Bijvoegsel aan «HET YPERSCHE VOLK» van Zaterdag 27 September 1913 De Koning Roodhuiden fPEft ABBBJIDISSEHIEHI Rond de Wereld Naar Amerika U DK INVLOED DER GAZETTEN WERVICK LICHT, a. u. bi. Voor uwe Gerben Casier-Van Elslander Sedert Januari hebben wij herhaalde lijk geschreven over de loge-schandalen in Congo. Alswanneer, met het begin van 't jaar, de protestbrief en beschuldigingsakt van Pater CAMBIER t9gen den Staatsprokureur, Vry- metselaar, Protestant,Zweed Munch openbaar gemaakt werd, was het eene a geheele ver slagenheid in de Loge... h t regende solfer en vuur op den tempel... de vrijmetselaars waren verpletterd, daaraan hadden zij zich niet verwacht, en ze wisten niet hoe zich uit nesten getrokken, heel hun duivelsplan viel in duigen. Alswanneer een katholiek Minister voor het minst den schijn toonde te twijfelen aan de protestatiën van de katholieke Zen delingen en op eene voor het minst onbe hendige wijze tegensprak en tegenschreef ter verbazing van heel het katholieke land dan steeg er een jubelkreet op uit de logekrochten, het spel was nog niet ver loren, de kans keerde ten baste, de vrijmet selarij mocht op de twee ooren slapen en eene voor haar nog voldoender toekomst verwachten... Wat dingen! een katholiek Minister geeft troef in de vrijmetselaars kaart Wie had dat van zijn leven kunnen verhopen Alswanneer men raadt hoe de vervolgde en tenden-uit-afgema: telde Zen delingen het stilzwijgen werd opgelegd, al hoewel de aanvallende katholieke Minister niet zwijgen zou om deze ten gronde toe te kleineeren die niet meer antwoorden kon den... dan, o dan 1... was het zegefeest in de loge... en het ordewoord werd gegeven aan de vrijmetselaarsbladen den strijdhoorn te gen de katholieke Zendelingen te doen schallen... Een nieuwe strijd begon. Wij hoorden alsdani.. dat er in Congo moest gewrocht worden om de Zwarten te beschaven doch dat de Chpistene beschaving te hoog, te vol maakt was voor wilde negers, dat men nog wachten moest tot latere tijden en eerst een middelweg inslaan, trapsgewijze vooruit gaan, een middelmatige verbetering aanne men, t. w. het invoeren onder de Zwarten van de Musulmansche beschaving en religie. Dat kwam uit de Loge, dat kwam van mannen zonder religie, voor wien, ten nutte van anderen,alle godsliensten even goed zijn uitgenomen den eenen waren katholieken godsdienst, 't Was een nieuw middel tegen de Zendelingen, tegen de Kerk. Y^ij hoorden alsdan ook... dat de ijver y^n de |atholieke Zendelingen te prijzen is doch somtijds en in sprpmige kwestiën veel te hevig en te vurig 5 dus dat hy wat moet ingetoomd worden vnl. in zijne bestrijding van de veelwijverij. De veelwijverij, zegde men, in haar eigen wellicht een lageren trap van beschaving, is bij de Zwarten aan te nemen, ligt in den aard van het volk, is hijgevolg zoo slecht niet. De Zendelingen missen met hun stelsel van christen huwe lijk te willen - invoeren. Dat kwam uit <jö Loge, dat is een onzedelijk stelsel tegen de meest af loende verklariogen der volkenkunde, tegen de ontegenspreke lijke uitslagen van het christen beschavings werk. Dat is een stelsel aangenaam aan som mige ambtenaren in CoDgo, die in onze Zwar te Colonie een bijzonder voorbeeld geven van deugden en niet alleen schandelijk leven en loopen en reizen met eene bedorvene bijzit; maar, te wete van iedereen, een hoop zwarte vrouwen bezitten ter walgelijke vol doening van hunne dierlijkste driften. Is dat te verwonderen Uit de Loge is nooit iets anders dan proper en zuiver geko men met de welriekendste geuren van eene eigenaardige deugdzaamheid. En 't zijn die log-isten die onze Zwarten gaan beschaven naar de begrippen der vrijmetselaars zeden leer 1 Propere beschaving 1 Is het dan niet noodig, Katholieken, onze katholieke Zendelingen te steunen, te ver dedigen, te wreken 1 Is het dan niet noodig de verschrikkelijke Congoleesche wantoe standen openbaar bekend te maken, te schandvlekken en te bestrijden Welke toekomst voor ons Congoland moeBt de vrijmetselarij meester blijven in de* Admiaistratie. Welke toekomst voor ons Congoland moest een vrijmetselaars gouvernement in België meester zijn. Dat mag niet, dat zal niet 1 r*i Die bekentenissen hebben ons een weinig van de werke weggeleid... ter zake. Met het begin van Oogst hebben wij laten weten,aangaande de eerrooverij welke Pater pambier te lijden had, dat de aanklaagster van den Prefect van Qpper-Kasa'i, de bedor- venelvijftienjarige Mpchidikwabe voor den prokureur-genepaal Duchaine verklaard had gelogen te hebban en dat heel de beschuldi ging tegen den grooten Zendeling een uitvin ding was, een plan tegen hem gesmeed. Niet een katholiek heeft ooit geloof ge hecht aan de eerroovende beschuldiging tegen den vermaarden Apostolischen Prefekt, en... wij meenen wel dat de Minister onzer Colonië niettegenstaande zijne voor ons onbegrijpelijke ministerieele handelwijze als katholiek ook nooit een twijfel had tegen de eer van den roemrijksten onder al onze Afrikaanders. Yan waar dan, bij een verstandig en zoo hooggeplaatst man.die driftige opstand tegen de Zendelingen Toch zeker tiet om vuile potten wit te wasschen Was het om de eer te redden der Administratie Geen beter middel daartoe dan al die vuile en ondeu gende potten er uit te bannen. Nu, met Oogst 11. liet op eene hem ge stelde vraag de Minister weten dat voor aleer uitspraak te doen over heel de zaak bij nog het volledig verslag van Prokureur- generaal Duchaine van doen had. Wij zeg den daarop dat we tot dan zouden geduld hebben. Weltu het is geweten dat dit volledig verslag niet met den laatsten CoDgoboot, verleden week Dinsdag, toekwam maar sedert omtrent vier weken het in handen is van den Minister. De Minister was sedert dien met verlof, wellicht heeft hij zijn rust dagen benuttigd om op zija gemak kennis te nemen van de gewichtige stukken.,, doch nu... nu... Nu is de tijd gekomen van te spreken. Heer Minister Jicht 1 licht over heel de zaak. MENGELWERK 1 DER 1 Bij het graf van den Zwarte-Vogel. We moeten ze uit al onze krachten be strijden en edelmoedig de katholieke pers ondersteunen die den goeden strijd strijdt. Alle goddeloos blad uit onze huizen 1 Nooit een blad koopen van onze tegenstre vers dat ware krijgsvoorraad aan onze vijanden bezorgen. Dat elke[katholieke familie haar katho liek blad hebbe 1 Werkt tot verspreiding der katholieke bladen. Geeft haar uwe aankondigingen eischt ze in openbare plaatsen, in de hotels, res taurants, koffiehuizen en koopt in de sta tiën katholieke b'aden. Het artikel van onzen Waalschen confra ter is uitmuntend van tijd tot tijd moet er eens op de trom geslagen worden, want zoo wel aan het kwaad als aan het goed, dat de gazetten kunnen stichten, wordt dikwijls eerst gedacht a's 't te laat is. Syndikalisme Er zijn op dit oogenblik 105.000 leden ingeschreven bij de Christen Syndikaten. Het is het officieel cijfer medegedeeld door E. P. Rutten. Volgens eene statistiek over eenige dagen in Vooruit verschenen telt de socialistische partij 116.000 ingelijfde. Als men denkt dat de socialistische partij twintig jaar voren is in syndikalisme, is de uitslag der christene syndikaten troostend en ook hoopgevend daar de rooden schier niet meer vooruitgaan terwijl de christene vak- vereenigingen met reuzenschreden hun le dental vermeer eren. Nog enkele jaren en de Roode zijn overwonnen. Doch nooit hadden de rooden zoo talrijk en zoo sterk gestaan, zoo geweldig moeten bestreden worden indien de kathelieken, gehoorzamend op het woord van Leo XIII in Rerum Novarum seffens hand aan 't werk hadden geslegen indien de werkers van het eerste uur en de werkers van du nog geen lakensweerdigen tegenstand hadden tegengekomen vanjjwege katholieken zelf. Mocht de taak der christene propagandis ten meer en meer vergemakkelijkt"!,worden om honderd duizende nieuwe leden aan te werven want er zijn in België nog meer dan 600.000 ongesyndikeerden. Oom Klopaert op ronde Zóndag speelde de nieuwe kerkorgel voor de eerste maal de hoogmisse. Heere toch Wat verschil in 't begeleiden van den zang tusschen 't muziek van eeüen indrukwekkenden orgel en dit van een arm getrek van eenen harmonium Hoe aangenamer, hoe melodischer, hoegrootsch en hoe schoon De zangers ook voelden het en zongen nog beter nog schooner dan voorheen. En, spreken de van zingen, zegt eens, heeren zangers, gij zult het van wegens Oom Klopaert niet kwalijk nemen niet waar, zoo hij u aanwakkeren duift de wekelijksehe repetitie wat beter en regelmatiger hij te wonen, ten einde M. Van- steenbrugge toe te laten en de gelegenheid te geven u grondig in den kerkzang te onder richten en uwe stemmen met deze van den orgel te accordeeren 't Is toch om te zingen, en om te zingen zooals het behoort dat men naar 'I okzaal gaat, meenen wij, en niet om mondje toe te spelen, en om boven de hoofden van de menschen te kunnen loeren. Is 't niet waar Onder u zal er immers niemand ontkennen dat er ondertusschen niet meer dan één gevonden wordt bijzonderlijk onder de achtienmaan- ders die wat al te veel op Pier Krinkels vinke gelijkt- Geen land misschien waar de Katholieke Kerk mier vooruitgang maakt als in Ameri ka. Doch daar wordt ook gewrocht door een ieverige geestelijkheid die naar alle middel uitziet om het waar geloof te verspreiden. Wij hebben in voorgaande nummers reeds gewe zen op de werking van den Belgtschen-Amerikaanschen Priesterbond [ten voordeele des uitwijkelingen. Nu iets anders. Men moet in sommige deelen van Amerika rekeniDg houden met de ongehoorde uitge strektheid van zekere bis dommen Sommige stre ken zijn zoo ver afgelegen dat ze haast nooit door katholieke priesters kon den bezocht worden. Daar om dachtmtn eerst op ht t inrichten van een chapel* car d. i. een spoorwagen kapel, die dank aan de aldaar beken de goede me dewerking der spoorweg- De Auto-kapel compagniëo, kosteloos op de verschillende spoorlijnen vervoerd werd. De chapel-car gestuurd naar de uitgestrekte landen van het Westen diende er als kerk. Doch deze reizende kapel kon enkel de menschen bedienen die dicht bij de spoorlijn woonden. Voor 't binnenland was zij echter van geen nut. Daarom heeft men daar nu de Auto-kapel uitgedacht.1^ 1 E9ne rijke onbekende dame heeft da eerste motor-kerk wag sn geschonken, gebouwd door een der grootste automobielfabrieken onder kerkelijk toezicht, 's Nachts isjj het vo- rendste deel van den Auto ingericht alsj«8laapwagen voor twee priesters? waarvannen .;.'F t L '1 'Vjvj.rgg* srfv* |T T II Jantje Tandt had reeds dikwijls bemerkt dat er door de opperlucht van Pier Krinkels hjr- berg, altijd op dezelfde plaats en zonder roeren en poeren eene wijdgebekte vinke zat te loeren. Uren op uren, keer op keer had Jantje reeds staan wachten tot de vinke toch eenmaal zou slaan of elders zou kijken. Doch te vergeefs. Maar vader, sprak Jantje, toen hij zekeren keer peizend te huis toe kwam, hoe komt het toch dat Pier Krinkels vinke altijd zingensgereed zit te gapen maar nooit niet 'n slaat Janlje, antwoordde de vader, Pier Krinkels zette daar de vinke voor den glans harer pluimen, voor het overige ze gaapt maar voor de mode, z'is immers gedroogd en opge vuld Als men nu onze schoone keike binnentreedt ziet men sedert eenige dagen, hier en daar langs pilaar en muur eene kaart hangen waarop in groote letters gedrukt staat Het is streng verboden in de kerk te spuwen. Weihoe, een verbod hetwelk men tot nu toe enkel in vischmijnen, spoorhallen, schouwbur gen, enz. enz. uithangen ziet moet dan voor Wervicks kerke, voor 's Heerens tempel, voor 't huis Gods genomen worden Wat in kazer nen, kostscholen, verbeteringsgestichten, ge vangenissen enz. enz. strengelijk vervolgd en onmedoogeud wordt uitgeroeid, moet in Gods woonst worden te keer gegaan hunne knieën tot bij de vlam om te war men, zonder aan het stuk vleesch te ko men dat nog niet doorbraden was. Helaas ja, en't mocht zelfs liet langer meer duren Schaamtelooze, onweerdige vuilaards, klein in getal 't is waar, maakten op sommige plaat sen van de kerk een echten stal, en heele opper vlakten walgelijk spog deden de welopgevoede menschen van afkeer het hoofd afwenden Een koewachte" eerbiedigt meer een versehgemeste stal, en een wildeman spuwt met meer omzich tigheid in eenen mesthoop 1 't Is eene schande In de kerk zijn spuwers en spochers op hun ne plaats niet. Want wie zou kunnen gelooven dat zulke lieden kristelijk en katholiek zijn of het ooit hebben geweest Zij komen maar naar de kerk omdat zij moeten de eene gedwongen door vader en moeder, de ander uit vreeze voor zijn wijf. Anders zage men ze niet. Wij weten het genoeg, de plichligen zullen deze regels riet zien, onder de lezers van Het Ypersche Volk vindt men die niet 1 Doch wij kunnen niet nalaten, nu vooral dat de omstandigheid zeer wel past, zoo eene ge- meene, onweerdige daad zonder omwegen te schandvlekken. Tevens doen wij eenen oproep tot alle deftige, welopgevoede, kristene, katho lieke lieden in het vervolg als 't nog voor vallen zou de pliebtigen hunne walgelijke handelwijze te helpen afleeren. Wanneer bij voorbeeld in de toekomst een vuilaard nog de kerkvloer bespuwt, dal al wie er bij zit zich van hem verwïjdere, dat men hem alleen eD ver laten late zitten midden zijn walgelijk spog en in eene ronde van meters en meters groot. Hij zal de les verstaan. Ten anderen men heeft zulke lieden zoo schrommelijk niet te duchten, want moesten zij 't zij zoon, 't zij vader, te huis, in kamer of keuken rond hunne ooren en met heele plaasters den vloer bespuwen, 't zou er anders luiden Hunne moeder of hun wijf, gave den walgelijken rekel van eenen jongen eenige klinkende vijgen om de ooren, of ze sloeg haren vuilen vent alzoo een vijf en twintig ke'eren den bezem op den kop saaagspfe. Oom Klopaert. Huwelijk. Dinsdag laatst had in de paroS ehiale kerk van Wervick het huwelijk plaats van Mijnheer Aimé Blockeel, hoofdonderwijzer aan de kath. knechtenschool van Komen-ten- Brielen met Mejuffer Martha Allegaert. -«««a Zijne talrijke vrienden wenschen [Aimé,~aïs- mede zijne jonge gade 's Heerens zegen, en vele» geluk en voorspoed in zijnen huwelijken staat Bouquets, BloemkorvenRouwkronen en Tafelgarnituren WEND U TOT HET HUIS Maar wat zagen zij voor huime oogen!? 't Vervolgt, t r*i Zeg niet er is geen zaak Cambier meer, vermits de beschuldigster bekend heeft ge logen te hebben. 't Is waar ER IS GEEN ZAAK CAMBIER MEER maar ER IS EENE ZAAK LECLERCQ-MUNCH en deze is allerergst, deze moet opgelost worden. Neen er is geen zaak Cambier meer ten a ideren, voor alle katholieken is er nooit een geweest, 't Stond klaar bewezen, van eersten af, dat de groote zendeling in die eerlooze beschuldiging van kindermoord het slachtoffer was der boozen. Had er eene zaak Cambier geweest, de Pater had aan prokureur Munch niet geschreven en dit schrijven zelf niet openbaar bekendgemaakt in Belgie. Daarbij komen thans als bekrach tiging de bekentenissen der bedorvene zwartin... Neen er is geen zaak Cambier maar de zaak Leclercq-Munch staat daar en moet klaar getrokken worden. In welken toestand bevinden zich, volgens het verslag Duchaine, die twee magistraten van Lusambp (twee ambtenaren der vrij metselarij in Congo) Het is substitut Leclercq die de eerste de beschuldiging van wege de jonge Muchidi- kwabe heeft ontvangen. Hoe komt het dat dit boos kind Pater Cambier in de zaak heeft gemengeld Wie heeft Paters naam er mee gemengeld? Wie? de zwartin of... de sub stitut? (De substitut die toch, na vruchteloos de familie van M. Jules Cambier, Paters's broeder, geduiveld te hebben, te voren ver klaarde We zullen er den Pater inlap- pen!) Ongetwijfeld staat het antwoord op die vraag in het verslag Duchaine, het land moet dit antwoord kennen. En heeft men ter gelegenheid van die droevige zaak niet onderzocht hoe Muchidi- kwabe haren man ontvluchte... Was dat misschien op het aanraden van een Blanke, die inzichten had Daar zijn zooveel aardige en heel stichtende historiekes voorgevallen in Congo. En wat den kindermoord betreft is er een kind vermoord geweest Toch alleszins Niemba's kindje niet. Het kind van die brave vrouw uit de Missie, is een natuurlijke dood gestorven en 't was een zwart kindje... En zoo er kindermoord gepleegd werd, was het van een gemengdkleurig kindje en zoo ja wiens kind was het van een Blanke vrij metselaar en wie vermoordde het of deed het vermoorden Niets, niets van heel die zaak mag onver- openbaard in de cartons verdoken blijven van het ministerie. En prokureur Munch Die gevi ij metselaarde protestantsche zweed liet, in April 11. weten aan den Minister dat hij overtuigd was dat Pater Cambier plichtig was. 'k Vraag het ul in April 111 en 't was sedert vier maanden t. w. sedert de pu blicatie van Pater Cambier's beruchten pro- testatiebrief dat Munch niet meer veroer- de, geen onderzoek meer had ingesteld... ('t Laatste onderzoek was zeker einde 1912 te Staats-Luluaburg waar hij laffelijk de arme Niemba en eene gezellin aanhield en gevan gen bracht daar hij, prokureur, aldaar juist vertoefde met zijne blijgezinde bijzit-reisge- zellin Ziet gij dien eersten schielijken uitslag van Pater Carpbier's krachtdadige protestatie tegen zijne verdachtmaking tegen de onwet telijke aanhouding van Niemba, tegen de onrechtveerdige prpceduur-wijze, tegen de eerlooze schandaalverwekking, tegen pro- N° 2 kureur Munch Munch de arme vrijmet selaar is plat geslagen, hij roert noch keert, hij spreekt noch schrijft, hij is stom en doof, hij is koes... zelf (zoogezegd) ziekgevallen. Hoe verstaat men dat van wege een magistraat die overtuigd is van de plichtig- heid van een verdachte en die door dezen verdachte zelf beschuldigd wordt zijn ambt te buiten getreden te zijn en onwettelijk ge handeld te hebben. Was vrijmetselaar Munch niet 't akkoord met vrijmetselaar Leclercq in de eerrooverij tegen Pater Cambier?... De zweedsche pro testant Munch zat zelf in de valle die hij op maakte tegen den katholieken zendeling... en hij wist niet hoe eruit gerocht. Heer Minister trek gij hem eruit, op de wijze wel te verstaan welke hij zal verdiend hebben volgens het verslag Duchaine, trek hem uit de valle en uit Corgo. Vervolg :- 1 En van daar is de groote vrees gekomen, die de bijgeloovige bewoners der woestijn voor dien berg hebben. Maar ook, "waarom, riep Dondervuur uit die de jongste der hoofdmannen was. en hem minst kon inhouden waarom ons hier samenroepen, als liet nacht is Konnen de zaken zoo wel niet geschikt worden bij klaren dage als bij het licht der maan l 't En is hier niet, maar ginder... zei de Groote-Wonde; eu hij wees al bevende nar den grafheuvel. Dat de Zwaile-Yogel mij genadig zij De Zwarte-Vogel kan mij hier komen (1) D eKoli in gd e r Rooill mi den, J. Demeester, Rousselaere, fr. 1.50. De coloniale vrijmetselaars hoopten dat de Belgische katholieken de zaak zouden effen laten eens dat Pater Cambier's eer hersteld was. In 't geheele niet. De zaak zal effen gelaten worden eens dat zij heel en al zal vereffend zijn, anders niet. Dat willen, dat eischen wij voor de eer van het koloniaal Ministerie, voor de eer van België. Wat in Congo ge beurde viel nooit voor in koloniën van andere landen, zelfs niet in Protestantsche noch in Fransche. De eer van onze zonen, onze broeders, onze vrienden die, ginds ver in 't Zwarte land, goed en bloed ten beste geven voor de christene beschaving, eischt de vereffening der zaak. Zoo moet het zijn, zoo zal het zijn, anders is de toekomst niet veilig voor onze zende lingen in Congo. De vrijmetselarij zou weêrom zegepralen en, geleerd door de ondervinding dezer zaak, tegen de eer der zendelingen nieuwe duivelsplannen smeden welke, boozer en doorslepener opgevat, zoo gemakkelijk niet zouden klaar getrokken worden als de zaak Cambier. •■êfm&j Het Katholieke land verwacht het woord van den Heer Minister. We durven nog ver hopen dat hij met krachtdadigheid de noo- dige maatregelen nemen zal en alzoo eens, als Minister van Koloniën, de verkleefdheid en dankbaarheid van het katholieke Vader land winnen, zoo die onze groote hoofd minister de Broqueville, van het eerste uur af, heeft gewonnen. BEFGA. j halen, indien hij wil, voegde Beertje cr bij; maar ik en zal mij in zijne klauwen niet gaan werpen 1 En bevreesd over zijne spreekwijze, na derde hij vol angst dicht tegen het vuur, en zei tol den ouderling Gij zegt, eerweerde Wasliaki, dat gij niet weet wie er den schicht geworpen heeft, die tegen de deul' oiizel' woning is komeu vliegen Geduld 1 antwoordde- de oude raads man men moet kunnen zwijgen en zijne nieuwsgierigheid bedwingen. Het teeken dat wij gekregen hebben, komt voorzeker van eenen machtigen hoofdman. De schicht, die tot onze wigwans kwam, is een teeken van groot gevaar voor de kinderen van Dacotnh. Wij hebben ér op geantwoord... Laat ons wachten 1 Alsdan kwam een zacht gerucht tot aan hunne ooren, van redelijk verre van den overkant van den stroom'; en hunne geoe fende oogen zagen eene zwarte lijn, die langs den oever lag -en welhaast op het water vlotte. Hugh 1 riep Timakon uit, en hij wees cr naar ,en bezag zijne makkers. Het en leed geen oogeinblik of zij hadden hunne wapens vast, en lagen plat op hun nen buik te wachten, gelijk tijgers die hun aas beloeren. Het was eene schuit. Zij vaarde recht naai den vreeselijken heuvel, den stroom pp. Vier 1 Het katholiek blad l'A ml de VOrdre van Namen roept nog eens de aandacht op het belang der gazetten, welke hij betitelt als de school voor volwassen en de predikstoel van den modernen tijd. Elkeen, zegt het blad, leest gazetten en velen lezen anders niets. Daarom is de pers het verstandelijke voed sel van allen. Daar zij zich bezig houdt met al de gods dienstige, maatschappelijke en politieke kwestiën, vormt zij het oordeel van de 1 volksmassa's in alle zaken. Haar invloed is nog grooter dan deze uit geoefend op de kinderen gedurende de schooljaren, want haar invloed duurt het leven lang, terwijl de invloed der school maar voorbijgaande is. De invloed der school ontmoet dikwijls hinderpalen in de luiheid en domheid van het kind. Het is zoo niet met de perB men stelt belang ia al de kwestiën welke zij aanvat. Wat zou er van de katholieke bevolking geworden, indien goddelooze meesters naar willekeur dagelijks de ziel onzer kinderen konden verderven De pers heeft meer invloed dan de school, en ziedaar waarom wij Diet vreezen te zeg gen, dat 't met een volk gedaan is, indien men aan de gcddelooze pers toelaat haren noodlottigen invloed uit te oefenen. De pers, de gazet is de grootste [predik stoel van den huidigen tijd. Zooals het volk zich schaart rondom den stoel der waarheid, van op[welken een rede naar van talent zijne stem doet hooren, zoo luisteren menige hoopen menschen naar de stem der pers en gelooven al wat zij ver kondigt. Meer, de invloed der pers is grooter dan die van den uitstekendsten redenaar. De predikant verkondigt strenge waarhe den welke men niet gaarne hoorthij moet worstelen tegen de driften en de vooroor- detlen. De pers vleit, maakt zich belangwekkend; men luistert er gaarne naar en men stelt er een blind vertrouwen in. We mogen dus niet onverschillig blijven als wij de Blechte gazetten het vergift van het ongeloof zien verspreiden, in de ziel den baat zien storten tegen] alles wat aan den godsdienst raakt. kloeke armen dreven ze door h'et water. Als zij te midden den stroom kwam, scheen zij te aarzeleen; en omkeerende, liet zij haar met den stroom nederdrijven naar de plaats waar het vuur nog altijd brandde. Al met eens stond een der roeiers recht in de schuit en hij liet drie maal te reke het geschreeuw van den uil hooren. De vier oorlogsmannen, die dezen schreeuw moesten kermen, stonden op. De roeiers staken h'unhe roeispanen omhoog, cn de schuit lag welhaast aan boord. Twee groote, kloeke Indianen stapten er uitde eene was in den bloei zijner jaren; de an dere was reeeds over de helft. Zij staken hunne handen uit tot de krijgers, die ze groetten met de bekende namen Red-Cloud Spotted-Thal Het waren twee vermaarde opperhoofden van de streken die onder het toezicht van de Vereenigda^Staten stonden. Zij zetten hen bij het vuur, zonder een woord te spreken, en droogden hunne natte kleaderen. Zij eir waren niet te onderscheiden va'ri de andere wilden., tenzij door de blin kende beeltenis van Washington, den voor- zilelr der Vereenigde-Staten, die met een kos- telijken band over hunnen hals hing. Zij namen de schoonste plaatsen, aanstaken lmnne pijpen, gelijk ware Roodhuiden, legden hunne wapens, nevens hen neder, en staken 1 11 m b -■ De auto-kapel gereed om het H. Misoffer op te dragen, natuurlijk een bekwaam chauffeur-mecanicien is. Overdag is het achterste deel in eene kapel herschapen. Merkt wel dat de wagen enkel dient als koor; daarbij heeft men een tentzeil dat aan de achterkant aan den geopenden wagan verbonden is en op de «prairie)), opengesteld. De auto-kerkwagen trekt door al de min bevolkte streken van het uitgestrekte Westen waar een priester nooit of slechts zelden komen kan en doet veel goed. Maar zij en spraken nog niet I Dondervuur. die daarover verwonderd stond, vroeg hun Gij zijt het zeker, groote koningën, die ons samengeroepen liebt voor dezen avond, en gij zult ons zeggen... Red-Cloud en Spotled vielen hem in de rede .Wij en weten niet meer wat er gaan- do is als gij, zeiden zij, Wijl hebben den schicht gezien, en wij zijn hier!.,. Zij waren allen in de grootste verwon dering. Wie mocht er die groote mannen sa mengeroepen hebben, zonder te zeggen waar van er sprake was Eén alleen was genoeg gekend, en had invloed genoeg op al de stammen, om zulks te durven oden. Maar die man was verdwenen sedert drie maanden, en niemand wast wat er van hem geworden was. Er wierd gezeid dat hij in de handene gevallen was der Witten, die hij menigmaal aangerand had en overwonnen. Altijd was het zeker dat zijn hoofd ten prijze gesteld was, en dat hij, is 't dat hij nog leefde, genoodzaakt was hém te verschuilen. 't En kon dus h ij hief zijn. Maar was het h ij niet, wie mocht het dan wezen Terwijl dat zij alzoo hij hen zèlven dach ten, hoorden zij drie maal den schreeuw Kiezerslijst. De lijst der kiezers van Wer- vick, voor het jaar 1914 1915, voorloopig vastgei steld door het schepencollege op den 31 oogst laatstleden, bevat A) Vcor de Kamer van Volksvertegenwoordi- 1372 kiezers met 1 stem 634 met 2 stemmen 267 met 3 stemmensamen 23J2 kiezers en 3508 stemmen. B) Voor Senaat en Provincie 1024 kiezers met 1 stem 619 met 2 stemmen 267 met 3 stemmen samen 1940 kiezers en 3123 stemmen. G) Voor de Gemeente 1020 kiezers met 1 stem 523 met 2 stemmen 131 met 3 stemmen en 151 met 4 stemmen samen 1826 kiezers en 3067 stemmen. Vergeleken met de kiezerslijst verleden jaar opg imaakt voor 1913-1914, is er eene vermeer dering Voor.de Kamers,van 23 kiezers en 51 stemmen voor Senaat en Provincie, van 24 kiezers en 6) stemmen en voor de Gemeente, van 39> kiezers en 65 stemmen. van den uil in een sperrenwoud dat nabij den zijsfroom gelegen was. De krijgslieden keerden hunne oogen naar dien kant ,maar zij en zagen niets roeren. Red-Cloud deed teeken naar Timakon, en deze kroop, gelijk eene slang, tusschen het droog riet, dat het al was dat men liet zag verroeren. Eenige oogenblikken later stond hij recht, twee honderd stappen verder, en doorpeilde, met zijn scherpziende oog, het dikbegroeide sperrenwoud. Drie manneh kwamen te voorschijn, cn naderden Timakon, hunne handen uitsteken de. Deze ging er naar toe en stak ook zijne hand uit. Wie zijt gij was zijne vrage. Opperhoofden I Van welke volkeren Van de Indianen der heuvelen waar de zon ondergaat. De krijgers hebben teeneh naam. Welk is de uwe Roode-Pluim,,. Alexander-de-kalispell... Tra- zi-Horse 't Is wel L. Ik hen Dondervuur... Was- haki. de raadsman van den Serpenteustam, cn vier andere hoofdmannen .zitten ginder... Er is plaats voor u bij het raadsvuur... Komt! Timakon hood ze zijnen makkers voor. Hunne aamefl deden ze hoog achten door Kaai 43, en Meenenstraat, 8. hunne nieuwe gezellen. Een andere boom stam wierd bijgerold, en zij zetten er hen op. Maar men vroeg hun niets. Gelijk Red- Cloud en Spotted-Thal de reden der bij eenkomst niet en kenden, die nieuwe aan- gekomenen, alhoewel zij vermaard waren in het Ear-West, zouden er niet meer van welen. Maar al met eens kwam er een schrik kelijk verschijnsel voor hunne oogen. De noorderwind lichtte eene vervaarlijke donkere wolk op-, die, ondanks hare groolte; met eene ongelooflijke snelheid voortvloog door de lucht. Het was gelijk een onzagge- lijk wangedrocht, dat de maan te keere ging. Welhaast was deze overmeesterd en verdwe nen En de aarde lag in eene gruwzame duisternis gedompeld. Te midden den donkeren, kwam het luid ruchtig hinniken van een peerd tot aan hunne ooren. Zij huiverden van benauwdheid het gerucht kwam van den grafheuvel. Op den zelfden oogenblik weergalmde, tot drie maal toe, de schreeuw van den uil. Maar niemand en gebaarde liet te hooren: zij beefden door al hunne lidmaten. Middelerwijl was de donkere wolk voort- gevlogen, en de stralen der maan verlicht ten wederom de natuur.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 3