Voeding der Dieren. lELKERU. HET NEERHOF. Volkswetenschap. Paarden zijn soms moeilyk te red den uit brandende gebouwen. Bij het zien der vlammen blijven de dieren als versuft staan en soms loopen ze het gevaar te gemoet. Men neme een natten zak, een deken of een jas en die smijt men over den kop van het paard. Ook heeft rpen soms baat gevonden met het tuig op te leggen. ZEMELEN EN KOEKEN. DE BRUSSELSCHE KAAS. Om in den tomatenteelt te gelukken moet men niet te vroeg planten. Men zal wachten tot in de tweede helft der maand Mei en dan planten bezigen die 30 tot 40 centimeter groot zijn. Op die wijze zullen de tomaten beschikken over ongeveer 75 dagen welke hunnen groei kunnen begunstigen. Dat is vol doende. Slechts te beginnen met 15 Augustus mag men de groote bladeren gaan ver wijderen. DE VOEDING DER KIEKENS. DE EIEREN. riaaa»; ^^favi. jggyigg^** val enz.) Wanneer dan het raygrass spoe dig begint uit te komen, is de landbou wer reeds zeker dat de verkooper hem eerlijk bediend heeft. Twee jaren later echter is het raygrass verdwenen, het onkruid heeft de plaats van het raygrass ingenomen, doch hij denkt er dan niet meer aan den zaadhandelaar van dien toestand te beschuldigingen. Moest hij hem daarover aanspreken, dan zou hi] voor antwoord krijgen dat de slechte toe bereiding van den grond, het tijdstip der zaaiïng, het ongunstig weder, enz. daar van de oorzaken zijn In zulk toebereid zaadmengsel vond M. Hebler Kaf 4.5 Onkruidzaden 40.4 Zaden van slechte kwaliteit 24.1 Goede zaden 27.4 Wij zullen overigens doen opmerken, dat geen enkel handelaar voorafgaande lijk de mengsels kan' klaar maken. De variëteiten wier zaden men moet bezigen, moeten verschillen volgens verschillende omstandigheden. Een grasland, dat afge maaid wordt, moet met andere zaden bezaaid worden dan een weiland. 't Zal ook nuttig zijn te onderzoeken welke grasplanten in nabij gelegen beem den voorkomen dit is niet zelden een goed richtsnoer. Sommige handboeken geven mengsels op van een zeer groot getal zaadsoorten, men moet zich daarmede niet al te veel bekommeren, zegt M. De Caluwe, de eenvoudigste mengsels zijn de beste. G. Van der Weiden (Verboden nadruk). ïn een onzer laatste artikelen bespra ken wij de zemelen als voeder voor de huisdieren en wij voegden er bij, om te eindigen, dat de zemelen met matigheid moeten gebruikt worden en ook de ander krachtvoeders niet mogen vergeten blij ven. Deze laatste hebben dan nog zeer dikwijls het voordeel van beterkoop te zijn dan dezemeien. De landbouwer bemerkt niet altijd dit verschil van prijs, omdat hij de prijzen per 100 kg. vergelijkt, zonder rekening te houden met de voedende bestanddee- len, die in de verschillende voederstof- fen voorkomen. Wij gaan hier aantoo- nen, dat de zemelen in schijn dikwijls zeer goedkoop zijn, doch in werkelijk heid niet zelden duurder kosten dan de andere krachtvoedermiddelen De aan koop van zemelen kan in sommige geval len onredelijk zijn, omdat deze aankoop den landbouwer zou kunnen beletten winsten te doen. Wanneer men te kiezen heeft tusschen zemelen aan 13.50 f. aardnootkoek aan 21.50 fr. sesaarnkoek aan 20 fr. soja- koek aan 20 fr.; katoenkoek aan 18.50 f,; heulzaadkoek aan 17.25 fr. en katoen- meel aan 20.50 fr. de 100 kg. dan schijnt het dat de voorkeur zonder twijfel moet gaan tot de zemelen, vermits tusschen den prijs der zemelen en den laagsten prijs der andere voedermiddelen er nog een verschil bestaat van 3.7f> fr. per 100 kg. ten gunste van de zemelen. Het zou eene grove dwaling zijn aldus te redeneeren en daarvan kan men zich overtuigen door eene berekening van prijs te maken, gesteu d ofwel op de voedingseenheid, ofwel op de waarde der eenheid eiwit-vet. Men weet dat de factuur der voeder- stoffen een gewaarborgd gehalte aan eiwit en vet moet aanduiden.'t Is op deze cijfers dat de verhandeling der voeder middelen berust. Zeggen wij echter in 't voorbijgaan dat deze cijfers geene juiste aandui ding zijn voor de voedingswaarde van het product. Zij kunnen evenwel dienen tot de berekening welke wij mos ten maken om te onderzoeken, welke voedingsstof het voordeeligste is. Zieh; r de lijst der bovengenoemde voedermiddelen met aanduiding van prijs en inhoud. Prijs Gemidd. gehalte Prijs per 100 kg. vet en eiwit te eenheid zamen vet en eiwit Zemelen 13.50 15 0.90 Aardnootkoek 21.50 56 0.38 Sesaarnkoek 20.00 49 0.40 Sojakoek 20.00 48 0.42 Katoenkoek 18.50 46 0.40 Heulzaadkoek 17.25 39 0.44 Katoenmeelk. 20.50 55 0.37 In deze tabel, waar vet en eiwit voor alle voedermiddelen tegen denzelfden prijs wordt berekend, ziet men reeds dat de eenheid vet-eiwit in de zemelen te duur komt te staan. In de kokoskoeken, tegen 20 fr. kost de eenheid vet+eiwitstof (28) tegenwoor dig 0.70 fr. en in de palmkoeken 0.84 fr. Men zou het onderzoek nog verder kunnen doordrijven en berekenen hoeveel van de andere voedermiddelen noodig zijn, zich steunende op het gehalte aan eiwit en vet, om 100 kg. zemelen te ver- zangen. Zoo zou men tot de volgende uitslagen komen Winst op 100 kg. zemelen Zemelen 100 kg. 13.50 Aardnootkoek 26.8 5.76 7.74 Sesaarnkoek 30.6 6.12 7.38 Sojakoek 31.3 6.26 7,24 Katoenkoek 32.6 6.03 7,47 Heulzaadkoek 38.5 6.64 6.86 Katoenmeeikoek 27.3 5.60 7.90 Door deze voorbeelden ziet men welke winst de landbouwer kan maken met 100 ig. zemelen te vervangen door de over eenstemmende hoeveelheid van een ander krachtvoeder. Die winst is niet te versmaden. F. PlRARD Landbouw-Ingenieur (Verboden nadruk) Door twee verschillende natuurkun digen werd de zang des nachtegaals als volgt beschreven. 1°) Higai gai gai gai gai gai gai gai gai gai, guaigai, guaigai, coricor, dzio izio dzio pi, Heze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze cowar bodzehoï, zo zo zo zo zo zo zo zirrrhading 2°) Tiuu, tiuu, tiuu, tiuu spi tiuu zquatiö tiö tiö tiö tió tiö tix qutio qutio qutio qutio zquo zquo zquo zquo tzu tzu tzu tzu tzu tzu tzu tzu tzi quorror tiu zqua pipiquisi pipiquisi zo zo zo zo zo zo zo zo zo zo zo zo zo ze ze ze ze ze ze ze ze zirrrhading Dat de liefhebbers nu maar begin nen na te bootsen, doch ik twijfel er aan of hun gezang welluidende too- nen van den nachtegaal zullen evena ren. De Brusselsche kaas, aldaar hetteheis, verbastering van hardt kaas, in tegenstel ling met platte kaas, geheeten, is daarom toch geen harde kaas, zij wordt vooral in Brabant gemaakt en is daar de volkskaas, gekend vóórhaar sterken smaak en eigen- aardigen geur. Tegenwoordig wordt die kaas uit min of meer afgeroomde melk vervaardigd. MM. Marcas en Huyge hebben over die kaas eene zeer belangrijke scheikun dige en microben studie gegeven in het Jaarboek van het Staatsgesticht te Gem- bloers. Wie daarover wil ingelicht zijn moet die studie raadplegen, hier géven wij enkellijk eenige bijzonderheden over de toebereiding van die kaas. De afgeroomde en gestremde melk welke daartoe gebruikt wordt is meestal afkom stig uit de melkerijen van de Nooider- Fransche departementen, wordt verzon den in korven, die bij het vertrek 50 kg. inhouden. Dit gewicht verminderd voort durend alsook defrischheid van de geron nen melk. Men zout met ongeveer 101. h. doch dewijl het zout min of meer vochtig wordt gebruikt, bereikt het zoutgehalte, volgens MM. Marcas en Huyge, toch niet mear dan 7 t.h. Opdat de geronnen melk goed in den vorm zou gaan moet ze een malsch en zalfachtig deeg vormen. Is dit deeg te droog, dan is de vorming niet gemakke lijk en dan droogt de kaas onregelmatig is het deeg te vochtig dan ook gaat het vormen niet goed en moet het overtollige vocht uitgeperst worden. Het deeg wordt in blikken vormen gedaan, welke 18 centimeter doorsnede en 6 centimeter hoogte hebben daarin is 1500 gram deeg bevat. Onmiddellijk na de vorming wordt het deeg uit den vorm gedaan en op eene wat schuinsliggende droogplank gelegd. Daarbij gaat er onge veer 20 t.h. van het serum verloren. De kazen worden daarna in open lucht gedroogd in een lokaal waarvan de de muren uit latwerk gevormd zijn. De verluchting wordt geregeld en de zonne stralen verwijderd gehouden door daartoe aangebrachte schutsels. In het droog- lokaal verliest de kaas wederom een gedeelte serum, dat nagenoeg 400 gram bedraagt. Zoodra de kazen droog genoeg zijn, worden ze in magazijn gebracht tot op het oogenblik dat ze worden te rijpen gezet. Dit rijpen gebeurt meestal In den winter, naarmate dat men dan dé kazen noodig heeft. In den zomer wordt deze kaas minder verbruikt. Het rijpen geschiedt in den kelder. De kazen worden zorgvuldig afgekrabt en daarna neergelegd op eene plank, voor zien van roggestroo. Het gedroogde kaasdeeg wordt van water voorzien, door hetzelve gedurende eenige oogenblikken in koud water te dompelen. Deze bewerking heeft eiken dag plaats en daarna worden telkens de kazen omgekeerd neergelegd. Naarmate het water binnendringt ont staat de gisting, de kaas wordt grijsachtig geel en krijgt een vetachtig uiterlijke. Van dan af wordt de kaas niet meer in 't water gedompeld en de rijping gaat lang zaam voort. Om volledig te rijpen zijn er ongeveer 7 maanden noodig, doch zoo lang wacht men niet, om de kazen in den handel te brengen Volledig rijpe kaas heeft het voor komen van een vuil witten koek, een weinig geelachtig, met kloven in alle richtingen en daarover eene kleverige vette vloeistof. De geur is sterk, onaan genaam en geheel eigenaardig. Op de doorsnede' ziet men de buitenste laag min of meer doorschijnend, terwijl het midden wit en harder is gebleven. Deze midden kern vermindert naarmate het rijpen vordert en wanneer de kaas geheel rijp is wordt de gansche massa doorschijnend. Op dat oogenblik is de buitenste korst geheel vloeibaar geworden en dan is voor de liefhebbers het toppunt bereikt. Zooals de heeren Marcas en Huyge het doen opmerken, deze primitieve behan delingen zijn voor verbetering vatbaar, waardoor het product dan ook wel wat meer waarde zou verkrijgen. The Dairyman (Verboden nadruk) De kiekens van Maart-April zijn de voordeeligste ze zullen nog hetzelfde jaar vóór den Winter leggen, en de mest- kiekens zullen op een gunstig oogenblik tegen hoogen prijs kunnen verkocht wor den. Evenals het broeden, kan ook het opvoeden natuurlijk of kunstmatig gechieden, zooals wij het reeds hebben geschreven, 'tis goed bij het natuurlijk opvoeden de kasten t? gebruiken, welke toelaten de kiekens hun voeder te geven zonder dat de moederhen hetzelve kan verslinden. De voeding moet goedverzorgd wor den, daarvan hangt de groei af en de snelle ontwikkeling der vogelen. Ook de reinheid en de gezondheidsleer mogen niet uit het oog verloren worden. Als voedsel geeft men meestal vanaf den tweeden dag eene pastei, gevormd uit aardappelen, maïsmeel, zemelen en groenten. Alle twee dagen voegt men daarbij een weinig vleeschmeel en voeder phosphaat. Deze pastei geeft men totdat de kiekens den ouderdom van 6 weken bereikt heb ben. De grootste reinheid moet daarbij in acht genomen worden, wil men niet al spoedig de verschrikkelijke afgang zien verschijnen, waardoor talrijke kie kens het leven verliezen. Eiken dag moeten de drink-en eetbak- jes gezuiverd worden, opdat het voeder er niet zuur in worde of beschimmele. Het toedienen van pastei vraagt dus veel tijd en veel zorg. [n Engeland wordt de pastei vervangen door een graanmeng- sel, dat volgens M. Raquet als volgt is samengesteld Voor 100 kg. van dat mengsel neemt men Mais 18.5 kg. Gepelde erwten 3 kg. Tarwe 19 kg. Gepelde haver 4 kg. Rijst 6.5 kg. Beschuit (van 't leger) 5 kg. Vette steenkool 0.5 kg. Silex 17.5 kg. Boekweit 4 kg. Schelpen 2 kg. Hennepzaad 3.5 kg. Vlaszaad 6 kg. Gepelde linzen 3.5 kg. Sorgho 2 kg. Dari 5 kg. Bij uitzondering van den boekweit, het hennepzaad, het vlaszaad en de sorgho, worden de zaden voorafgaande lijk gedroogd en daarna verbrijzeld zoo dat het mengsel gevormd is uit stuk jes niet dikker dan hennepzaad. De schel pen, bij voorbeeld de oesterschelpen moeten gewasschen, gedroogd en daarna fijn verbrijzeld worden. Het meel dat men door het ziften der granen verkrijgt, wordt gebruikt om pastei te maken, welke slechts zal toegediend worden van af de 4' of 5e week in afwisseling met de gra nen. Van dien tijd af zal men pastei toedie nen 's morgens en 's middags, en het droge mengsel te 10 en te 4 uren. Avicola. (Verboden nadruk). Het ei vormt een voedsel van eersten rang, van wiens voedende waarde en krachtgevende eigenschappen iedereen volledig overtuigd is. In de voeding van den mensch bekleedt het ei eene voor name plaats door zijn hoog gehalte aan stikstofhoudende bestanddeelen, vetstof fen en phosphor. Het gehalte aan deze stoffen verschilt volgens dat men het wit of het geel van het ei beoogtin het wit heeft men gemiddeld 86 t.h. water, 13 t.h. eiwit, 0.3 t.h. vet. 0.6 t.h. minerale stof fen in het geel 51 t.h. water, 16 t.h. stik- stofbestanddeelen, 32 t. h. vet en 1 t. h. minerale stoffen. Twee gewone eieren, van hunne schaal beroofd, wegen ongeveer 100 gram. Twintig eieren hebben nagenoeg dezelfde voedingswaarde als een kil. vleesch. Wat de kleur van het geel betreft deze js zeer verschillend en vele verbruikers beelden zich in dat de bleekkleurige dooiers niet zoo voedzaam zijn als de donkerkleurige. Daarvan is ons tot heden het bewijs niet geleverd geworden en men wacht nog op proeven desaangaande. Het wereldverbruik aan eieren is ont zaggelijk, want ze worden niet alleen gebezigd tot de voeding van den mensch, ze leveren ook nog de eiwitstof, die men in verschillende nijverheden noodig heeft. De handel in eieren moet jaarlijks ver scheidene millioenen frank bedragen en het gewicht der verhandelde eieren moet ook vele millioenen kilogram wegen. Tusschen de landen die eieren uitvoe ren komt Rusland op de eerste plaats. In 1903 leverde dit land aan Engeland, Dultschland, Denemarken, Holland, Belgie en Frankrijk 2.229 millioen dozij nen eieren. In 1904, 2,768 millioen dozij nen. Ook ontvangt Engeland veel eieren uit Egypte in 1911 heeft Egypte 83 608.000 eieren uitgeleverd, waarvan 74 millioen naar Engeland, welk land elk jaar voor 135 tot 150 millioen frank eieren noodig heeft. Frankrijk heeft ingevoerd in 1902twin tig millioen, 204 duizend, 200 kg. eieren; in 1903 19 millioen, 364 duizend, 800 kg. waarvan 82 tot 90 t.h. uit Rusland. In 1911 zond Egypte 3.037.000 eieren naar Frankrijk. Rumenië, Italië, China en Japan voe ren ook veel eieren uit. De eierhandel tusschen Belgie en de andere landen is ook zeer belangrijk. Wij kennen de juiste cijfers der laatste jaren niet, doch men schat den jaarlijkschen invoer op ongeveer 150 millioen stuks, terwijl de uitvoer slechts de helft van dit getal bedraagt. Het grootste bezwaar in den handel is gelegen in de breekbaarheid. Men heeft naar veel middelen gezocht om hierin te voorzien. Voor lange reizen neemt men toevlucht tot een radikaal middel de eieren wor den gebroken en het geel en het wit van elkander afgezonderd. Dit stelsel wordt vooral toegepast in China en Japan. De eieren, die in het binnenland verzameld worden om naar de havens overgebracht te worden gaan in groote bussen. Eerst worden ze gespiegeld, gewas schen en daarna de schaal gebroken, het wit wordt gescheiden van het geel en dit laatste in eene bus gebracht met 12 t. h. zout of 2 t. h. boorzuur. In dit laatste geval dient het geel nog enkel voor de behandeling van handschoenleder en andere nijverheden. Soms wordt het geel ook gedroogd en daarna tot poeder gemalen. Het wit wordt altijd gedroogd en vormt het handelseiwit dat vooral gebruikt wordt bij het vervaard'gen van spijzen, vooral van beschuit. Ook voor het klaren van wijn wordt dit eiwit gebezigd. In China heeft de nijverheid, eiken dag, gemiddeld 3400 dozijnen tieren noodig. In 1911, verwerkte men te Vladi vostok meer dan 820 duizend dozijnen eieren om eierpoeder te maken. Dit pro duct wordt zeer vervlascht in zooverre dat men van dat eierpoeder tegenkomt, waar in geen enkel ei aanwezig is, alleenlijk bestaande uit eene of andere eiwitachtige stof, kaasstof en een kleursel. Men kan niet altijd de eieren stuk maken om ze te bewaren, de verbruiker wil ze in hun gehtel, per stuk, aankoo- pen. Daar er nu tijdstippen des jaars zijn, waarop de hennen niet veel leggen, ziet men zich verplicht naar middelen te zoeken om de eieren eenigen tijd te bewa ren. Het versch ei is smetvrij en het bederf ontstaat slecht door verlies van vocht en door het binnendringen van sommige bacteriën in hei ei. De bewaring steunt dus op het tegen werken van vochtverlies, het beschermen tegen de microben, het toetreden van de lucht. Dit drievoudig doel wordt bereikt door het bevriezen der eieren op kunstmatige wijze, ofwel door het bekleeden der schaal met een gepast afzonderingsmiddel. Tal rijke proeven zijn reeds genomen gewor den en het beste middel tot hiertoe gevonden schijnt wel het kalkwater, of beter het kalksuikerwater, bevattende per liter water 100 gram kalk en 10 gram suiker. De eieren worden daar 14 dagen ingele'gd en daarna afgedroogd en in zemelen te bewaren gelegd. De goede bewaring is van groot belang voor den handelwant slecht bewaarde eieren woiden geenszins verkocht ten minste niet in onze streken, maar uit de verslagen der consuls blijkt dat sommige lekkerbekken in China veel smaak vinden in eieren als volgt te bewaren gelegd Verschillende lagen van hennen-, eenden en ganzeneieren worden op elkander gelegd, daartusschen gebluschte kalk en geurige gewassen. Na eenige maanden wordt het geel der eieren vloeibaar, het wit stremt en het geheel krijgt eene groene kleur zulke eieren noemt men dan honderdjarige eieren ».Voor de lietheb- bers gaat hun zeekreeftachtige smaak alles te boven, doch wij staan hun gaarne het deel af, dat ons aan tafel zou toeko men F. de Vineski (Verboden nadrukt

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 8