0. L. Vrouw Hemelvaart GELD Een Anioord aan oe vpersche Bode 50 Jaar. - Nummer 32. 30 Centiemen. Zaterdag 11 Oogst 1928. Katholiek Weekblad van het Arrondissement "Yper (j. casier) Ben verkooper aan voordeelige voorwaarden van titels, kapitaal, aandeelen der Samenwerkende Maatschappij "Confiserie des Fian- dres et Chocolats Chimère Schrijven op bureel dezer onder G. C. D. V. ijct tjpcrscljc iloll» ABONNEMENTPRIJS 1 Jaar 15 fr. 6 maanden 9 £r. 3 maanden 5 fr. Men abonneert in alle Postkantoren en in het Opstelbureel. ABONNEMENT VOOR 'T BUITENLAND 25 frank. Op het Opstelbureel alleen te vragen. BEHEER EN OPSTEL io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER Postcheckrekening 40.201 waar op alle wekedagen alle inlichtingen te bekomen zijn van 14 tot 16 uur. AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst. Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG ten laatste ingezonden worden. Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den WOENSDAG avond. De 15 Augusti is nu een verplichten de Hoogdag voor geheel de wereld en vóór de laatste herziening der kerke lijke wetten, niet. Omdat Napoleon I. dien dag zijn naamfeest vierde, was de 15 Augusti, sedert het concordaat van 1801, verplichtende Hoogdag voor Vrankrijk en Belgie, dat tijdens Napo leon. van Vrankrijk deel miek. Het voorwerp van dit Kerkelijk feest is de herinnering aan Maria's Afsterven en Hemelvaart. In de H. Schriftuur staat er niets te lezen nopens die feiten en de over levering beweert, dat, bij het naderen van Maria's heengaan, al de Aposte len, die nog leefden, op bovennatuur lijke manier (aan een engelenver schijning), verwittigd wierden. Dade lijk begaven zij zich naar Maria's verblijfplaats en waren allen, St Tho mas uitgezonderd, bij O. L. Vrouwens afsterven aanwezig. De H. Thomas kwam aan, toen nu reeds Maria's Maagdelijk Lichaam in den grafka mer lag en daar deze Apostel, nog eens O. L. Vrouw had willen vereeren, men opende voor hem het graf. Maar 't Lichaam was verdwenen en geheel het graf lag vol bloemenDe Ziel van Maria was opnieuw vereenigd ge weest met haar Lichaam, en levend was onze duurbare Moeder ten Hemel gevaren. Mogen wij ze daar eens, en 't is wat wij Woensdag vragen moe ten in onze gebeden, gaan vervoegen. Waar is O. L. Vrouw gestorven. Met zekerheid weten wij het niet. De eenen beweren dat het in Jerusalem is, daar men er een heiligdom ontmoet genaamd Dormitio Virginis d.i. «Jt Afsterven der H. Maagd en een tweede betiteld Maria's Graf An deren verkiezen de stad Ephese, in Klein Asia gelegen, waarde H. Joan nes, aan wien Christus O. H. sterven de op zijn kruis zijne Moeder aanbe- vool, bisschop was. Wat men inroepen kan, om dit laatste te staven, zijn de visioenen van zekere mystieke ziel, namelijk Catherina Emmerich, van duitsche nationaliteit, geleefd hebben de begin der XIX, die noch lezen, noch schrijven kon, en. wat zij meende te zien, die het overzegde aan haren geestelijken bestuurder, welke het boekte. Zij beweert dat O. L. Vrouw leefde en gestorven is in de omgeving van Ephese. Wat nu belang kan schenken aan haar gezegde, is het volgende. In Ephese woonde een mis sionaris, die zekeren dag, dat men hem naar een leesboek vroeg, de boe ken der missie overzag en er bemerk te een Leven der H. Maagd door Catherine Emmerich. «Wel! zegde hij, hier ook een gewrocht van die zenuvvkranke('t Was de fransch- man die sprak nopens eene duitsche.) En hij nam het boek en wierp hem in een hoek, met het gedacht dien per gelegenheid te verbranden. Maar dat geschiedde niet, want een maal dat hij opnieuw den boek verlegde, per geval vallen zijne oogen op een kapi- tel titel: «Dood van Maria te Ephese». Zie, zegde hij, wij zijn te Ephesen. Laat ons eens gaan nazien, wat zij beweert, misschien zullen wij het mid del vinden om de onechtheid van 't geschrevene te bewijzen En hij las. Wat hem sloeg, was de nauw keurigheid, waarmede zij de beschrij ving gaf van 't woonhuis van O. L. Vrouw, samengesteld uit twee ka mers, van zulke lengte en zulke breed te, gelegen op een heuvel, zooveel stapppen van eene bron en van waar men een wel bepaald algemeen ge zicht kon ontwaren. Hij voelde in hem de begeerte ontstaan van eens naar zulke plaats op zoek te gaan. En 's an derdaags met eenige gezellen en een gewapende krijgsman, doorliep hij den omtrek. Vruchteloos zocht men dien eertsten dag. Maar den.tweeden, in den voorneon, gekweld door dorst, vragen zij aan een Mahomedaan der streek, of er in de nabijheid nievers geen bron is. «Ja wel, ginder boven op... en hij sprak een woord uit, waarvan de naam Mariam, dat is Maria, deel miek. Verbaasd, ter oor- zake van dien naam, vroegen zij hem, wat sport plaats het was. Ik weet het niet zegde hij, maar daar gaan wij, Mahomedanen, bedevaarden, één maal 's jaars, in den Oogstmaand Men beklom den heuvel en daar vond men puinen. De afmetingen stemden overeen, met deze aangegeven door Catherina voor de woonkamers van Maria. Op den bepaalden afstand eene bron en van daar ontwaarden zij het algemeen gezicht, dat woord voor woord te lezen stond in 't vizioenboek. Reeds was men genegen om alles te gelooven wat die mystieke beweerde, dus ook het feit dat Maria daar zoude gestorven zijn. Er was nogthans eene ernstige moeilijkheid, namelijk: Men vond de puinen van drie kamers en Catherina spreekt maar van twee. Dit wierd later opgeklaard, als geleerde oudheidskenners, komende met hunne leerlingen uit Athenen, om in de streek te studeeren, die plaats bezoch ten en zegdenDe puinen van deze twee eerste kamers, dagteekenen van den tijd, op dewelke de Propyleeën en andere praalgebouwen der stad opge trokken wierden, en die wierden ge bouwd, tijdens Augustus, dewelke regeerde als O. Heer geboren is. De puinen van de derde kamer, moet een soort portaal zijn, verschillige eeuwen later erbijgevoegd Voor wat nu betreft dat er in Jeru salem twee heiligdommen zijn, beti teld met Afsterven en Graf van Maria dit feit wierd door den schrij ver Bretanno aan Catherina opgewor pen, toen zij beweerde dat zij gestor ven is in Ephese. En zij antwoordde Tijdens een verblijf van Maria in Jerusalem, scheen zij snel te verflau wen en de christenen waren zoo over tuigd van haar nakende einde, dat zij een grafkamer bereidden in 't dal van Josaphat. Het wierd genoemd Graf van Maria en alhoewel .de H. Maagd herstelde en van daar is afgereisd naar Ephesen, het heeft dien naam bewaard. Wat er ook van weze, de zake kan men met zekerheid niet beslissen, en de eenvoudige godvreezende zielen vereeren O. L. Vrouwens Graf en Hemelvaartplaats, met evenveel eer bied, te Jerusalem en te Ephese. Wat is geld? Geld is een God, 't is te zeggen een meester met een onbe twist meesterschap over de wereld. Christus noemt hem Mammon en ver wittigt ons dat we geen twee goden, geene twee meesters kunnen dienen den eenen zult gij beminnen en den anderen haten. En waarom is dat? Omdat ze alle twee eenen dienst ver gen die diametraal tegenovergesteld is de eene aan de andere. De eene God wil verzaking en de andere vraagt zelfzucht. Ze te verzoenen is onmogelijk. G'hebt misschien al eens de H. Schrift gelezen, waarom niet? En is 't u niet opgevallen dat de God- mensch nooit een geldstuk heeft wil len aanraken. Ga, zegt hij tot Petrus, vang den eersten den besten visch en gij zult een geldstuk in zijnen bek vin den betaal ermee onze contributies. Het kan al niet veel misprijzender ge zegd worden maar het geld raakt Hij met geenen vinger aan. F,n als men hem het geld toont van de tol aan de Romeinen, een tienling, beziet Hij hem van uit zijne hoogte maar beroert hem niet. Het geld is hem 't aanraken niet waard. Hij wil er geen, het wei- nigje wat Hij bezat stopte Hij in eene beurs en vertrouwde deze toe aan den grootsten God- en menschenbedrieger die ooit op aarde geleefd heeftaan Judas en deze patroon aller joden be stooi hem. De armoede was in de oude tijden een gruwel, eene zoncle. Christus maakt er eene deugd van, Hij neemt ze op als eene bruid en Hij verheft ze tot eene van de hoogste christe lijke voorrechten deze die zijn liefste volgelingen tot de hunne maken. Zij wordt eene koningin, zij heerscht en regeert en zij heeft hare edele en koene ridders, gelijk de arme van As- sissie en Benedictus Labre en zoo menige andere. Armoede is een zegen en geld is eene plaag. Dat zal men moeilijk aannemen, wij zijn immers zoodanig gewoon op onze knieën te rijden in aanbidding voor het gouden kalf. En nochtans het is zoo, geld wordt eene plaag zoo gauw men er te veel heeft, en men heeft er te veel zoo gauw rrten er meer heeft dan men redelijk gebruiken kan. Door armoede versta ik nog geen tekort aan geld en goed maar het be zit van weinig. WeTnu, wat men ook zeggen moge, armoede in dezen zin is een zegen. Heeft men geen goed men heeft ook geen zorgen en men kan voort als men .op Gods voorzie nigheid betrouwt. Maar als men geld en goed heeft en eraan gehecht is dan moet men wel op zijn eigenzelf betrouwen. Men moet zijn eigen voor zienigheid worden en beginnen zorgen voor den dag van morgen. Daartoe is het noodig dat men kapitaliseert, 't is te zeggen dat men 't eene bezit op het andere laat opeenstapelen tot dat men een tweede maal rijk wordt, rijk de zen keer aan de opbrengst van zijn rijkdom. Welnu, ik ben geen anstiger, las tiger, zwaarder ambacht dan het be- heeren van eene fortuin, 't Is eene angste van den morgen tot den avond, een studeeren, een volgen van de beurze en de gazetten een beschou wen van het rijzen en het dalen van de waarde van het goed, een berekenen van de kansen op koop en verkoop en wat dies meer. 't Is een onrustig zoe ken naar het uitzetten van 't geld tegen een, winstgevende kroos, een beloeren van de banken, een volgen van de landelijke en wereldpolitiek, 't is dit alles en daarbovenop nog de moeilijkheid om wel te vermeeren en wel te verteeren, om te blijven elk in zijn stand en staat. Een arme mensch is daar allemaal vrij van. Hij stapt in den dag onbe kommerd; gelijk de vogel in de lucht beangstigt hij zich niet om zijn be staan, gelijk de bloemen over 't veld is hij gerust in wat hij aantrekken zal. Hij eet zijn korste brood en spoelt ze door met water, zoet goed water van de bron en 't smaakt hemterwijl de rijkaard dikwijls zijn benijdde brood bevochtigt met zilte water dat vloeit uit bedroefde lijdende oogen en 't smaakt hem in 't geheele niet. Geld is geluk zei er een en de andere zeide 't en doet maar 't is zeer gemak kelijk! En beide waren mis in een ze keren zin. Het kan gemakkelijk zijn veel geld te hebben maar 't is gemak kelijker juist geld genoeg te bezitten, genoeg dat is te zeggen zooveel als uw behoefte is. En, daar wij 't mee- rendeel van onze behoeften zelf ma ken is 't kwestie van uwe behoeften niet te menigvuldig te maken, noch ze te hoog op te drijven. De rijkste mensch is deze die altijd zooveel heeft als hij noodig heeft en de gelukkigste mensch is deze die daarmee tevreden is. Als men begint meer te begeeren dan wat men noodig heeft gewordt men algauw tot een potter, een onver- zadelijke. 's Duivels zak is nooit vol zeggen de menschen en van potter wordt men seffens tot een gierigaard. Ieder oortje brengt zijne gierigheid bij. Gierigheid is de begeerte om te bezitten, niet om 't goed dat men met zijn geld kan doen, om het bezit zelve en die ondeugd groeit tot een onblus- schelijke dorst. Ik heb een man ge kend die schatrijk was maar honde- gierig. Hij dreef handel en reisde veel met eenen boterham op zak en gaarde gedurig bij. En als hij 's avonds thuis kwam doodmoe van te voete te gaan om den trein te sparen, vond hij zijne rust bij zijne geldkast. Hij zette beide de deuren van zijne brandkast wijd open en zat, als een heilige in verruk king, verslonden in 't beschouwen van zijn papiergeld en zijne goud en zil ver munte, aaide en streelde hij met zijne hand gelijk de wangen van een klein kind. Er ligt eene doemnis op 't geld. Neen Mammon maakt niet gelukkig en is integendeel de bron en de oor sprong ven veel kwaad, om niet te zeggen van al het kwaad dat in de we reld gebeurt. Het zij om hem, hetzij door hem is alle kwaad tot het geld terug te leiden. Armen loopen van de rechte baan om aan geld te geraken en rijken geraken 't rechte spoor bijs ter om hun geld kwijt te geraken. Wat al onrecht, diefte, moord, bedrog en valscheid ontstaan uit den zucht, den brandenden zucht naar geld. Wat al oneenigheid, gebroken vriendschap, haat en nijd worden gebroed door Mammon: wat onnoozel bloed ver goten om een vuige geldstuk. Wat wordt er al gebrast en geslempt, wat wordt er al onzedelijkheid en onzui verheid, overspel en echtbreuk bedre ven over het spillen van geld. Men schen die malkander goed willen en van malkander houden verdragen niet dat geld tusschen beide komt: als men van geld spreekt de liefde breekt en z' hebben gelijk want veel menschen zoo gauw ze aan geld roeren verliezen hun gezond verstand en hunne goede gevoelens. Verdoemde honger naar geld heet een oude schrijver den zucht naar rijkde heidenen dus kennen die on deugd en in't christendom heeft ze haren doodelijken stempel gekregen door 't verraad van Judas. Daar ko men ze tegenover malkander te staan Mammon en Christus en veelbetee- kend is het dat de Godmensch zich laat verkoopen door dertig zilverlin gen om te toonen zijn hoog misprijzen voor het geld, zijn gezworen aarts vijand van nu en van alle tijden. We lezen in De Volksmacht ant woord op het artikel Beter Geus dan Vlaamsch Katholiek het volgen de De Ypersche Leugenaarsbode heeft in haar nummer van Zondag 29 Juli 11. haar uiterste best gedaan om zich op nieuw hatelijk aan te stellen zoowel op vlaamsch als op katholiek gebied. Een drietal artikels erin opgenomen, zijn waarlijk waardig om in het ge meenst geuzenblad te prijken, en zij leveren ons een bewijs te meer hoe laag onze zoo beroemde katholieke vlaamsche nationalisten gezonken zijn In het hoofdartikel «Beter geus dan Vlaamsch Katholiek» bespreken zij het feit dat het aan het nationalistisch muziek niet toegelaten werd deel te nemen aan de processie in stad en zij trekken eene vergelijking tusschen muziek en het onzijdig muziek Ypria- na, en zij beweeren dat het niet de plaats is van Ypriana in de processie mede te gaan... en dat zij zelf uitge sloten zijn uit hoofde hunner vlaamschgezindheid. Welnu, heeren Nationalisten, uw artikel is een ellendig bestook tegen onze Ypersche geestelijkheid, een laag opruien der volksdriften tegen het priesterlijk gezag zoover drijft gij dus uwe katholiciteitGansch uw artikel zou wonderwel dienen moest het woordYpriana vervangen wor den door Nationalistisch Muziek en geen woord zou er dienen ge schrapt te woorden. Gij vergeet aan uwe lezers te mel den dat in feite, alhoewel Ypriana onzijdig is, zij toch aan geen enkele politieke partij toebehoort... dat er als muziekkorps 'k spreek niet van enkelingen op haar niets te zeggen valt... en van de beginne af van haar ontstaan zij zich verplicht heeft de twee groote processies van H. Sacra mentsdag en Thuyndag op te luiste ren, en volgens haar reglement zij al hare leden verplicht aan deze proces sies deel te nemen alsmede aan het opluisteren der «Te Deum's als die wegens een nationale feestviering in de kerk gezongen worden. Gij vergeet aan uwe lezers te mel den dat daartegen uw nationalistisch muziek, gesticht als Katholiek Vlaamsch muziek om zand in de oogen te werpen heelemaa! over gegaan is in de handen der Vlaamsche Nationalisten met hun politieke partij dat zij als korps dus toebehoort aan eene groepeering veroordeeld door al de Bisschoppen van Belgie en dat, daar waar dit muziek is, dit muziek korps niet zich-zelven vertegenwoor digt, maar wel eene politieke partij die handelt in strijd met de voor schriften onzer kerkelijke overheid, die weigert zich aan deze voorschrif ten te onderwerpen, die zelfs de men schen aanjaagt deze niet te volgen,en aldus openlijk in opstand leeft met de vertegenwoordigers van het Kerke lijk gezag, de vertegenwoordigers van Christus in ons eigen land. En in dergelijke omstandigheden is het dan te verwonderen dat onze priesters liever hebben dat zoo een muziek de processie niet begeleidt? Wij treden hier niet op als verdedi gers van Ypriana of dezes leden, maar wel om wille der waarheid en daar waar de nationalisten beweren dat er leden van Ypriana zijn op wiens per soonlijk gedrag er iets te zeggen valt, dat zij ook het privaat gedrag van sommige hunner eigen mizikanten na gaan en zij zullen eveneens gesticht worden. Wij zouden dan gerust mo gen eindigen met dezelfde woorden der Ypersche Bodedeze toepas sende op hun nationalistisch muziek en schrijven: Is het begrijpelijk dat zulke mannen nog zouden aanzocht worden deel te nemen aan de processie? Neen, onze door en door christene menschen zou den zich bij dergelijke zinsverbijste- rende handelwijze nimmer meer kun nen neerleggen. Van kindsbeen heb ben zij van hun priesters en van hun Vlaamsche ouders en voorouders ge leerd dat een processie een zegetocht is van den Heer en Meester van het heelal, wezenlijk tegenwoordig in de Heilige Hostie, om de Hem verschul digde eerbewijzingen en aanbiddingen van.wege zijn getrouwen te ontvan gen. Zou hij deze eerebewijzingen en aanbiddingen mogen verwachten van hen die zich roemen zijne haatdragen de vijanden te zijn? Zou de begeleiding in de processie door die mannen, niet als een heilig- schendende Judasserij moeten ge schandvlekt worden? Deze vragen stellen is ze beant woorden. Ongelooflijk en toch waarZwart op wit in de Ypersche Bode... Men schen wacht van uwen geldelijken steun te geven voor d'aanstaande H. Hartefeesten te Yper... totdat... de EE. HH. Geestelijken wel eens zul len willen doen wat wij willen...totdat zij ons niet meer over het hoofd zul len zien... totdat zij den knieval zul len doen voor ons... machtigen der Ypersche aarde Ongehoord zulke pretentie! En wat is er dan gebeurd? Heel eenvoudig, ten gevolge der be slissing van den gemeenteraad de stad aan 't H. Hart toe te wijden worden door sommige juffers geldinzamelin gen gedaan om een standbeeld het H. Hart ter eere te bekostigen. En zie de groote furie der Ypersche Natio- nalistsnzij zijn miskend geweest er is iets gedaan geweest zonder dat eerst hunne toelating gevraagd werd. Oh schandeen daarom moeten zij in hun toch zoo katholiek weekblad hunne vrienden aanmanen niet te ge ven deze H. Hartefeesten niet te steunen of minstens te wachten... tot er een bevel komt van wegens den nationalistischen baas. God vergeve het hun, want die we ten niet wat zij doen. De IT. Hartefeesten, die moeten staan buiten en boven alle politiek ge doe, waaraan heel de bevolking moet deelnemen waar van niets anders spraak mag zijn dan van liefde en eerbied aan den Eenigen Waren Ko ning die feesten worden te Yper gesaboteerd door het officieel orgaan der Ypersche VI. Nationalisten. Dit gaat zijn hout te boven, en toont eens klaar en duidelijk aan hoe ver de katholieke gevoelens dezer nationalisten wel strekken. ST-JOZEFS BEROEPSSCHOOL TE YPER. Kostelooze DAGLEERGANGEN (alle werkedagen van 8 totl8 u.) voor alle ambacht van hout- en ijzerbewer king teekenen, meubelmaken, schrijnwerk, timmeren, modelmaken, draaien, paswerk, mekaniek, electri- citeit, enz. (theorisch en praktisch). KOSTELOOZE ZONDAGLEER GANGEN (van 8 tot 13 u.) voor alles wat den kleermakersstiel aangaat maatnemen, patroonteekenen, snij den, confectie en aanpassen. Begin van 't schooljaar: half Sept. Inschrijvingen en inlichtingen bij den bestuurder (5, St Jacobstraat, Yper) best 's Zaterdags of 's Zondags.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1928 | | pagina 1