SF oud se n bank 4.20 t.h. netto BEVOLKING VAN YPER Snelle jaren Parlementaire en andere Katholiek Weekblad van het Arrondissement Yper MIJN GEDACHT MM SNIPPERINGEN Veertiendaggsche Rekeningen 4.75 t.h. BEURS - BANK - WISSEL £2r Jaar. - Nummer 1 30 Centiemen. Zaterdag 4 Januari 1930 EN HET OMLIGGENDE. Hond het feest van Driekoningen Rond het Hucuelijk onzer Prinses MEESTERE Voor uwe Geldplaatsingen wendt U in volle vertrouwen tot de Kapitaal-Concentraties 300 Miilioen. Bijbank YEEK, Groote Markt, 9. Tel. 304-334 EOF»EItirVTOIIE, Yperstraat, 5. - Tel. 62. Alle dagen beschikbaar. 0BLIGAT1EN op 5 JAAR aan drager 6 NETTO. Rente betaalbaar met zesmaandelijksche Koepons. ABONNEMENTPRIJS 1 Jaar 15 fr. 6 maanden 9 fr. 3 maanden 5 ff. Men abonneert in alle Postkantoren en in het Opstelbureel. ABONNEMENT VOOR 'T BUITENLAND: 25 frank. Op het Upstelbweel alleen te vragen. BEHEER EN OPSTEL io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER Postcheckrekening 40.201 0- casier) waar op alle wekedagen alle inlichtingen te bekomen zijn van 11 tot 16 uur. AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst. Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG ten laatste ingezonden worden. Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den WOENSDAG avond. ZITDAGEN. D BRUTSAERT, Kamerlid, is spre- kelijk voor iedereen: Te POPERINGHE, in zijn huis, 's morgens, den Maandag en Vrijdag. Te YPER, den le en 3" Zaterdag der maand, van 9 y2 tot 12 uur, in den Katholieken Kring. Te WERVICK, den 2* Zaterdag der maand, van 9 y2 tot 12 uur, in Het Kapitel HANDELAARS vraagt eene aankondiging in «HET YPERSCHE VOLK Het Ypersche Volk biedt aan zijne geachte Lezers en Lezeressen zijne beste venschen van geluk en voorspoed voor het jaar 1930. AAN DE Niemand schier die niet en leest Men wil weten wat er in de wereld om gaat Het leven kennen der andere volke ren, hun bestaan, hun vooruitgang, hun bestuur. Ons Vlaamsche Volk bemint zijnen Godsdienst, zijne vrijheid en landaard, het zoekt naar welvaren. Daarover wil het ingelicht zijn. Het heeft gelijk Niet weten wat rond ons gebeurt is kind blijven Alle mensch is lid van de gemeenzaam heid elk vraagt rechtelk zoekt naar verbetering en begeert van het Gemeene- bestHulp en Waarborg Over dit alles wil «HET YPERSCHE VOLK bericht geven. Wekelijks zal het een overzicht geven van hetgeen in den vreemde gedaan wordt, kennis van 't geen in eigen land omgaat, het nieuws van stad en omliggende en verder op, nuitige wenken voor huishou den en familieleven. Meer beloven dan geven willen wij niet Doch wij zullen trachten voldoening te schenken, recht te steunen en wat voor- deeiig is aan te wijzen, steeds strevend naar verbetering. Katholieken steunt uw weekblad HET YPERSCHE VOLK Ons blad wordt bijzonderlijk aan de Heeren Notarissen en Handelaars tot pu bliciteit aangeboden. YBezorg a een nummer uit nieuwsgie righeid en neem uw abonnement. Te bevragen of te schrijven fPER, ZONNEBEKESTEENWEÜ, !05~ In veel plaatsen werd eene openbare inschrijving geopend om onze Prinses Marie-José, ter gelegenheid van haar huwelijk met den Kroonprins van Italië, een na:ionaal geschenk aan te bieden. Hier en daar wordt dit initiatief gelaakt. Waarom Wel, omdat de Prinses zwemt in de weelde en absoluut geen geschenken van doen heelt. Dat men omhalingen doe voor overstroomden, voorde slachtoffers van de spoorwegramp van Namen Dat is wat anders die menschen zijn com passie weerdEnz. Zekerlijk verdienen die ongelukkigen onze belangstelling en onze hulpe. Maar terwijl zij, die den mond vol compassie hebben,misschien, als ze 't gevraagd zijn, een armzalig frankske zullen afdokken, hebben de slachtoffers die zij beklagen van het Koninklijk Hof reeds milden steun ontvangen. Weet iedereen niet dat de Koning eenige uren na het droevig ongeluk van Namen reeds ter plaatse was om de gekwetsten te bezoeken en op te beuren En weet iedereen niet dat Prin ses Marie-José, ais blijk van genegen heid, nu zij hare geliefde hoofdstad gaat veriaten, aan den Burgemeester van Brussel eene som van 50.000 fr. heeft doen bestellen voor de armen Liefde voor wederliefde. De leden on zer koninklijke familie hebben zich nooit laten overwinnen in menschlievendheid. Onze oud-strijders weten ervan te spre ken en wat Koningin Elisabeth heeft gedaan ten voordeele der slachtoffers van de overstroomingen der laatste jaren ligt nog frisch in ons geheugen. Wij hebben dus een plicht van wederliefde en van erkentelijkheid te vervullen. Het is niet zoozeer het bedrag der inschrijving noch de weerde van het geschenk dat hier in aanmerking komt't is het gebaar, 't is de goede meening. Uit Leiewacht De oorsprong van dit feest is heel ver tezoeken. Bij de Romeinen begonnen de Saturnusfeesten omtrent den 25 December en eindigden den 6 Januari. De beruchte Romeinsche maaltijden, te dier gelegenheid gehouden, waren niet zelden uitspattende braspartijen. De ko ning van het feestmaal werd door het lot aangewezen en deze stelde dan geregeld een heildronk in op de gezondheid der gasten. De dischgenooten droegen mirtus- kransen en allerhande fijne reukwerken omwalmden hen. Toen is Christus kerk gekomen en 'veranderde de Romeinsche Saturnusfees- >€;i in het Driekoningenfeest. De gebrui ken weike nog op vele plaatsen bestaan, als bijv. het Koning aanduiden »,en Wij meenen onze lezers genoegen te doen met de photo weer te geven welke genomen is geweest van Prinses Marie-José te Wulveringhem, op den dag Harer plechtige Eerste Communie, toegereikt door Mgr Debrouwer, destijds apostolische afgeveerdigde van den Heiligen Stoel in het niet bezette Belgie. de feestelijkheden welke daarmede ge paard gaan, zooals het tafelen en drinken, bij dans en muziek zijn vage overblijfsels van de vroegere Romeinsche braspartijen. Een schilder dat ons aan die bacchana- liën herinnert is het terecht beroemd doek van Jordaens De Koning drinkt Drie koningenfeest ..werd bijöns*olk heel wat schilderachtiger gevierd dan nu. Dit feest gaf aanleiding tot allerlei schoone en naiëve volksge bruiken welke allengs zijn uitgestorven. Onze voorouders deden zich toen eens te goed aan koek of wafel de trekbrief- jes deden hun ronde waarbij men uit lootte wie koningzotschenker en muzikant moest zijn. De sterreliederen waren toen in vollen bloei. Het klonk langs de straten van Wij komen van 't Oost en Wij zijn de drij Koningen of nog wij komen [van ver, met de iter Herderkens van den buiten Spcedt U op de baan. Met trommels en met fluiten, Recht naar Bethlehem. Want daar is geboren De God van al, Die ons het leven Heeft gegeven In den stal. Men heette die liederen sterreliede ren omdat de kinderen die ze zongen van huis tot huis gingen met een op een stok gehechte ster, welke zij onder het zingen deden draaien. Zij waren immer ten getalle van drie, en na het iied ging de deur gewoonlijk open om hen met een drinkpenning, een stuk koek of taart, te beloonen. Op eenige plaatsen in Vlaanderen en Antwerpen is dit gebruik nog In zwang. Soms worden de Drie Koningen ver gezeld van een afschuwelijken Herodes, die grolt als een beer en met zelden een pak slaag krijgt. Het Koning aanduiden van voor heen, dat nog in sommige huiselijke krin gen in voege blijft, heeft heden ten dage ook een gansche wijziging ondergaan. Het heet thans den Koning leggen of omleggen en bestaat hierin koning of koningin worden aangeduid door het omkeeren van gewone speelkaarten, en men weet het daarbij steeds zoo aan boord te leggen dat het lot onveranderlijk valt op vader of moeder. Deze zijn uit dien hoofde een trakta tie verschuldigd en er wordt «gewafeld» gedronken en gezongen tot in den nacht. Alzoo gebeurd het o. a. in het Aals.ersche waar de kinderen liedjes zingen in dezen aard .Op Drijkoningen avond De bakker sloeg zijn wijf, A! met een dikken knuppel Zoo deerlijk op haar lijf. Wat zullen wij den bakker geven voor [zijn nieuwjaar Een kindeken in de wiege met schoon [gekroezeld haar. Wie zal dat kindeken kersten doen, Een pasterken met zijn beste schoen. Wie zal dat kindeke douwen Twee spaar.sche vrouwen... enz. De dagen volgen elkander op maar ze gelijken elkander i.ièt. Boek der wijsheid. De silvesterklokken luiden een jaai uit en wij gelooven nog het echo der vorige nieuwjaarwenschen in onze ooren te hoo- rën weerklinken. Zoo- snel gingen ifte vroeger -weken met hunne'365 dagen tteeH. De zon steeg en zonk, zonk .en steeg, een dag voegde zich aari den anderen. Ze kwamen in ononderbroken achlereenvol- ging en nu is ook dit jaar bij deze te rekenen die wij nabetreuren omdat zij verdwenen. Wij hebben niets anders daarvan te verwachten als de honderd herinneringen die uit den zeebodem van het verleden nog en nogeens weder op stijgen, om ons te verheugen of ons aan te klagen, al ingevolge die zich vast- knoopen aan het bewustzijn van lof of aanklacht in ons geweten. Is dat eene zeldzame werkelijkheid wat ze menschenlevens noemen een -H..: en ren velen van mil- lioenen op deze kleine p'aneet. Daar wordt een geboren en hier zinkt een moede in 't graf. Van den laatsten dag eens jaars gaat het oog terug tot den eersten en doorzoekt zorgvuldig de lange rij van al datgene wat geschiedde, wat van last en arbeid, van smart en wee, van zonheldere en beschaduwde stonden voorbijtrok. Velen beleefden niet meer het einde van het jaar die in het begin op nog me- dige tientallen van jaren beslist gehoopt hadden. Menig andere voor wie het af scheid van de aarde geen offer geweest ware, sleept zijne last nog steeds verder zuchtend en zwoegend, als een offerlam wien het laatste oogenblik zeker is, maar 't wordt hem nog wat verschoven. Een ecuwig nieuwe veranderen en wisselen, steeds andere gestalten, een rusteloos zich veranderend beeld op de steeds ge lijke schouwplaats. Zij allen vermoeien zich, plagen zich en dragen aan hunne balken. Menigeen ligt onder en wordt vertrappeld van de massa, anderen blij ven immer boven, nog anderen strijden jaaruit jaarin den heeten strijd des Le vens en des lijdens verderen deze zijn de meesten in getal. Daar opent zich het portaal van een nieuwjaar en de lucht is vervuld van het geroep naar -< Geluk Deze duizend ge lukzoekers rechts en links en van alie kan e komen aan, de zeilen gezwollen van nieuwe hoop, het hart vervuld van nieuw verlangen naar een gelukzalig nieuwjaar. Zij vergeten de teleurstellingen van zoovele voorjaren en hopen op het naderende geluk. Niet lang. Morgen komt reeds de rauwe zorg van eiken dag weder en toont zonder ontfermen dat ook dit jaar brengt wat zijne voorgangers alle gebracht hebbenmisschien nog meerdoornen en distelen en onvoldane wenschen en onvervulde hoop en smarte lijke ontgoochelingen. En toch zal men niet nederbuigen Schikkingen en hinder nissen laten zich overmeesteren. Die slechts droomend staat uit testaren, dien komt het geluk niet toe. Het ligt bachten de bergen en wil veroverd zijn in ernstig worstelen. De tranen in de oogen wegge veegd en dan vooruitvooruit! Niet van heden tot morgen ook niet van morgen tot overmorgen. Maar het nieuw jaar heeft vele dagen en ieder zal een steen zijn tot het praalgebouw van het geluk. Iedere nieuwe dag met zijne plicht in het be roepsleven voert den bouw hooger op en ieder nieuwe jaar ziet hem verder gevor derd, tot boven de wolken uit, tot in de eeuwigheid. Daar eerst wordt hij volein digd. Wanneer de aardejaren verloopen zijn, langzaam en toch snel, begint het eene groote eeuwigheidsjaar, dat nooit meer eindigt. Wij kunnen niet nalaten aan onze lezers de prachtige beschrijving te laten kennen op zoo meesterlijke wijze in Hooger Leven gegeven over Meester Butaye die zich tijdens den oorlog zoo onderscheiden heeft in de loopgraven van het Couthof. Motto Hij woog 210 pond en hij stonk. (De Koran.) INLEIDING. Vlaanderens wonderkind, het licht van Watou en de tooverlantaren van de Ka mer der Volksvertegenwoordigers, werd geboren te Proven, ten jare 1882, op 7 April, feestdag van den heiligen Hegesip- pus, van een wettigen vader en eene wet tige moeder. Volgens het register van den burgerlijken stand kreeg de teere zuige ling die nu Meestere is, drie deftige na men Emilius, Lambertus, Cornelius. Hij woont te Watou, in de Vijfhoekstraat, nummer 6. Hij heeft twee kinderen aan zijne parochie en aan Vlaanderen geschon ken, en van een struischen vent als Mees tere had men in dien zin wat meer mogen verwachten. Zijn vrouw heet Zoewitje, en ik moet zeggen dat het een naam is die aangenaam aandoet, al is dit eene zeer persoonlijke meening. Ik zoude met deze burgerlijke biogra fische gegevens het hoofdstuk over Mees tere kunnen sluiten, want alles wel over wogen is er over hem niets meer te zeggen en zal er niets meer van hem overblijven. Hij heeft nooit een andere reden van be staan gehad dan wat de burgerlijke stand van Proven, daaromtrent vermeldt. Nu ik toch over hem schrijven wil, houd ilc eraan vooraf te verklaren jJat ik Vóo'f Mèestere een fceker gevoel van syfri- patHie en bewondering koester welis waar in bescheiden mate en ik bid u waarde lezer, deze erkentenis van mijne diepere gewaarwordingen ten overstaan van Meestere doorloopend in uw geest te houden waar ik verder over hem zal uit weiden. Indien er dus uit mijne bedaarde pen,in den loop van dezen avond,ontboe zemingen vloeien die op het eerste ge zicht onheus of minder vleiend mochten lijken,zooals bij voorbeeld.idrommedaris, nijlpaard, dynausoros,8-cylinder,wolken krabber, en meer andere parlementaire uitdrukkingen van natuurwetenschappe- lijken, mechanieken of architecturalen aard, dan verzoek ik u dit niet in al te letterlijken zin op te nemen. Overigens ik zal mijn best doen een beperkt ge bruik te maken van deze stijlfiguren. En gij zult toegeven dat het, litterair gespro ken, een overdreven dualisme zou zijn een nijlpaard te vergelijken met Meestere, daargelaten nog den twijfelachtigen smaak. Al zijn er in 't oog springende trekken van overeenkomst, qua dikke pooten, dikke huid, dikke hersens, enz., toch zal men inzien dat er enkele kwali teiten zijn waarin Nijlpaard en Meestere merkelijk van elkaar verschillen. Nijl paard heeft vier pooten, Meestere, eilaas maar twee. Nijlpaard leeft meestendeels onder water. Meestere meestal boven wa ter, al zwemt hij dan wel eens tusschen twee watertjes. Ge zult dadelijk aanne men, geachte lezer, dut mijne vergelijking Si niet van zeer kwaadaardigen aard is. En het gaat niet aan eene zoo markante figuur als die van Meestere, waarvan de invloed op de Vaderlandsche politiek, op het schrijfpapier van de Kamer van Volks vertegenwoordigers, op de evolutie van landbouw, groenteteelt, lijfoefeningen en schermkunst, (zie daarover verder) van zoo overwegenden aard is, eene fi guur die twee honderd en tien pond weegt zonder schoenen, kousen, broek of hemd die gedekoreerd is met de Overwinnings- medalie en met de Herinneringsmedalie, die den zeer bizonderen geur van Vlaan derens vele landouwen in zijn kleeren meedraagt, het gaat niet aan, zeg ik, eene personnaliteit van dit gewicht in een paar trekken te behandelen. Ik wil het proble- ma Meestere van zijne diverse zijden beschouwen, ik wil doordringen tot het diepere wezen van den mensch, ik wil er het algemeen menschelijk type in ontdek ken... Want ik ken Meestere sedert lange ja ren. |j EERSTE HOOFDSTEK. Motto: «11 résulte de révélations dues au médecin américain C.-A. i Pierie, de Cienyon, que notre carcas- se humaine ne vaut pas cher Avec un homme normal, pesant 75 kilos (1), on pourrait faire 3 bougies, une demi-iivre de sucre, une pincte de soufre a tuer les punaises, les' quelques litres d'eau nécessaires' pour laver deux couvertures de laine, et du fer pour fabriquer un clou de la grosseur du petit doigt. Si l'on y ajoute la chaux pour blanchir l'inté- rieur d'un poulailier, voila, parait- il, toutes ies richesses, qu'on peut tirer de chacun de nous au total, la somme de frs. 28.90, prix de bazar. (Le XXe Siècle Om Meestere te begrijpen en plein épanouissement de sa personnalité moet ge hem zien uit den stoomtram stap pen die hem, op de dagen dat het Kamer zitting geweest is, van Poperinghe naar Watou brengt. Het is, op de gewone uren van den dag, een gemoedelijk onpreten tieus smerig stoömtrammetje. Maar zoo dra het voelt dat Meestere zijn honorabel ruggedeel op een van zijn banken heeft neergestreken,dan zet het als een haantje zijn kammetje omhoog, spuugt heelder wolken zwarten damp over de velden, doet zijn best om een voornaam air aan te nemen, alles van pure trots omdat het Meestere in zijne ingewanden draagt. En als het Watou nadert, fluit en tiert en rammelt het zooveel het kan Hier ben ik Hier ben ik met Meestere Opzij Vlaanderen den Leeuw, Wat Walsch is Valsch is En op het juiste uur houdt het stoomtrammetje stil op den hoek van de Poperingestraat. Daarbinnen zit Meestere. Van Brussel tot Poperinghe heeft hij in zijn eerste klaswagen domweg door het raam zitten kijken naar het gezicht van de koeien in de weiden, en de koeien hebben van uit de weiden naar Meestere's gezicht geke ken. Ziet hij in den Watouschen stoom- t am, te Poperinge-statie, supporters van hem zitten, in 2-de klas, dan stapt hij ook in 2-de klas. Maar gewoonlijk reist hij behoorlijk in 1-ste klas. En daar neemt Meestere, met een gezicht zoo droog en onbegrijpelijk als een Leuvensche Tekstuitgave eenige papieren uit zijn zwarte, dik opgevulde boekentasch, en kijkt daarin met indrukwekkende attentie. En ik kan u verzekeren, waarde lezer, dat deze houding en vooral die tasch, ie- dermaal een geweldigen indruk maken op de inboorlingen van Watou, die toevallig- ook in den tram zitten en bovendien sim pele geesten en vrome harten ziin. Zij ikken naar JVTëeSTefe mét respect, en storen hem niet. Zij weten dat hij op zul ke oogenblikken bezig is met het heil of het onheil des vaderlands. Zij oordeelen Meestere's verstand niet naar zijn gezicht, niet naar zijn buik, niet naar zijn rede voeringen of brieven, maar naar de dikte van die boekentasch. Hoe dikkerdie tasch hoe grooter Meestere's verstand. In die tasch steekt onder de papieren, ook een j>aar kousen, en hij brengt daarin als een goede huisvader de modieuze boodschap pen mede voor Zoewitje. De tram houdt stil, schuins voor de kerk. Plechtig stapt Meestere uit den wa gen, de ontzagwekkende boekentasch on der den arm, Rubenshoed een ietsje te ver naar achter geschoven, de zwarte la- valiière fladderend rond zijn roode ooren. Hij stapt rechtop, gewichtig, voornaam, dik, en hij houdt op zijn gezicht zijn be- tooverendste glimlach gereed.Van rechts, kant van den Smouthoek, komt een strui- sche jonge man aangestapt. Hij neemt zijn klak af en groet van verre Dag Meester Dag Achieltje groet Meestere terug, met een glimlach die aan Achieltje al zijn witte tanden doet zien. Van links komt uit het Wethuis, waar het beneden herberg is en boven gemeen tehuis, de nieuwe garde, opvolger van Serafien. Deze nieuweling werd benoemd tegen den candidaat van Meestere, Ca-t mieltje Pover. Die strijd voor eer en reeht en de plaats van garde, is een tragische bladzijde uit de geschiedenis van de goe de gemeente Watou. Als een kostbaar do cument wordt in ieder gezin het geie stroi- briefje bewaard, luidend Den Eersten wettigen Kandidaat Veldwachter, Pover Ccmille, aan de. al zoo dikwijls bedrogen en cm den tuin geleide bevolking van Watou, dat naar den pappigen stijl en naar de vele fouten te oordeelen, van Meestere zelf is. Meestere heeft daarover in de Kamer geïnterpelleerd toen er nog twee menschen en een paardenkop in de Kamer aanwezig waren, om aldus te ver mijden dat er tegensprekers zouden op staan om Camieltje Pover in 't ongelijk te stellen. Maar de nieuwe garde moet be leefd zijn voor een lid van den gemeente raad die bovendien ook député is, en hij groet dus Dag Meestere Dag mannetje En hij groet links en rechts, groot en klein, ouden en jongen, mannen en vrou wen, alleman, hij zou zelfs een ezel en geitenhok groeten rit pure goedhartig heid. Bij uitzondering maar noemt Mees tere den naam, hij groet hen allemaal met dag mannetje of liever mannège zooais ze dat te Watou zeggen. En zoo laveert Baas Gansendonck over de markt, langs het monument van de oud strijders, naar zijn huis. Even werpt hij een blik op de herberg, Het Vlaamsch Huis daar rechts, dat Meestere's her-?* berg is, en dan staat hij voor zijn deur. Meestere's. woning heeft iets van Mees tere zelf. Zij maakt denzelfden nietszeg- genden indruk, wil zich dik maken, haar buik vooruitsteken, allemaal net als Mees tere, behalve dat ze smaller is. Zij heeft een witten gevel, een verdieping, een dub bele witte deur met twee trapjes op. Naast die deur is een vierkant winkelraam, want tot voor enkele jaren was het bij Meestere winkel in ellegoederen, die op zeer winst gevende wijze werd waargenomen daor Lucietje-zaliger, Zoewitje's zuster. En op de deur een koperen plaat, die door Zoewitje in gouden glans wordt gehouden MEESTER BUTAYE, Volks vertegen woord iger P. P. «Te oordeelen naar hetgeen verleden week in het Engelsch Parlement gebeurd is, schrijft de Werkman moeten de socialisten daar zoo slecht niet regeeren». Wat ervan is weten we niet. We weten slechts dat de Socialisten aan 't bewind in Belgie over enkele jaren dezelfde bevoegdheid niet aan den dag wisten te leggen. Wij dragen er nog. im mers den last van. En het feit dat het in Engeland mis schien beter gaat bewijst niet dat de Roode Belgische politiekers betere en spaarzame beheerders geworden zijn. Ministerke Heymanneke schrijft De Werkman ...Want 't is wel te verstaan dat Gezel Missiaen alleen 'ne groote man is... De Werkman stelt de vraag «Wat moet de klerikale minderheidsburgemees ter (Ouf gaarne gezien zijn te Yper S3 Agentschappen in al de bijzonderste Gemeenten van West-Vlaanderen. i) Meestere weegt io5 kilos, men brengeI dus de verdere cijfers daarmede in overeen- I I stemming indien men zich daartoe geneigd voelt.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1930 | | pagina 1