MELKERIJ.
Volkswetenschap.
Boekennieuws.
aeMKNHMam
De groenten begunstigen het leggen
der hennen. Neemt eene ton, welke
groot genoeg is om al de groenten,
waarover ge beschikt, te bevatten
Hakt de groenten kooien, cichorei,
enz., en werpt ze in de ton, waarvan
een bodem is weggenomen. Wanneer
de ton gevuld is, wordt de bodem, die
wat kleiner is gemaakt, op de groen
ten gelegd en met een of twee zware
steenen beladen, zooals dit gebeurt
met zuurkoolDe ton wordt daarna
in eene droge en frissche plaats gezet,
in schuur of stalling.
Wanneer de vorst alle groenten zal
verdelgd hebben, komt de inhoud der
ton zijne diensten bewijzen.
DE KAAS.
Om hortensias met blauwe bloemen
te winnen, plant men ze in een meng
sel van heidegrond 1/3, blaagrond 1/3
en asch van steenkolen 1/3.
DE DUIVENTEELT.
Wanneer de konijnen aan afgang
lijden, mag men hun geen groen voe
der meer geven. Ze krijgen dan enkel
hooi of toemaat, grove zemelen, droog,
met haver vermengd.
Hun hok moet grondig ontsmet wor
den en voorzien worden van zuiver,
frisch strooisel.
CHILINITRAAT.
PAS VERSCHENEN
Heidebewoners in het
nieuwe Kolenbekker
11.1 vetstoffen 3.7 koolhydraten 40.5
celstof 2.1 de zetmeelwaarde bedraagt
48.1 De samenstelling kan soms 'nogal
heel verre van deze middelgetallen
afwijken.
Voor de melkkoeien zijn de zemelen
een uitstekend voeder, zij bevorderen de
melkafscheiding en doen goede boter
verkrijgen. Vooral in vermenging met
voederkoeken geven ze prachtige uit
komsten.
Voor het paard vormen de zemelen
een al te omvangrijk voedsel, langzaam
en lastig te verteeren. Na een vermoeiend
werk of een afmattend loopen is eene
kleine hoeveelheid zemelen, 400 tot 500
gram in water als drank toegediend, ook
voor het paard aan te bevelen. Dit geve
men, met een handsvol haksel, vooraleer
de haver toe te dienen.
Zemelen zuiveren de ingewanden,
daarom moet men geene te groote hoe
veelheden toedienen. Ze mogen vooral
niet bedorven zijn door vochtigheid of
door verhitting.
Wanneer men de hand in den zeme-
lenzak steekt, mag men geene warmte,
maar eerder eene zekere frischheid waar
nemen.
De zemelen kunnen best bewaard wor
den op een drogen, goed verluchten
zolder en op kleine hopen uitgeschud.
Indien men in de zemelen zwartachti
ge schilletjes bemerkt, zijn ze vervalscht
door stukjes gewone bolderikzaad,
welke plant niet zelden in de granen
voorkomt. Zulke zemelen zijn schadelijk
voor de dieren en zouden, evenmin als
beschimmelde zemelen, nooit aan de die
ren mogen toegediend worden.
Moeten de zemelen droog of nat gege
ven worden Voor de herkauwers zijn
droge zemelen het best, doch door het
blazen en niesten der dieren kan eene
aanzienlijke hoeveelheid verloren gaan.
't Is daarom aan te raden de zemelen
een weinig te bevochtigen, of ze te ver
mengen met een ander voeder zooals
koeken, beeten, aardappelen, enz.
Zou men zemelen als krachtvoeder,
geven in groote hoeveelheid bij stroo en
hooi, dan moet men toch nooit meer dan
5 kg. aan de melkkoe, 2 kg. aan het
paard en een halve kg. aan het schaap
geven.
Voor het zwijn zijn de zemelen niet
gepast, zij begunstigen het vetten niet en
hebben ook geen invloed op de hoeda
nigheid van het spek.
Wat hef meest een overvloedig gebruik
van zemelen belet is hun hooge prijs in
vergelijking met den prijs der voeder
koeken en andere voedermiddelen, daan
om moet men altijd een deel der zemelen
door ander handels voeder vervangen,
voornamelijk door voederkoeken. Voor
deze laatste zal men diegene uitkiezen,
welke de voedingseenheid aan den laag-
sten prijs verschaffen en die tevens het
beoogde doel doen bereiken.
Zemelen moeten met matigheid wor
den gebruikt en men moet niet uit het
oog verhezen, dat er nog ander kracht
voeder bestaat.
F. PlRARD
Landbouw-Ingenieur
(Verboden nadruk).
Wanneer de melk aan haar zelve wordt
overgelaten, bederft ze, wordt zuur en
Rabbelt. De kaasstot zinkt en neemt met
zich mede de grootste hoeveelheid dor
vetstoffen, een gedeelte melksuiker en
minerale bestanddeelen. Na eenigen tijd
heeft die gestremde massa zich samenge
voegd en afgezonderd van eene heldere
vloeistof of serum. In deze vloeistof vindt
men melksuiker, een weinig stikstofbe-
standdeelen, vetstoffen en zouten.
Door het stremmen heeft het waterach
tig gedeelte zich afgezonderd en de
gestremde massa bevat onder een geringe-
ren omvang al de nuttige bestanddeelen
bijna der melk. Door zekere bewerkingen
begunstigt men de bewaring van het
gestremde en verkrijgt men kaas.
Kaas verschilt van uitzicht, van smaak,
van geur naar de bewerkingen, welke men
de gestremde massa heeft doen onder
gaan en naar de gisting of rijping, enz.
Daardoor kunnen er dus een oneindig
getal kaassoorten ontstaan. Toch komt de
bereiding altijd neer op het stremmen en
op de bewerking van het gestremde.
Om de melk te stremmen zou men kun
nen wachten totdat dit van natuurswege
gebeurt, maar dan zou zulks te veel tijd
vragen en ondertusschen zouden ook
andere gistingen dan die, welke noodig
zijn tot het stremmen, kunnen intreden
het stremmen zou daardoor onregelmatig
geschieden en de geur van het gestremde
zou onaangenaam worden.
Men bedient zich bijgevolg van strem
sel, dat gefabrikeerd wordt m-t de leb
maag of vierde maag der jonge kalveren.
Eertijds maakte elke boer het stremsel
dat hij noodig had en nu nog wordt zulks
gedaan bij sommige landbouwers die
afkeerig zijn van vooruitgang. In den
handel vindt men althans uitmuntende
stremsels, wier kracht met juistheid gekend
is, hetgeen de regelmatigheid in de kaas-
vervaardig ing, mogelijk maakt.
t'Is van groot belang de kaas altoos in
dezelfde omstandigheden, van stremmen,
van warmte, van bewerking enz. te ver
vaardigen.
De aard der kaas verschilt volgens de
hoeveelheid gebruikt stremsel, volgens de
warmte waarop het stremmen geschiedt,
volgens dat men de gestremde massa koud
of warm bewerkt, volgens dat men her-
warmt of niet, volgens dat men persen
gebruikt of niet, volgens de gistingen die
men doet ontstaan enz., uit dit alles volgt
niet alleen dat er veel verschillende kaas
soorten bestaan, maar ook dat het moei
lijk is altoos een gelijksoortig product te
brengen.
De kaasfabrikant moet een bedreven,
opmerkzaam, nauwkeurig en zeer rein
persoon zijn. Men kan dit niet in een
dag worden.
Ook mag men niet vergeten, dat de
voedingswijze der dieren, het onderhoud
der weilanden, de aard van den grond,
de hoedanigheid van het gebruikte water
en nog meer andere factoren de oorzaak
zijn dat men de fabricatie van sommige
kaassoorten maar op eene bepaalde plaats
kan gelukken.
Voegen wij daarbij nog dat de kennis
der levelingen of microben ook haar
belang heeft bij het vervaardigen van
kaas, want het rijpen berust op de werk
zaamheid der schimmels of bacteriën.
De kaassoorten kunnen tot twee hoofd
klassen gebracht worden 1° dê weeke
kazen en 2° de vaste kazen.
Tot de weeke kazen behooren de
gewone platte kaas, de Herve, de Brussel -
sche kaas, de Brie, de Camembert, enz.
Vaste kazen zijn de Hollandsche,
Edammer, Gouda, Gruyère, enz.
De kazen zijn meestal een uitmuntend
voedsel, omdat zij bestaan uit samenge
perste melkook zijn zij een gezocht
voedsel, zelfs dan nog wanneer ze een
gansch eigenaardigen geur van zich
geven. De kaasbereiding is een winstge
vende tak van het landbouwbedrijf,
welke toelaat meer nut uit de melk te
trekken, maar waartoe veel zorg, oppas
sendheid en nauwkeurigheid vereischt
wórdt.
The Dairyman
(Verboden nadruk).
In deze regelen zullen wij eenige
inlichtingen mededeelen over de teelt
der duiven, zonder daarbij echter in
veel bijzonderheden te treden. Wij zullen
handelen over de inrichting van het
duivenhok, over de bevolking van het
zelve en daarna de voeding en de ver
zorging der duiven bespreken.
Meestal wordt aanbevolen het duiven
hok als een afzonderlijk torentje te bou
wen, afgezonderd van de andere gebou
wen doch deze inrichting is meestal
te kostbaar en wordt in de gewone geval
len vervangen door een afzonderlijk
hoekje op den zolder. Ongelijk heeft men
echter dit lokaal niet behoorlijk in te
richten, en terwijl het kiekenhok meestal
niets anders is dan een echt nest van
ongedierte, met waggelende zitstokken,
vuile muren, met drek bezoedelden vloer
is het duivenhok daarvan de waardige
tegenhanger, met zijne gespleten wanden
vol ongedierte, met ztjn bevuilde drink
bakken, waarvan de inhoud als mestwa
ter stinkt, met-zijn aarden of metalen
eetbakken die onder de drekstoffen
onkennelijk zijn geworden.
Welk ook de vorm zij van het duiven
hok, rond of vierkantig, waar het ook
gelegen zij, steeds zal men zorgen dat de
houten of steenen wanden effen zijn, met
kalk gewit en zonder spleten, waarin
zich het ongedierte zou kunnen'ophou
den.
Rondom in het kot plaatst men de
nesthokken, op minstens 1.25 m. van den
vloer, ten einde de ratten eruit tehouden.
De bovenste rij blijft ongeveer 50 centim.
van het dak en is bekroond door eène
vooruitspiingende lijst, waarop de dui
ven kunnen rondloopen.
De nesthokken moeten ongeveer 25
centimeter hoog, 25 centimeter breed en
30 centimeter diep zijn.
De voorste opening moet enger
zijn dan de rug van het hok, om de ver
dediging van het nest aan de broedduif
e vergemakkelijken. In een rond hok is
deze schikking zeer gemakkelijk.
Vóór de nesten komt een slag of
til, van 10 a 15 centimeter breedte, waar
op de jonge duiven kunnen wandelen en
welke belet dat de onderstaande nesten
door de hooger geplaatste bevuild wor-
nen.
Tegen de opening der nesten wordt
langs onder eene lijst vastgemaakt van
5 a 6 centimeter hoogte, waarover de
jonge duiven maar zullen heen kunnen
treden, als ze kracht genoeg bezitten om
zich zonder gevaar op de voorplank te
begeven.Ook de nesthokken moeten goed
dicht zijn, met effen wanden, zuiver
gehouden worden en met kalk gewit.
Te midden van het duivenkot worden
de drink- en eetbakken geplaatst, op
zulke wijze dat het voedsel niet verspild
en het water niet bevuild kan worden.
Er bestaan daartoe bijzondere toestel
len, welke dicht gelegd worden met een
deksel van geringe openingen voorzien,
waarlangs|de duiven met hunnen kop
soinnen binnendringen om te eten en te
drinken.
Het beste tijdstip om het duivenhok
te bevolken is de Lente. Men kieze, in
eert vruchtbaar ras, sterke duiven van
één jaar, welke men in het hok opsluit
totdat ze eieren hebben. Deze broeddui-
ven moeten een levendig oog hebben,
schitterend gepluimte en wanneer men
den vleugel opentrekt moet hijna het
loslaten, veerkrachtig worden toegetrok
ken. Al de koppels moeten volledig zijn
want een losse duiver kan al de nesten
bederven. De duivin legt twee eieren,
die ze 17 dagen lang bebroedt en waar
uit gewoonlijk een mannetje en een wijfje
geboren worden. Men kan ook jonge dui
ven aankoopen, die na 5 of 6 maanden
zullen leggen.
Het voedsel der duiven is zeer ver
schillend zaden van alle soorten maïs,
tarwe, haver, gerst, gierst, boekweit,
erwten, duivenboonen, linzen, wikken,
zonnebloemzaden, koolzaad, raapzaad,
enz. De eetbakken moeten altoos var
voeder voorzien zijn, want om nut uit
de duiven te trekken en ze om op het
hok te houden, moeten ze altijd voedei
vinden.
In eenen hoek van het duivenkot kan
men eenen zoutsteen leggen en, wannem
de duiven voortdurend blijven ingeslo
ten, is het geraadzaam murenafval in het
kot te strooien daaiin zullen de duivin-
nen de noodige kalk vinden tot vorming
der eierenschaal.
Eindelijk moeten ook al de gezond
heidsmaatregelen genomen worden, zon
der dew Ike geen duiventeelt mogelijk
is veische lucht, licht, niet te groot<
koude, ook niet te groote warmte. Dt
grootste reinheid moet onderhouden
worden, ten einde het ondergedieite ni t
te laten vermenigvuldigen. De vloer zal
bedekt worden met eene laag zand, asch,
turf of run, om het reinigen te verge
makkelijken. De uitwerpselen moeten
minstens éénmaal per week opgeruimr;
worden en, na elk bioeden moeten ook
de eet en drinkbakken grondig gereinigd
worden.
Verscheidene malen in het jaar moeten
de wanden gekalkt worden en wanneer
het noodig is, zal men het hok ontsmet
ten door verbranding van zwavel, na
voorafgaandelijk al openingen goed te
hebben dicht gemaakt. Dit natuuilijk
terwijl de du.ven afwezig zijn.
Avicola
(Verboden nadruk).
De planten vinden in den grond de
bestanddeelen die ze noodig hebben en
tusschen deze bestanddeelen neemt de
stikstof den eersten rang in. In den grond
bevindt zich de stikstof onder orgam-
schen, onder ammoniacalen of onder
nitrischen vorm. 't Is deze laatste vorm.
welke het best gepast is voor de gewas
sen, dit wérd door de wetenschappelijke
proeven en door de practijk bewezen,
Het is voor de teelt eene verplichting,
zegt De P. Wagner, alles in het weik te
stellen om de gunstigste voorwaarden in
den bodem te vereenigen tot hervorming
van de organische en ammoniacale stik-
st f in de nitrische.
Wat de ondervinding ook bepaaldelijk
heeft vastgesteld is dat de nitrische stik
stof spoediger en zekerder werkt dan de
aminoniakale en de organische. De stofïen
die de stikstof onder deze twee laatste
vormen inhouden zijn dus eigenlijk de
grondmaterieelen waaruit de nitrische
stikstof wordt voortgebracht.
Zonder twijfel heeft de landbouwer er
belang bij de stikstof toe te dienen onder
eenen vorm, welke rechtstreeks door de
planten kan benuttigd worden, dit is,
onder vorm van het algemeen gekende en
gebruikte chilinitraat.
Wij zijn overtuigd dat de lezers belang
stellen in de volgende bijzonderheden
aangaande den oorsprong en de fabricatie
van het chilinitraat.
Sodanitraat wordt in Chili uit den grond
gehaald en wordt daarom ook chilinitraat
geheeten. In 1830 werden de eerste
scheepsladingen nitraat naar Europa
overgebracht. In 1911, bereikte de uit
voer 2.487000 ton, voor eene handels
waarde van 600 millioen frank, waarop
de Chileensche Regeering een uitvoer
recht hief van 160 milioen frank.
De nitraatstreek is eene laagvlakte in
Zuid Amerika, 800 meter ongeveer boven
den zeespiegel en ongeveer 70 kilometer
van den zeeoever verwijderd. Deze vlakte
ligt op de Ooster helling van de Oever-
Cordilleras tusschen deze Cordilleras en
de Cordilleras der Anden. 't ls eene w0fts.
tenij waar het nooit regent, waar 0p
gestelde tijdstippen en op gestelde uIcn
van den dag altijd dezelfde winden
waaien waar teg. n den avond alto< s
dichte misten ontstaan, verg zeld van
voelbare electris he verschijnselen.
Het is in deze droevige stre k, in deze
schrikbarende woes:enij, waar nitts dan
zand en rots, waar geen groen plantje te
vinden is, dat er 160 fabrii ken zijn opge
richt, waarin ongeveer 40.000 werklieden
arbeiden.
De salpeterrots komt soms tot aan de
oppeivlakte, meestal echter bevindt ze
zich op eene diepte van 5 centimeter tot
3 meter. Vijf verschillende lagen onder
scheidt men gewoonlijk de «Chuca» de
«Costra», de «Caliche» de «Congelo», en
de «Coba», welke laatste laag op den vas
ten grond rust.
De Chuca bestaat uit stukken kwartz
met soda-en kalksulfaten, de Costra
bevat reeds een weinig nitraat, maar nie'
zooveel als de daaronder liggende Cali
che. Deze bestaat uit onoplosbare stoffen
zand, harde klei- en zandsteen van ver
-chilleride kleuren wit, geel, donkergrijs
blauw, paarsch enz. De samenstelling er
de dikte dezer laag zijn zeer verschillend
Caliche bevat benevens nitraat, chloor
sodium en sodiumsulfaat, chloorpotascl
of potaschsulfaat en magnesiumnitraat
ook ioodbestanddeelen en nogmeer andere
Onder de Caliche bevindt zich de Con
gelo, waarin vooral chloorbestanddeelei
en sulfaten voorkomen, alsook coba ge
vormd uit aarde, steen en zeer weinig
zouten.
De ruwe caliche wordt naar de fabriel
vervoerd om verschillende beweikingei
te ondergaan, vooraleer het nitraat ti
vormen dat in den handel is.
Eerst wordt de caliche verbrijzeld
daarna gesmolten in groote bakken cha
chuchos waarin de onoplosbare stoffer
op den bodem zinken. De oplossing woid
afgetrokken in andere bakken chulla-
dores«, waarde chloorsodium zinkt er
daarna heeft de kristalliseering plaats in
de kristalliseerbakken of «bateas». Zoc
verkrijgt men een product, dat 95 tot 97°/c
nitraat bevat, 2 °/0 water, 1 tot 3 chloot
en 0,5 tot 1 °/0 sulfaten en andere zouten,
't is het nitraat,dat in den landbouw en in
de nijverheid wordt gebruikt.
Sedert eenige jaren bestaat er bij som
mige fabrieken een inrichting om de iood
uit het nitraat te trekken. Volgens M.
Bélisario Diaz-Ossa, aan wiens werk wij
vele dezer bijzonderheden ontleenen,
wordt jaarlijks 500.000 kg. iood voor eene
waarde van 10 millioen frank uitgevoerd.
In 1895 bedroeg het geheel gebruik
van chilisalpeter 1.026.000 ton. In 1910
steeg dit getal tot 2 308 000 ton.
Tegenover dit toenemend verbruik
heeft men het middel gezocht om kunst
matig nitraat te vervaardigen, voor hel
tijdstip dat ei geen natuurlijk nitraat meei
beschikbaar zou zijn. Dit oogenblik zal
wel eéns komen, maar wanneer dit zal
geschieden is niet met juistheid te bepa
len, vooral niet,omdat men niet kan vast
stellen welke voorraad er nog in de
nitraatlagen bevat is. Volgens de tegen
woordige schattingen, zegt M. Bertrand,
is er nog minstens een mtraatvoorraad
van 220 millioen ton, maar niet alle be-
staande nitraatvelden zijn gekend, zoodal
de vootraad even goed een milliard tor
Iron nA
In 1910 heeft Belgie 274.300 ton inge
voerd.
F. de Vineski
(Verboden nadruk)
door P. Pipers, professor in Landbouw
kunde aan het Koninklijk Athenaeum,
Antwerpen (Prijs 1 frank) In een vo gen
nummer zullen wij over dit nieuw
bouwkundig werk verslag geven.