iByvoe^se^^an^HET^^PERSCHE^VOLKvan Zaterdag 27 December 1913 gsMKig en zalig nieuwjaar HET SDR DER BEIDDE (PED&fllDDDDISSEDIEIl ROND DE WERELD N A AR KATANGA J f Uterbelijiie Utaknder Driekoningen Bel Onderwijs in ne moedertaal DE H. ELISABETHS KERK TE ELISABETHSTAD Officieele Berichten 1 r*-< (Zie vervolg op de keerzijde). Zondag 28 December HH. Cnnoozele Kinderen. Martelaars, feest met octaaf. ^M4andas:29 R. Thomas van Kantelberg bisschop en martelaar. Gedurige Aanbidding te Elverdinghe. Dinsdag 30. G Walenbertus. Woensdag'31. —\H.\[Sylvester, paus. 19 14 Donderdag 1 Tanuari. Besnijdenis van O HJ C Vrijdag 2. Octaaf van R Stephanus H. A delardvs, abt. Zaterdag 3 Octaafdag van HJ annes R Geneveva, maagd. Gedurige Aanbidding te Wcesten. Bij het intreden van 1914 wenschen wij n iar oud christen, vlaamsch gebruik aan al onze lezers, groot en klein, rijk gen arm. e^n Gelukkig jen Zalig Nieu jaar. Gelukkig en we bedoelen^et tijdelijke, het stoffelijke welzijn waaropj alle imensch recht heeft. Zalig jdaarmêe beoogen wij het gees'.e lijke, hetjzi dlijke, a het eeuwige welva-en dit, t. w. hierop aarde te vinden ia 't kwij ten der christelijke plichten dit t. ,w. waar voor wejeiudalijk'geschapen zij a en dat ons Gods bermhertigheid scttenken zal na een kort.of lang?Ychristelijkj em'deugdzaam leven. Dat wij, als christelijke mensctmn, etrst het geestelijke 1 welzijn.; moeten betrachten staatjvastimmers al het stoffelijke jis ver gankelijk. Zulks belet echter niet dat we ook hetjmeest mogelijke .tij lelijk!'welvaren betrachten.fcWat meer is, alle menschen heb- hen recht op zekere maat van stoffelijke welstand die zelfs noo lig is tot het deugd zaam leven. Wat.meest bijdragen'kan tot "stoffffijken welstaad, en |zoo het deugdelijk welvareD zal mogelijk maken is de uitbreiding en vastzetting der christelijke sociale inrich tingen ten voordeele der minderen en klei nen. Het isjdus epn heel bijzondere Nieuwjaar- wensch vanjjHET YPERSCHE VOLK als ka tholieken volksgezind. NIEUWSBLADals algsmeene tolk der christens maatschappe lijke werken van,Stad en^Arrondissement dat de christeae sociale inrichtingen :de bon den, mutualiteiten, samenwerkingen, vak- vereenigingeD, zouden uitbreiden,^ groeien, bloeien en rijpe vruchten" dragen, dit tot voordeel der aangeslotene leden, de beste onzer vrienden, tot nut jvan de samenleving er,ook tot steuu jan Kerk en Vaderland. Stom vordert zijnen weg de trage stoet der wijzen al door de winternacht, omzweefd met heimlijkheid ver van de groote stad waar witte tempels rijzen en kronkelt door des lands wydstrekkenda eenzaamheid. Een onbekende ster staat aan de hemelstreken belichtend met haar'glansi.de duistere karavaan en, goddelijke gids, blijft langs de hooge baan des hemels voorengaand'de donkerheid doorbreken. Doch schielijk houdt ze stil. Ze zetjhaar gouden.stralen ter rust op eenen stal met wonder licht omhuld. De wijze vorsten staan met groote vreugd vervuld en richten op het licht hun stappen moe van dwalen. Het wonderlijke licht en.'t vreemde stergeflonker omstraald een.kind op stroo, zoo goddelijk van kracht zoo menschelijk van wee, dat lonkt en traneulacht en schouwt, al droomend diep, de wijzen/toe in 't donker. Daar staat een vrome man, daar zit een jonge moeder, daar liggen sehapen en daar bidt de sehapenheider een ezel en een os geladen op het hooi beademen'het wicht daar in de kribbe op strooi. De moeder legt haar kind aanharen blanken boesem en op zijn rooden mond bloeit.leliewitten bloesem, Ze ontvangt den koningsgroet en biedt den wijzen zacht ten groet Gods.eigen.Zoón/.die in hour armen lacht. De "ethlehemsche stal van myrrhe en'wicrook stoort. De vorsten alle drie tot in de ziel bewogen aanbiddend, houden voor het vleeschgeworden woord hun rijkbekroonden kop uit eerbied neergebogen. S0CIU3 BLAUW SPELLEWERKPAPIER EN ZWARTE TOILEN altijd in eerste keus verkrijgbaar ter. drukkerij Callewaert, Yper. Een Vlaamsche onderwijzer schrijft. Het is een ongelukkig gedacht bij vele lieden dat het lager onderwijs aan onze vlaam sche kindcrs in 't fransch moet geschieden. Fransch lager onderwijs in 't Vlaamsche Land is onzin. Eerst zal de leerling de moeilijkhe 'en moeten overwinnen welke het aangeleerd vak natuurlijk aanbiedt, en dan op den hoop toe de moeilijkheden der fransche bewoor ding van 't onderwijs. De opvoedkunde leert dat verschilügennei- lijkheden zich nooit samen mogen voordoen, dat zij met tienmaal min last zullen over wonnen worden als zij zich een voor een voorstellen. Is liet de uitstekende opvoedkun dige de H. JOANNES-BAPTISTA DE LA SALLE, Stichter van de Broeders der Chris telijke Scholen - niet die zegde dat de MOEDERTAAL de voertaal moet zijn van het onderwijs Moet ik daaibij de aandacht vestigen op deze onrechtveerdigheid welke bestaat in Fransch lager onderwijs in Vlaanderen? In t Walenland is de voertaal het Fransch, in dien men er het Vlaamsch aanleert, is het om en door het Vlaamsch, en niet om er door de geschiedenis, de aardrijkskunde en de rekenkunde te loeren. Waarom dan zou het aanleeren der schoolvakken aan onze vlaamsche kindcrs in 't Fransch moeten ge schieden Dat geen onverstandige menschen ons t ach beschuldigen vijandig te zijin van Fransch, van Fransch onderwijs. Dat ware valsch. Hel Fransch moet aangeleerd worden. Het onderricht van 't Fransch moet bestaan in onze Vlaamsche scholen; maar niet het on derricht met Fransch als voertaal in de akken. Naar mijn gedacht ware dit het ideaal voor het aanleeren van 't Fransch in de lagere scholen. Dit onderricht zou enkel be ginnen met den middelbaren graad en en kel bestaan in oefeningen om zich te leeren uitdrukken. De hoogeren graad zou de uit- drukkingsoefeningen voortzetten met spraak kundige toepassingen. Indien, volgens zulke schikking, de leer lingen wat later als nu het Fransch begon nen aan te leeren, zouden zij er met meer gemak doorgaan en veel meer vooruitgang maken. De ondervinding leert dat de leerlingen van onzen buiten die, bijvoorbeeld, na drie jaar lager onderwijs, hunne studiën in scholen in siad voortzetten, grooteren vooruitgang maken in 'l Franch en alras hunne medeleerlingen, die 't Fransch aanleeren sedert het eerste jaar, overtreffen. Al die aangehaalde bewijsredens hebben hunne waarde en gezag, doch de grootste bewijsreden is wel de nationale fierheid van het Vlaamsche Volk, dat recht heeft op het onderricht in 't Vlaamsch, evenals hetWaal- sche Volk recht heeft op het onderricht in 't Fransch. Ten andere, in alle landen wordt het on derwijs gegeven in de moedertaal, m rratiK- iik in 't l'raiisch, in Engeland in t Engclsch, n Duitschlanc. m jn ;gDanic in t Spaansch, enz., enz... 't Is maar in Vlaan deren, bij het Vlaamsche volk, dat er voor Vlaamsche kinders, VLAAMSCHE scholen gevonden worden wa-ar het onderwijs gegeven wordt in 't Fransch 1 De redelijkheid, de rechlveerdigheid, de na tionale fierheid eischen dat er naar middels uitgezocht worde om aan zulke wantoestan den een einde te stellen. 1 Ik wil niets eten, Wantje, niemendal 1 De dokter had Lena bevolen dat ze veel zou eten, alles wat kloekte gaf, want ze was uitgeflauwd. Wantje stond bij Lena's ziek bed en hield het schenkbord met de spijzen erop warme zoetemelk die geurde als een specie, twee verseh-geroerde eieren, nieuwbak ken wittebrood dat ze met zorgzame liefde gesneden had en geboterd. Wantje was twee jaar jonger dan Lena die de twintig naderde en ze pasten bij mal kander als twee bloeien uit één botal lagen ze dikwijls in geschil, elk beminde de andere lijk den appel uit haar oog. Lena wist dat ze haar zuster verdriet aan deed met het eten te weigeren ér is im mers niet pijnlijkers dan offerende liefde wanneer ze verstolen wordt - maar wat zc ook deed, ze kon geen spijze gerieken Uit liefde voor haar Wanije haren engel had ze wel eens geëten, maar nu wilde ze niet, omdat Wantje om harentwille naliet van naar de Kerstmis te gaan. En wat zal de dokter weêr zeggen? vroeg Wantje. Als de dokter het niet weet, zal hiji niets zeggen antwoordde Lena. En nu loerde ze uit het hoekje van ha oog, angstig om te zien of ze hare zuster leed had gedaan en of heur weigeren uit werkte op Wantje. Ja, het werkte maar al te wel uit. Het schoof zijn schenkbord met de spij zen op 't blad van den nachttafel, greep metter spoed haar boek en ging zitlen lezen zoogezeid, onder 't venster, PAS8CHENDAJELE Do onlangs gestichte brandverzekering van Passehendaele is aangesloten als afdceling bij de zoo bloeiende onderlinge brandverzeker ng van St-Jan, Langemarck en Poelcapelle. D;e vier gemeenten maken samen EF.NE maat schappij: uit, waarvan alle leden geheel ge lijke rechten en plichten hebben. De Pas- schcndaelnaeren zijn aldus ten volle en in alles gelijk gesteld met die der andere ge meenten. Onze afdeeling is vertegenwoordigd door drie leden, welke in het algemeen bestuur hunne plaa'.s zullen nemen evenwel behouden wijl ons plaatselijk bestier. Met dusdanig te handelen maken wij: eene nieuwe getalsterkte uit voor de bestaande brandverzekering en deze is voor ons een machtigen steun, een volstrekte en zekere waarborg. Zoo hebben wijl ons niet te be kommeren noch met kapitaal, noch met borg. 1 Zicht op de Sint Elisabethskerk,^Elisabethstad, Katanga - Zuidergevel HET YPERSCHE VOLK vernieuwt zyn oproep bij al zijne lezers opdat allen mildadig een handje zouden toesteken ia bet opbouwen van de hoofdk erk van Elisabethstad in Ka- tanga. Het geldt hier een christen en vader- landsch werk waaraan niet een katholieke Belg mag onverschillig blijven"; het pen ningske van den arme is even welkom als de grootere gift van den_rijken, elk naar zijn vermogen. Het zal onze lezers aangenaam zijn iets te vernemen over de JL Elisabetbskerk die, aten wij het verhopen, binnen hier en twee jaar zal kunnen voltooid^zijn. Die mededet-ling is ons mogelijk •1ank aan de ialichtingen en druk-clichés ons verschaft loor de EE. Paters Benedictijnen van Si Andries-Abdij (Zevenkerken) bij Brugge, f't Zijn de Paters van deze A' dij die in Brazilië en in Katanga den last van het missiewerk drageD; zij zullen cok de H. Elisabethskerk bedienen. Wij znilen een naaste keer vertellen hoe die zende lingen naar KataDga gegaan zyn en wat zij er reeds verricht hebben. Elisabethstad, hoofdplaats van Katanga, is""als een stad van zeker aanzien met openbare gebouwen, mo derne woonsten, enz de kerk alleen laat te wenschen; 'irine, apostolisch prefekt van rv.a<irög<*, j. tent, daarna een leemen hut waarin de Paters Mare de Muuipeiner en wesbald Dedecker maanden lang dienst leden nu is 't nog maar een soort bangaar in plaat ijzer. Daar is voor 't oogenblik pastor E. H. Moreau, de Benedictjjnerpaters immers zijn 't land ingegaan om zendingsplaatsen op'te richten zooals te N'Guba,)Kan- senia, Kapri, enz enz. Het is dus meer dan betamelijk, het is noodig dat Elisabethstad eene we rdig kathedraal-erk bezilte. Z. M. de Koning heeft eeu mild hulpgeld gegeven ev-n als den Minister van Koloniën; doch omdat de onkosten de toegestane sommen ov- rtreffen doet men eene na'ionale inschrijving onder hooge bescher ming van H. M. Koningin Elisabeth en met goedkeuring van Z. Eminentie Cardinaal Mercier. r*i Het opmaken der plans is toevertrouwd geweest aan bouwmeester Viérin van Brugge. Men moet nu niet denken dat die hoofdkerk zo© eene grootsche kathedraal zal zijn als Sint Maarlens van Yper. Neen toch. Eenejkathedraalkerk zal he^wel zijn in den zin van hoofdkerk eens bisdoms,zetel plaats van den geestelijken overste maar wat hare afmeetingen betreft zal de kerk heel eenvoudig zijn 50 m. leogte op 32 m. breedte. Er is dm geen spraak van nutte looze onkosten, het noodige, hel vereischte zal men afmaken in gepaste kunstvormen. 't Zal een gebouw zija in romaanschen trant passend op de luchtgesteltenis der Btreek en de nu aldaar voorhanden zijnde bouwmaterialen. Wedergevel Ingangsportaal Volgens de liturgische voorschrifteafzal de kerk (geLgen langs de Elisabethlaan, z. o. der Lubumbashi-vallei), naar het oosten uit zien d. i. dat de priester, mis lezende op het hoogaltaar, mat het aangezicht Daar het oosten zal staan. De kerk zal ook in vorm van latijnsch kruis gebouwd worden, voor afgegaan door een breed portaal narthex genaamd overblijfsel van het oude atrium of voorhof der catechumenen uit de eerste kerktijden). Het hoogkoor,t'einden uit geslo ten door eene rond vorm ige absis, zal weder- zijds^rondvormige zij'toren (verlenging der zijbeuken) hebben terwijl er nog van weerskanten een kleiner absis-koor in de kruisbeuk geschikt wordt. Zoo zal de kerk vijf altaren tellen, wat vereischt wordt door de dubbele b* stemming van het gebouw parochiekerk en kloosterkerk. Twee torens zullen rechts en links van den grooten iogang staan versierd met eenvoudige lichtuitspringende pilasters en romaanscüe bogen langs de ondersts ver diepingen,terwijl hooger er twee lichtvensters en aan 't opperste verdiep drie klokvensters aangebracht worden. Drie bogen op rondvormige zuilen teekenen den in gang af en boven de middenboog wordt de beeldtenis gtb e'dhouwd der H. Elisabeth patrones der kerk. De drie vensters van het eerste verdiep van den voorgevel geven licht op het oksaal boven het portaal De geveltop wordt opgelicht met lichte romaanscüe bogen, 't Is de zelfde versieringswijze welke men aantreft als afteeke- ning van al de verdiepingen de kerke rond. Da drie kvrkbtuken worden verlicht boven in de vensters, s.ecio c n-minn boogvensters, twee Te midden tibtkerhKruis verheit zico een tcain.anv.D. middentoren, lautaarnvorojig, rustendiop de vier zuilen van de„middenjen|ki uisbeuk. t,De kerk zal geen gewelf hebben",°de houten zoldering zal zichtbaar blijven gelijk in de t ude romeinsche basilieken. Met r nadere^yzonderhedemkunnen n08 ^stip pen, doch wij meenendat de platen allen verderen uitleg onnoodig maken. (Wordt voortgezet). De kamer was stil en hing vol geur van medicijnen. Het uurwerk tikte op den schouw mantel, maar 't duurde geen tijd, of daar tikten de tranen op1 de bladen van Wan- tje's boek het kind las niet, nocli kon het lezen, maar schreien was 't dat het deed, bitterlijk schreien om 'dat grillig: weigeren. Lena zag het wel en ze leed erom, maar ze zou 't niet laten zien en Wanije hoorde hoe ze zich omkeerde in het bed met haar wezen naar den wand. 't Is teelten dat ze weer pijn heeft, 't arme schaapdacht Wantje. Het stond van zijn boek op en ging met bekreten oogen terug bij het bed, maar liet tie spijzen slaan. Lena's overvloedig zwarte haar golfde neer op het witte beddelaken Wantje stak er voorzichlig hare hand onder, tilde haar zus ters hoofd op, duwde het zacht met het aangezicht tegen hare borst en kuste ze daarna op haar voorhoofd. De zieke deed haar best en dwong hare oogen tot lachen, maar bij- 't roeren van de oogleden leekten twee warme droppen op Wantje's hand. Weerom veel zeer Lena Och, Wantje, zuchtte ze en liet haar hoofd zinken, diep in 't oorkussen. Ik heb beloofd dat ik niet meer zou klagen, nooit meer. Maar gij ook hadt mij uw woord ge geven dat ik u niet meer zou kunnen doen weenen, en nu zijn uwe oogen weer rood. Ik ben soms ondeugend, newaar We zijn niet altijd even sterk, Lena. Heb ik waarlijk geweend Ik heb er niet om gedaan ja, ik meende dat ik -het wee nen sedert lang verleerd had. Tranen zijn toch ook een troostelijke gave Gods I Ja, maar daar zijn zoete en daar zijn zilte tranen, kind, en wanneer ze van mij komen, zijn ze u altijd bitter; is 't niet? Alles is me zoet wat me van u komt, De betaalde premiën der vier gemeenten komen in gemeenzame kas en worden geza- mcnilijk besteed tot het uitbetalen der brand schel wat daarna overblijft wordt aan ieder verzekerde, elk volgens zijtne premie, toegé- kend. De maatschappij beschikt tegenwoordig over een kapitaal van 125.000 fr. Zij geniet het al gemeen vertrouwen, jaarlijks komen talrijke leden bij, zoodat de premieontvangst van jaar tot jaar met 1000 fr. aangroeit. Iedereen laat zich bij die maatschappij verzekeren een enkel man blijft ten achter, en 't is... de verplichte. Spijtig voor den man 1 Zeker spijtig, dat gijl vijf keeren meer moet betalen dan uwen gebuur, dat gij 100 frank moet geven waar uw vriend met 20 frank verzekerd is en daa renboven dat deze veel beter en zekérdér veizekerd is dan gijl Weg met de verplichtei's 1 Vlamingen villen geen en dwang 1 Wie dwingt wordt soms nog meer gedwongen verplichting vindt soms zij1- nen man 1 Sedert het 5jarig bestaan der maatschappijl heeft men 80 0/0 overschotbrandscha, on- kosten, enzalles inbegrepen, werden betaald met 20 0/0 het zesde jaar loopt nu ten einde en geen enkel cent is voor brand betaald geweest- binst het jaar, dus blijft bijna -alles over. Zoudt gij: dan aarzelen van zulke maatschappij' te willen deel uitmaken. Waarom ons zuurgewonnen geld naar de beeren dragen, waarom onze penningen van de gemeente naar den vreemde laten wég- voeren neen dat mag niet en dat zal niet meer laat u dan seffens inschrijven bij onze brandverzekering, zoo behoudt gij: zelf het geld in uwe zakken. Wees voorzichtig iret uw polis, zie wel wanneer hiji ten einde loopt, de opzeg moet gedaan worden drie maand vóór den vervaldag per aanbevolen brief naar den zetel der maatschap-piji gezondengeef uw polis niet af en laat hem nog min ver nieuwen. Laat u ook om den tuin niet leiden door sommigen wijsgeeren die onze verzekerings maatschappijl in 't zwarte afschilderen, om er van af te houden. Die menschen werken uit eigen belang gij' meent toch zeker niet, dat zij- u als vriend behouden, dat zij voor uw profijt zorgen. Daarom, laat u niet verleiden, schrijf in van nu af biji onze maatschappij en wij ver zekeren u dat gijl zult tevreden zijn. Onze maatschappijl bcg'nt hare werking met den 1 van nieuwjaar dat alwie onverzekerd goed bezit, 't zijl gebouwen, meubels, dieren, alaam en vruchten, als vlas, tabak, enz., van de gelegenheid gebruik make. Inlichtingen kunt giji nemen in volle vertrouwen bij onze be stuurleden. Wij verzekeren volstrekte geheimhouding. Namens het bestuur, Hendrik Lefèure. Lena ik hoad zoo verschrikkelijk veel van i u. Gij- houdt zooveel niet van mij, anders zoudt ge wel willen blijven leven... voor mij, en... j En eten, nietwaar kind, Neen, op- -dat stuk haalt ge me niet over. Zoolang gijl mijn verzoek niet inwilligt, blijve ik u ook weige ren; ik eet immers toch maar om u plezier te doen. Kom, nu genoeg geredekaveld, lieve, lees me nog wat voor uit uw hoek is 't mooi waar ge nu aan bezig zijt 't Is over kerstnacht. Toe dan maar. En Wantje leest Op dezen tyd woonde de Alderheyligstc Maegd Maria in de stad van Nazareth met haeren Bruydegom Joseph, welken willende volbrengen het gebod des Keyzers, stelde hem op de reyze nae Bethlehem de stad van David, met hem leydende- zyne bruid Maria, die van den H. Geest ontfangen hebbende, be vrucht had geweest ook mede leydende eenen os om te verkoopen, en eenen Ezél om de jonge maegd, op te zitten want zy moesten omtrent dertig Vlaemsehe Mylen reyzen door vuile wegen in het hardste van den winter... Lena ligt maar hare oogen naar het gewelf en snikt zacht. Wantje legt haar boek aan den kant en Waarom nu, Lena Dat is moeders boek, lieveke, ik ver ken het zoo goed. Wat kan er toch veel ge beuren op korten tijd Ik hoore moeder nog gelijk ze verleden jaar en telken jare ons voorlas O Ziel, verlicht zomtyds den ouden man Van zynen last en helpt hem draegen, ne mende den os by der hand... Naerdat gy den H. Joseph wat gezelschap gehouden hebt, laet hem wederom den Os leyden en gaet met alle eerbieding nevens den Ezel dacr de H. Maegd op zit en ziet hoe minnclyk dat zy u groeten zal... t Zoo slaat het en zo o las moeder, en gij, Wantje, zaat daar in den hoek, en ik hier, en daar... onze Herman. Het gesprek stokt hier. Beide hunne hoof den liggen op het oorkussen nevenseen en de tranen vloeien stil uit twee paar oogen over eenzelfde verdriet. Hoe dikwijls reeds gedurende hare lange ziekte had Lena dit alles liggen overdenken; Ze had nu immers tijd, veel te veel tijd tot denken. Hun vader was sinds jaren dood en zijn beeld hing daar vlak voor hare oogen boven 't voeteind. Hij was een boomsterke cn een sture man geweest, die onzeggelijk veel ge leden had, en 't was hem aan te zien, want hij keek zoo lijdensbewust door zijne treurige oogen en zijn denkerSvoorhoofd lag met diepe groeven doorploegd. Hij was vooral onverbiddelijk streng giAveest voor Herman en 't was wel noodig ook, meende Lena. Dag op dag, een jaar geleden, had hunne moeder, hunne heilige zoete moeder, hun uit hel kerstboek voorgelezen, en korte weken nadien was ze vertrokken, ziek, naar ue groote stad om genezing, en... men had ze ginder begraven. Sindsdien was Herman ook vertrokken, weggegaan spijts al wat ze smeek ten om hem terug te houden, weg Was hij met hart en met geest, en zijn geloof was ook weg en zijne zeden... Nu werkte bij- mede aan een groot dagblad, want hij had geen geld en moest van zijne pen leven. Eerst hadden de twee zusters zijnen dek- naam ontdekt cn zijne artikels gelezen maar nu daden «e 't' niét meer; wat hij schreef was te ongoddelijk slecht. Beide baden voor hem, vurig en veel, maat' spraken nooit zij nen naam uit. Voor 't oogenblik Was die naam Lena's mond ontsnapt en het kerstboek had weer geheel 't verleden voor de oogen van do meisjes blootgelegd. En dat ik hier iiu al zoolange geveld lig en lijden moete, Wantje ge vergeelt het me zoo ik soms lastig ben Lastig zijt ge me nooit, lieve, fiooit. Maar kom, 'k zal nog wat lezen cn laat u verstrooien. .Wantje nam het boek weer en las Wanneer dan gekomen is de ure der ge boorte, te weten op- den Middernagt van eenen zondag, zoo is de Alderheyligste Maegd op gestaen en alsdan is de Zoon van den eeuwigen God op eenen oogenblik geweest op het hooy voor de voeten van zyne moeder. Wanneer de moeder haer vlytiglyk nederbuygende, en hem in haere ermen nemende, en zéér zoó- tclyk omhelzende, heeft hem geleyt in haeren school en heeft hem begonst te wasschen door alle zyne Ledekens en dit gedaen zynde, het gewonden in den doek van haer Hoofd, en alzoo geleyt in de kribbe. Dan hebben den Os en den Ezel, neder vallende, hunne muylen geleyt boven de kribbe, blaezende door hunne neusgaeten als of zy verstand gebruykende, gemerkt hadden, dat het kin- deke in zoo groote koude, zoo armlyk ge dekt zynde, verwarming noodig had. De Al derheyligste moeder vallende dan op haere knien en God dankende, zeydeIk danke u, o mynen Heer en God, heylighen Vader, omdat gy my eenen zoon gegeven hebt... Weet ge 't nog, Wantje, dat moeder zaliger hier altijd een poosje bleef wachten? M. F. Ackermans, gemeente-onderwijzer te Rousbruggc-Haringhe, ontvangt het Burgers- kruis van le klas voor 35 jaren dienst. Mevr. Capoen, gemeente-onderwijzeres te Woesten, ontvangt de Burgermedalie van Ie klas voor 25 jaren dienst. Een kon. besl. van 2 December mach tigt den gemeenteraad van Komen tot het heffen van opcentiemen op de hoofdsom der ten bate van den Staat gestelde taks op de cinemavoorstellingen. Bij kon. besl, van 9 December is machtiging verleend aan den gemeenteraad van Rousbrugge-Haringhe, op het openen van nieuwe slijterijen van geestrijke of gegiste dranken taksen te leggen. Een kon. besl. van 9 December mach tigt den gemeenteraad van Ghelu^ve, tot het heffen van een hoofdelijken omslag. Op wie peisde - ze danWie heeft er haar leven verkort,?. Onze lieve Heer, Leentje, wc mogéii anders niets peizen. Maai' hebt ge nog ooit ééne vrouw gekend die zoo goed was en tevens zoo christelijk wijs als onze moeder zaliger Ze heeft ook haar kruis gedragen, en 't was geen van de lichtste. Wat ben ik toch gelukkig dat. ik ze mogen bijstaan heb en zien en helpen sterven zoo'n dood ster ven alleen heilige menschen. Haar laatste woord was een gebed, en dat gebed was voor... Voor hem, Wantje ach wat moet het zijn te lijden, wat moet het zijn te sterven voor die geen geloof hebben, en hij gelooft niet meer Herman stond in het redactiebureel van het groot plaatselijk nieuwsblad, bij den hoofd opsteller de man stak zijne schouders op Geen artikel, geen geld, jongen. Ge kunt dat toch niet kwalijk opnemen, ik neem het u ook niet kwalijk op dat ge geen kopiji hebtwe moesten nochtans morgen met een sensatie-artikel verschijnen... 't ls Kerstdag t Enfin, 't is al veel dat ik u geregeld effen- aan betaal. Voorop betalen, dat deden we nooit. Ze deden 't wel, dacht Herman, maar de mensch vreesde dat hij geen artikel zou krijgen en zijn geld kwijtspelen. Ik heb kopij, maar ik krijg ze niet af I bromde Herman en hij verliet het re dactiebureau, met knersende tanden. Hij dook weg in 't gewoel van de groote straat. Alle de toogvensters schitterden met helle verlichting en duizenden menschen gin gen en kwamen, jachtig op den woeligen levensstroom Maar hij zag niets, hij hoorde niets en liep met hangenden kop naar zijn»

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 3