Bijvoegsel aan HET YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 20 September 1913 De Koning Roodhuiden (PEfl flHBQNDISSEJIIEKI ONZE HEERLIJKE HOOFDKERK 1 I 1 I -1Ü8 Naar het Leger YPER Officieele Berichten SSS ST. MAARTENS TE YPER SB MENGELWERK N° 1 DER 1 Bij het graf van den Zwarte-Vogel. Lijst der soldatenkringen Muziek in 't bosch. In 't Oosten van 't lieve Yper, ginder verre langs de Meenensteenweg, pronken de Kasteelen van 't weelderig oude Hooge en 't prachtige jonge Beukenhorst, en daarachter wijd uit gestrekte sparrebosschen, met hunne kron kelende wegen.die nu eens klimmen om dan te dalen, en hunne belommerde voetpaden waar de vermoeide wandelaar zich op 't zachte mos kan uitrusten. St Pieters Jongelingen Congre gatie. Op Zondag en Maandag 23 en 24 September vieren deze jongelingen het feest van hunnen beminden Bestierder den Koninklijke Hofbouwmaatsehap- Pij jvan het arrondissement (Yper. Op Zondag 21 September 1 g 13 om 3 ure stipt in het lokaal der maatschappij (Getemde Leeu wen), Oude Botermarkt Yper Moordaanslag. Zondag nacht ont stond er in eene herberg der O. L. Vrouw straat twist tusschen eenige jongelingen. Van woorden kwam men tot daden. Opeens haaide de genaamdetSp..'eene kleermakers- schaar te voorschijn, plofte deze met geweld in het hoofd en den rechter arm van Florent Descamps, die schrikkelijk gekwetst ten gronde viel. Hij werd aanstonds door een geneesheer verzorgd. Sp... die de vlucht ge nomen had, werd later aangehouden. "1 SSffTT** 11 De nieuwe krijgswet treedt dus nu in wer king.. Menigeen van ons zal zijnen zoon of zijnen broer of zijn bloedverwant naar 't leger zien vertrekken en er fier op zijn dat hij een soldaat in zijn familie heeft, een manmoedige borst die zijn land gaat dienen. Menig ouder lijk hert ook zal breken van treurnis omdat het zijn geliefde kind dat het met zooveel teedere zorg heeft opgebracht, nu in vreemde handen moet overleveren. Op menige plaats zal het offer dat het Vaderland van zijne kinderen eischt, met moed maar in tranen gebracht worden. Het leger 4al gewis een heilqamen invloed ondergaan door dien toevloed van duizenden jongelieden wier hert rein, wier geloof bewaard en wier zeden ongesohonden bleven het qal voor onqe regimenten als eene bloedver- versching {ijn, en dit kan niets dan goed. Maar hoe gewettigd is ook de vrees van de ouders dat hun kind den schadelijken invloed onderga van 't kazerneleven, van 't verkeer in de groote stad, van de al te groote vrijheid en de soms losbandige omgeving. De steen is hier ten anderen niet op het leger alleen te werpen. Overal waar veel jongelieden te zamen zijn en leven, is de strengste waakzaamheid nooit te streng vooral waar die jongelingen beschikken over geld, vrijheid en grootstadsleven maar het leger, zoo leert de ondervinding is voor zoo- velen .de kruisstraat geweest waar ze de goede baan af- en de kwade baan ingeslagen zijn. Menige ouder zou lang en veel kunnen ver tellen van hoe hun zoon was vóór hij naar 't leger ging, én wat hij geworden is met soldaat te zijn. Zeker, de waarheid moet men geheel zeggen, 't is voor velen een zegen dat ze bij den troep geweest zijn ze zijn uit dea krijgsdienst gekomen behoorlijk gedrild, fikscher van lichaam, vlugger naar hand en voet, beschaafder en meer mensch naar het lichaam. Hun hert en hunne ziel, indien ze van 't goede staal waren, heeft er ook niet onder geleden, integendeel, ze zijn in de oefening getemperd en versterkt. Maar dezulke zijn weinig meer dan eene uitzondering. Gisteren nog schreef het Centrum dat te Amsterdam verschijnt De jongeling, die voorheen onder het waakzaam oog zijner ouders en meerderen, zijne godsdienstplichten nauw vervulde, godsdienstig en zedig leefde, ziet zich plots geplaatst in een hem geheel vreemde omge ving. Allée'n staat hij, zonder hulp en steun voor zijn geestelijk leven, dat aan zoo talloos vele gevaren is blootgesteld in het garnizoen. Waartoe is het noodig de gevaren der groote steden te schilderen Daarbij, van den mor gen tot den avond, bijna zonder verpoozing, bevindt de jeugdige soldaat zich te midden eener omgeving die voor een groot deel be staat uit lichtzinige jongelingen. Deze ver leiding is niet gering te schatten. Het zingen van bijna niet anders dan zede- looze liederen, het spreken van gemeene taal, het eindelooze vloeken onder de. bevolking der kazernen, moet invloed uitoefenen op het zoo ontvankelijk gemoed van bijna ieder jongeling. De gevaren zijn overal dezelfde omdat menschen overal menschen zijn. En welk middel is er om aan deze verleiding het hoofd te bieden, om er, voor een groot deel ten minste, aan te ontsnappen De SoldatenÉftfiigtn. Dezer dagen is bij honderdduizenden een strooibriefje rondge deeld, waardoor de ouders die bunnen zoon naar 't leger zenden, aangewakkerd worden om hem aan den krijgsalmoezenier voor den soldatenkring aan te bevelen zelfs is het strooibiljet voorzien van eenen aanbevelings brief, dien men slechts moet invullen en meegeven met den jongen militair om hem bij den almoezenier seffens te doen ontvan- gen en inschrijven bij den soldatenkring. Die oproep is een prijzensweerdig werk en veel ouders zullen hun hert ontlast gevoelen wanneer ze hunnen zoon bij zijne afreize het briefje in de hand gedrukt hebben want daar staat op dat de ouders verlangen dat hun zoon i' den soldatenkring bijwonen, en 2° dat hij des zondags mis hoore en dat onderteeken de ouders zelf. De lof van den soldatenkring is niet meer te maken. Lieutenant-generaal Pontus, minister van oorlog, zeide den 7Pn februari 1890 in de Kamer de ontwikkeling der militaire kringen zal, zonder den minsten twijfel, de heilzaamste vruchten voor den soldaat voortbrengen. En Luitenant-generaal Brassine sprak den 411 April 1894 in den Senaat De militaire kringen zullen in zedelijk opzicht de geluk kigste uitslagen te weeg brengen. Het werk der soldatenkringen heeft al mijne achting. De soldatenkring is een veilige schuts- plaats voor den jongen soldaat en de be scherming voor zijne jeugd. Hier vindt hij bijna alles wat hem t'huis het leven aange naam maakte. Hier is hij verwijderd van de verleidingen van de groote stad en uit den 't Was op een vooravond van April of Gras maand 1876. Do zon, die geheel den dag geworsteld had te«en de wolken, was verdwenen aan den ver ren gezichteinder. De wind kwam uit het Noorden en blies geweldig. Hij schuifelde wolider cn gruwzaam door de takken der hoornen, die nog geene bladeren hadden, en voerde hier. en daar dorre grassteilen mede, rlie hij opgenomen had uit de onmeetbare in- diaansehe wcideil. De maan kwam te rijzen achter de nevels, die reeds uit den grond begonnen op te ko men j ên welhaast brak er hare klaarte dooi en ging weerkaatsen in de schuimende wateren van den Missouri, die op eene lengte van meer dan vier duizend kilometers, den m- diaanschcn grond besproeit, en door eene (l) De KoniDg der Roodhuiden, J. Demeester, Rousselaere, fr. 1.50. kring der lichtzinnige kazernebewoners. Wat op de kazerne zoo goed als onmogelijk is kan hij daar te weten godvruchtig zijn avondgebed verrichten. Hier leeft hij te zamen met jongens als hij zelf, met hetzelfde geloof, eenzelfde overtui ging, eenzelfde verlangen om den diensttijd ombesmet te blijven van het kwaad hier kan hij anderen spreken over zaken die in de kazerne niet over tafel mogen komen uit verdraagzaamheid over geloofszaken. Bij dit alles vindt hij er aangenaam verzet met een woord de soldatenkringen worden slechts door ée'ne soort volkje bestreden, door de vrijmetselaars, en dit is waarachtig de hoogste en zuiverste aanbeveling die ze kunnen verkrijgen. Hier volgt de lijst der soldatenkringen Ouders kunnen ook met rechtstreeks naar den Almoezenier van 't garnizoen te schrijven hunnen zoon laten inlijven in den solda tenkring van de stad waar hij verblijft. De krijgsalmoezenier zal niets beters wenschen en de ouders mogen dan gerust zijn. Antwerpen. IJzerenwaag, i8. Bergen. Verloren-kost-straat, 12. Brugge. Karthuizinnenstraat, 2, bij de Hallen. Brussel. 1. Vlaamschen steenweg, i55. 2. Boudewijnskring, Thomas Vin- cottestraat, 65. Charleroi. Gilleaux-straat. Dendermonde. Beestenmarkt, 39. Doornik. Rue des Enclos S.-Martin, 3. Gent. St-Amandus straat, 56. Hasselt. Guffens-laan. Yper. G, de Stuersstraat, 39. Luik. Burenberghstraat, 12 (Montagne de Bueren). Mechelen. Korte Haargrachtstraat. Meenen. Bruggestraat, 109. Namen. Lucien Namèchestraat, 52. Ostende. Stockholmstraat, 5. i S.-Niklaas. Nieuwstraat (Gildenhuis). S.-Truiden. Steenaertberg. Tienen. Drijmolenstraat, 17. Verviers. Recolettenbrug, 128.- Zondag laatst klonken daar in die dood- sche eenzaamheid, tusschen het verwarde struikgewas en de tallooze rechtopschietende boomstammen, zoatluidende akkoorden die, einde en verre zachtjes henendraven en weg stierven langs de vreedzame wandelgangen van s'Heeren grootschê natuur. De heer A. Van Egroo, bestierder der snaarmaatschappij Cercle Symphonique Yprois had het zonderlinge gedacht opge vat daar in die sluimerende stilte van 't sla pende bosch, met zijne mannen eeDige muziekstukken uit te voeren... En oprecht! 't was zoet en lief, 't was wonder schoon 't was alsof 's menschen kunst die des Schep pers op dit natuurtooneel kwam verheerlij ken. Talrijk waren de toehoorders niet, maar ze waren des te uitgelezener.en de Weledele Heeren Baron Gaston de Vinck en P. Struye de Biebersteyn met hun waarde gade en kroost, tevens als de andere bewonderaars bejegenden mildelijk, door hunne lofnitin- gen en tevredenheid, de nieuw opgevatte uitvoering. Of de leden der maatschappij in hun schik waren, hoeft niet gezegd de brotderlijke vreugde en 't innig kunstgevoel straalden uit eenieders wezen zij waren verblijden gelukkig omdat hun beminden voorzitter, L. Nuytten, en gewaardeerden bestierder, A. Van Egroo, tevreden waren. En, was de weg naar en in het bosch eene halfuur verre kruistocht de eenen met snaartuig en stoelen.de andere met muziek en lessenaars, een derde met de keelverfrissching, enz. toch beloofden allen die doodsche stilte verre van "t smachtend gejoel der steden, nog met hunne zoetluidendste kunstge wrochten te komen verlevendigen. M. D. ontelbare menigte rivieren of zijstroomen ge voed wordt. 't Was aan den mond van eene dezer bij - beken, die door de groote vlakte naar den slroom geloopen kwam, dat het eerste be drijf dezer geschiedenis plaats greep. Op eenige stappen vair daar zaten vier mannen op stammen van hoornen, die door den geweldigen £troom uit eeli woud gerukt geweest waren, dat langs den kant staat. De vloed had ze medegevoerd, en, uit zijn bed stroomende, had hij ze tot die plaatse ge sleept, waar zij blijven liggen waren. Een vuur van takken en van droog gras verlichtte hunne koperkleurige aangezichten. Hunne kleederen, die gelijk gemaakt waren, bestonden uit kielen van gestriept goed, rond hunne lenden gespannen met eene lederen riem, die met allerlei schelpen versierd was. Een hoorn met buskruit of poeder, een zakje met loodzaad en met kogeltjes, en een groot kapmes waren er aan vastgemaakt. Hun broek van gewoon goed zonk in beenderlingen, die gesneden waren int 't vel van wilde ossen en vastgebonden met dooreenloopende touw tjes. Zij hadden eeno muts van otter- of bever- vol. Op hunnen rug droegen zij geweren, knod- scn en happen. Boven het vuur lag er een dikke tak, waar op twee andere takken rustten, die menkruis- wijsde op de uiteinden geplaatst had. Hij diende tot spit voor eenen halven damhert* die bezig was met braden, en den aangenaam- sten geur verspreidde. Onze vier mannen, wier kleederen niet zou- Eerw. Heer Leys. Na de ontvanst in de kapel om 6 u. zal in de beneden zaal den volgenden feestwijzer uitgevoerd worden. Feestwijzer 1. Opening door St-Pieters Fanfare 2. Gelegenheidskoor, 3. Muziek. 4. Op Moeders Graf drama in 3 bedrijven. ie Bedrijf In de herberg Damberd 5. Muziek. 6. 2e Bedrijf: Op de pachthoeve van boer Dejaeghere. 7. Muziek. 8. 3e BedrijfOp moeders'graf. Omhaling ten voordeelt der Congregatie. 9. Muziek. 10. Kluchtlied. n. Dieven in huis, blijspel in 1 bedrijf. 12. Sluiting door 't Vaderlandsch lied Op zondag vrijen toegang voor al de man nen. Op maandag om 7 u. 's avonds voor de vrouwen mits voorzien te zijn van ;eene in- gangskaart, te bekomen als volgt Voorbehouden pl. o,5o fr. ie pl. 0,25 fr. Kaarten te bekomen bij Fl. Duflou en J. Bostyn alsook in de Congregatie zaal zondag en maandag van 11 tot r u. en maandag avond om 6 1/2 u. N. B. Alle katholieke Jonge Wachten der stad worden vriendelijk^ uitgenoodigd voor het feest van zondag avond. Kinderen beneden de 16 jaar worden den maandag niet toegelaten. Een Congreganist. iod« les over fruitteelt door M. Rob. Pauwels, staatsvoordraggever. De spreker zal handelen, over het plukken, bewaren, inpakken en verzenden der ver schillende vruchten opmaken van eenen fruitkamer. Vrijen ingang Onmiddelijk daarna, algemeene vergade ring gevolgd door tombola voor al de aan wezige leden. Dagorde i° Lezing der verslagen der vorige vergaderingen. 20 Mededeeling en brievenwisseling Tentoonstelling van Gent Floraliën van den herfst van ï5 tot 28 october. 3° Beoordeeling der aanbrengsten. 40 Aanvaarding van nieuwe leden. 5° Lezing der verslagen, en uitslagen der hoibezoeken, der prijskampen voor versierde balkons, gevels en vensters. 6° Tombola geschonken door de afdeeling van Vlamertinghe. ^N/N/\A Zondag avond liep een dronkaard met een geopend mes in de Doorgangstraat rond en bedreigde er al de voorbijgangers mede. Eene vrouw kreeg een messteek in de rech ter hand. Tr... werd ontwapend en aange houden. Onderlinge bijstand. Het bijzonder eere- teeken van ouderlingen bijstand wordt toegekend aan de volgende personen van West-Vlaanderen Van le klasK. Desmedt, Yper. Van 2« klasMM. S. Alleman, Elverdinghe G. Gardoen, öheluwe C. Debacker, Werviek A. De Coninck, Meesen J. Delie, Vlamertinghe H. Engels, Komen tl. Flamey, Yper J. Ghes- quiere, Zonnebeke; P. Gohie, Gheluwe K.Has- sebroucq, Wytschaete H. Noliet, Passchendae- le Th. Quartier, Vlamertinghe G. Storme, Elverdinghe G. Tamboryn, Elverdinghe F. Vanneste, Woesten J. Vanthourout, Passchen- daelé; P Vermeulen, Zonnebeke; R. Verriest, Meesen J. Veys, Vlamertinghe. Een koDinklfjk besluit van 6 September heeft de beslissing goedgekeurd, waarbij de ge meenteraad van Yper edn rooiïngsplan aanneemt voor den doorgang dier stad, deel uitmakende van de baan van Kortrijk, over Yper en Pope- ringhe naar Duinkerke, vak van Yper naar Rousbrugghe. Een koninklfjk besluit verleent toelagen van 520 en 121 fr. aan de gemeente Werviek, tot uitvoeriDg van werken voor het verbeteren van de buurtwegen. Bij min. besl. van 4 September, is de heer M. Vanden Weghe, geneesheer te Moerkerke, tijdelijk benoemd tot hoofdgeneesheer van het gesticht voor vrouwelijke krankzinnigen te Yper. SPELLEWERKPAPIER. 't BESTE vindt men ter Drukkerij Cal- lewaert, Boterstraat, Yper. den doen kennen hebben van welk land zij warén, aan dezen die van de gewoonten der weidemannen niets gehoord zouden hebben, behoorden allen tot het i'ndiaansch volk, dat gemeenlijk Roodhuiden genoemd wordt. De indianen waren over tijd meester van geheel de streek die tusschen de Rotsbergen cn den grooteh Oceaan ligtnu worden zij vervolgd en innewaarts gedreven door de Witten, die ze als wilde dieren verjagen. Onze vier mannen zaten uit eene groote aaiden pijp te rooken. Van tijd tot tijd spra ken zij eenige korte woorden tot elkander. Hunne knieën zalen bijna in de vlam, en zij en schenen niet bekommerd te zijn met den rook, dien de draaiende wind hun beur telings in het gezicht blies. Zij waren ver slonden in hunne gedachten, en zij roerden niet tenzij om het stuk gebraad van tijd tot tijd een weinig te keeren. Nu en dan liet de eene of de andere een onbedacht gemor hooren, of stampte met zijn voet, of zwaaide zijnen vuist rond Alsdan stond hij op, bezag de maan die gedurig opklom, en hij keek dan in de verte, of naar den Missouri, als moest de woestijn of de stroom hun iemand toe zenden. Opeens schenen al die hoofdmannen door schrik bevangenwant 't waren de hoofd mannen of koningen van vier groote volks stammen, die door geheel het land hekend stonden. De eerste was 'een ouderling met grijs haar: Washaki genoemd 't was de geeërde raads man van dén Serpentenstam. Reeds tweemaal schreven wij dit jaar over de Ypersche Sint Maartens-Kathedraal, en nl. over het opbouwen van de torennaald, t. w. in het nr van ln Maart na de goedkeuring van de plannen van Bouwmeester Coomans door de Commissie van Monumenten en in het n1 van 24 Mei bij gelegenheid van de ontgraving der kraaibekken. Wij hebben het inzicht niet nog eens over de ontworpene toren naald te schrijven noch er voor een nieuw pleit op t stellen, zulks is onnoodig vermits de Daald er gelukkiglijk komen zal, daar de aanbesteding der werken ervan op 27 September plaats heeft. Voor twee jaar verloopen zijn zullen wij de prachtige toren, los en vrij uit een nu op te richten stellingbosch, voor de oogen zien rijzen, gekroond en gespitst, in al de heerlijke pracht van de indrukwek kend steenenmassa... van de slanke kunstlijnen en van het oogstree- lende beeldhouwwerk. Wij hebben in voorgaande artikels geschreven ter eere van al dezen aan wien Yper zijne kunstverfraaïagen te danken heeft en voornl. de herstelling aan St Maartenskerk en nu de voltoóing van den reuzentoren.Ü. Wat deze laatste werken betreft mogen wij nu ook eens rechtzinnige hulde brengen aan Z.E. H.Kanunnik De Brouwer, pastor-deken van St Maartens, die met kunstminnende bezorgdheid, met taaie wilskracht, met veel noodig geduld, zijn overheerlijke kerk weet te herstellen. De achter-kleinkinders en na-neven van het tegen woordig geslacht zullen met fierheid de Yperlingen van nu gedenken en roemen bij het bewonderen en bewaren van de door hun overge laten praalgebouwen. 't Zal ook geboekt staan ter gedachtenis van 't nageslacht dat St MaarteDS hoofdkerk, hersteld werd en haar toren met een kunstnaald bekroond onder het dekenschap van Kanunnik De Brouwer. mtèmSSÊk ÊSPiÉt De tegenwoordige aanbesteding is wel eene gepaste gelegenheid om nog eens onze hoofdkerk te vermelden. Wij geven drie zichten van de kerk die ongetwijfeld op haar geheel beschouwd de schoonste is iu heel het land. Benevens een binnenzicht, een buiten- zicht op heel de kerk langs den zuidkant gezien. Daar op zullen onze lezers, benevens den opgetrokken toren, nog bemerken het ont worpen lief gebouw dat mettertijd zal opgericht worden, in den nu heel afzichtelijken hoek tusschen de kruisbeuk, de Sint Annakapel en de H. Saciamentskapel. Opdat de kunstliefhebbers zouden kunnen oordeelen welk gepast uitzicht dit laatste gebouw zal hebben geven wij ook een afzonderlijke afbeelding er van. Onze lezers zullen bemerken dat dit algemeen zicht op de plans van Bouwmeester Coomans geno men is vooraleer de kleine sacristie ten oosten der zuider-kruisbeuk-gevel ontworpen en ge- >jbouwd werd. St Maartens-Kathedraal BINNENZICHT Welk eene prachtige kerk zoo er geen tweede in België te vinden is I op haar geheel overtreft zij St Rombauts te Mechelen, SteGoedele te Brussel, O. L. Vrouw te Antwerpen en alle andere kathedralen van 't land. De kunst kenners uit België en den Vreemde komen] dit Ypersch godsdienstig praalgebouw bewonderen, bestudeeren het betaamt dan dat alle Yperlingen zelf hunne kathe draal kennen en waardeeren. Volgens de overlevering was Sint Maartens, in de vroegst bekende tijden, eene kapel ter eere van de H. Maagd en Sint Andries opgericht. Van 1012 af, onder de regeering van Graaf Boudewijn met den baard, dia de kapel met huizen voor de kapelanen omringde, werd het kerkje aan Sint Maarten toegewyd. Omstreeks 1088 verviDg Robrecht de Fries de kapel door eene kerk. In 1102 vervangde de bisschop Jan van Terenburg de wereldlijke priesters door regu liere kanunnikken der Sint Augustinusorde. Eindelijk werd de bouw van Graat Robrecht de Fries afgebroken om op zijne beurt door eene grootere en schoonere kerk te worden vervangen. Met den bouw van het koor werd in 1221 begonnen onder Hugo, proost van Sint Maartens-Abdij. Ongelukkiglijk ward,, in 1240 het kloosier en het bestaande gedee^é van de kerk, met uitzondering van het koor, door brand vernield. Gravin Margareta van Constantinopel legde in 1254 den eersten steen.van de jbeuken en van de kruisvleugels. Kijkt eens boven den preekstoel, op de vooruitsprin- leest men het volgende opschrift" met het jaartal 1255 Lof Go Dj Y ghe/ft Daer eLC b Le/ft. in sommige deelen zijn vry goed de kenmerken van Jde i blijft 1 i St Maartens-Kathedraal BUITENZICHT (Zuidkant) gende lijst, onder het triforium, In den loop der eeuwen werd de bouw dikwijls gewijzigd en herwerkt XIV' en van de XIe eeuw te bespeuren. Het koor is ontegensprekelijk het meest indrukwekkend en monumentaal godsdien stig gebouw van vroeger spitsbogenstijl in België. Het is gebouwd uit Atrechtsche of Bethuunsche zandsteen, het is 40 meter lang en (binnenwerk) 11 meter breed. Onder den slotsteen van 't gewelf is het koor 25 meter hoog. Samengesteld uit vijf bogen, wordt het door een veelhoekige apsis, met negen gelijke vakken, omsloten. Binnen zijn de onderste openingen van de apBis zoo goed als heelemaal achter het in verscheiden styl (1685) opgetrokken altaar verborgen. Dient dit altaar behouden of vervangen Ziet, wij zeggen van eerst af dat wij meenen dat dit vraagstuk waarschijnlijk nooit op praktische wijze zal worden opgelost. Kunstenaars, archeologen, historiekenners en anderen verschillen van gedachten en zullen ia verschil blijven daarover. De eene wenschen, dat het altaar, niet overeenstemmend met den algemeenen bouw trant der kerk, zou verdwijnen om vervangen te worden door een meer bij den stijl van het gebouw passend kunstwerk. Zoo zou het mogelijk worden, het koor, dat het schoonste en vol edigste voorbeeld is van den primairen spitsbogenstijl, zijn vroegeren luister weer te schenken. Wij denken dat die gedachten tot nu toe niet gevolgd worden door de meerderheid der critici. AI zouden sommigen nog in princiep daar toe geneigd zijn, toch vragen zij zich af... met wat vervangen Een altaar, dat in meüig opzicht weerde heeft, dient zoo maar niet eenvoudig weggenomen het komt er inzonderheid op aan, het te vervangen door een kunstwerk, weerdig van al het omringende. Is nu de k nst in het ambacht genoegzaam hersteld, om een werk voort te brengen in verband met deze kerk en in alle opzichten onberispelijk? Met die vraag te stellen schijnen de stellers er aan te twijfelen... Doch eene derde soort critici willen het altaar bewaren, niet alleen omdat het een kunst gewrocht is op zijn eigen maar omdat het, kunstwerk zijnde, deel uitmaakt van de geschiedenis der kerk die dient bewaard te blijven niet in boeken of musea's maar ter plaats zelf in de behoudenis van al de deelen en kunstmeubelen en ornamenten der kerk. Moest men om reden van het princiep der eenheid in den stijl besluiten het altaar weg te nemen dan zou men om denzelfden reden nog de ongeevenaarde marmeren afsluiting der H. Sacramentskapel moeten afbreken't ware belachelijk... Ziet en dat die verschillige gedachten steunen op ernstige redens en bewijsgronden.... Intusschen met dit praatje over de hoog altaarkwestie hebben wij plaats verloren om ons kerkbezoek verder 't Zal voor later zijn. BIJGEBOUW aan St Maartenskerk (Zuidkant) gij lezers dat er verschil is van gedachten voort te beschrijven. Do tweede was Arono. Een Udteekén, dat geheel de linkerzijde van zijn aangezicht in tweeën sneed, had hem den bijnaam van Groote-Wonde doen geven. Do derde noemde Timakon of Dondervuur, omdat hij zoo geweldig was in het strijden. Do vierde wierd Prelty-Bear ol Beertje ge noemd. Zijn wezen was leelijk en afstootelijk, gelijk dat van een beer maar zijne taal was zoo aangenaam en lieflijk, dat hij al zijne toehoorders verrukte. En wat was er bekwaam die- onverschrok- kene mannen de vrees in 't lijf le jagen Een heuvel, die op eenige honderden stap pen van daar, langs de boorden van den Missouri lag, was de oorzaak van dien schrik. En nochtans, bij het zien, was er niets bui tengewoons aan dien heuvel, die drie hon derd voet boven de eenzame vlakte uitstak. Hij scheen 'daar, zonder zichtbare oorzaak, door de machtige hand der natuur gewor pen te zijn. Zijne schaduw viel op liet water en scheidde het vaneen door eene breede slriep van duisternissen. Hier en daar, langs de 'kanten, stonden groote boomen, die ver gingen van ouderdom. Op den top van den heuvel groeide er niets. Men zag er slechts eene overgroote sper, waaraan er stukken van blinkende stoffen hingen en vaandels van verscheidene kleuren. Do hoofdmannen bezagen dien eenzamen heuvel. Zij schenen er naartoe getrokken te zijn; maar iets anders hield er hen van af. En hoe later het wlerd, hoe meer hun angst scheen te groeien. Zonder het aan elkander te durven hekeEnen, waren zij allen bevangen met eene onoverwinbare vrees, die voort kwam uit hunne bijgeloovigheid. Wat was dan die heuvel, die zulk oene vrees inboezemde aan al de Indianen 1 't Was eene grafstede. Daar immers lag een 'der vermaardste hoofdmannen van den stam der Omah'avs, dc Zwarte-Vogel. Gedurende zijn leven was hij de schrik van zijn volk 'geweestwalit zij meenden dat hij over hun leven beschikte, volgens zijne- beliefte. Hier volgt hoe "dat gekomen was. Hij had eene 'groote hoeveelheid vergift gekregen, te weten arsenic, door de tusschen- komst van een koopman der Vereenigde- Staten, die hem de wijze geleerd had van er gebruik van te maken. De koopman moest niet lang achter zijn loon wachten. De Zwarte- Vogel noodigde hem nog denzelfden dag uit tot een maaltijd, waarvan hij niet meer op stond. Hij had hem van zijn eigen vergift doen innemen, en de koopman stierf eenige uren later, in do grootste pijnen. Blijde en trotsoli over zijne "proef, kreeg de Zwarte-Vogel een schrikkelijk gedacht. De bijzonderste oorlogsmannen en de min dere overheden waren afgunstig van zijne macht. Hij zond eenige mannen op jacht achter wilde ossen en hertinnen, en noodigde al dezen die tegen hem gesproken hadden tot een feestmaal uit, zoogezeid om hem te verzoenen met al zijn volk. Maar 't was om ,ze allen te yergiftigen. Zoohaast zij van de vergiftigde gerechten geëlen hadden en dat zij daar onmachtig ten gronde vielen al stuiptrekkende, begon hij een slag van aansprake over de macht van den Manitou of Geest, die met hem was, cn hij riep uit in zijne wreedheid Schept moed, oorlogsmannen Indien ér nog krijgersbloed in uwe aderen vloeit, begint uwen doodzang te zingen Want ik ver klaar hot u vooraleer de zon zal rijzen, zullen de raven 'boven uwe woonsten zwe ven, en uwe vrouwen en kinderen zullen uwe doode lichamen met hunne tranen be sproeien Ii 't Was een nacht van lijden, van zuchten en van dood. Niet één ontsnapte aan het vergift. Geheel het leven van dien wilden hoofdman, was eene aaneenschakeling van wreedheden en van euveldaden. Eindelijk, moede geworden zijnde van men sehen te dooden, en meenende dat hij overal vervolgd was door de schimmen of zielen zijner slachtoffers, viel hij in de uiterste wanhoop, en liet hem vergaan van honger. Vooraleer hij stierf, deed hij eenige zijner getrouwe oorlogsmannen bij hem komen, en beval hem te doen begraven op den hoogslen heuvel der boorden van den Missouri, ge zeten op zijn schoonste peerd, en met zijn aangezicht tot den stroom gekeerd, om van verre al de reizigers te kunnen groeten Zijn bevel wierd uitgevoerd hij wierd al- zoo op den heuvel gezet, waarvan wij gé- sproken hebben, - "Hordt voortgezet,u

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 3