Bijvoegsel aan HET YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 20 September 1913
De Koning
Roodhuiden
(PEfl flHBQNDISSEJIIEKI
ONZE HEERLIJKE HOOFDKERK
1
I
1
I
-1Ü8
Naar het Leger
YPER
Officieele Berichten
SSS ST. MAARTENS TE YPER SB
MENGELWERK N° 1
DER
1
Bij het graf
van den Zwarte-Vogel.
Lijst der soldatenkringen
Muziek in 't bosch. In 't Oosten
van 't lieve Yper, ginder verre langs de
Meenensteenweg, pronken de Kasteelen van
't weelderig oude Hooge en 't prachtige
jonge Beukenhorst, en daarachter wijd uit
gestrekte sparrebosschen, met hunne kron
kelende wegen.die nu eens klimmen om dan
te dalen, en hunne belommerde voetpaden
waar de vermoeide wandelaar zich op 't
zachte mos kan uitrusten.
St Pieters Jongelingen Congre
gatie. Op Zondag en Maandag 23 en
24 September vieren deze jongelingen het
feest van hunnen beminden Bestierder den
Koninklijke Hofbouwmaatsehap-
Pij jvan het arrondissement (Yper. Op
Zondag 21 September 1 g 13 om 3 ure stipt in
het lokaal der maatschappij (Getemde Leeu
wen), Oude Botermarkt Yper
Moordaanslag. Zondag nacht ont
stond er in eene herberg der O. L. Vrouw
straat twist tusschen eenige jongelingen.
Van woorden kwam men tot daden. Opeens
haaide de genaamdetSp..'eene kleermakers-
schaar te voorschijn, plofte deze met geweld
in het hoofd en den rechter arm van Florent
Descamps, die schrikkelijk gekwetst ten
gronde viel. Hij werd aanstonds door een
geneesheer verzorgd. Sp... die de vlucht ge
nomen had, werd later aangehouden.
"1
SSffTT**
11
De nieuwe krijgswet treedt dus nu in wer
king.. Menigeen van ons zal zijnen zoon of
zijnen broer of zijn bloedverwant naar 't leger
zien vertrekken en er fier op zijn dat hij een
soldaat in zijn familie heeft, een manmoedige
borst die zijn land gaat dienen. Menig ouder
lijk hert ook zal breken van treurnis omdat
het zijn geliefde kind dat het met zooveel
teedere zorg heeft opgebracht, nu in vreemde
handen moet overleveren. Op menige plaats
zal het offer dat het Vaderland van zijne
kinderen eischt, met moed maar in tranen
gebracht worden. Het leger 4al gewis een
heilqamen invloed ondergaan door dien toevloed
van duizenden jongelieden wier hert rein, wier geloof
bewaard en wier zeden ongesohonden bleven het qal
voor onqe regimenten als eene bloedver-
versching {ijn, en dit kan niets dan goed.
Maar hoe gewettigd is ook de vrees van de
ouders dat hun kind den schadelijken invloed
onderga van 't kazerneleven, van 't verkeer
in de groote stad, van de al te groote vrijheid
en de soms losbandige omgeving.
De steen is hier ten anderen niet op het
leger alleen te werpen. Overal waar veel
jongelieden te zamen zijn en leven, is de
strengste waakzaamheid nooit te streng
vooral waar die jongelingen beschikken over
geld, vrijheid en grootstadsleven maar het
leger, zoo leert de ondervinding is voor zoo-
velen .de kruisstraat geweest waar ze de goede
baan af- en de kwade baan ingeslagen zijn.
Menige ouder zou lang en veel kunnen ver
tellen van hoe hun zoon was vóór hij naar
't leger ging, én wat hij geworden is met
soldaat te zijn. Zeker, de waarheid moet men
geheel zeggen, 't is voor velen een zegen dat
ze bij den troep geweest zijn ze zijn uit
dea krijgsdienst gekomen behoorlijk gedrild,
fikscher van lichaam, vlugger naar hand en
voet, beschaafder en meer mensch naar het
lichaam. Hun hert en hunne ziel, indien ze
van 't goede staal waren, heeft er ook niet
onder geleden, integendeel, ze zijn in de
oefening getemperd en versterkt.
Maar dezulke zijn weinig meer dan eene
uitzondering. Gisteren nog schreef het
Centrum dat te Amsterdam verschijnt
De jongeling, die voorheen onder het
waakzaam oog zijner ouders en meerderen,
zijne godsdienstplichten nauw vervulde,
godsdienstig en zedig leefde, ziet zich plots
geplaatst in een hem geheel vreemde omge
ving. Allée'n staat hij, zonder hulp en steun
voor zijn geestelijk leven, dat aan zoo talloos
vele gevaren is blootgesteld in het garnizoen.
Waartoe is het noodig de gevaren der groote
steden te schilderen Daarbij, van den mor
gen tot den avond, bijna zonder verpoozing,
bevindt de jeugdige soldaat zich te midden
eener omgeving die voor een groot deel be
staat uit lichtzinige jongelingen. Deze ver
leiding is niet gering te schatten.
Het zingen van bijna niet anders dan zede-
looze liederen, het spreken van gemeene taal,
het eindelooze vloeken onder de. bevolking
der kazernen, moet invloed uitoefenen op
het zoo ontvankelijk gemoed van bijna ieder
jongeling.
De gevaren zijn overal dezelfde omdat
menschen overal menschen zijn. En welk
middel is er om aan deze verleiding het hoofd
te bieden, om er, voor een groot deel ten
minste, aan te ontsnappen
De SoldatenÉftfiigtn. Dezer dagen is bij
honderdduizenden een strooibriefje rondge
deeld, waardoor de ouders die bunnen zoon
naar 't leger zenden, aangewakkerd worden
om hem aan den krijgsalmoezenier voor den
soldatenkring aan te bevelen zelfs is het
strooibiljet voorzien van eenen aanbevelings
brief, dien men slechts moet invullen en
meegeven met den jongen militair om hem
bij den almoezenier seffens te doen ontvan-
gen en inschrijven bij den soldatenkring.
Die oproep is een prijzensweerdig werk en
veel ouders zullen hun hert ontlast gevoelen
wanneer ze hunnen zoon bij zijne afreize het
briefje in de hand gedrukt hebben want
daar staat op dat de ouders verlangen dat
hun zoon
i' den soldatenkring bijwonen, en
2° dat hij des zondags mis hoore
en dat onderteeken de ouders zelf.
De lof van den soldatenkring is niet meer
te maken. Lieutenant-generaal Pontus,
minister van oorlog, zeide den 7Pn februari
1890 in de Kamer de ontwikkeling der
militaire kringen zal, zonder den minsten
twijfel, de heilzaamste vruchten voor den
soldaat voortbrengen.
En Luitenant-generaal Brassine sprak den
411 April 1894 in den Senaat De militaire
kringen zullen in zedelijk opzicht de geluk
kigste uitslagen te weeg brengen. Het werk
der soldatenkringen heeft al mijne achting.
De soldatenkring is een veilige schuts-
plaats voor den jongen soldaat en de be
scherming voor zijne jeugd. Hier vindt hij
bijna alles wat hem t'huis het leven aange
naam maakte. Hier is hij verwijderd van de
verleidingen van de groote stad en uit den
't Was op een vooravond van April of Gras
maand 1876.
Do zon, die geheel den dag geworsteld had
te«en de wolken, was verdwenen aan den ver
ren gezichteinder. De wind kwam uit het
Noorden en blies geweldig. Hij schuifelde
wolider cn gruwzaam door de takken der
hoornen, die nog geene bladeren hadden, en
voerde hier. en daar dorre grassteilen mede,
rlie hij opgenomen had uit de onmeetbare in-
diaansehe wcideil.
De maan kwam te rijzen achter de nevels,
die reeds uit den grond begonnen op te ko
men j ên welhaast brak er hare klaarte dooi
en ging weerkaatsen in de schuimende wateren
van den Missouri, die op eene lengte van
meer dan vier duizend kilometers, den m-
diaanschcn grond besproeit, en door eene
(l) De KoniDg der Roodhuiden, J. Demeester,
Rousselaere, fr. 1.50.
kring der lichtzinnige kazernebewoners. Wat
op de kazerne zoo goed als onmogelijk is
kan hij daar te weten godvruchtig zijn
avondgebed verrichten.
Hier leeft hij te zamen met jongens als hij
zelf, met hetzelfde geloof, eenzelfde overtui
ging, eenzelfde verlangen om den diensttijd
ombesmet te blijven van het kwaad hier
kan hij anderen spreken over zaken die in de
kazerne niet over tafel mogen komen uit
verdraagzaamheid over geloofszaken.
Bij dit alles vindt hij er aangenaam verzet
met een woord de soldatenkringen worden
slechts door ée'ne soort volkje bestreden,
door de vrijmetselaars, en dit is waarachtig
de hoogste en zuiverste aanbeveling die ze
kunnen verkrijgen.
Hier volgt de lijst der soldatenkringen
Ouders kunnen ook met rechtstreeks naar
den Almoezenier van 't garnizoen te schrijven
hunnen zoon laten inlijven in den solda
tenkring van de stad waar hij verblijft. De
krijgsalmoezenier zal niets beters wenschen
en de ouders mogen dan gerust zijn.
Antwerpen. IJzerenwaag, i8.
Bergen. Verloren-kost-straat, 12.
Brugge. Karthuizinnenstraat, 2, bij de Hallen.
Brussel. 1. Vlaamschen steenweg, i55.
2. Boudewijnskring, Thomas Vin-
cottestraat, 65.
Charleroi. Gilleaux-straat.
Dendermonde. Beestenmarkt, 39.
Doornik. Rue des Enclos S.-Martin, 3.
Gent. St-Amandus straat, 56.
Hasselt. Guffens-laan.
Yper. G, de Stuersstraat, 39.
Luik. Burenberghstraat, 12 (Montagne de
Bueren).
Mechelen. Korte Haargrachtstraat.
Meenen. Bruggestraat, 109.
Namen. Lucien Namèchestraat, 52.
Ostende. Stockholmstraat, 5. i
S.-Niklaas. Nieuwstraat (Gildenhuis).
S.-Truiden. Steenaertberg.
Tienen. Drijmolenstraat, 17.
Verviers. Recolettenbrug, 128.-
Zondag laatst klonken daar in die dood-
sche eenzaamheid, tusschen het verwarde
struikgewas en de tallooze rechtopschietende
boomstammen, zoatluidende akkoorden die,
einde en verre zachtjes henendraven en weg
stierven langs de vreedzame wandelgangen
van s'Heeren grootschê natuur.
De heer A. Van Egroo, bestierder der
snaarmaatschappij Cercle Symphonique
Yprois had het zonderlinge gedacht opge
vat daar in die sluimerende stilte van 't sla
pende bosch, met zijne mannen eeDige
muziekstukken uit te voeren... En oprecht!
't was zoet en lief, 't was wonder schoon
't was alsof 's menschen kunst die des Schep
pers op dit natuurtooneel kwam verheerlij
ken.
Talrijk waren de toehoorders niet, maar
ze waren des te uitgelezener.en de Weledele
Heeren Baron Gaston de Vinck en P. Struye
de Biebersteyn met hun waarde gade en
kroost, tevens als de andere bewonderaars
bejegenden mildelijk, door hunne lofnitin-
gen en tevredenheid, de nieuw opgevatte
uitvoering.
Of de leden der maatschappij in hun schik
waren, hoeft niet gezegd de brotderlijke
vreugde en 't innig kunstgevoel straalden
uit eenieders wezen zij waren verblijden
gelukkig omdat hun beminden voorzitter,
L. Nuytten, en gewaardeerden bestierder,
A. Van Egroo, tevreden waren. En, was de
weg naar en in het bosch eene halfuur verre
kruistocht de eenen met snaartuig en
stoelen.de andere met muziek en lessenaars,
een derde met de keelverfrissching, enz.
toch beloofden allen die doodsche stilte
verre van "t smachtend gejoel der steden,
nog met hunne zoetluidendste kunstge
wrochten te komen verlevendigen.
M. D.
ontelbare menigte rivieren of zijstroomen ge
voed wordt.
't Was aan den mond van eene dezer bij -
beken, die door de groote vlakte naar den
slroom geloopen kwam, dat het eerste be
drijf dezer geschiedenis plaats greep.
Op eenige stappen vair daar zaten vier
mannen op stammen van hoornen, die door
den geweldigen £troom uit eeli woud gerukt
geweest waren, dat langs den kant staat. De
vloed had ze medegevoerd, en, uit zijn bed
stroomende, had hij ze tot die plaatse ge
sleept, waar zij blijven liggen waren.
Een vuur van takken en van droog gras
verlichtte hunne koperkleurige aangezichten.
Hunne kleederen, die gelijk gemaakt waren,
bestonden uit kielen van gestriept goed, rond
hunne lenden gespannen met eene lederen
riem, die met allerlei schelpen versierd was.
Een hoorn met buskruit of poeder, een zakje
met loodzaad en met kogeltjes, en een groot
kapmes waren er aan vastgemaakt. Hun broek
van gewoon goed zonk in beenderlingen, die
gesneden waren int 't vel van wilde ossen
en vastgebonden met dooreenloopende touw
tjes. Zij hadden eeno muts van otter- of bever-
vol. Op hunnen rug droegen zij geweren, knod-
scn en happen.
Boven het vuur lag er een dikke tak, waar
op twee andere takken rustten, die menkruis-
wijsde op de uiteinden geplaatst had. Hij
diende tot spit voor eenen halven damhert*
die bezig was met braden, en den aangenaam-
sten geur verspreidde.
Onze vier mannen, wier kleederen niet zou-
Eerw. Heer Leys. Na de ontvanst in de
kapel om 6 u. zal in de beneden zaal den
volgenden feestwijzer uitgevoerd worden.
Feestwijzer 1. Opening door St-Pieters
Fanfare 2. Gelegenheidskoor,
3. Muziek. 4. Op Moeders Graf drama
in 3 bedrijven. ie Bedrijf In de herberg
Damberd 5. Muziek. 6. 2e Bedrijf:
Op de pachthoeve van boer Dejaeghere.
7. Muziek. 8. 3e BedrijfOp moeders'graf.
Omhaling ten voordeelt der Congregatie.
9. Muziek. 10. Kluchtlied. n. Dieven
in huis, blijspel in 1 bedrijf. 12. Sluiting
door 't Vaderlandsch lied
Op zondag vrijen toegang voor al de man
nen. Op maandag om 7 u. 's avonds voor de
vrouwen mits voorzien te zijn van ;eene in-
gangskaart, te bekomen als volgt
Voorbehouden pl. o,5o fr.
ie pl. 0,25 fr.
Kaarten te bekomen bij Fl. Duflou en J.
Bostyn alsook in de Congregatie zaal zondag
en maandag van 11 tot r u. en maandag
avond om 6 1/2 u.
N. B. Alle katholieke Jonge Wachten der
stad worden vriendelijk^ uitgenoodigd voor
het feest van zondag avond.
Kinderen beneden de 16 jaar worden den
maandag niet toegelaten.
Een Congreganist.
iod« les over fruitteelt door M. Rob.
Pauwels, staatsvoordraggever.
De spreker zal handelen, over het plukken,
bewaren, inpakken en verzenden der ver
schillende vruchten opmaken van eenen
fruitkamer.
Vrijen ingang
Onmiddelijk daarna, algemeene vergade
ring gevolgd door tombola voor al de aan
wezige leden.
Dagorde i° Lezing der verslagen der
vorige vergaderingen.
20 Mededeeling en brievenwisseling
Tentoonstelling van Gent Floraliën van den
herfst van ï5 tot 28 october.
3° Beoordeeling der aanbrengsten.
40 Aanvaarding van nieuwe leden.
5° Lezing der verslagen, en uitslagen der
hoibezoeken, der prijskampen voor versierde
balkons, gevels en vensters.
6° Tombola geschonken door de afdeeling
van Vlamertinghe.
^N/N/\A
Zondag avond liep een dronkaard met
een geopend mes in de Doorgangstraat rond
en bedreigde er al de voorbijgangers mede.
Eene vrouw kreeg een messteek in de rech
ter hand. Tr... werd ontwapend en aange
houden.
Onderlinge bijstand. Het bijzonder eere-
teeken van ouderlingen bijstand wordt toegekend
aan de volgende personen van West-Vlaanderen
Van le klasK. Desmedt, Yper.
Van 2« klasMM. S. Alleman, Elverdinghe
G. Gardoen, öheluwe C. Debacker, Werviek
A. De Coninck, Meesen J. Delie, Vlamertinghe
H. Engels, Komen tl. Flamey, Yper J. Ghes-
quiere, Zonnebeke; P. Gohie, Gheluwe K.Has-
sebroucq, Wytschaete H. Noliet, Passchendae-
le Th. Quartier, Vlamertinghe G. Storme,
Elverdinghe G. Tamboryn, Elverdinghe F.
Vanneste, Woesten J. Vanthourout, Passchen-
daelé; P Vermeulen, Zonnebeke; R. Verriest,
Meesen J. Veys, Vlamertinghe.
Een koDinklfjk besluit van 6 September
heeft de beslissing goedgekeurd, waarbij de ge
meenteraad van Yper edn rooiïngsplan aanneemt
voor den doorgang dier stad, deel uitmakende
van de baan van Kortrijk, over Yper en Pope-
ringhe naar Duinkerke, vak van Yper naar
Rousbrugghe.
Een koninklfjk besluit verleent toelagen
van 520 en 121 fr. aan de gemeente Werviek, tot
uitvoeriDg van werken voor het verbeteren van
de buurtwegen.
Bij min. besl. van 4 September, is de heer
M. Vanden Weghe, geneesheer te Moerkerke,
tijdelijk benoemd tot hoofdgeneesheer van het
gesticht voor vrouwelijke krankzinnigen te
Yper.
SPELLEWERKPAPIER.
't BESTE vindt men ter Drukkerij Cal-
lewaert, Boterstraat, Yper.
den doen kennen hebben van welk land zij
warén, aan dezen die van de gewoonten der
weidemannen niets gehoord zouden hebben,
behoorden allen tot het i'ndiaansch volk, dat
gemeenlijk Roodhuiden genoemd wordt.
De indianen waren over tijd meester van
geheel de streek die tusschen de Rotsbergen
cn den grooteh Oceaan ligtnu worden zij
vervolgd en innewaarts gedreven door de
Witten, die ze als wilde dieren verjagen.
Onze vier mannen zaten uit eene groote
aaiden pijp te rooken. Van tijd tot tijd spra
ken zij eenige korte woorden tot elkander.
Hunne knieën zalen bijna in de vlam, en
zij en schenen niet bekommerd te zijn met
den rook, dien de draaiende wind hun beur
telings in het gezicht blies. Zij waren ver
slonden in hunne gedachten, en zij roerden
niet tenzij om het stuk gebraad van tijd tot
tijd een weinig te keeren. Nu en dan liet
de eene of de andere een onbedacht gemor
hooren, of stampte met zijn voet, of zwaaide
zijnen vuist rond Alsdan stond hij op, bezag
de maan die gedurig opklom, en hij keek dan
in de verte, of naar den Missouri, als moest
de woestijn of de stroom hun iemand toe
zenden.
Opeens schenen al die hoofdmannen door
schrik bevangenwant 't waren de hoofd
mannen of koningen van vier groote volks
stammen, die door geheel het land hekend
stonden.
De eerste was 'een ouderling met grijs haar:
Washaki genoemd 't was de geeërde raads
man van dén Serpentenstam.
Reeds tweemaal schreven wij dit jaar over de Ypersche Sint
Maartens-Kathedraal, en nl. over het opbouwen van de torennaald,
t. w. in het nr van ln Maart na de goedkeuring van de plannen van
Bouwmeester Coomans door de Commissie van Monumenten en in
het n1 van 24 Mei bij gelegenheid van de ontgraving der kraaibekken.
Wij hebben het inzicht niet nog eens over de ontworpene toren
naald te schrijven noch er voor een nieuw pleit op t stellen, zulks
is onnoodig vermits de Daald er gelukkiglijk komen zal, daar de
aanbesteding der werken ervan op 27 September plaats heeft. Voor
twee jaar verloopen zijn zullen wij de prachtige toren, los en vrij uit
een nu op te richten stellingbosch, voor de oogen zien rijzen,
gekroond en gespitst, in al de heerlijke pracht van de indrukwek
kend steenenmassa... van de slanke kunstlijnen en van het oogstree-
lende beeldhouwwerk.
Wij hebben in voorgaande artikels geschreven ter eere van al
dezen aan wien Yper zijne kunstverfraaïagen te danken heeft en
voornl. de herstelling aan St Maartenskerk en nu de voltoóing van
den reuzentoren.Ü. Wat deze laatste werken betreft mogen wij nu ook
eens rechtzinnige hulde brengen aan Z.E. H.Kanunnik De Brouwer,
pastor-deken van St Maartens, die met kunstminnende bezorgdheid,
met taaie wilskracht, met veel noodig geduld, zijn overheerlijke kerk
weet te herstellen. De achter-kleinkinders en na-neven van het tegen
woordig geslacht zullen met fierheid de Yperlingen van nu gedenken
en roemen bij het bewonderen en bewaren van de door hun overge
laten praalgebouwen. 't Zal ook geboekt staan ter gedachtenis van 't
nageslacht dat St MaarteDS hoofdkerk, hersteld werd en haar toren
met een kunstnaald bekroond onder het dekenschap van Kanunnik
De Brouwer. mtèmSSÊk ÊSPiÉt
De tegenwoordige aanbesteding is wel eene gepaste gelegenheid
om nog eens onze hoofdkerk te vermelden. Wij geven drie zichten
van de kerk die ongetwijfeld op haar geheel beschouwd de
schoonste is iu heel het land. Benevens een binnenzicht, een buiten-
zicht op heel de kerk langs den zuidkant gezien. Daar op zullen onze
lezers, benevens den opgetrokken toren, nog bemerken het ont
worpen lief gebouw dat mettertijd zal opgericht worden,
in den nu heel afzichtelijken hoek tusschen de kruisbeuk, de Sint
Annakapel en de H. Saciamentskapel. Opdat de kunstliefhebbers
zouden kunnen oordeelen welk gepast uitzicht dit laatste gebouw zal
hebben geven wij ook een afzonderlijke afbeelding er van. Onze
lezers zullen bemerken dat dit algemeen zicht
op de plans van Bouwmeester Coomans geno
men is vooraleer de kleine sacristie ten oosten
der zuider-kruisbeuk-gevel ontworpen en ge-
>jbouwd werd.
St Maartens-Kathedraal BINNENZICHT
Welk eene prachtige kerk zoo er geen tweede in België te vinden is I op haar geheel overtreft zij St Rombauts
te Mechelen, SteGoedele te Brussel, O. L. Vrouw te Antwerpen en alle andere kathedralen van 't land. De kunst
kenners uit België en den Vreemde komen] dit Ypersch
godsdienstig praalgebouw bewonderen, bestudeeren
het betaamt dan dat alle Yperlingen zelf hunne kathe
draal kennen en waardeeren.
Volgens de overlevering was Sint Maartens, in de
vroegst bekende tijden, eene kapel ter eere van de
H. Maagd en Sint Andries opgericht. Van 1012 af,
onder de regeering van Graaf Boudewijn met den baard,
dia de kapel met huizen voor de kapelanen omringde,
werd het kerkje aan Sint Maarten toegewyd.
Omstreeks 1088 verviDg Robrecht de Fries de
kapel door eene kerk. In 1102 vervangde de bisschop
Jan van Terenburg de wereldlijke priesters door regu
liere kanunnikken der Sint Augustinusorde.
Eindelijk werd de bouw van Graat Robrecht de
Fries afgebroken om op zijne beurt door eene grootere
en schoonere kerk te worden vervangen. Met den bouw
van het koor werd in 1221 begonnen onder Hugo,
proost van Sint Maartens-Abdij. Ongelukkiglijk ward,,
in 1240 het kloosier en het bestaande gedee^é van de
kerk, met uitzondering van het koor, door brand
vernield. Gravin Margareta van Constantinopel legde
in 1254 den eersten steen.van de jbeuken en van de
kruisvleugels.
Kijkt eens boven den preekstoel, op de vooruitsprin-
leest men het volgende opschrift" met het jaartal 1255 Lof Go Dj Y ghe/ft Daer eLC b Le/ft.
in sommige deelen zijn vry goed de kenmerken van Jde
i blijft 1
i
St Maartens-Kathedraal BUITENZICHT (Zuidkant)
gende lijst, onder het triforium,
In den loop der eeuwen werd de bouw dikwijls gewijzigd en herwerkt
XIV' en van de XIe eeuw te bespeuren.
Het koor is ontegensprekelijk het meest indrukwekkend en monumentaal godsdien
stig gebouw van vroeger spitsbogenstijl in België. Het is gebouwd uit Atrechtsche of
Bethuunsche zandsteen, het is 40 meter lang en (binnenwerk) 11 meter breed. Onder
den slotsteen van 't gewelf is het koor 25 meter hoog. Samengesteld uit vijf bogen, wordt
het door een veelhoekige apsis, met negen gelijke vakken, omsloten.
Binnen zijn de onderste openingen van de apBis zoo goed als heelemaal achter het in
verscheiden styl (1685) opgetrokken altaar verborgen.
Dient dit altaar behouden of vervangen
Ziet, wij zeggen van eerst af dat wij meenen dat dit vraagstuk waarschijnlijk nooit
op praktische wijze zal worden opgelost. Kunstenaars, archeologen, historiekenners en
anderen verschillen van gedachten en zullen ia verschil blijven daarover.
De eene wenschen, dat het altaar, niet overeenstemmend met den algemeenen bouw
trant der kerk, zou verdwijnen om vervangen te worden door een meer bij den stijl van
het gebouw passend kunstwerk. Zoo zou het mogelijk worden, het koor, dat het
schoonste en vol edigste voorbeeld is van den primairen spitsbogenstijl, zijn vroegeren
luister weer te schenken.
Wij denken dat die gedachten tot nu toe niet gevolgd worden door de meerderheid
der critici. AI zouden sommigen nog in princiep daar toe geneigd zijn, toch vragen zij
zich af... met wat vervangen Een altaar, dat in meüig opzicht weerde heeft, dient zoo
maar niet eenvoudig weggenomen het komt er inzonderheid op aan, het te vervangen
door een kunstwerk, weerdig van al het omringende. Is nu de k nst in het ambacht
genoegzaam hersteld, om een werk voort te brengen in verband met deze kerk en in alle
opzichten onberispelijk? Met die vraag te stellen schijnen de stellers er aan te twijfelen...
Doch eene derde soort critici willen het altaar bewaren, niet alleen omdat het een kunst
gewrocht is op zijn eigen maar omdat het, kunstwerk zijnde, deel uitmaakt van de
geschiedenis der kerk die dient bewaard te blijven niet in boeken of musea's maar ter
plaats zelf in de behoudenis van al de deelen en kunstmeubelen en ornamenten der kerk.
Moest men om reden van het princiep der eenheid in den stijl besluiten het altaar
weg te nemen dan zou men om denzelfden reden nog de ongeevenaarde marmeren
afsluiting der H. Sacramentskapel moeten afbreken't ware belachelijk... Ziet
en dat die verschillige gedachten steunen op ernstige redens en bewijsgronden....
Intusschen met dit praatje over de hoog altaarkwestie hebben wij plaats verloren om ons kerkbezoek verder
't Zal voor later zijn.
BIJGEBOUW aan St Maartenskerk (Zuidkant)
gij lezers dat er verschil is van gedachten
voort te beschrijven.
Do tweede was Arono. Een Udteekén, dat
geheel de linkerzijde van zijn aangezicht in
tweeën sneed, had hem den bijnaam van
Groote-Wonde doen geven.
Do derde noemde Timakon of Dondervuur,
omdat hij zoo geweldig was in het strijden.
Do vierde wierd Prelty-Bear ol Beertje ge
noemd. Zijn wezen was leelijk en afstootelijk,
gelijk dat van een beer maar zijne taal was
zoo aangenaam en lieflijk, dat hij al zijne
toehoorders verrukte.
En wat was er bekwaam die- onverschrok-
kene mannen de vrees in 't lijf le jagen
Een heuvel, die op eenige honderden stap
pen van daar, langs de boorden van den
Missouri lag, was de oorzaak van dien schrik.
En nochtans, bij het zien, was er niets bui
tengewoons aan dien heuvel, die drie hon
derd voet boven de eenzame vlakte uitstak.
Hij scheen 'daar, zonder zichtbare oorzaak,
door de machtige hand der natuur gewor
pen te zijn. Zijne schaduw viel op liet water
en scheidde het vaneen door eene breede
slriep van duisternissen. Hier en daar, langs
de 'kanten, stonden groote boomen, die ver
gingen van ouderdom. Op den top van den
heuvel groeide er niets. Men zag er slechts
eene overgroote sper, waaraan er stukken
van blinkende stoffen hingen en vaandels van
verscheidene kleuren.
Do hoofdmannen bezagen dien eenzamen
heuvel. Zij schenen er naartoe getrokken te
zijn; maar iets anders hield er hen van af.
En hoe later het wlerd, hoe meer hun angst
scheen te groeien. Zonder het aan elkander
te durven hekeEnen, waren zij allen bevangen
met eene onoverwinbare vrees, die voort
kwam uit hunne bijgeloovigheid.
Wat was dan die heuvel, die zulk oene vrees
inboezemde aan al de Indianen 1
't Was eene grafstede. Daar immers lag
een 'der vermaardste hoofdmannen van den
stam der Omah'avs, dc Zwarte-Vogel.
Gedurende zijn leven was hij de schrik
van zijn volk 'geweestwalit zij meenden
dat hij over hun leven beschikte, volgens
zijne- beliefte.
Hier volgt hoe "dat gekomen was.
Hij had eene 'groote hoeveelheid vergift
gekregen, te weten arsenic, door de tusschen-
komst van een koopman der Vereenigde-
Staten, die hem de wijze geleerd had van er
gebruik van te maken. De koopman moest
niet lang achter zijn loon wachten. De Zwarte-
Vogel noodigde hem nog denzelfden dag uit
tot een maaltijd, waarvan hij niet meer op
stond. Hij had hem van zijn eigen vergift
doen innemen, en de koopman stierf eenige
uren later, in do grootste pijnen.
Blijde en trotsoli over zijne "proef, kreeg
de Zwarte-Vogel een schrikkelijk gedacht.
De bijzonderste oorlogsmannen en de min
dere overheden waren afgunstig van zijne
macht. Hij zond eenige mannen op jacht
achter wilde ossen en hertinnen, en noodigde
al dezen die tegen hem gesproken hadden
tot een feestmaal uit, zoogezeid om hem te
verzoenen met al zijn volk.
Maar 't was om ,ze allen te yergiftigen.
Zoohaast zij van de vergiftigde gerechten
geëlen hadden en dat zij daar onmachtig
ten gronde vielen al stuiptrekkende, begon
hij een slag van aansprake over de macht
van den Manitou of Geest, die met hem was,
cn hij riep uit in zijne wreedheid
Schept moed, oorlogsmannen Indien ér
nog krijgersbloed in uwe aderen vloeit, begint
uwen doodzang te zingen Want ik ver
klaar hot u vooraleer de zon zal rijzen,
zullen de raven 'boven uwe woonsten zwe
ven, en uwe vrouwen en kinderen zullen
uwe doode lichamen met hunne tranen be
sproeien Ii
't Was een nacht van lijden, van zuchten
en van dood.
Niet één ontsnapte aan het vergift.
Geheel het leven van dien wilden hoofdman,
was eene aaneenschakeling van wreedheden
en van euveldaden.
Eindelijk, moede geworden zijnde van men
sehen te dooden, en meenende dat hij overal
vervolgd was door de schimmen of zielen
zijner slachtoffers, viel hij in de uiterste
wanhoop, en liet hem vergaan van honger.
Vooraleer hij stierf, deed hij eenige zijner
getrouwe oorlogsmannen bij hem komen, en
beval hem te doen begraven op den hoogslen
heuvel der boorden van den Missouri, ge
zeten op zijn schoonste peerd, en met zijn
aangezicht tot den stroom gekeerd, om
van verre al de reizigers te kunnen groeten
Zijn bevel wierd uitgevoerd hij wierd al-
zoo op den heuvel gezet, waarvan wij gé-
sproken hebben,
- "Hordt voortgezet,u