen om geen kwaden slag te krijgen
Oordeelt lezers over de houding en de handel
wijze der roode volksopruiers, die het hooge woord
voeren voor den nood, die voorzichtig thuis blijven
als de nood prangt I Bij de nederlaag zijn hel
kalmte en vrede predikanten
En het bilan van de staking van 1902
18 dynamietaanslagen.
14 aanslagen aan den ijzerweg.
5 pogingen van brandstichting.
300 huizen verwoest.
11 dooden.
100 gekwetsten.
10.000000, tien millioen, daguren verloren in 10
dagen. Maar van al de roode haantjes vooruit geen
een gedood, geen een gekwetst, geen een haav-
ke uit het hoofd, geen een cent verloren 111 1
Ziedaar de misdaden welke de socialistische aan
voerders, met Vandervelde en Anseele aan 't hoofd
bereiden voor dit jaar.
Zullen zij gelukken
Dit zien wij eens te naaste week.
ven zonder lachen
Er zijn menschen die gauw verergerd zijn... bij
zonder deze die plichtig zijn, 't is gelijk aan welke
klas van menschen zij behooren. Dat heet men
pharizeërs'schandaal. Op onze dagen zijn er veel
menschen die willen doen al hetgeen zij willen, al
was het nog zoo schandalig, en niemand zou hen
daarvoor mogen berispen.
Zou dit soms het geval niet zijn van vele van die
kerels die mijn boeksken zoo hevig aanvallen
En nu, zet u op de knieën a. u. bl. opdat ik u,
zooals gij het mij gevraagd hebt, de benedictie
geve. Mochte die zegen u geluk bijbrengen.
Ondertusschen, enz.
Kort begrip van het antwoord van Le Journal
Ce Bruges
aankondigingen en in zijn boekhandel hetzelfde
kwaad aanleert aan zijn ongelukkig slavenvolk, ge
lijk Robin in Frankrijk de schending van het hu
welijk, de kinderbeperking.
Voor zulke ijzingswekkende propaganda door
woord en schrift kunnen wij maar walg en misprij
zen hebben, gelijk die Parijsche werkman die
Robin hoorde spreken in eene voorstad van Parijs
voor mannen, vrouwen en kinders, en die zoo ver
ergerd, zoo verbitterd was dat hij tot voor het
spreekgestoelte sprong en den opvoeder van het
verkenskot in volle aanzicht toeriep Zwijgt hier,
gij kra....
Doch alle ware christenen hebben meer te doen
dan te misprijzen, allen moeten mede werken om
den stroom tegen te houden van die verpestende lee-
angen die ons beminde volk zouden verzedeloozeu