Katholiek Volksgezind CQeekhlad Studiekringen Voor de vierde keer ffü in UMRSWIT Te koop BINNENLAND DE ALGEMEENE WERKSTAKING 19e Congres van het Nationaal Verbond Kerkelijke Kalender. der Christene Onderwijzers van Belgie Propaganda DERDE JAAR N° 38 TELEFOON N° 137 Wekelijksche Oplage O O O nummers ZONDAG 15 SEPTEMBER 1912. O. Bras-Tavernier, Wat noodig is opdat eene edele zaak zou gelukken is min veel partijgangers te hebben dan te beschikken over een hands vol, eene keurbende apostels, werkzamen, overtuigden, edelmoedigen. Heeft een gedacht, eene zaak veel par tijgangers, indien zij niet steunen mag op de ijverige medewerkers van eenige on overwinnelijke, koppige, aanhoudende wer kers, dan is die zaak gelijk een lichaam zonder ziel. Overtuigden winnen. Ziedaar de groote voorwaarde van bijval en goeden uitslag. Indien deze voorwaarde noodig is in een gunstig gesteld midden, hoe dringender noodig is zij niet als men onverschillig heid of vijandschap tegenkomt. Dit prin ciep is vooruit en vooral waar op chris telijk en sociaal gebied. Wij moeten ons geen illusie maken; nog ver af zijn wij van het ideaal. Zekerlijk is het met voldoening dat men de werken beschouwt die men gesticht heeft daar waar niets bestond doch in dien men eene andere vergelijking maakt en nagaat wat gedaan werd en wat kon gedaan worden alsdan begrijpt men dat het uur der ruste nog in lang niet slaan zal. Nog veel werk is er af te leggen om in kringen en bonden, in mutualiteiten en syndicaten de volksmassa te vereenigen waarop onze christene en sociale actie kan invloed hebben. Doch om dit verschrikkelijk werk af te leggen zijn overtuigden noodig. Welnu hoe vormt, hoe wint men over tuigden Door de studiekringen. De studiekringen zullen hunne leden op de hoogte brengen van geloofkwes- tiën, van sociale vraagstukken. De studie kringen zullen de herten der leden liefde inboezemen voor het zoo onbekend of miskend christen ideaal dat wij altijd voor het oog zouden moeten houden gelijk de soldaat, in den strijd, op het vaandel sta ren moet, symbool van het vaderland. Overal waar men overtuigde christenen, overtuigde sociale werkers heeft gevormd overal waar degelijk en deugdelijk werk, wordt afgelegd, vindt men studiekringen, de grondslagen der vorming. Overal waar men aan 't werk wil val len sticht men studiekringen. Ziet, vrienden lezers van het Ypersche Volk, mannen, jongelingen, ja zelfs vrou wen, de winter staat aan de deur. Welnu het is niet binnen twee maanden dat men studiekringen moet in 't leven of weer in t leven roepen nu is het goede uur om het organisatie-werk ervan af te maken. Men moet het voorafgaande werk in tijds beginnen en niet denken op stichten of hervormen alswanneer het uur zal ge komen zijn reeds volop in werking te zijn... dan zal de onderneming mislukken en een volgende jaar gelukt men niet meer de overschotten bijeen te zamelen.... Welaan dan, mannen en jongelingen, die wilt overtuigde christenen zijn en ge- loofverdedigers, die wil sociale werkers zijn, aan 't werk; sticht studiekringen, om malkander, dank aan goede opleiding, dank aan eendrachtige werking, te helpen en te steunen in de vormiiui"' van overtuig de christenen, verkleefde v'dfksvrienden en goede vaderlanders. ten bureele van Het Ypersche Volk. Dood van Robin. Wat het verleden leert: 1902 Bij de 700 onderwijzers hebben deelge nomen aan het Congres dat dit jaar ge houden werd te Doornijk op Zondag 8e en Maandag 9e September. Onder de aanwezige uitgenoodigde hooggeplaatste mannen zien wij Mgr den Bisschop van Doornijk en M. Poullet minister van onderwijs. M. De Bruyne, voorzitter van het Ver bond in zijne openingsrede doet eene plechtige geloofsverklaringe Wij zijn vooruit en vooral christene onderwijzers, en het is voor ons eene eer te stappen onder de plooien van het vaandel van Christus om de volksklasse te verchristelijken en te veredelen. Met Oods hulp, met de keurben de van de ontslaggevers van 1879 blijven wij met en voor Christus Sedert het laatste Congres te Borger- j hout verleden jaar gehouden is het leden tal van het Verbond van 1000 vermeerderd. Te naaste jaar, Congres te Oent en daar vieren wij de nieuwe schoolwet. Het katholiek Gouvernement, hoofdminister de Broqueville en minister Poullet, den koning en de koninklijke familie werden geest driftig toegejuicht. Ook Mgr. Walravens bisschop van Doornijk en M. Stiénon du Pré, senator en burgmeester van Doornijk namen het woord vooraleer de verslagen medegedeeld en besproken werden. Er wordt onder ander gesproken over een voorstel: in 1914 een bedevaart der christene onderwijzers van België in te richten naar Rome onder leiding van Kardinaal Mercier. Volgende telegram van wege hoofd minister At Broqueville werd met onbe schrijfelijke geestdrift ontvangen Het onderwijzerskorpB mag rekenen op mijne bezorgdheid en deze van mijn vriend minister Poullet. Al mijne beloften te Turnhout gedaan zullen verwezentlijkt worden ik vraag dat gij van uwen kant van uwe leerlin gen zoudet maken goede christe nen en vurige vaderlanders. Op het sluitingsbanket sprak Minister Poullet als volgt: Uwe tegenwoordigheid hier wreekt mij van die valsche beschuldiging dat ik de vijand ben van het gemeente-onderwijs aan hetwelk ik nochtans zoo dikwijls al de ge tuigenissen heb gegeven van mijne verkleefd heid. Op 2 Juni 11. heeft het land zijn wil laten kennen. Herten omhoog heeren en vrien den, omdat het volksonderwijs betere dagen zal zien schijnen, omdat er algemeenheid is in gedachten om den huidigen toestand te verbeteren, om meer uitbreiding te geven aan het verplichtend onderw js en de inrich ting van een vierden vakgraad. De toekomst is vol beloften; die toekomst is eene wet van rechtveerdigheid en vrij heid 1 Om ons weekblad meer en meer te ver spreiden heeft het Beheer niet geaarzeld allerhande propaganda-middelen in 'twerk te stellen. Terloops stippen wij aan de Tombola en den Raadselprijskamp. Bij eene wekelijksche oplage van 6000 nummers willen de beheerders niet blijvenimmer uitziende om meer en meer goed te stichten, zijn zij nog daar meê niet voldaan. Er zijn nog gemeenten waar wij niet genoeg abonnenten hebben, waar de verkoop niet is ingericht. Nog te veel men schen zijn er die HET YPERSCHE VOLK niet kennen. Elkeen die ons blad kent neemt gemakkelijk een abonnement of een wekelijksch nummer. Veel propaganda blijft er dus te doen over. Het Beheer dat een beroep doet op den goeden wil van alle Katholieken, wil de taak der propagandisten vergemakkelijken. Te dien einde is reeds het besluit geno men met 1913-ja zelfs met Novem ber 1912 het blad merkelijk te verbete ren. Dit verbeterings- en uitbreidingswerk dat sedert maanden ter studie is zal bin nen kort kunnen bekend gemaakt worden en ten uitvoer gebracht. Intusschentijd zal de RAADSELPRIJS KAMP voortloopen en met 1913 merkelijk uitgebreid worden, zoodanig dat de moei lijks ten zullen bevredigd zijn. De kwestie eener nieuwe TOMBOLA onder de abonnenten voor 1913 werd onderzocht en is zoo goed als opgelost. Eindelijk met November 1912 richt het Beheer een PROPAG AND A-WED- i STRIJD in om de propagandisten voor hun ijver te beloonen zal het Beheer prijzen 1 Al wat opstel, aankondigingen, inschrij vingen, enz, betreft, moet vrachtvrij naar den Uitgever gezonden worden Handschriften worden niet teruggegeven. Briefwisselaars worden verzocht telkens hun volledig adres op te geven. Alle ingezonden boeken worden bespro ken. AANKONDIGINGEN Gewone aankondigingen 10 c. per reke: RechterWke aankondigingen: 1 fr, de reke, Groote en langdurige aankondigingen: volgens overeenkomst DRUKKER-UITGEVER BOTERSTRAAT, 62, YPER. INSCHRIJVING Voor een heel jaar: 2.50 fr. Prijs per nummer 2 centiemen. De inschrijvers wenden zich tot den Uitgever; of tot onze gazetver- koopers. Zondag 15 September—16e zondag na Sinxen-O. L. Vr. van VII Weeën Gedachtenis van den Zondag en van H. Ni comedis, martelaar Evangelie van den Zondag In dien tijd kwam Jezus op een sabbat in het huis van een van de hoofdmannen der Farizeërs om den maaltijd te nemen,, en zij hielden het oog op Hem geves tigd, en zie, daar was voor hem een waterzuchtig mensch. En Je- Sits nam het woord en richte 't zich tot de wetgeleerden en Fari zeërs, zeggend Mag men op sabbat genezen Maar zij zwegen. En Hij raakte hem aan en genas hem en zond hem weg. En Hij nam het woord en zeide tot hen Van wien uwer zal een ezel of rund in een put vallen zonder dat hij het aanstonds er uit trekt op den Sabbatdag En ze waren niet in staat, Hem daarop te antwoorden. Maar Hij sprak tot de genoodigden eene gelijkenis, met het oog er op, hoe ze de eerste plaats uitkozen en zeide tot hen Wanneer ge door iemand ter bruiloft wordt genoodigd, ga dan niet op de eerste plaats zitten, opdat het u wellicht niet gebeure dat een aanzienlijker dan gij door h em genoodigd is, en dat hij die u en hem genoodigd heeft u komt zeggen maak voor dezen plaats, - en ge dan met schaamte de laatste plaats gaat innemen. Maar wanneer ge genoodigd wordt, ga dan heen en zet u op de laatste plaats, opdat hij die u genoodigd heeft, wanneer hij komt, u zegge Vriend, ga hooger op. Dan zal het u tot eer zijn voor die met u aanzitten. Want wie zich zeiven verheft zal vernederd, en wie zich zei ven vernederd zal verheven worden. Maandag 16.—HH. Cornelius en Cyprianus martelaars. Dinsdag 17- Wondenteekenen van den H. Franciscus, Woensdag 18-H.Joseph a Cupertiusbelijder. Donderdag 19-/7. Januarius, bisschop en medegezellen martelaars. Vrijdag 20—ff. Eustachiue en medegezellenmartelaars. Gedurige aanbidding te Yper (S. Niklaas) Zaterdag 21-//. Mattheusapostel en Evangelist. Woensdag 18, Vrijdag 20, en Zaterdag 21 Quater temperdagen, gebodene vastendagen en vleeschderf- dagen. 1. Een beetje macaroniachtig het antwoord van P. Robertus Daar hij beweert dat zijn boeksken door iedereen raag gelezen worden, waarom doet hij het niet voor niet uitdeelen. 2. Hier brengt hij derde personen tusschen welke niets met de zaak te stelien hebben 3. Pater Robertus neemt onze manier van zien niet aan, 't is ongelukkig genoeg voor hem. Vele deftige katholieken spreken gelijk wij. 4. Zonder het burgerlijk huwelijk geen wettige kinderen. Ware het dat het burgerlijk huwelijk niet bestond, men zou het moeten uitvinden. 5. Voor hst huwelijk van Balincourt het parket is onbemachligd, de priesters alleen zijn plichtig. I 6. Voor Pater Robertus, gazetten of Sacramenten verkoopen is juist hetzelfde, komen wij voor den dag met dat boeksken. j 7. Sprekende van schandaal der pharizeërs, dat hij spreke van dien priester die veroordeeld is ge weest voor schandalige zaken. Raadgevingen voor jonggehuwden door E. P. Robertus, Minderbroeder-Capucien - prijs 0 40 fr. 148 bladzijden. Le livre d'or ou le Conseiller des Jeunes Marie's, par le R. P. Robert, des FF. MM. Capucins prijs 0.40 fr., 168 bladzijden. Peril Menagant-Les foyers vides, prijs 0.15 fr. 40 bladzijden. Men gelieve 5 centiemen bij te voegen voor post zegel. In ons laatste nummer gaven wij het kort begrip van het antwoord van de antiklerikale Journal de Bruges op de eerste repliek van E P Robertus. Het is de moeite weerd te weten wat E. P. Rober tus het antiklerikale antwoord wist te wederantwoor den. Luistert: ANTWOORD VAN PATER RO BERTUS AAN LE JOURNAL DE BRUGES Oij verzoekt mij in uw nummer 211 van Vrijdag 2 Sept, 1910 nog wat te willen meewerken aan uwe gazet. Welnu, hier ben ik. Is het niet schoon van mijnentwege zoo rap te zijn Ik profiteer van dezelfde gelegenheid om u, zoo als gij het vraagt, miine benedictie te geven Wat zegt ge daarvan Wie weet wij zullen misschien nog eindigen met ons te kussen Het zou juist de eerste keer niet zijn dat ik eenen van uw soort zou bekeeren. Doch eerst en vooral, moet ik u nog maals bedanken voor de reclaam welke gij maakt ten voordeele van mijn boeksken dat is eerste klas en g'hebt er een handje van. 'k Had nooit zoo iets van u durven verwachten. Wel is waar, gij beschuldigt m;j van toen ik u schreef, maar een doel gehad te hebben, te weten boekskens verkoopen. Inderdaad dat is zoo, g'hebt het van den eersten keer geraden, en het verwondert 8. Ik geef ook mijne benedictie. 's Anderendaags gaf de Journal de Bruges van eenen zoogezegden correspondent, eenen openen brief aan Pater Robertus, om hem te vra gen of hij, moest hij vader van familie zijn, zou gewild hebben dat zijn boeksken in de handen zij ner kinderen viel. Dezen brief eindigt weer met een handsvol flau- wen zeever over het burgerlijk huwelijk. ('t Antwoord volgt). Waarom daarover schrijven? Ja, wij hoorden iemand zeggen, maar wairom komt Het Ypersche Volk daar nu gedurig meê voor den dag Waarom Wel heel eenvoudig 1) om veel boekskens van Pater Robertus aan den man te brengen 2) om deugd te doen en het kwaad te keere te gaan dat op te veel plaatsen woekert. Dat deze die de naam van Christenen willen dragen, mij straf dat ge nog zoover niet gepeisd hadt Doch van gelijk welke politieke opinie ook wel overtuigd 't geen waarin gij grootelijks mis zijt, is van te be weren dat zulks niet slim is van mijnentwege Hola, Piet, nu zijt ge mis, 'k meende dat ge slimmer waart. Immers wanneer iemand een boeksken schrijft, is het om het te stooven, te delven of aan zijnen hals te hangen Neen, niet waar, maar wel om het overal te doen kennen en te verspreiden. Welnu, gij zegt dat ik een aardige man ben, omdat ik mijn boeksken doe kennen. Is het gij niet die een vieze comparant zijt daar men, volgens u, zijn, dat er duivels in menschenvleesch rond loopen om het kwaad aan te leeren. Alzoo op Zondag 25 Augusti te Comen in de zaal van het Socialistisch Lokaal gaf citoyen Chape- lier eene voordracht over het néo-malthusianisme om - laat het ons maar zeggen-zijne toehoorders te ontchristenen en op den weg van het kwaad te brengen. Schepen Lannoy (bij afwezigheid van den Heer Burgmeester) Commissaris Deraeve en Comman- boekskens zou moeten schrijven op voorwaarde dat dant Tavernier der gendarmerie waren aanwezig, niemand het wete. Schepen Lannoy voor de voordracht deed de con- Voor mij, ik zoek zooveel mogelijk propaganda ferentier verwittigen dat hij de kinders moest uit de te maken en, mij dunkt, dat alle weldenkende men- zaal doen gaan om reden van het onderwerp dat schen dat nog zoo dom niet zullen vinden, al is hij ging behandelen... Citoyen Chapelier protesteer- het dat zoo iets van eenen Capucien uitgaat, welke de zeggende dat iedereen mocht hooren, grooten gij niet al te geern ziet. j en kleinen, wat hij ging vertellen. Hetgeen mij uiterst spijt is van te bestal igen dat Citoyenne Chapelier was meê en deze zong eerst gij de vlucht neemt, nopens het burgerlijk huwelijk. 't Is wel jammer. Wat zullen uwe lezers zeggen Zij dachten heel zeker dat gij sterker waart in die zaak. Beken dat het maar flauw is te schrijven Wij willen ons de moeite niet geven om met den E. Pater de weerde van het burgerlijk huwelijk te onderzoeken. Maar 't is juist dat wat wij moesten onderzoeken. En zie, ge gaat loopen 't Is waarlijk jammer. Immers, zie eens welke schoone gelegen heid om mij in den zak te steken. En... ge neemt in de plaats de vlucht. Doch is het dat gij de ernstige redetwisten zoekt te ontgaan en te vermijden zooveel te sterker zijt gij om dommigheden uit te kramen, daar ge, ter gelegenheid van mijn boeksken, komt te sp-eken over het huwelijk de Veuve Joyeuse van Balin court 't Loopt van de schup, Mijnheer, zoo flauw is uwe zeever. Het eenigste dat gij hier aan uwe lezers zoudt moeten bewijzen is dat het eene eenvoudige for maliteit zooals ik, in mijn boeksken geschreven heb Gij hebt mij daarover aangepakt. Dus, zoo- ang gij uw gezegde niet bewezen hebt, zal iedereen mogen denken dat gij in de zak gestoken geweest zijt, en dat nog wel door eenen Capucien. En, daar ge het huwelijk der Veuve Joy use hebt aangehaald, laat toe dat ik u op den iechten weg brenge. Indien gij wilt weten wat er van dit huwelijk is, dient eene klacht in bij 't Parket der plaats welke zij bewoont en, daar het Parket daar voor betaald wordt, zal het ook verplicht zijn de zaak te onderzoeken en op te helderen. Allez, toe, g'hebt de wet voor u. Gij komt ook voor den dag met de eeuwige geldkwestie. Volgens u, zijn het maar de priesters die geldmannen zijn; gij Mijnheer, gij spuigt er naar 't Is zeker omdat ge van geen geld wil weten dat gij uwe fameuze gazet 15 fr. 's jaars doet beta len Voor wat aangaat de verstoute en al te vrije zaken welke in mijn boeksken staan en waarover gij mij aanvalt, zeg eens, hebt ge dat kunnen schrij- ren schrijft de XXe Siècle vermits Le Peuple in zijn een liedje tegen Cardinaal Mercier en citoyen Cha pelier sprak over kinderbeperking, zijne uitvallen niet sparende tegen Cardinaal Mercier, die een vastenbrief geschreven heeft tegen dat erge kwaad. Wie zou het dan verwonderen dat wij ons aan deel bijbrengen in den strijd tegen de bederving van ons christen volk. Verleden week over heeft zeker heer Robin te Parijs zich gezelfmoord in den ouderdom van 76 jaaromdat hij moê was van leven en zich onnuttig oordeelde voor de samenleving. Die Robin was de aanvoerder der voiksbezocde- laars met de zedelooze leerstelsels van het Néo- Malthusianisme Die Robin was ook, namens het fransch gouvernement, onderwijzer en opvoerder van het weezengesticht voor knechtjes en meisjes te Cempuis bij Deauvaiseen gesticht dat in de ge schiedenis genoemd wordt het verkenskot van Cempuis. En Robin had dit zoo gemaakt. Zoo schandalig was de handelwijze van R« bin dat hij in 1888 moest afgezet worden. Doch hij werd dank aan de loge verdedigd en weer op zijn post gesteld en herbegon zijn zelfdt bedervingswerk der kleinen. De dagbladen hebben té dien tijde feiten aange haald die eene rilling van walg over gansch het land deden loopen... 't Ging te ver hij moest afge zet worden voor goed dank aan eene nationale beweging van protestaties. Nu heeft hij hem te kort gedaan, de gewezen bestuurder van het verkenskot, de aanprediker van de onzedige kinderbeperking... hij is verschenen voor den onbewegelijken Rechter die zegde dat het beter ware nooit geboren te worden dan de zielen der kleinen te verergeren en te bezoedelen. Zulke lieden worden verdedigd door de godde- looze bladen. Le Peuple o. a. heeft Robin trachten te verontschuldigen. Dat moet niemand verwonde In April 1902 trachtten de socialistische aanvoer ders het A. S. te veroveren met algemeene werk staking en oproer. - Geeft gij het A. S. niet, riep Anseele, wij zullen het nemen. Wij gaan tot het einde briesschte Smeets De algemeene werkstaking werd beslist, de oproer brak los. Dank aan de krachtdadigheid van het katholiek gouvernement werd deze poging van om wenteling gauw gekoeld. Maar wat is er alsdan gebeurd, wat zou er dus heden voorvallen moesten de socialisten hetzelfde spel wagen. 1) Gedurige lange maanden hebben de kopstuk ken van Maison du Peuple en Vooruit de werklie den opgejogen. Het A. S. moest er zijn en seffens. En zoodanig was de roode slavenboel opgehils*, zegde zon 'er lachen Le Peuple, dat de hoofden der partij de meeste moeite hadden de onverduldigheid van het volksleger te bedaren. 2) De eerste ruststooring begint. De roode slaven boel komt in de straat. Men werpt vitrienen in Agenten worden afgeranseld. De socialistische opperhoofden zijn onzichbaarin die woelin gen. 3) De toestand verergerd. Vooruit en niets meer gezwicht, rrepen de roode bazen op hunne mectin gen, en Le Peuple drukt dat hij er genoeg van heef het gouvernement te verdedigen (I?) tegen de volks woede. Het gouvernement verdedigt zich zelf en nog niet al te slecht. Nog zijn die roode bazen on- vindbtar in al dié stormloopen. Integendeel eenige misleiden worden gedood. 4) De oproer is te koele gelegd zonder eenige hoop en ziet van alle kanten rijzen nu de opper- bazen op... gelijk de aarde worms uit den grond na een ongeweerte... en zij spreken Kalmte, vrien den, kalmte, 't is dwaasheid met slechte revolvers uwe borsten bloot te stellen aan de geweeren van de gendarmen 1 Ja die volksbedriegers hebben menschenlijken noodig gehad om zulks te besiatigen die roode komedianten hebben drie dagen van woelingen noodig gehad om te zien dat de arme sukkelaars hunne ophitsingen ernstig opnamen.. Ja, akelige kluchtspelers, verwaande bedriegers, schuldige volksmoordenaars... wat was wel de zin uwer woorden Allen op kamaraden wilde dat misschien zeggen blijft thuis vrienden Uw kracht moet uw recht veroveren wilde dat mis schien beteekenen «blijftin de palen 'der wettelijk heid Naar de straat, de noodklok der grondwether ziening luidt 1 beteekende dat misschien spoedt u binnen om geen kwaden slag te krijgen Oordeelt lezers over de houding en de handel wijze der roode volksopruiers, die het hooge woord voeren voor den nood, die voorzichtig thuis blijven als de nood prangt I Bij de nederlaag zijn hel kalmte en vrede predikanten En het bilan van de staking van 1902 18 dynamietaanslagen. 14 aanslagen aan den ijzerweg. 5 pogingen van brandstichting. 300 huizen verwoest. 11 dooden. 100 gekwetsten. 10.000000, tien millioen, daguren verloren in 10 dagen. Maar van al de roode haantjes vooruit geen een gedood, geen een gekwetst, geen een haav- ke uit het hoofd, geen een cent verloren 111 1 Ziedaar de misdaden welke de socialistische aan voerders, met Vandervelde en Anseele aan 't hoofd bereiden voor dit jaar. Zullen zij gelukken Dit zien wij eens te naaste week. ven zonder lachen Er zijn menschen die gauw verergerd zijn... bij zonder deze die plichtig zijn, 't is gelijk aan welke klas van menschen zij behooren. Dat heet men pharizeërs'schandaal. Op onze dagen zijn er veel menschen die willen doen al hetgeen zij willen, al was het nog zoo schandalig, en niemand zou hen daarvoor mogen berispen. Zou dit soms het geval niet zijn van vele van die kerels die mijn boeksken zoo hevig aanvallen En nu, zet u op de knieën a. u. bl. opdat ik u, zooals gij het mij gevraagd hebt, de benedictie geve. Mochte die zegen u geluk bijbrengen. Ondertusschen, enz. Kort begrip van het antwoord van Le Journal Ce Bruges aankondigingen en in zijn boekhandel hetzelfde kwaad aanleert aan zijn ongelukkig slavenvolk, ge lijk Robin in Frankrijk de schending van het hu welijk, de kinderbeperking. Voor zulke ijzingswekkende propaganda door woord en schrift kunnen wij maar walg en misprij zen hebben, gelijk die Parijsche werkman die Robin hoorde spreken in eene voorstad van Parijs voor mannen, vrouwen en kinders, en die zoo ver ergerd, zoo verbitterd was dat hij tot voor het spreekgestoelte sprong en den opvoeder van het verkenskot in volle aanzicht toeriep Zwijgt hier, gij kra.... Doch alle ware christenen hebben meer te doen dan te misprijzen, allen moeten mede werken om den stroom tegen te houden van die verpestende lee- angen die ons beminde volk zouden verzedeloozeu

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1912 | | pagina 1