Bijvoegsel aan HET YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 11 October 1913
de priester
De Koning
Roodhuiden
11
Van alles Wat
Rond de Wereld - Het Suez-Kanaal
k
De kiezing van 1914
Verbetering der wet
op de Beroepsverenigingen
Wat eigenlijk
onzijdig is
Officieele Berichten
MENGELWERK N°
DER
ii
Hoe de hoofdmannen der Indianen
samen raad sloegen.
Leest en verspreidt
«HET YPERSCHE VOLK»
-
Bij 't bespreken der onderwijskwestie zei
inde fransche kamer minister Barthou aan
den gevierden katholiek Grousseau die de
vrijheid van onderwijs verdedigde Het is
beter dat men over God {wijge in de school.
Daarop schrijft Pierre L'Ermite in
La Croix
Nu is 't een gedane zaak wat gisteren
reeds feitelijk, doch nog niet officieel her
kend, bestond, is nu wet geworden en goed
gekeurd men gebiedt den onderwijzer te
zeggen Christus God? Dien ken ik niet.
Misschien zijn er wel onderwijzers die
Hem kennen, aanbidden en beminnen maar
krachtens de wet ky, de onderwijzer, kent
niet.... en moet ook niets kennen.
Niemand méér dan die Raadsvoorzitter
heeft, door zulke handelwijze, zijn eigen
personeel meer verkleind en vernederd. Gij
hadt hem moeten hooren als hij al monkel-
plooien antwoorde aan M. GrousseauNeen,
geloof me, 't is beter dat de onderwijzer
z wij ge
'T IS BETER I
In die woorden ligt'n afgrond van mis
prijzen.
Een leerling zal den meeBter mogen on
dervragen over Artaxercès, Erostate enz.
en de meester zal mogen antwoorden.
Maar over God Hij mag niets weten...
En op die ontkenning, op dat niets weten
wil die drommel gansch'n onderwijs steunen.
Gelukkiglij k, op den buiten, iemand an
ders {al weten.
Is de onderwijzer vernietigd, daar staat
de priester in al den machtigen glans zij aer
zending.
Van nu voortaan is hij de eenige leermees
ter, die ongeschonden de waarheid leert I
Hij de eenige die zal durven zeggen Ik,
pastoor, die niet onzij lig ben ik pastoor,
die zoo oud ben als de kristene wereld ik
zeg u dat
Er is een God en voor dien God zult gij
eens verschijnen 1
Gij hebt eene ziel En gaat die verloren,
alleB is verloren
Leeft niet lijk dieren I Heft hooger uw
hoofd.... en bereidt uwe eeuwigheid.
De zending van den priester was schoon 1
Nu wordt ze overprachtig 1
Men duikt de zonne niet met 'n ouwelke,
en het stilzwijgen van den onderwijzer zal
ook den hemel niet duiken aan wie hem
kennen wil.
Overal voelt men dat de godsdienst her
leeft.
De menigte ziet rond en vergelijkt.
Aan den eenen kant, staat de Loge ont
maskerd, afgeleefd en versleten de Loge
die kinders op het assisenhof brachtde
Loge die het huisgezin vermoord, de ge
boorten vernietigd en Frankrijk tot op den
afgrond heeft gebracht 1
Aan den anderen kant, daar dreunt die
machtige stemme der menschheid die haar
oud geloof aau God luide uitschreeuwt
Daar staat de jeugd die trilt bij 't vernemen
van die stem en die weerkeert tot Hen die
alleen woorden van leven heeft.
Kijkt maar rondom U menschelijk op
zicht bestaat niet meer bij 't jongere volk.
Ik ken een dorp waar 's Zondags de smid
een plakkaart uithangt waarop geschreven
staatGeBloten uit oorzaak der mi».
In de kazerne, jonge soldaten roepen tot
hunne maten wacht, ik ga mee naar de mis.
Hier van avond, ligt onder mijn oogen,
een briefje van een soldaat uit de polytech-
nieke school, die luidt als volgt
Mijn beste Heer,
Ik zou geerne ter H. Communie gaan
Zondag toekomende. Wilt gij mijne biecht
hooren Zaterdag avond om 7 ure en een
kwartIk kom uit school om 7 ure en zou
graag voor ik eten ga u willen zien.
Op de Normaalschool is het ook zóó. De
vereeniging de Tala genoemd, is niets
anders dan de groep leerlingen die naar de
mis gaan
Ja de oogst is rijp
Zalig die in 't diepste hunner ziel het
Goddelijk woord vernemen Wees mijn
maaier 1
Gelukkiger nog die antwoord Hier ben
ik 1
Ja 1 ik zal priester zijn, 'tis te zeggen:
deze die gelooft en die bemint.
Ik zal priester zijn 't is te zeggen goed
onvermoeibaar goed
Ik wil de leerling zijn van dezen die het
berouw aannam van Magdalena.... die zijne
armen opende voor 't verdoolde kind.... die
Petrus niet verstiet noch de overspelige
vrouw, maar die haar zeiGa en zondig
niet meer
Ik zal priester zijn 1 't is te zrggen, de
bovenatuurlijke mensch deze die gestatig
naar hooger tracht... Het leven vliet heen
gelijk water do^ r de vingers... der vogelen
Vervolg
Allen luisterden, en hij sprak in dezer
voege
Kinderen van Dacotah, van Kansas en
van de streken van het Westen, aanhoort mij!
De zon is negenmaal opgestaan, sedert dat
de roeper der Roodhuiden is komen kloppen
aan de deur mijner woonst. Hij hield een
schicht in zijne hand, en hij deed mij konde
van hetgeen volgt
De tweede uür van de eerste volle maan
die komen zal, verwacht u hel Vaderland op
den grafheuvel van den Zwarte-vogel.
Hij vertrok en liet den schicht voor de
(i) De Koning der Roodhuiden, J. Demeester,
Rousselaere, fr. 1.50.
zang is kort... denkt aan eeuwigen lente
tijd
Dat ze dus fier het hoofd opheffen al de
priesters der wereld 1 Maar bijzonderlijk
deze uit Frankrijk dat land dat als geschapen
schijnt om voor alle andere volkeren den
proef der gedachten te doen.
De onderwijzer bestaat niet meer hij is
n tuig-dat-tellen-leert geworden
Daar is alleen de priester nog om uit het
kind den kristen te doen ontwaken... Gij
zijt het maar alleen meer, kleine pastoor van
te lande, die de herten der opkomende ge
slachten hooger moet voeren, en hunne
oogen hemel waards wenden. In uwe arme
landen ligt Frankrijk's heil
En indien die handen doen wat ze doen
moeten, dan morgen komt gansch een volk
dankbaar onder hen buigen.
Lijk Christus' goddelijke handen zwanger
van liefde en medelijden zullen ze over
Jaïru3' dochter uitgestrekt zijn en, niet te
genstaande den spot der rondgeBchaarde
fluitspelers, zal nogmaals haar het leven
worden weergeschonken.
Wij lezen in de Gazette van Brugge
Rond Februari 1912 drukten wij dat de
satholieke meerderheid van 6 stemmen, zou
rijzen tot minstens 10 stemmen en zeer waar-
sch jnlijk tot 12. Men loech er mêe. Laatst
'acht, best lacht, en wij kwamen tot 16.
En hoe legt het aan om te zijn in 1914?
Gij «uit er misschien mêe lachen, maar
wij zullen 't algelijk zeggen. De katholieke
meerderheid zal, na de kiezing van 1914,
zijn 22 stemmen. Wij zullen dus drie zetels
ontnemen aan ODze tegenstrevers. Waar
dat Er is kiezing in Limburg, Laik, Hene
gouwen en Oost-Vlaanderen.
In Limburg en Luik zal de toessand blij
ven gelijk hij nu is.
In Henegouwen zullen wij den verloren
zetel van Soignies weer winnen.
In Oostvlaanderen zullen wij bij winnen
één zetel te Gent, die wij verleden jaar dicht
bij hadden en te Aalst den zetel van M. Pier
Daens, die ook al niet reel meer over had.
Wil dat zeggen, dat wij mogen slapen
In 't geheel niet dat zullen wij bekomen
met duchtig te wtrken gelijk verleden jaar
en op de volgende voorwaarden
1°) Dat de katholieken hen niet laten
foppen do©r de lawijtmakers en kost wat
kost de schoolwet doordrijven tusschen hier
en korte weken
2°)Dat de wet op de sociale verzekeringen
zoo gauw mogelijk gestemd worde
3°) Dat men de kiezingen van den 4en
zondag van Mei brenge op den 1™ zondag
van Mei, opdat de Franschmans van het
arrondissement Gent en 't land van Aalst
kunnen deelnemen aan de kiezing. Dat men
het beproeve en gij zult zien dat M, Pier
Daens, die boft en stoft, dat de Fransch
mans zijn volk zijn, zal buiteDgecijferd wor
den, en dat bijzonderlijk door de beeten- en
oogstwerkers van 't land van Aalst, die veel
meer dan men het wel peist, verstaan dat
M. Pier Daens een lawijdmaker is zonder
werken, terwijl de katholieken hunne be
langen ter herte nemen.
Wij zullen daar nu van zwijgen en ten
naaste jare zien. Boek Jan.
vrrx
In 't jaar '98* werd de wet der Beroeps
verenigingen gestemd. Drie tegenwoordige
Ministers, de heeren Helleputte, Renkin en
Carton de Wiart weigerden er hunne goed
keuring aan te geven, omdat men het ver-
eenigingsrecht te nauw inkorte en aan al de
nijpende bepalingen onderworpen bleef.
Eene wet, zegden zij onder andere, die
de verenigingen belet handel te drijven, kan
onmogelijk vruchtdragend wezen en zal al
spoedig dienen herzien te worden en ver
beterd.
De gebeurtenissen hebben die mannen,
met helderen blik in zake van vakver eeniging,
gelijk overigens in vele zaken waarover ze
gevraagd worden te beslissen, heel en al in
't gelijk gesteld.
Het is dan ook onder den drang der syn-
dikale verenigingen, dat het Ministerie van
Arbeid eene studiecommissie benoemde,
waarvan E. P. Rutten, namens de meerder
heid en de heer Bertrand (socialist), namens
de minderheid, verslaggever werden be
noemd.
Van zijnen kant, deed de Belgische Volks
bond eveneens eene studie opmaken, en alles
laat voorzien dat de wenschen, welke in het
aanstaande Congres zullen worden aange
nomen, de grondslagen van het nieuwe
wetsontwerp zullen uitmaken.
Met het oog op dat Congres werd de
kwestie in de laatste zitting van den Studie
kring van den Gentschen Werkiiedenbond
behandeld.
Voor een talrijk en zeer belangstellend ge
hoor, deed de Eerw. Pater Rutten de uiteen
zetting van het in worden-zijnde wetsont
werp.
Eerst zette spreker voor de zooveelste maal
en het kan niet genoeg herhaald worden
het vereenigingsrecht uiteen en de uit
oefening ervan als natuurrecht. Dit recht,
door den wereldbrief Rerum Novarum
bekrachtigd, dient op wettelijk gebied doel
treffend beschermd te worden.
De bestaande wet op de Beroepsvereenigin-
gen bepaalt stipt al wat de vereeniging doen
mag.
De nieuwe wet zal enkel bepalen wat de
vereeniging niét mag doen om hooger zede-
'ijke belangen.
Aan de vereenigingen zullen, in hoofd
zaak, de volgende rechten, die nu verboden
zijn, toegekend worden.
1) Het recht om handel te drijven. De
beroepsvereeniging is trouwens het eenig
middel bijna om aan hare leden te verschaffen
meer welzijn voor het heden en meer zeker
heid voor den dag van morgen.Om die zware
taak behoorlijk te kunnen vervullen, moet de
vereeniging over geldelijke middels kunnen
beschikken. Door het drijven van handel kan
zij zich dat inkomen verschaffen.
2) Het recht actiën te nemen in naamloo{e
en handelsmaatschappijen, 't Ware zeer doel
treffend dat de vertegenwoordigers der vak
verenigingen in de algemeene vergadering
der aandeelhouders konden treden. Dan zou
er al eens van werklieden belangen en niet
altoos van cijfers en dividenden gesproken
worden. En als het geld der werklieden in de
onderneming zit, zullen de werklieden zich
aangezet gevoelen, om den gang der onder-
fieming te bevorderen
3) Het récht den onderlingen bijstand in
haren schoot te beoefenen. In sommige ge
vallen kan de beroepsmutualiteit beter zijn
dan de ziekenbeurs van verschillende stielen.
De werklieden zullen daarover in volle
vrijheid beslissen, maar 't kan toch niet
aangenomen blijven, dat zij het niet mogen
doen, mits waarborgen dat het bezit der
mutualiteits-afdeeling onaantastbaar zij en
niet tot andere doeleinden kan benutigd
worden.
4) Het recht schadeloostelling te eischen
van een patroon of een ander persoon die een
werkman door dwangmiddels belet lid te
worden van eene vakver eeniging.
In Frankrijk is dit reeds van kracht.
Voorbeeld; een werkman werkt io-i5
jaar bij een en zelfden baas. Hij heeft immer
een goed loon verdiend en was allezins een
voorbeeldig, neerstig en trouw werkman.
Nu wordt hij zekeren dag lid eener vak-
vereeniging.
Onder een of ander reden wordt hij afge
dankt, zonder meer.
De patroon heeft goed te zeggen, 't is door
die of die reden, dat gaat niet meer.
Hier is een aanslag op 't vereenigingsrecht
geschied, en de strat zal worden toegekend.
5) Het recht gemeen{ame arbeidsver-
dragen met den patroon of vereeniging
van werkgevers te sluiten.
In zulke overeenkomsten worden alge
meene bepalingen neergeschreven, b. v.
minimum van dagloon, maximum van dag
uren, buitengewone vergoeding voor nacht
en zondagwerk.
De afzonderlijke werkman behoudt dan
nog altijd de vrijheid, met zijn patroon betere
werkvoorwaarden aan te gaan, maar hij
moet blijven binnen de palen van het ver-
ecnigingskontrakt.
6) Het recht meerdere eigendommen te
be\itten.
Eene vereeniging moet over behoorlijke
lokalen kunnen beschikken, werkhuizen voor
werkeloozen kunnen oprichten en daarom
op eigen land de noodige lokalen kunnen en
mogen aankoopen.
Verder worden nog een heele reeks wijzi
gingen van minder belang aangebracht,
zooals
a) de jonge werklieden, van als ze begin
nen te werken, zijn lid eener vakvereeniging.
b) in de kleine steden waar geen werk
lui genoeg is van één vak om eene vereeni
ging op te richten, mogen verschillige
vakken te zamen doen.
c) een hooger raad der beroepsvereni
gingen zal de beroepsinstellingen behee-
ren.
Bij de bespreking werd ook nog de
wensch uitgedrukt geen onderstand meer
te verleenen aan niet-erkende vereenigingen
De erkenning is een waarborg voor het
besteden van de toelagen,
In het eerstkomend Congres te Gent op
28 September werden deze belangen der be
roepsverenigingen besproken en bekrachtigd.
Daardoor mocht nog eens blijken wat de
Belgische Volksbond is en kan.
deur liggen van mijnen wigwam, zeggende
dat het geschreeuw van den uil de verken-
nirgsroep der krijgsmannen ging zijn.
llier is de schicht dien hij achtergelaten
heeft. Ben ik de cenigste die hem ontvangen
heb.? i I !.J '1*
Hij trok een korten schicht van onder zijn
bovenkleed, en wierp hem bij het vuur.
Acht andere vlogen bij den zijnen, en acht
stemmen riepn
Wij hebben den schicht ontvangen ge
lijk gij I
't Is wel zei Washaki.
En hem keerende naar Sitling-Bull
De Zittende-Stier, mijn broeder, heeft
zijn mond niet opengedaan, en zijn schicht
ligt bij de onze niet. Indien hij niets ge
kregen heeft van den roeper der volkeren
zou het hij zelf zijn die ze ons gezonden
heeft V
Sitting-Bull antwoordde
Ja t
Iedereen verwachtte die antwoorde nie
mand was er dus over verwonderd.
De ouderling die den raad voren zat, her
nam
Het is wel I Een groote hoofdman
weel altijd wat hij doet. Maar dat de Stier
zijne oogen nedersla en ovenvege wat fk
zeggen zal
Hier is de Roode-Pluim Zij is tot hier
oyer de bergen komen gevlogen 1
Hier staan Red-Cloud en Spotted-Thall 1
Zij hebben huUne landen verlaten, en zij heb
ben, gedurende verscheidene dagen, den groo-
ten stroom moeten opvaren, om hier te
kunnen zijn.
Hier is Prelty-Bear, 't rap Beertje 1 Hij is
door de weiden gesprongen gekomen tot op
dezen heuvel.
Hier zijn Dondervuur en dc Groote-Wonde
Zij hébben twee peerden doodgereden in
de woestijn, om hier op tijd te kunnen ge
raken.
En ik, ik heb mijne luit verlaten, alhoe
wel ik vijf-en-zeventig Winters tel; ik heb
mij moede gereisd op mijne witte peerden,
door die landen waaraan ik geen einde zag.
Welnu, wij verhopen dat wij hier niet voor
nieten niet gekomen en zijn; en dat de
groote koning van Dacotah ons zal willen
zeggen waarom hij ons bijeen geroepen heeft.
Sitting-Bull stond recht. Hij knikte eerbie
dig naar den ouderling die gesproken had,
lachte elkeen der andere krijgslieden toe,
en sprak:
Machtige raadsmannen der Maudanen. der
Pawniers, der Osagen en der stammen die
in de weiden leven, en op de bergen en
rond de meren aanhoort de woorden van
eenen hoofdman
't Zal zéven maanden geleden zijn, bij 't
uilioopen van 't blad, dat ik mijn dorp ver
liet, oyer de stroomen stak, dé vlakten
M. Viviani, de fransche minister die bet
meeste gedaan heelt om de scholen in zijn
land onzijdig te krijgen, die zal het ons
zeggen
Men spreekt van onzijdigheid in het on
derwijs men sprak er van en men spreekt
er nog van. Het is nochtans tijd van eens
met open kaarten te spelen de onzij digh id
in het onderwijs is heel eenvoudig een leugen
uit diplomatie, eene schijnheiligheid die wij
wel moeten aan den dag leggen. Wij spre
ken van onzijdige scholen om de gewetens
van eenvoudige menschen in Blaapte wiegen.
Dit alles is niet meer noodig laten wij
rechtuit spreken, en zeggen dat wij nooit
iets anders in 't zin hadden dan scholen in
te richten tegen de religie, en scholen die op
krachtdadige strijdzuchtige wijze de religie
zouden bevechten.
Is dat klaar en duidelijk genoeg gespro
ken
Wat had de godvruchtige en geleerde
Mgr. Freppel het goed voor, toen hij
schreef
Aan een kind van zes zeven jaren, dat
naar de school gaat, niet spreken van God,
is dat kind doen denken en gelooven dat
God niet bestaat, of dat men zich om God
niet moet bekommeren aan een kind zijne
plichten jegens zich zeiven en jegens zijne
medemenschen uitleggen zonder ooit te
spreken van zijne plichten jegens God is
duidelijk te kennen geven dat deze laatste
plichten niet bestaan of ten minste van geen
belang zijn; opzettelijk den naam van Jezus-
Chiistus niet uitspreken, nooit van zijue
leer, zijn leven, zijne werken een woordje
spreken, dat is het kind doen gelooven dat
Jezus-Ghristus heel goed van kant kan gela
ten worden, daar de meester er zelfs geen
woordje van zegt. Zoo wordt de onzijdige
school, of zij wil of niet wil, de school zon
der God.
En wilt gij nu eens weten wat Emiel de
Laveleye, vrijdenker en leeraar aan de
Hoogeschool van Luik, ervan zegde, van
de onzijdigheid
In de Revue de Belgique loge-uitgaaf
schreef hij in 1876. bladz. 16, het volgende:
Buiten den godsdienst wat blijft er u,
cm u tot het goede te bewegen en van het
kwaad af te hruden Twee zaken, zegt men:
de eer en het geweten.
Maar de eer, dat is een gevoelen dat
men bij de voorname standen kan aantref
fen, maar dat buiten deze standen niet be
staan kan.
En het geweten, zal men zeggen, is
dus niets? Zonder twijfel is het geweten
eene machtmaar ontdaan van God, 'tis
te zeggen van een opperrechter over goed
en kwaad, is het weifelend en zwak. Goed
en kwaad, recht en onrecht, zijn van wei
nig beduidenis alswanneer de stof alleen
bestaat.
Rechtuit gezegd, die woorden verliezen
totaal hunne weerde en er blijft anders
niets over, gelijk bij de dieren, dan het ge
not. Men andere, het geweten verdraait
zich zoo gemakkelijk en wordt even ge
makkelijk in slaap gewiegd, als alle gods
dienstige gevoelens verdwenen zijn. Meent
gij dat de deugniet, die, verrijkt met het-
geee hij zijne slachtoffers ontstool en de
plezieren genietende, welke o.ze kapitalen
verschaffen, dikwijls gestoord wordt door
de stem van zijn geweten Al praat tegen
de vaakDe plicht, zonder God en
zonder een toekomend leven, is een schoon
woord maar zonder zin.
Het is vast en zeker dat het de god-
loochoning is, die de toorts zal aansteken,
waarmede het revolutionair communisme
alles zal willen vernietigen. In een woord
zonder geloof in God en in de onsterfelijk
heid der ziel, bestaat er geene zedelijkheid
en bijgevolg de sociale orde, die steunt op
de rechtveerdigheid, het recht en de plicht
wordtin bare grondvesten ondermijnd. Bij
aldien dus alle godsdienstig gedacht moest
verdwijnen, zou een terugkeer naar de
barbaarschheid onvermijdelijk zijn.
Ziedaar hoe de vrijdenker, Emiel de
Laveleye, er over denkt en daar hebben wij
niets bij te voegen.
Christene ouders kunnen dit alles niet
genoegzaam overwegen.
Eene volkomen zoneklips in 1914. De
sterrekundigen van den sterrentoren te Green
wich voorspellen voor de maand augustus 1914
eene volkomen zoneklips, die gansch Europa
door zichtbaar zal zijn. Zfj zal rond den middag
beginnen en hoogst waarschijnlijk een kwart
uurs duren.
Het land, waar het natuurverschijnsel het best
zichtbaar zal zjjn, is Noorwegen.
De kleedij der veldwachters. De uniform
der veldwachters zal weldra wat verjongd wor
den. In de plaats van den ouden tuniek, die
doorreisde én de b'osschen doortrok, die ons
afscheiden van de steden, die aan onzen
Groote Witte-Vader toebehooren (1).
Ik was alleen niet. De Springende-Hert van
het land der Siouwetaj de Stralende-Oog en
acht andere oorlogsmannen van mijn volk
waren met mij. Waren zij hier tegenwoordig,
zij zouden getuigenis geven van hetgeen ik
zeggen zal. Maar hun geest spreekt door
mijnen mond, en bevestigt dé waarheid mij
ner woorden.
De toehoorders knikten om te toonen dat
zij alles gelooven zouden wat hij te zeggen
had.
En Sitting-Bull sprak voort
Waarom ging ik naar die hatelijke steden
waar ik gezworen had nooit den voet te zet
ten verre van deze vlakten, waar onze her
ten loopen; verre van de bosSchen, waai
de tijger woont om de Roodhuiden stout te
leeren zijn in alle gevaar Broeders, se
dert lange hoorde ik mijn volk klagen over
de Witten. Alle dagen wierd er een deel
van ons grondgebied ingenomen door die
baatzuchtigaards. Zij hebben het geschrift ge
stheurd, waarop ons land uilgeteekend stond
en niettegenstaande de overeenkomsten die
gesloten wierden, en al de beloften die zij
gedaan hadden, heb ik ze met eigene oogen
aan 't werk gezien op onze Black-Hills of
Zwarte Bergen 1
(1) De wilden neemen alzoo den voorzitter der
Vereenigde Staten.
Ingang van het Sue^Kanaal te Port-Sa'id op de Middelandsche Zee.
Standbeeld van M. de Lesseps.
In 1914 zal het Panama-kanaal gegraven door de Panama-landengte tusschen Noord
en Zuid-Amerika geopend worden voor het scheepsverkeer. De Noord-Amerikaanders
die de vaart del
ven zullen er
veel profijt in
vinden voor hun
ne betrekking
met deWestkust
der Nieuwe We
reld en met h un-
ne bezittingen in
den Stillen
Oceaan. Hunne
Bchepen zullen
ni( t meer heel
Zuid - Amerika
moeten rond va
ren.
F Doch ook de
Eu ropee8che
Bchepen zullen er
voordeel by heb
ben om duizende
en duizende kilo
meters in te win
nen en zoo in
korter tijd de
havens van West-
Zuid-Amerika te bereiken. Maar wat als heel belangrijk in rekening komt, 't is dat de reis
per schip, van uit Europa naar Australië, China, Japan, enz., veel korter zijn zal langs
het Panama-kanaal dan den] tegenwoordigen reisweg door het Suez-Kanaal.
Het Panama - kanaal in handen van de Vereenigde Staten, bet Suez-kanail
feitelijk in ban
den der Engel-
schen ge ziet van
hier welke strijd
op handelsgebied
er uit volgen zal.
Het Suez-ka
naal verbindt de
Middellansche
Zee aan den golf
van Suez en ver
der op aan de
RoodeZeeenden
Indiaauschen
Oceaan.'et werd
gegraven door
de landengte die
Egyptenland in
Afrika verbindt
aan Arabië in
Asia.
Vóór dat dit
kanaal bestond
moesten de sche
pen, die naar
Oost-Indiën, Cbina, Japan, Australiën vaarden, den langen omweg doen rond Airika.
Het Suez-kanaal begint aan Port-Saïd, stad op de Middel andsche Zee en eindigt aan de
stad Suez op den Suez-Golf. De zee-vaart is 160 kilom. lang waarvan 120 eigentlijk
kanaal zijn, de overige 40 kilom. zijn getrokken^door breede'en bevaarbare meeren.
De werken begon
nen in 1858 en ein
digden in 1869 dank
aan de kundige lei
ding van de fran-
(schen ingenieur de
Lesseps.
Jaarlijks tnkken
er door de vaartbij
de 4000 schepen
die doorgangsgeld
betalend alzoo eene
goede winst ver
schaffen.
Het kanaal was
de eigendom van
een wederlandBch
vennootschap doch
sedert 1882 is de
vaart feitelijk in
handen der Engel-
schen die meester
zijn in Egypten.
De concurentie
welke het Panama
kanaal aan het Suez-kanaal doen zal, zal ongetwijfeld nieuwe economische en wellicht
ook politieke toestanden verwekken in Europa en heel de Wereld.
Eene straat van de stad Port-Sa'id
Rei{igers op de landingskaai eener treinstatie langs den spoorweg
Port-Sa'id Cairo hoofdstad van Egypten).
overal uit de mode gaat, zullen zij ook de vareu-
ze krijgen.
Hunne bewapening zal mede vernieuwd wor
den.
De hondenbelasting. De provinciale be
lasting op de honden brengt 2,200.000 fr. in kas.
Henegouw spant de kroon met 596,492 fr.Daarna
volgen de provincies Brabant, 405,683. Luik,
302,285 Namen 208,425 Antwerpen, 179,722
West-Vlaanderen 160 duizend 791 Luxemburg,
142,015 Oost-Vlaanderen, 79,894 fr.
Benevens de provincietaks hebben verschei
dene gemeenten ook nog taks op de bonden ge
steld, namelijk 1 gemeente in Antwerpen, 45 in
Brabant, 409 in de Vlaanderen,255 in Henegouw,
88 in Luik, 6 in Limburg, 7 in Luxemburg en 33
in Namen.
Bosch-wachters en visscherij wachters.
Een jury, aangesteld door den heer minister van
landbouw en openbare werken, zal, op 20 en 21
October, aangaan tot het examen dergenen die
het getuigschrift van bekwaamheid in bosch-
bouw verlangen te bekomen, om aangenomen te
worden tot de bediening van boschwachter of
visscherijwachter van het beheer.
Om het programma voor dit examen te beko
men, wende men zich tot de heeren opzieners
van waters en bosschen.
Allen stonden verstomd als zij dat hoorden,
en de koning sprak voort
Ja, zoo verre zijn zij gekomen 1 Zij! heb
ben gezien wat er in onze bergen verdoken
ligt; en dat zal ons verderf zijn, indien de
Groote-Geest zijne roocle kinderen niet bij
staat, en hun den moed en de kracht niet
geeft om hunne rechten te doen gelden.
Het goed dat wij misprijzen, maar waar
achter de witten zot zijn, is in overvloed in
onze bergen te vinden. Ik wist het, en gij
ook. Maar wij wisten nog dat wij allen bij
cede verbonden waren, van er nooit geen
enkel woord van te zeggén, op doodstraf,
omdat wij den vijand mochten verwachten,
van zoohaast dit geheim zou gekend geweest
zijn.
Welnu 1 tot groote schande van onze stam
men, is er een vërrader gevonden geweest
die alles gezeid heelt aan de Witten 1
De eersten, die op onze bergen gevallen
zijn, hebben het met de dood bekocht, en
hun haar hangt aan de riemen mijner krijgs
lieden, tot teeken onzer zegepraal. Anderen
zijn achtergekomen, want de Witten en duch
ten de dood niet, als er goud te krijgen is.
Dezen zijn ook gestorven. E11 allen die
komen ik zweer het hiér uit liefde voor
ons land zullen hetzelfde lot ondergaan!
Maar het vergoten bloed eischt wrake
Daarom heb ik gewapende mannen op de
Black-IIills gezet, en ben ik naar onzen
Is benoemd tot lid der jury van den wed
strijd voor bloemen-, ooft- en groenselteelt in
de Wereldtentoonstelling van Gent
V. Bouckenooghe, bestuurder der Ypersche
Tuinbouwmaatschajipij, te Yper.
Decoratiën voor landbouwwerklieden.
115C KLASSE.
MM. E. Cappoen, Voormezeele P. Dubuis-
son, Passchendaele A. Maerten. Poperinghe
E Maricau, Meessen E. Pardieu, Meessen
Vande Voorde, Kemmel.
2" KLASSE.
MM. P. Bouton, Vlamertinghe H. Bouttery,
id. L. Caignie, Wytschaete II. Garron Pope
ringhe J. De Meulenaer, Zillebeke H. Dutlo,
KemmelH. Feryn, Westvleteren G. Geeraert,
Poperinghe D. Urusson, Locre G. Moreau,
Meessen A. Morel, Kemmel Emelie Samyn,
Vlamertinghe A. Sanctorum, Meessen R.
Vandevelde, Westvleteren 1. Vande Weghe,
Zillebeke F. Vermeulen, Vlamertinghe.
Groote-Vader gegaan, om hém als rechter
aan te stellen tusschen ons en. de Witten.
Had ik gelijk, broeders En gelooft gij
dat het beter geweest ware onze bergen zon
der tegenstand aan de Witten ove.r te leveren?
Pretty-Bear antwoordde voor allen
De Blaek-Hilis zijn de verschansingen
van ons land... De Black-IIills mogen wij
niet afstaan
Als ik te Washington toekwam, vervolgde
Silting, meende ik dat alles zou effen. gaan.
't Was daar reeds gekend dat sommige witte
bedienden ons volk bestolen had, en de
hoofdman van het leger zelf moést voor het
gerecht verschijnen.
Maar hoe was ik mis
Wij vroegen om onzen Groote-Vader te
zien. Ilij ontving ons te midden zijner -veld
oversten en ministers, waarschijnlijk om ons
benauwd te maken. Maar ons hert klopte
niet en wij zagen maar ons recht in. Wij
sloegen onze oogen niét neder voor die groote
mannen, die met misachting keken op de
arme wilden, die gekomen waren om recht
tc eischen.
Ik ging beginnen spreken én zeggen wat
ik te zeggen had, als onze Groolé-Vader zelf
liet woord nam. Aanhoort zijne woorden,
raadsmannen onzer vervolgde volksstammen,
en oordeelt wat er ons te doen staat.
- 't Vervolgt
■«ta.