Bijvoegsel aan ïoor meitscnen me pelzen O? foestcmd TRIMARD'S JCet belangrijkste punt van het PrlesterlijKe Benoemingen Zaterdag 8 Februari 1913 Het groote Vraagstuk Brief uit Amerika Verleden keer, heb mensch zijn aangetoond dat de om hèt ware te onderscheiden van het valsche, bei coede van het kwade. Een dier, dat alleen door zijn instinct gedreven is, kan dat niet Men zal dus maar toonen dai men verstand heelt als men de waarheid onderscheidt van hel valsche, en natuurlijk eerst in die zaken die ons meest aangaan, en dat men zijn gedrag naar die gekende waarheid schikke. Welnu welke zaken zijn er die mij het meest aanbelangen Zijn het de dieren, de planten, of de sterren Ik denk dat het niet eene van deze zaken is. Zonder daarom booveerdig of ijdel te moeten zijn, meen ik te mogen zeggen dat er op heel de aarde geen zake is die meer belang heeft voor mij dan... mijn eigen persoon lk zie dat ieder dier, ieder mensch met zich zeiven bezig is. Zou ik betook niet mogen doen met mijzelven 't Dunkt mij dat het nogal redelijk is mij af te vragen wat ik ben vooraleer ik aan 't onderzoeken ga wat de andere dingen zijn. Zoo ik al mijzelven te bestudeeren vind dat ik geschapen ben om de sterren te bekijken of om planten en bloemen te verzamelen, dan zal ik dat doen. Maar daarom moet ik eersi mijzelven bestudeeren, daar ik de belangrijkste zaak ben die mij aangaat. De groote Vraag voor mij is deze: wat ben ik? Van waar kom ik Wat is mijn oorsprong en het doel van mijn bestaan En inderdaad van de oplossing dier vragen hangt heel mijn levenswandel af. Zoo ik slechts een handvol stof ben, dan zal mijn leven anders moeten zijn, dan indien er in mij een onsterfe lijke geest is. Zoolang ik mijn oorsprong en mijn bestemming niet ken, kan ik niet weten of ik goed of siecht handele wam indien ik slechts, zooals een dier, mijn driften neem tot richtsnoer van mijn daden, dan handel ik mei als mensch maar als een redeloos dier er misschien, zooais ik het den laatsten keer Zei nog slechten Wil ik handelen als mensch dan moet ik dus eerst weten Van waar ik kom Op die vraag antwoorden vooreerst de onverschilligen lk weet het niet, zeggen die, en bekommer er mij niet mede ook. Anderen zeggen dat wij een deelje zijn van het heelal, een verandering, een voorbijgaande vorm van het groote alles. Die noemt men pantheïsten of alvergoders die God als de ziel van de wereld en de wereld als het lichaam der godheid be schouwen. De mensch, zeggen de godloochenaars^is hel werk der natuur, een voortbrengsel der aarde, een zonderling voortbrengsel van die blinde macht die dé eeuwige stof leven geeft of bezielt. De mensch, zeggen de christenen, is hel werk van een oneindig verstand en van een oneindige macht, die alleen van alle eeuwigheid bestaande, in 'c begin der tijden gezegd heeft dat het heelal, de mensch weze en het heelal en de mensch bestonden. Welk is nu van deze vier oplossingen dr meest redelijke, de meest weerdige voor den mensch 't Is hetgeen wij zullen ondeizoeken. ROPER. Uit plicht De verwikkelingen tusschen de Europee- Bühe mogendheden,het gevaar van schending onzer onafhankelijkheid heeft het Katholiek gouvernement verplicht een nieuw leger- ontwerp in te dienen. Het alleman soldaat staat niet op het Erogram der Katholieke Partij. Maar ook et lotingstelselbet stelsel van één \oon per familie stonden niet op dit program. Wat in zake legerdienst altijd stond en nog staat op het Katholiek program is Niet meer krijgslasten als er noodig %ijn Nu echter verandert de miliciewet in alleman soldaat enkel en alleen omdat dit stelsel opgedrongen is door de omstandigheden. ;t Is waarachtig niet voor hun plezier dat onze ministers het alleman soldaat in voeren zij weten wel dat het onwelkom is bij het volk, bij hun kiezers; maar zij weten ook dat zij eerst en vooral hun vaderland- schen plicht te kwijten hebben. Heel de rechterzijde, met M. Woeste aan 't hoofd, volgt daarin het ministerie, een MENGELWERK N° 14 III DOBBEL SPEL Vervolg t- Zc voelde den priem van den minnenijd zoo diep in heur herte koteren en ze vatte walg en afkeer en haat voor Remi op doch het eindigde toch altijd met eene slag- \lage tranen, en, als ze dan gerust was, voel de ze dat ze, spijts alles en allen, hem meer dan ooit beminde. Soms, als ze slecht geluimd was en lui sterde naar de ingeving van den heerschen den drift, bevocht ze dat koppig beeld, dat maar altijd voort aan heur hert kletste en ze trachtte vreugdig en los te zijn, ze gie chelde met de jonkheden, die ten huize kwamen, of heur opzochten op Zondag, langs den kerkewegdoch wat ze ook deed, ze kou op niemand anders haar gedacht stel len, spijts er goê en deugdelijke jongens onder waren; heur herte klopte slechts voor één; ze wist en voelde het en ze streed niet meer! Hoe dieper Remi in heur meening viel, hoe meer ze hem liefhad, in-bittere pijne, met een bewijs te meer dat alle Belgen verstaan moeten dat zij van ckn nood een deugd moeten maken en uit vaderlandsliefde hun plicht moeten vervullen. In de Kamer moet het, legerwetsontwerp eerst besproken en gestemd worden en daarna de wetsontwerpen over pensioenen verzekeringen, werkmanswoningen, ook het school wetsontwerp, enz., enz De liberalen en socialisten hebben een loos plan in 't zin Zij beletten, door ondervragingen over de promoties in 't leger, over grondwetsher ziening, over algemeen stemrecht, de be spreking der legerwet, met het eenig doel de sociale wetten en de schoolwet tot onbe- paalden tijd uit te stellen... en dat in af wachting van eene herkiezing om alsdan tot de kiezers te gaan met die valsche woorden kiezers, de ka'oten beloofden u vóór de laatste stemming zooveel en zooveel sociale wetten, eene nieuwe schoolwet., en wat hebben zij u gegeven?... Niets... Niets, ten zij hetAlleman soldaat. Doch het valsche p'an der vereeoigde vijanden is in het daglicht gekomen. Het Gouvernementen deKatholieke meerderheid zullen het uitvoeren ervan beletten, en, tot spijt vau die 't benijdt, de sociale wetsont werpen en de schoolwet doen doorgaan... Uit plicht Het Vaderland is vrij Zoo wij het verleden week schreven hou den in de Kamer, liberalen en socialisten den tyd vol met eene bespreking over de promoties in 't l=ger en over de op-pensioen- sfelling van zekere hoogere officieren. Minister de Broqueville heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om een ge wichtig woord te spreken...een onderzoek is ingesteld tegen zekere officieren die aan hun plicht te kort kwamen... en op't ge paste uur zullen de plichtigen gekend zijn. Die verklaring was veelbediedend. Wi katholieken, kunnen niet genoeg Minister dejj Broqueville dank zeggen om den last welke bij op zich nam met het ministerie van oorlog aan te nemen om radikale maat regelen in te voeren tegen ongehoorde toe standen... misschien tegen dreigende ge varen. Wezen wij immers wel overtuigdDe vrijmetselarij... ja, altijd de vrijmetselarij, heeft reeds te veel het leger doorwrocht en doorkankerd. Op vrijmetselaars mag het Vaderland hoegenaamd niet rekenen en vrijmetselaars moeten wy vraezen.afweeren, verdrijven en in onbekwaam maken te schaden... Want het mag niet dat België een tweede Portugaal worde Heeft er zulk gevaar bestaan?... Is missehieD eene sa menzweering op het gepaste uur ter kennis gekomen ?...Was het daarover dat vrijmetse laar Furnémont zich Dinsdag 11. verklapte in de Kamer als hij uitriep: H©t zyn de logiën die de republiek in Portu gaal gemaakt hebben en ik hoop wel dat onze officieren karakter genoeg zullen hebben om ons daarin ook in België te helpen. België wil een leger waarop het steunen mag, een leger dat tot verdediging dient van land en volk,van grondwet en nationale instellingen, van Vorst en koningdom. Moeten wij minister de Broqueville, den koenen durver, den onversaafden vaderlan- 'ander, daftrom niet huldigen als den redder van het Vaderland? Dank aan hem. het Vaderland is vrij Zuiver algemeen stemrecht Libsralen en socialisten zij die met 2n Juni 1912 zulke dreunende davering kregen, zij die samen zulk eene veelkleurige min- ierheid uitmakeD willen dat het gouver nement, dat steunt op 16 stemmen katho lieke meerderheid, de grondwetherziening opdingen om het zuiver algemeen stem recht te bekomen. Nog eens, op het Katholiek program staat aiet zulk of zulk kiesstelsel geschreven, de katholieken weten dat er moet vooruit ge gaan worden op volksgezinde wijze en wgjzeHjk en gesapig rekening gehouden worden van da tijdsomstandigheden. Docb zij weten ook dat zij niet buigen mogen voor bedreigingen van)[algemeene)werkstaking. voor eene blauwroode politiek van het mes op de keel)), want anderszins zouden zij zelf ons nationaal bestaan in gevaar brengen. Plen socialistisch blad had gemeld dat de koning op aanraden van zijn bijzonderen secretaris M. Ingenbleck en het ministerie zou aanraden toe te geven aan de socialisten. Gelukkiglijk heeft M. Iogenbleck in een schrijven aan Le Bien Public dit gelogen straft. Zulk rondgestrooid nieuws was te dwaas om geloofbaar te zijn. Wat 1 toegeven voo bedreiging van geweld Maar reeds heeft men eens toegegeven eenmaal is te veel als minister SchoIIaert zijn schoolwets- ODtwerp indiende. Toegeven dat is zich zelf vernietigen,dat is de oproermakers voor goed alle macht iu handen geven, dat is niet alleen het nationaal bestaan maar ook het koningdom in gevaar brengen. En wij meenen wel dat ook Zijne Majesteit zulks verstaat. Is het aanneembaar dat, na de verbazende zegepraal van 2 Juni 1912 onder leiding van Minister de Broqueville bihaald, Zijne Ma jesteit zou willen stokken iu de wielen steken... om de katholieken te beletten h»t programma uit te voeren waarmee zij op 2 Juni over wonen... de katholieken die toch zeker wel al'een nog gehecht zijn aan de vaderlandsche instellingen, die alleen nog de steun zijn van den koninklijken troon. Iu 1911 werd, na raadpleging door Zijne Majesteit, het school wetsontwerp SchoIIaert ingetrokken, 't Was eene misslag niet zooveel voor het iotrekken van de schoolwet zelf maar voor 't princiep van toe te geven aan laweitrcakera en rustestoorders. Ook werd de schoolwet aan de kiezers onder worpen, bij algemeene kamerontbinding... en de uitslag der verkiezing was de goed keuring van de schoolwet, van het Katholiek program. En nu... nog eens toegeven aan dreige ment m. Maar als 't zoo moet gaan, dan mag men voor goed de kieziDgen afschaffen om zefevervangen doorden wil 7an eene min ler- heid die meest schreeuwt en luidst bedreigl De meerderheid van 't belgi3che volk, de rustige burgers en werklieden zouden niets meer te zeggen hebben Acht maanden na de laatste ontbinding der Kamers nog eene ontbinding vereischen om eene grondwetsherziening op te leggen 't Is ongehoord! Of eene Commissie doen be noemen om de grondwetsherziening te be reiden en alzoo naar de ontbinding te leiden. Dat kan niet zyn Op 2 Juni 1912 heeft het Belgisch volk gesproken, en, eene onverwachte meerderheid gevend aan de katholieken, gezegd ge^n kartel geen grondwetsherziening 1 Het Bilgisch Volk. gehecht aan Land en Koning, heeft betrouwen in de Katholieke Partij, in het Katholiek Gouvernement, in hoofdminister de Broqueville mengeling van diepe, onuitroeibare liefde, ein deloos medelijden en bij wijlen, wilde ja- loerschheid, die haar verkromp. En nu deed ze, wat hij haar vroeg vooraleer te vertrekken... Ze droeg standvastig zijn oud paternosterke op haar en ze bad het rond, alle dagen die de Heer verleende, voor zijn bekeering. Alle Zondagen bezocht ze de Braems in den achternoen, en ze was er gekomen 'lijk een zonnestraal in den donkeren winter. Vader Braem monkelde van als hij haar zag: t was lijk zijn meisje moeder draaide een pcije koffie en Meetje klapte Hanske-door- de-mande, en vroeg haar, of ze Remitje niet gezien bad dan nam Marie Meetjes handen in de hare en zottebolde Ja, zeker, grootmoedertje, en we trou wen ter weke. I Oud wijvetje wrong dan heur handjes los c-n sloeg ze tegen malkaar van overlijk geluk, tot ze weerom druilde en weerom ont wakende, nog eens zoo bitterlijk-hert-snijdend tingelde Komt Remitje 7... Marie had het soms lastig met vader Braem en met Lena en ze moest te messe en te klauwe staan.' om den afwezige te verdedigen; dan suste ze den ouden man met stille woorden Tut-lut-tutl... Vader, ge'n moogt niet al les gelooven wat de menschen zeggenze Sainl Mary's, Monroe (Michigan). Januari 11, 1913. Mijnheer de Opsteller, Ik kom U bedanken voor het regelmatig afzenden van Het Ypersche Volk waarop mijt Jules Lieven? geabonnèerd heeft. Daar over ben ik grootelijks tevreden, vermits ik nu alzoo nieuws vernemen zal uit het Yper sche. Er zijtn hier Brugsche en Gentsche ga zetten; maar ik heb weinig of geen nieuws gierigheid in hetgeen er rond Brugge of Genl omgaat, ik ken er toch niemand. Ik heb. Mijnheer, de vrijheid gen-omen een uittreksel van het artikel Kunst in het Am bacht. over hel Speldewerken, uit Het Ypersche Volk, in eene gazet van Monroe te doen zetten. Ik tracht hier altijd, zooveel het in mijne macht is, België en de Belgen te verheffen. De Belgen zijn hier nu ook goed gezien en doen hier ook al wel, bijzonder lijk dezen die van goeden wil zijn. Men vindt er nog ai lijd hier en daar wat men hier hutsepot naamt die honderden dollars 's jaars maken en in alle nietigheden verkwis ten. Moesten zij1 een dollar voor eene kerk gevraagd worden, 't ware genoeg om dat zij ervan in onmacht zouden vallen. In den win ter komen ze San met tranen in de oogen Het heeft gezegd'.en herhaald geweest dat de kazerne voor al te veel jongelingen een oord is van verderf't is dan niet zander redeD dat christene ouders die hunne zonen, tot aan hun 19et'jaar, met alle mogelijke zorgen in eer en deugd hebben opgebracht diezelfde met schrik en verlegenheid zien optrekken naar de kazerne. Nu de legerwet weeral zal veranderd worden is uit heel het land een kreet opgestegen tot dezen die, Minister van Oorlog, het lot der soldaten in handen heeft. De christene ouders en deze zijn, God zij gedankt, de overgroote meerderheid in Beigie eischen van de Regeeiing de stelligste waarborgen, de vaststa zekerheid dat voor de eer en deugd, voor de zeden- bewaring hunner zonen de strengste en doelmatigste maatregelen zullen genomen worden zoo wat aangaat het leven in de kazerne ais bet ieven erbuiten daar ontelbare pestholen en ontuchthuizen zich overal weten te vestigen rond het soldatenverblijf. Dat willen de christene ouders, dat eischen zij Wij hoorden zeggen de christene jongelingen moeten zelf wei ken tot het behoud van deogd en eer. Dat is waar de goeden moeten zich samenscharer), moeten durvers zijn zooder vaar of vrees voor de bespottingen,voor de tegenkantingen van bedorvenen en bedervers gelijk tot welken graad zij geklommen zijo. Doch al is dit zekerlijk een uitmuntend middel tot de verzedelijkirg onzer weinig-goedbefaamde kazernen, het is heteenigste, het is het eerste m:ddel niet. Geen zedelijkheid zonder godsdienstigheid daarom moet er eerst, van hooger hand gezorgd worden dat het christelijk en godsdienstig leven mo gelijk zij binst den soldatentijd. Een man is gehecht aan den troep om daarover te zorgen, t. w. de aal moeseniers. Edoch dien man 's invlo°d is schier nietig, bij nu bestaande reglementen. De christene ouders die betrouwen hebben in den priester die in den priester den raadsman en leider, den vriend en helper zien voor hunne zonen, willen ook dat de aalmoesenier van 't leger bij hunne zonen zijn zielewerk ten volledigste mogelijk kunne uitoefenen, en dit niet al'em in kerk of kapel niet alleen in hospitaal of in den soldatenkring maar in de kazerne zelf. De aanwezigheid van den krjjgsaal- is nood g om de goeden te steunen, om de kranken ta sterken, om de verdwaalden terug te brengen.... om meer jjen meer Hoe meer de soldaten zullen godsdienstig en deugdzaam zijn d hire werkers en uitvoerders, dia op loge-bevel moesemer christelijkheid en vervolgens meer en meer zedelijkheid te doen heerschen. hoe beter leger ook zal samengesteld worden. Wij weten't vel in het leger heeft de hatelijke vrijmetselarij hare aanhangers, aan God en de Kerk zielen moeten ontrukken; maar 'tis niet voor dit kleine getal logemannen en god haters, dat de christene ouders, de christene solda ten zullen wijken. Vrijheid voor eenieder,ja; maar ook vrijheidtot nu toe maar te dikwijls miskent voor dezen die willen deugeD, die willen christelijk zijn 1 Wij zijn in ons katholieke België ver ten achter op dit gebied bij andere landen vnl. bij Duitsch'and waar de Keizer zoo dikwijls steunt op de noodzake- ijk beid van geloof en zoden bij de soldaten om een leger te hebben waarop het Vaderland rekenen mag. In Duitscbland,bij de inlijving in het leger heeft Je recruut te verklaren indien hij geloovig is ofte niet, indien bij protestant is cf katholiek. Verklaait hij zich ongeloovig dan laat men hem gerust ermêe; verklaart hij zich protestant of katholiek dan legt hem het kazernereglement op, de plichten van zijnen godsdienst te vervullen en 's Zondags ziet men de protestantsche soldaten met hunne officieren in korps naar den kerkdienst trekken terwijl de katholieke soldaten onder 't geleide van hunne katholieke officiers naar de soldatenoois gaan. Dat is wel meenen wij vrijheid en geen dwang 1 Duitschland begrijpt beter dan het katholieke België dat de godsdienst van den soldaat een groot deel uitmaakt van zijn kracht, dat de zedelijke ont wikkeling van den soldaat op gelijken voet staan moet met de lichamelijke om mannen te vormen waarover het Vaderland mag fier zijn Ziet onze eerste prent, 't Is een photographie ter gelegenheid van de wijding der katholieke garnizoenskerk te Spandau bij Berlijn De veldproost, Bisschop DrVollmar(l) en de garnizoens aalmoezenier Greiss (2) ontvangen bij den ingang der nieuwe kerk de hoogé militaire overheden generaal von Lochow, kommandant von Hom, de afgeveerdigde van het ministerie Backmeister, generaal-majoor von Saebs, enz.... De wijding had p'aats eene pontificale mis werd opgedragen en ter dezer gelegenheid ontvingen verscheidene officieren het pauselijke eerekruis Pro Ecclesia et Pontifice. De tweede prent vertoont de optocht der duitsche troepen vóór den Keizer (X) op zijn verjaaringsdag. weten er zelve niets van en de jongen is zoo niethij zal op zijn plooi geraken, ge zult dat zien- Ouder en kind zijin naar vriend. Een ouder kan kwaad zeggen van zijn kind, doch gedoogt niet dat het door iemand kwaad gedaan worde; ook zag Pier het meisje geerne, omdat het zoo wel deugddoende zalf op zijn opene hert- wonde kon leggen. Met Lena had Marie het Lastiger 't barsche meisje cn wilde geen verschooning aanveer- den noch aanhooren, en viel gestadig tegen haar broer uit... Neen, ze kon 't niet helpen, dat was heur karakter: Üwers-door goed, deug delijk en werkzaam, ze kon geen misslagen in anderen verkroppen en ze lag alle Zon dagen in stokke met Marie. De twist eindigde meest in leute Marie stak den vinger op en streed Ge zijt een lastig ding en ge zult een kwaad wijvetje worden, ik zal dat wel eens piepen aan mijn broere Fons... Maar daarin verschoot ze niet en ze grolde, al op haar tanden bijtende Moest ik getrouwd zijn en een vent hebben die den nieweerd speelt, 'k nijp hem den kop af I 't Was alle Zondagen heizelfde spel, en toen Marietje tegen den avond vertrok, slenterde moeder Braem mee, tot aan den gevel cn, als ze alleen waren, greep ze 't meisje bij den arm en zuchtte En Remitje I newaarl? Marie... om hulp smeeken. Eigenlijk zijn wij in Monroe nog ai gespaard van zulke confraters; maar in Detroit zijn er duizend die nooit geen geld genoeg bijl malkaar zullen hebben om hun vaderland terug te zien. Father Henri Syoen, van Woumen, is daar sedert vijf jaar pastoor Van ffe Belgen benoemd. Hiji heeft over twee jaar eene kerk en school gebouwd en is van al geerne gezien. Als men hem vraagt van waar hiji is, antwoordt hij Van de stroke der pottebezems en schare- slijpers. Hopende, Mijnheer, dat deze- woorden u zullen aangenaam zijin, groet ik 'U vriendelijk. EMILE VANDAMME. Ja, Remitje lispelde ze; en ze weenden alle twee bitterlijk, moeder, over haar kind, en Marie, over haren jongen. Ja, 't meisje was er eigen geworden en bijna meer bemind dan een eigen kind. Ik zie ze liever dan mijn jongens, zei vader Braem soms want deze vergeten ons huis, uit wees dat we iets zullen vragen, maar ik beet 'nog liever de toppen van mijn vingers af 1 Zijn hert 'Was verbitterd en zijn woorden waren zuur. Pier had te veel gezien rondom hem: ge trouwde kinders, die weeldig leefden en va der en moeder in gebrek lieten andere die hun de moeite niet en gaven, hun vader of hun moeder te bezoeken in het oudemanshuis, en ze wat geld in de vuist le duwen, om hun buik een zielmiske te geven ten zei te vertroosten. Hiji had getrouwde mans gezien, die hun geld achterhielden en brasten in de herber gen, wijl vrouw en kinderen kribbe beten... 't Gebeurde zelfs, dat hiji cue kerels op hun zeer sloeg en, toen ze, uit verweer, hem zegden dat hun huis 'lijk nen stal lag en dat hun wijf te vuil was en zwijnskost opdiende, stilde Pier hun weeklachten en voegde er bij: En gij, g'en hebt geen hert in uw lijf, want hadt ge er een, ge zoudt uw wijf hel pen, als ge anders niets te doen hebt, lijk nu; ja, ge zoudt ze goê woorden en moed geven en ze zou zingen en klingen en net en preusch ONS ANTWOORD. Vriend Emile, uw briefje is ons alleraan genaamst en zal bijl al onze lezers welkom zijn. Het zo-u ons plezier doen, mochten wij van tijd tot tijd zulke korte briefjes ontvan gen met nieuws uit uwe Amerikaansche streek en over de Belgen aldaar. Een nummer van de gazet van Monroe, waarin ei- spraak is over Vlaamsch kantwerk, een zichtje van het een of het andere, een portret (b.v. dat van Father Syoen), dat al zou ook welgekomen zijn en wij zouden dat ook opnemen in ons veel gelezen «Ypersche Volk». Beste groeten uil het Vaderland I HET YPERSCHE VOLK. zijn, en van uw huis een hemeltje maken, waar ge geerne zoudt zijn en koterachtig zoudt hoekeren bij1 wijf en kinders, 'lijk ik... Sommige dagen ging het over zijn hout met Pier en dan keef Lisa Och, vader, 't gaat nu alle-menschen te verre met ge ruttelt en ge pruttelt erger- dan een kokende boon-pot. Dan viel Pier wat in, doch het duurde slechts den tijd "dat de hond op de halve- deur zit, en zijn rinkevijlen herbegon, tot moeder het spel moede werd en het huis uit liep al ruttelende Alweer 1 "t is alle kernendag te doen met u 1 En Pier tingelde voort, hij leed en had te veel gezien, de man. Doch moeder wist beter hoe 'de zaken stonden, maar ze zweeg om vaders lijden niet te vergrooten. Ze kende immers zijn groot- hertigheid en ze verzweeg het, dat hun in-goê kinders, telkens ze naar vader kwamen, een een peerd-ooge in moeders vuist dopten om kloekte voor vader te koopen en wat snoe- peringhe voor Meetje, zegden ze. Tot nu hadden ze voort gedaan zonder aan het fnurwenestje te roeren, doch er mocht geen tegenslag komen, of 't zou de armoede zijn... En nu ze wisten dat Marle Crepeele Pol D'Haene aangezet had om Remi tot hetere gevoelens te bewilligen, wachtten ze, met angstig verlangen, op den uitval. Mgr de Bisschop heeft benoemd Toeziener van het onderwijs ie de bisschoppelijke colleges E. H. De Meester leeraar aan het groot Semi narie (alwaar hij voort de leergangen van kerke lijk recht, opvoedkundeen kerkzang blijft geven) in vervanging van Z. E. H. Kanunnik Rommel ontslaggever. Pastor te Lombardzijde E. H. Blondelle onderpastor te Vlamertinghe. Onderpastor te Vlamertinghe E. H. Labis onderpastor te Ingoyghem. Onderpastor te Ingoyghem E. H. Depoortere leeraar aan 't College te Oostende. Pol was den Maandagmorgend vertrokken en den volgenden Zaterdag, zag moeder Braem den briefdrager van te plaatsewaart afkomen; heur herte begon geweldig te kloppen; ze dook heur achter een strooivummetje, om hem te beloeren; daar naderde en naderde hij; cn, aan den gevel van Jt huisje gekomen, sloeg hiji in en hij stond plots voor de ontzette, bleeke vrouw, die uit haar schuilhoek kwam! Ha, moeder, sprak hij luimig, Hier zie, een briefje van uwen Franschman; 'k heb er nog een mee voor... zie, maar dat mag ik niet zeggen... Moeder nam den brief met bevende hand, bedankte den bode, en stapte in huis, 'lijk een slaapwandelaarster. Hier, neem, sprak ze onttudderd... Ik kan (niet, en ze gaf den brief aan Lena. Ze trok hem open. Tusschen de bladen zat een postbon van vijftig frank en de brief iuidde Beminde Ouders, Ik ben kloek en gezond en verhoop van U hetzelfde... Ik zend vijftig frank: ik kan niet meer, ik heb ziek geweest en moeten meesteren. ergeeft mij dat ik naar huis niet gekomen ben, dan hadt gï nog een eter te meer gjhad. Ik zal trachten veel geld te winnen te Zo mer, om u te helpen. jWordt voortgezet,* t rC

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 3