Bijvoegsel aan HET YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 26 Juli 1913
Bi] 't naderen van 'i verlof
TRIMARD'S
Heel lal negSCHOOI Kunsten
fPEa&MHOIDISSEIDEin
Rond de Wereld - Naar Holland
■HIJ
w
VOOR DE UITWIJKELINGEN
Over 100 jaar!
YPER
-ƒƒƒ/
POPERINGHE
SE-J r.
Het Ypersche Volk
De verlofdagen, zijn aanstaande. Mogelijks
sullen veel ouders met hunne hinders de Gent-
sche tentoonstelling gaan bezoeken. Alle chris-
tene ouders die bezorgd zijn met de toekomst
en het zedelijk welzijn van hunne hinders
zullen weldoen de twee volgende artikels te
lezen en indachtig te zijn.
HERDERLIJKE BRIEF
van Z. Em. den Kardinaal-Aartsbisschop van
Mechelen en van Hunne Hoogw. de Bisschop
pen van België.
AAN DE GEESTELIJKEN EN DE GELOOV1GEN
Zeer Beminde Broeders,
Het naderen der vakantie trekt opnieuw onze
aandacht op het groot werk var. de christene
opvoeding der jeugd, werk dat, van den kant
der ouders bijzonderli.k, zooveel waakzaam
heid en zooveel bezorgdheid vereischt.
Vaders en Moeders, wij smeeken er u om,
bewaakt de uitspanningen welke gij aan uwe
kinderen geeft of toelaat. Let op dat de dorst
naar vermaak, die op onze dagen met zulke
koortsige hevigheid heerscht, degenen welke
gij voor zending hebt tot God te geleiden, niet
naar hun verderf slepe.
Om de kinderen en jonge lieden tegen zede
lijk bederf te behoeden, kan niets de vrede en
de innigheid van den huiselijken kring vervan
gen. Om de lichaamelijke krachten te herstellen,
is er niets beter dan het kalme en eenvoudige
leven op de buitenniets verrijkt de inbeelding
en bevredigt de ziel zoo zeer als de omgeving
der natuur. Ook zoudengwij niet onvoorwaar
delijk willen aanmoedigen dien zucht naar het
reizen welken het hedendaagsch leven in al de
klassen der maatschappij opwekt.
Zeker, reizen is leerrijk, maar alleen op den
ouderdom op welken de reiziger bekwaam is
de dingen op te merken en te vergelijken. Het
verblijf in de groote steden ontzenuwt en kan
eveD schadelijk zijn voor de zedelijkheid als
voor de gezondheid uwer geliefde kinderen.
Ook indien gij het wijs en nuttig vindt aan de
jongelieden tot verstrooiing eene reis te laten
doen, of ze te laten uitrusten aan de boorden
der zee of in de bergen, weest dubbel waak
zaam om van hen te verwijderen alles wat
hunne onschuld zou kunnen in gevaar brengen.
Door de ontmoetingen welke zij veroorzaken en
de innige betrekkingen welke zij doen ontstaan,
zijn de reizen immer gevaarlijk voor de jeugd.
En deze heeft niet min te vreezen van de ver
makelijkheden, de feesten, de overdrevene vrij
heden der mode, welke dikwijls het verblijven
in de wereldsteden en de badplaatsen zoo ver
derfelijk maken.
De groote aantrekkelijkheid op onze dagen,
deze wier invloed het meest te duchten is voor
de ziel uwer kinderen, is de cinema. Wie zal
zeggen hoeveel kwaads hij reeds gesticht heeft
in de steden en zelfs op den buiten In ver
scheidene landen hebben de openbare besturen
er maatregelen tegen genomen, en het zal u
dus niet verwonderen indien wij u herinneren
dat het uwe plicht is uwe kinderen te verwij
deren van de losbandige en driflopwekkende
vertooniögen welke de cinema maar al te dik
wijls aan de gevaarlijke nieuwsgierigheid van
het volk aanbiedt.
Velen onder u zullen dit jaar hunne kinderen
raedenemen naar de Tentoonstelling van Gent
Deze is eene schoone en grootsche onderneming,
en wij kunnen niet anders dan ons vei heugen
over de nieuwe uitbreiding w'elke zij geroepen
is te bezorgen aan onze national nijverheid.
Het is des te meer te betreuren dat er daar,
op verscheidene plaatsen, uitstallingen gevon
den worden welke de eerbaaiheid kwetsen.
Ook heeft Monseigneur de Bisschop van Gent
reeds aan zijne geestelijkheid het gevaar doen
opmerken waaraan zouden blootgesteld zijn de
bezoekers die zich zonder behoedzaam onder
scheid in de Tentoonstelling wagen.
Wij voegen onze stem bij deze van onzen
eerbiedwaardigen collega om aan de priesters
en de geloovigen van onze bisdommen de wet
der zedigheid te herinneren.
De priesters, de bestuurders en bestuursters
van opvoedingsgestichten, de christene ouders
zullen, namelijk, niet bezoeken of niet laten
bezoeken door hunne leerlingen en hunne kin
deren, het paleis der Schoone Kunsten, het
salontje der transche humoristen verschei
dene afdeelingen der boeken- en gravuren-
tentoonstelling, de belgische zaal der gebouwen
versiering, talrijke uitstallingen van belgisch en
fransch naaiwerk, de zichtkassen die langs
heen de wegen staan en verscheidene vermake
lijkheden welke onbetamelijk zijn.
De Katholieke Kring van Gent stelt zich ter
beschikking om juiste inlichtingen te verschaf
fen nopens den weg welken de voorzichtigheid
aan de bezoekers der Tentoonstelling voor
schrijft.
Ontvangt, Z. B. B., de verzekering onzer
vaderlijke verkleefdheid.
Deze herderlijke Brief zal afgelezen worden
in alle kerken en kapellen van het bisdom den
Zondag 20 Juli 1Ö13.
f DESIDERATUS JOSEPHUS, Kardinaal
Mercier, Aartsbisschop van Mechelen.
t ANTONIUS, Bisschop van Gent.
t GUSTAAF JOSEPH, Bisschop v. Brugge,
t CAROLUS GUSTAAF, Bisschop van Door
nik.
t THOMAS LUDOVICUS, Bisschop van
Namen.
t MARTINUS HUBERTUS, Bisschop van
Luik.
MENGELWERK N° 34
VII.
DE VLUCHT
•1 Vervolf 'ja
Van heel dat perlig, vlijtig, levenslustig
mannetje, schoot er niets over dan een echte
vod, een armzalig, slunsachtig druipertje.
't werk was zijn beste geneesmiddel en
de afleider van zijn droefheid doch gelukkig
dat hij geerne wrocht, want de boer had het
op hem gezien en tierde geheele dagen achter
zijn rug Hard! 1 Poule mouillée
't Was uit met tegenpruttelen, hij was
overmand en overkraaid en hij zweeg en
leed.
Hij zweeg, maar God weet, hoe lastig het
hem was l
Overal in Frankrijk waar hij toeviel, was
hij bekurried, bekloesterd en vorengetrokken
geweest, en hier was hij nu de zakkendrager
en het moorschpeerd.
Bij dage verroerde geen vin op zijn wezen,
maar 's avonds, toen hij alleen was, knielde
offerde zijn lijden op tot uitboeting en ween
de slag-om-slinger, xoor het aanschijn yan
Deze week hebben de liberale en socialistische
gazetten hun neus opgestoken omdat onze HH.
Bisschoppen alle christenen vermanen met
voorzichtigheid de Gentsche tentoonstelling te
bezoeken.
Als antwoord aan die goddelooze bladen is
het genoeg het artikel mede te deelen van Hoog
leeraar de Ceuleneer over de Schoone
Kunsten te Gent en waarin de geleerde criticus
terecht uitvalt tegen de zedenschendende weer-
delooze schilderstukken te Gent tentoongesteld
en vraagt dat alwie 't wel meenen de fransche
en belgische Salons des Beaux - Arts
zouden minachtend voorbij gaan.
Tal van bezoekers, niet schuchter hoege
naamd en eraan gewoon alles te bezichti
gen wat men in onze Salons, sedert eenigen
tijd, te zien geeft, verlaten met walg dit
paleis dat men, biltere scherts paleis van
schoone kunsten noemt, en dat meer dan
een niet aarzelt het paleis der gruwelen,
minstens het paleis der onwaardigheden te
noemen.
Welke kunst, welke kunst l Nooit heeft
men in een Belgisch Salon zoo weinig op-
merkensweerdige werken voortgebracht, 't Is
een waar verval. Noch vindiDg, noch schik
king van studie geen spoor. De meeste
onderwerpen verraden weergalooze banali
teit, onbeduidendheid, ja, zijn plat in en
hoogsten graad.
Onder technisch oogpunt, noch teek ning,
noch koloriet, een opstrijken van verwen,
ziedaar alles. Ea het is met dergelijke voort
brengselen dat men de kunstopvoeding van
het volk moet maken, dat men zijn schoon
heidsgevoel moet ontwikkelen
En onder zedelijk oogpunt, wat ineenstor
ting l Wat al naaktheden Er zijn zalen,
waar men om zeggens niets anders ontwaart.
Die schilders laat ons hen geen kunste
naars noemen, want zij verlagen de kunst
schilderen naaktheden om het plezier van ze
te schilderen, zonder zich af te vragen of
het onderwerp nut bijbreDgt, al cf niet.
Men ontkleedt zich om een bad te nemen,
niet om in 't gras te gaan zitten of in fruit te
bijten, 't Is de omgekeerde natuur. Doch
deze manier van schilderen bevalt aan die
krabbers, 't vermaakt hen, en meer dan eens
is het een bewijs van machteloosheid want
dikwijls is het gemakkelijker een naakt
lichaam te schilderen, dan het wel te dra-
peeren.
In de beeldhouwkunst is het onontbeer
lijk maar in de schilderkunst is het ook
waar. En daarbij, welke naaktheden biedt
men ons aan De aldus voorgestelde vrou
wen zijn meestendeels leelijk om 'nen neger
op de vlucht te drijven. Alle anatomische
studie ontbreekt, even goed als alle gevoels
uitdrukking. Het koloriet is rose, blauw,
geel, wit, grijs, ja groenachtig, en 'tis zelfs
die kleur welke de laatste manier uitmaakt.
De tot ons overgekomen werken van het
heidendom schijnen kuisch in vergelijking
met de tegenwoordige losbandigheid, die
niet eens meer een schijn van rechtveerdig-
heid kan krijgen door het voorwendsel dat
men kunstwei k levert.
Daar zij a er zeker 30 en zelfs meer, die
men naar den kelder moest verbannen, want
alleen de duisternis past hen. Als de regle
menten het niet verbieden, danj[moeten de
ouders met hunne kinderen uit de Salons
wegblyven, zooals velen reels gedaan heb
ben.
En zelfs, om getuigenis af te leggen van
zijn afkeer voor die kroeten, is nog 't beste
middel het boycotteeren van 't Salon, zoo
veel men kan. 't Is de eenige belooniDg, die
deze verloopen schilders verdienen, want ik
hoop wel dat nog de regeeriig, noch de stad
ons geld zullen aanwenden om wei ken te
koopen die niet het minste*waarde bezitten.
Talrijke bezoekers deelen mijne zienswij
ze, doch bepalen er zich bij het te zeggen
ik zeg en ik schrijf het want na/30 jaar lang
de geschiedenis der kunst gedoceerd te heb
ben in de hoogeschool van Luik en Gent,
houd ik er nog aan in mijne rust de stem te
verheffen om de huidige antiartistieke strek
kingen van den dag te brandmerken en'om
de heilige belangen der kunst te verdedigen.
Daar zijn twee soorten van uitwijkelingen.
De eerste die het vaderland verlatenf^voor
goed of ten minste voor een langen onbe-
paalden tijd deze hopen eens weer te xkee
ren met een beurze geld, gene betrouwen op
een beter lotsbestaan in vreemde landen. De
tweede soorten uitwijkelingen zijn deze die
gaan werken in den vreemde op 't land, in
de steenovens, in de mijnen.
De eerstesoorte uitwijkelingen gaan meest
naar Canada of naar de Vereemgde Staten
van Amerika.
Wij hebben het reeds geschreven naar
Canada gaan is over 't algemeen naar het
den Heer. Vóór Hem schaamde de arme
jongen hem niet, en in de bitterheid zijner
ziele kloeg hij'Heere God "toch hoe
zal ik uit deze ellende geraken
Welhaast overviel hem alle dagen de be
koring om uit die hel weg te vluchten
maar een stomme, zotte vrees hield hem
tegen en hiji durfde het zelfs niet wagen,
een enkel briefje naar huis te zenden of
naar zijn gewezen boer, uit vrees dat het
geschrift mocht misvallen en in vijandelijke
handen geraken zoo erg had de schrik
hem onttudderd en ontredderd.
En zoo, met afwisseling van alle slach van
werk, zou Bamis gaan opdagen, met heur
vuile smoorlappen en donkere dagen. Hoe
meer de zon achterbleef, hoe bitterder Re-
mi zijn ontegenwerkelijk verlangen voelde
naar het vaderland, naar het Puidenest,
naar huis. j j
't Was hem al eender geworden, wat hij
at of dronk, wat 'hij1 hoorde of zag, wat
hiji deed of iiiet 'deed hij was ziek, zoo
aardig ziek, naar lichaam en geest, ja, hiji was
onvefdragelijk ziek hij had de landziekte.
's Zondags wandelde hij1, mensch-alleen
door de stukken, tot in den diepen slag,
die naar Mansion's verste land liep en daar
bleef hij1 zitten en droomen, urens gedurens.
Daar zat hij langs den slag, met al weder
kanten van hem den hoogen talui, met ap
pelaars en half-rotte kerselaars 'bezetdaar
beeldde hij hem in, op het land le zitten
ongeluk gaan naar de Vereenigde Staten
insgelijks ten ware men naar dit laatste land
vertrekt, geholpen, hier door Sint|Raphaëls
genootschap, daar door den Priesterbond.
Maar waarom werk en welstand gaan zoe
ken Daar vreemde landen alswanneer het
mogelijk is in eigen land eene streek te vin
den waar hetgeen men zoekt en verlangt te
vinden is
De tweede soort uitwijkelingen gaan meest
naar't naburige Frankrijk of ook, eenigen
te minsten, naar 't groothertogdom Luxem
burg. Daar gaan ze den Oogst doen, steenen
bakken, kolen uitgraven te Lens, Billy-
Montigny, Dourges, Noumlée, enz. enz.
Maar, nog eens, waarom werk gaan zoe
ken in den vreemde alswanneer men er
vinden kan in eigen vlaamsche land.
Waar is dan die streek in 't vlaamsch
Vaderland te vinden Waar?... in Lim
burg.
Ja 1 in Limburg zal er, binnen kort, werk
zijn en heerlijk broodgewin en treffelijk
broodgewin in Limburg
De lezers van Het Ypersche Volk kennen
E. H. Denys van RoesBelaere, den pastor
der Franschmans Welnu 'tis hij zelf
die een oproep doet om onze uitwijkelingen
naar Limburg te richten.
In Maart 11. is hij daar geweest. Aldaar
onder geleidde van M. Verwylghen, een
westvlaming, ingenieur-koolmijn bouwer aan
het hoofd van de vergunning André Dumont,
heeft Pastor Denys dat gewest bezocht, 't Is
daar dat de mijnbouwwerken sedert jaren
aangelegd, snelst vooruitgaan onder al de
mijnbouwwerken van ons Kempisch kool
bekken.
Daar boort men, altijd boren, en weldra
zal men de kolenlagen aantreffen. Wegen en
straten worden aangelegd, spoorwegen ge
bouwd, waterleidingen gemaakt, enz., enz.
Werkmanshuizen op werkmanshuizen zijn
reeds gebouwd of zijn in opbouw in een
voorloopige kerk wordt er dienst godaan
scholen voor knechtjes en meisjes zijn als bij
tooverslag uit den grond gerezen en worden
bestuurd door broeders en door zusters. Een
ijverige pastor staat aan 't hoofd van de nieu
we parochie. Maatschappelijke werken wor
den aangevat, werkmanskringen ingericht,
alle slag van nuttige instellingen worden
ontworpen met een woord te Genck-Waler-
schrei, bij Hasselt, ontstaat een bedrijvig
geweste, waar de werkman, die daar woon
vast is, een treffelijk bestaan kan en mag
tegemoet zien.
Wel dan, Belgische Vlaamsche uitwijke
lingen, waarom voort naar Canada of Ver-
eenigde-Staten verhuizenwaarom naar
Frankrijk gaan werken.
Uwe plaats is in België, in eene Vlaam
sche streek, in Limburg.
Zult gij Belgisch Limburg laten overrom
pelen door vreemdelingenDuitschers,
Polakken, Franschen
Zult gij, Vlamingen, de beste brok ken laten
voor de Walen?... Zij zijn voor u bestemd,
gaat en neemt ze 1
Te Lens en elders moogt ge gaan den
bakwagen sleureD, terwijl in Belgisch Lim
burg het u gegeven is een nieuwen stiel van
kolenkapper, een winstgevenden stiel, een
stiel dien de Franschen aan de Vlamingen
nooit hebben willen leeren in de Fransche
kool putten.
Gaat dan, naar Limburg, om in eigen Va
derland het brood te zoeken, het goeie
brood met de vette knorre boter, die u, in
uwei^en Vlaamsche koolbekken, zal beloo-
nen voor taaie vlijt en neerstigheid. Het is
PaBtor Denys die den oproep doet Lim
burg moet ons toebehooren, en we roepen
tot Duitschers, Polakken en Walen achter
uit, ons behoort Limburg, onze Vlaamsche
koolbekken aan ons Vlaamsche Volk I
Het is eene geschiedenis die maar weinig
meer gekend is, deze der seminaristen van
Wezel.
Het is nu ioo jaar geleden Napoleon I
was keizer van Frankrijk men weet genoeg
dat hij niet dulde dat iemand hem weder
stond.
De toenmalige bisschop van Gent, Mgr de
Broglie, hoewel Franschman, had in 1811
in een concilie te Parijs, tegen de gedachten
van den keizer gehandeld hij werd te Vin-
cennes gevangen gezet en Napoleon benoem
de, op eigen hand, eenen nieuwen bisschop
te Gent't was dus geen wettigen bisschop,
dien de Paus alleen kon aanstellen.
Toen deze zich aan de seminaristen van
Gent voorstelde,weigerden allen als één man
ze waren met ongeveer 200 hem te ge
hoorzamen. Napoleon, in woede ontstoken,
gebood dat men ze in de vesting van Wesel,
op de Rijn in Duitschland, zou opsluiten.
Ze moesten er te voet naartoe, ongeveer 40
uren ver. Verscheidene zijn ginder, ten ge
volge van vermoeinissen en slechte gezond-
heidsvoorwaarde 1, overleden.
van den eigenaar te Stroombeke, waar hiji
zooveel op gemoorscht en gekerpent had.
Die neerschietende slag waar hij nu zat, ge
leek zoo wel op de diepe dreef, die ginder,
al tien zuidkant van 't Puidenest, naar den
boers mcerschen leidde en hij liet dei be
goocheling zoo zalig in hem werken... Heel
de streek rees voor zijne oogen, heel de
omtrek van 't Puidenest huizen en hoornen,
landen en mcerschen, menschen en beesten...
Ja, vooral menschen hij zag ze, en ze ston
den voor hem en nevens hem, en hij sprak
ermee, en was thuis in Vlaanderen, te Stroom
beke en hij was dronken van geluk, dronken
'van zaligheid, in dat aardsch paradijs.
Maar dan viel weerom die vroege advond-
kilte en zware October-donkerle en, ontwa
kend, stond hij op, en trakelde, diep-sle-
nend, naar dat vervloekt hof, 'lijk naar de
dood.
Hij voelde zijn hert en Zijn gestel hegeven,
en 't moclit er van komen dat wilde, hij
zou er een knoop aan geven en hij besloot,
wat hij' reeds lang moest doen, naar huis
te schrijven.
Daar hij noch pen noch papier had, en
er geen wilde vragen aan 'den boer, smeekte
hij, op een Zaterdag-avond, den oudsten
boever, die hem vriendschap toedroeg, met
hem tc willen meegaan, 's anderendaags
morgens, naar Origny-plaats.
's Zondags morgens zetten ze vroeg uit
en, nog voor de mis, schreef Remi zijn brief,
vol nood- en hulpgeroep, vol hert- en ziel-
Na de neerlaag van Napoleon, in 1814,
werden zij verlostde meesten keerden terug
in het seminarie en werden priester.
Öp 3o Juli aanstaande zal, in de hoofd
kerk van Sint-Baafs te Gent, het heldhaftig
gedrag dier seminaristen plechtig herdacht
worden en eene plechtige mis gedaan worden
te hunner zielezaligheid.
Ziedaar hoe deze seminaristen de getrouw
heid aan hunnen wettigen bisschop verston
den en er hunne vrijheid, ja hun leven zelf
voor opofferden.
St-Pieters. Zondag laatst vierde de
vriendelijke St Pletersfaüfare het blijde
naamfeest van haren beminden Eere-Voor-
zitter Eirw. Heer Dalaere, pastor der paro
chie. Na hem eenen prachtigen bloemtuil te
hebben overhandigd voerden de muziekanten
in den hof een kunstvol concert uit. Na deze
plechtigheid hebben zij door de straten der
parochie een liefelijk tochtjen gemaakt, dat
vele wandelaars en parochianen verge
noegde.
Jongelings Congregatie. Dit
jaar worden in de St Pieters Congregatie
geheel bijzondere feesten ingericht met deD
Tuindag.
Zondag 3 Augustus om 6 ure 's avonds
openiDgder feesten in de kapel met aan
spraak over O. L. V. van Thuyne en lofzang.
Om 6 1/2 iuisterlijke prijskamp voor leden
der Maatschappij De Ware Bolders
Maandag 4 Augustus om 9 uur jaarlijk-
sche lijkdienst in de parochiekerk.
Om 2 1/2 uur feestvergadering met voor
dracht en zang, waarna opstijging van den
luchtbalSt Pieters Boven
Om 6 1/2 ure aangename vermakelijkhe
den in den hof.
Dinsdag 5 Augustus om 6 1/2 ure prijs-
spelingop al debiljardeD.
Woensdag 6 Augustus om 6 1/2 ure prijs-
kaarting.
Zondag 10 Augustus om 8 ure s'avonds
groote jaarlijksche koopdag voor de trouwst
opkomende leden.
Vrijdag 18 Augustus O. L. V. Hemelvaart
om 9 uur 's avonds stipt, begraving van
't hespebeen.
Koninklijke Fanfare. op Zon
27 Juli, om 8 1/2 Concert door de
Koninklijke Fanfare op de kiosk der Groote
Markt.
SPELWIJZER
1. Lyrana, stapmarch Jos. Verhoeven.
2. Openingstuk uit het
opera Titus Mozart.
3 Neiges printanières,
Valse-Caprice J. Bi.angénois.
4. Retour au foyerFan-
taisie descriptive P. Gii.son.
5. Marsch uit Klokke
Roeland Eu. Tinei..
Naar Congo Heden Zaterdag vertrekt uit
Southampton (Engeland) oDze stadsgenoot M.
Maurice Vermeerscb, die voor een derden ter
mijn naar CoDgoland gaat. Onder het liooger be
stuur van M I.eplae is hij, voor de Belgische
Regeerirg, als cultuuroverste van leklas aange
steld in het zuiden van Katanga.
Examens. De volgende oud-leerliDgen van
het collegie van Poperinghe hebben hun examen
afgelegd te Leuven
M. Camiel Bostoen, van Moerkerke, de twee-
de proef van kandidaat in natuur- en genees-
kunde
M. Gerard Hespel, van Lauwe, de eerste proef
van kandidaat ia geneeskunde,
Eereteekens. Ter gelegenheid van de
nationale feesten hebben de volgende werklie
den van PoperiDghede landbouwdeeoratie van
tweede klas verkregen voor meer dan 25 jaar
getrouwen dienst en bekwaamheid in hun vak
Adolf Maerten, dienstknecht bij M. Karei Keste-
man Henri Carron, dienstknecht bfj M. Henri
Kesteman.
Te Gent. In den wedstrijd voor Belgisch
en vreemd bier heeft onze stadsgenoot M. Batail-
le-Monearey, als eervolle belooningeen zilveren
eeremetaal behaald. Hertelijk proficiat.
Prijsoitdeeling. In het bisschoppelijk
collegie ter stede zal de prysuitdeeling plaats
hebben Donderdag 31 Juli, te 9 1/2 ure voormid
dag, in de fe.estzaal van het gesticht.
De Bofeesten. Het gebeurt niet dikwijls dat
wy in België de gelegenheid hebben Fransche
redenaars in 't Vlaamsch te hooren spreken.
Dit zal gebeuren op het banket vanÜ6 Bofees
ten. De Voorzitter van het Comité flamand de
France, hoogleeraar C. Looten van Rijsel zal
een heildronk uitspreken. Warehjj belet wegens
zijne kranke gezondheid de feesten bij te wo
nen, dan zou de heer E. Cortyl van Belle of de
geschreeuw en stak hem in tie bus, al pre
velende op Gods genade
Toen hiji na de mis, zijn makker in de
herberg terugvond, was hiji 'half genezen en
trok, verjongd en verknipt, naar het hof terug.
Onderwege moesten ze een klein bosselke
voorbiji, waarin een overgroot standbeeld,
wel driemaal menschen-grootte, in zittende
houding, op een hooge zuil "pronkte, in de
bleeke herfst-zonne,
Sainte Benoite, zei de boever, naar het
beeld wijzend en hij vertelde, dat er alle
jaren beevaart was naar dat beeld, en dat
heel de parochie meedeed, zelfs de omlig
gende parochiën, en ja, dat de ouders het
hoog Zouden opnemen, moesten hunne kin
deren door mijnheer de pastoor niet gevraagd
zijn, öm in het witte den beevaart mee te
doen.
Remi kon niet nalaten van te greinzen.
en grètend zei hij
Maar man toch, hoe is het Gods moge
gelijk I... Ge zegt dat ze bijkans vechten
om eere te geven aan Sainte Benoïte's beeld
en ze zetten geen voet in de kerke om den
levenden God te groeten en te aanbidden
-ik kom van dé misse en er waren geen
twintig menschen in...
Bah 1 Ja messe; mais oui, 011 s'en passé
lulde de man onverschillig.
Remi zei niets meer, maar nog eens voelde
hij die wroede, altijd wroedere hankering
naar het lieve, zoete, dierbare Vlaanderen,
's Anderendaags zocht hij wederom de een-
Amsterdam, 5 Juli 1913.
Mijn beste Ypersche Volk
Hier ben ik nu weêr. Wij hebben een wandelipgske door het eiland Marken gedaan,
't Is, meen ik, de moeite weerd, u erover te schrijven.
Het zijn de vrouwen die het land bebouwen, doch maar een kleine landbouw, het noo-
dige om te
leven en wat
een niet al te
viuchtbare
grond kan op-
breDgen. De
scbapen-
kweek is van
zeker belang.
De huisvrou
wen moeten
ook zorgen
voor het ma
ken van de
kleederen, het
onderhoud
der huizen, de
onvoedingder
kiDders.
Hoe lieflijk
ziet men de
khioen, tot
de bengels top,
in huu aardig
kleederpak,
loopenenspe-
Lj roep kinder s te Mar kenciichéa travers te Monde1 e u j q benden
van 6, 10, 12 en meer. De school geJaan de oudste stekeueen handje toe thuis latertijd
zullen de jongens méégaan met vader.
Waar zitten de mannen dan
De mannen zitten op zee. 't Zijn ruwe visschers, die vertrekken in den nacht van Zon
dag tot Maandag en soms een heele week. uitblijven. Van als zij uit de kinderjaren gegroeid
zijn hebben zij het leven op de schuite begon
nen, op zee geleefd bij zonneweer en storm-
tijd. Kloek en stuur, met verbruind wezen,
zijn zij groot geworden, mannen uit een stuk.
Aardig zeevolkl Zij nemen met hen, hun ge
bedenboek, zij bedrinken zich oiet.zweeren niet,
lachen nieternstig en kalm zijn ze aan 't
werk ji soms ^aan 't strijden tegen 't zee-
geweld in do afwachting van eene bange dood.
Intusschen op 'teiland zijn vrouwen en
kinders in angstige verlegenheid om vader
dien ze misschien niet zu!len wederzien.
Binnenlicht eener woning te Marken Vader hebben zenaar 't schip geleid, vaarel
ciichéa travers teMondetoegeroepen, en als 't stormt bij dage, of van
's morgens na een zwarte stormnacht staan ze op den oever^der zee hunkerend starend ^in
de wijde verte of er geen zeilen zitten in 't verschiet. agÜ
Meestal dia eilanders sterven op Marken zonder iets }anders van de wereld gezien Jte
hebben dan de zee. en vanfveraf, de kunsten van het vasteland. Zij kennen al de jjdelheden
niet der groote steden, zij zijn veel gelukkiger ook in hunne eenvoudige voldaanheid. De
groote aange
legenheden
zijn geboor
ten, huwelij
ken, sterfge
vallen, eene
voordeelige
vischvangst,
de aankomst
van een
vreemdeling,
h tvoorbijva
ren van een
stoomschip,
een orkaan.
Binnenhuis
Al de huizen
zijn gelijkig.
Een enkele
groote plaals
waar men
slaapt en leest
en rookt,
want men kan
zich geen
Markenaar
mMBm
De voornaamste straat der kerkbuurt te Mar'een.
voorstellen zonder zijne rookende pijp.D8 zoldering is in houten balken,de bedden zyn in de
wanden achter gordijnen.'s Avonds trekt men uit de houten wanden, houten scheidsels
om de groote kamer af te deelen in zooveel kamertjes als er noodig zijn voor de familie.
Aan de zoldering hangt het visschersalaam, langs de wanden op, de kasten, koper, tin
en gleierswerk, de eenvoudige kuustschat van de familie... en overal in alle huisjes,., want
ze zijn echte Vaderlanders, de portretten van koningin Wilhelmina en den Prins-Generaal.
Ziet... alles sedert eeuwen blijft rotsevast en gelijk op het eilandeke, het vasteland
alleen verandert. Uit de kleine, soms armtierige woonsten van Marken komen geen
kwaaddoeners, geen slechte menschen braaf volk, eigenzinnig. Mannen en vrouwen heb
ben in houding en gelaat iet onzjggelijks ernstig,iets misprijzend dat eerbied inboezemt.Zij
groeten zonder hoofdbuiging, u vlakaf beziende als willen zij zeggen «Wij hebben nie
mand noodig. Willem.
heer P. Verschave hoogleeraar te Rijsel zich
daarmee gelaslen.
Het Comité flamand de France heeft met ge
noegen en dank de uitnoodiging aanvaard eene
afvaardiging naar PoperiDghe te zenden.
EASSCHENDAËLE
EereteekensWij vernemen dat het land
bouw eereteeken van lc klas toegestaan is aan
Pieter Dubuisson, voor 35 jaren werkman bij
de Familie Nuttens, te Passchendaele.
Het eereteeken van 2* klas van onderlingen
Bijstand, is toegestaan aan Henri Noliet en aan
Jules Vanthournout, voor 15 jaren bestuurlid
van den Vrijen Werman Hertelijk proficiat
zaamheid, in den diepen slag, doch hiji kon
de lieve beelden niet doen optooveren; een
zotte angst overviel hem hiji zag zijn
brief verdoold en in handen van het gerecht
en hiji keek werkelijk rond, of hij geen gen
darmen zag aankomen, 'wijl koud zweet,
uit zijn haar, langs zijne wangen leekte.
Hiji riep op al wat hem dierbaar was,
op al de leden van zijn huisgezin en op
Marie: dien naam sprak hiji uit met zul-
ken diepen eerbied, dis de naam eener hei
lige en hiji voelde hem zoo verre van haar
verwijderd, door den afstand en door zijn
onweerdighcid.
Iliji voelde hem zoo verre van alles, waar
zijn hert naar snakte en hankerde, en hij
zat er zoo alleen en overvallen, in die een
zame diepte èn den vallenden avond, en 't
geleek een doodstrijd die hem wachtte.
In zijne wanhoop strekte hij hem plat op
den gersboord, met zijn open mond op het
groen, waar hij in beet hij krabbelde den
grond met zijne handen en rispte dc vodde
uit, niet zijn schoentoppen, 'lijk een dood-
afgebeulde hond, die in de stuiptrekkingen
van zijn sehromelijken doodstrijd, de eerde
met zijn nagels doorrispt en doorschraaft.
Wen hiji door den donkeren en de avond
koelte naar huis trok, suste zijn schie van
moedeloosheid 'doch, hiji voelde het, 't
was zottigheid die naar zijn kop rees, en,
neen, neen, lang mocht hét niet aanslepen,
of hiji zou puid-onnoozel of razehde-wroed
Worden.
11011S B BU G 01 E - H A R INOIIE
Te Gent. Met groot genoegen vernemen
wij dat de befaamde brouwerij van M. Feys-
Callewaert, te Rousbrugge, met eene gouden
medalie bekroond is in den wedstrijd voor
inlandsch bier, die in de tentoonstelling van
Gent gehouden werd.
Examen. M. August Floor van Rous
brugge heeft, in de hoogeschool van Leuven,
met onderscheiding zijn eer-te examen van
doktor in rechten afgelegd.
Leest en Verspreidt
Die week was het volle geweld met het
beeten-uitdoen Remi had er, "van den "boer,
een groot stuk bijt aanveerding ten aandeele
gekregen, j ~r
Hiji wrocht hard, al wat hij kon en,
werkend, waren zijn gedachten eeuwig en
ervig bezig met den brief, die nu al moest
toegekomen en gelezen zijn in het Puide
nest... Hoe zou €at alles afloopen
Wijl hij den Donderdag nanoen uit de
groote poort naar zijn werk" trakelde, sloeg
hiji zijn blikken al den kiezehveg, die van
het hof naar Origny loopt en, boven den
talui, ginder verder, zag hiji een dansenden
hoed, op- en neergaande, met den stap van
den mSn die hem droeg... Kijk, die hoed'
werd een drietuit... daaronder een wezen...
een lijf... een priester I
God van den hémel God van den hemel
die priester... die priester... was pastor Denys!
't Alaam vloog uit Jlcmi's hand. Over de
stukken rekte hij weg, al wat hij rekken kon,
en daar, daar viel hij1, zonder schaamte voor
het al om-werkende volk, daar viel hij', arm
kind voor de voeten van den priester, met
zijn knieën in het slijk en, hem grijpende
bij' zijn kleed met beide "handen, huilde en
snikte hij r r 7
Mijnheere pastor 1 Ach 1 mijnheere pas
tor, uwe benedictie 1
En de pastor zegende hem, en trok hem
recht, en weende en sloot op zijn apostel
hert het arm verloren schaapke.
«Btotdi vfiDxiifsete
Hoogleeraar ADOLF DE CEULENEER.
«f
r*i
(i^iwT'iÉfïaatail
J i'
Li»
7.vW»
Cliché A travers le Monde