Handelsbank NA OPSLORPING VAN ANDERE BANKEN Plechtigheid op St=Pieterskerk te Yper WEET GE WAT de eerste Vlaamsche Bank boekt, 40 millioen Frank Kapitaal en Reserven 63' Jaar. - Nummer 39. 35 Centiemen. Zaterdag 26 September 1931 Katholiek Weekblad van het Arrondissement Yper N. V. Hoofdzetel GENT, Kalanderberg, 1. 253 Agentschappen en Kantoren in Oost- en West-Vlaanderen en Brabant. Agentscha psn te leper, Poperinge, Nieuwpoort, Komen, Wuvik, Kantoren te Alveringem, Beselare, Beveren-ijzer, Krombeke, Geluveld, Kemmel, Leysele, Loo, Merkem, Passchendale, Pervijze, Poelkapelle, Stavele, Vlamertinge, Westouter, Westvieteren, enz. BANK BEURS WISSEL i)d IJpcvecljc 11 o II» ABONNEMENTPRIJS i Jaar 18 fr. 6 maanden 10 fr. 3 maanden 6 fir Men abonneert in alle Postkantoren en in het Opstelbureel ABONNEMENT VOOR 'T BUITENLAND: 28 frank. Op het Opstelbureel alleen te vragen. BEHEER EN OPSTEL io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER Postcheckrekening 40.201 (j- casier) waar op alle wekedagen alle inlichtingen te bekomen zijn van 14 tot 16 uur. AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst. Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG ten laatste ingezonden woraen. Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den WOENSDAG avond. Zondag 1.1., dag der plechtigheid van 0. L. Vrouw der Wealommen, werden de CaLvariëberg en grafspe lonk van St Pieters-kerkhof ingewijd door Z. E. H. Kanunnik Delaere. Na de vespers gingen de priesters in wit ornaat, voorafgegaan door het parochiaal Kruis en negen Engelen, dragende de bijzonderste reliquien der kerke én gevolgd door de Heeren Kerkmeesters en de biddende menig te naar het kerkhof. Gaande werden de drie eerste zeventallen van het rozenhoedje der Smerten gebeden. De negen Engelen, waarvan de zon de zijden kleederen, gemaakt op het model van Fra Angelico, prachtig deed uitkomen, plaatsten zich rekewijs op den kLemtmenden wentelweg der Calvarië-rotsde priesters en het volk schaarden zich op den weg en graspleinen aan den voet van den heuvel en E. H. Paster van St Pieters, van op Calvarië sprak in volgende wijze tot de geloovigen. Door het toedoen van Z. E. Heer Kanunnik Delaere hebben wij dezen Oalvarië-berg bekomen; de prachti ge brandvensteijs van den hoogchoor in de kerk hebben wij ook aan zijne tusschenkomst te danken en de weer- devolle voorwerpen van vóór den oorlog, die St Pieters nog bezit, - - o. m. de prachtvolle ijzeren afslui ting van den choor, dezer dagen her plaatst, heeft hij gered. Om al die redens hebben wij Z. E. H. Kanun nik Delaere uitgenoodigd om van da ge naar Yper te komen, ten einde den Calvarië-berg en de grafspelonk- in te zegenen en, als ovd-paster van St Pieters, heeft hij met waren geest drift onze uitnoodiging beantwoord: Wij allen zijn hem daarom innig dankbaar. B. P., voor wat de grafspelonk be treft, een eerste gedacht was, het ge zegelde graf des Heeren te verbeelden met eenige wachten vóór den steen. Doch, daar die afbeelding, alhoewel misschien de nieuwsgierigheid va meenigeen prikkelende, maar weini ge godsvruchtige gedachten zoude doen ontstaan, werd dit gedacht ver drongen door een tweede, nu reeds uitgevoerd. Wat ziet ge dus in deze spelonk onder Calvarië Links on waart ge den openstaanden toegang tot de kleine grafkamer, in dewelk het Lichaam Christi, omhuld in een lijkwade, op een laag steenen lijkbe geplaatst werd. Er nevens ziet g den ronden steen, dien men even ah' een wiel rollen kon tot vóór de ope ning. 't Is die steen, die den Zater dag voor Paschen, op bevel der op perpriesters, gezegeld werd aan de randen dezer voorzaal en dit buiten de wete der Apostelen en der H.H. Vrouwen. Vóór dien steen hielden krijgslieden de wacht en op Paschen- morgen zagen zij een Engel verschij nen, die den steen wegwentelde, hem ten gronde wierp en zich er op neder zette. De wachten konden aanstonds bestatigen dat het graf ledig was en verschrikt bij het zien van den schit terenden Engel sloegen zij op de vlucht. Verders kunt gij eene afbeel ding beschouwen en bewonderen der balseming van Christus' Lichaam, ge daan vóór den Vrijdagavond: Jo seph van Arimathea is geknield voor gesteld; tegen hem rust het boven lijf van O. Heerens Lijk, dat in half liggende, half zittende houding af gemaald is; aan Dezes voeten ligt de bedrukte Maria Magdalena; achter 0. H. staat de bedrukte Moeder van Smerten, ondersteund door Joannes en er nevens knielt een der H.H. Vrouwen, j L -t B. P., ik moet u nogïhans doen bemerken dat in deze afbeelding eene onnauwkeurigheid van plaatse be staat: Het graf Christi ligt immers niet onder Calvarië; daar is eene spe lonk, aan wier gewelf men de spleet in de rots, tewege gebracht door de aardbeving bij Christus' dood, nu nog heden ten dage zien kan en in de spleet ontwaart men den weerglans der lichten, die branden boven Cal varië. Die spelonk is eene kapel, waar eertijds de graven stonden van God fried van Bouillon en van Balde- wijn, den tweeden christen Koning van Jerusalem. Die kapel noemt ka pel van Adam en eene goöVreezende ziel, die vóór meer dan honderd jaar begunstigd was met vizioenen no pens de bittere passië, beweerde dat, alswanneer de rotse scheurde tus- schen het kruis Christi en dit van den slechten moordenaar, er van Christus' duurbaar Bloed door de spleet liep en zijpelde op een schedel, die in de spelonk lag. Niemand kende dien schedel, maar hij was, zoo beweerde ze het, de schedel van onzen eersten Vader Adam. Dit feit, B. P., is geen punt van ons geloof, kan ook niet wetenschaplij k bewezen worden, maar in alle geval mogen wij het aannemen als een prachtig gedacht eener mediteerende ziel. Indien wij dus deze rotse" beschou wen als-de grafkamer van den Heer met hare voorzaal, Calvarië zoude moeten verbeeld worden op 30 me ters van hier ten Zuid-Oosten en half- wege tusschen de twee, daar waar men nu in Jerusalem een langwerpig vierkanten steen in rooskleurig mar mer ontwaart, is de plaats der balse ming. Ge verstaat dus, B. P., dat het eene onnauwkeurigheid is van op ééne en dezelfde plaats Calvarie berg te nemen, met het H. Graf en de verbeelding der balsemling. Nu, dat het tweede gedacht nopens onzen Calvarië-berg uitgevoerd is, vloeit er een derde uit, dat in de toe komst zal moeten uitgewrocht wor den, te weten: het aanleggen van een ommegang rond onze kerk. De weg, langs denwelken ge tot hier komt zal doorgetrokken worden tusschen deze twee reken boomen, daarna de Buk- kerstraat volgen en eindigen tusschen de twee reken boomen al den over kant der kerk. Langs dien weg zul len er zes kapellekens opgericht wor den, twee hier bij, twee langs de Buk- kerstraat en twee langs den over kant. Die zes kapellekens en deze grafspelonk zullen dienen om de ze ven Smerten te herinneren en te ver eeren. Met dat werk zullen wij begin nen, zoo haast de noodige middels voor hénden zijn om in de kerk een tweede klein portaal op te richten bo ven de tweede paradijsdeur.- B. P., de twee zijdeuren der kerk worden paradijsdeuren genoemd, omdat eer tijds, als men hier nog op het kerkhof begroef, de lijken, ter kerke inge bracht werden langs de groote en- deldeur en na den dienst bracht men ze ten grave langs een der zijdeuren, zingende In Paradisum Ten Paradijze brengen u de Engelen. Eindelijk, B. P., laat mij toe u nog als slotwoord eene bemerking te maken, nopens het drukwerk, dat na het lof zal overhandigd worden aan al wie de Reliquie van O. L. Vrouw van Smerten komt vereeren. Op dat drukwerk staat er te lezen Den Goeden Vrijdag, gedurende de aanbidding van 't Kruis, dat de priester ontbloot en verheven heeft, leest de priester en zingt het koor de vermaarde KLACHTEN DES HEEREN. Popule meus quid feci tibi mijn volk, wait heb Ik u misdaan? Responde M hi Antwoord Mij... Voor u heb lkr Egypte geslagen en gij hebt Mij gdgeeseldu heb Ik uit Egypte geleid a gij hebt Mij bij den opjjerprisster :jebrachi; voor u heb Ik de zee geop tid en gij hebt Mijne zijde doorboor ij; in de wolkenzuil ging Ik u voorait en gij leiddet Mij naar Pilatus; can uwen dorst te la ven, dead Ik water uit de rotse sprin gen en gij laatdet Mij met gal en azijn; u heb Ik een koningschap be zorgd en gij "kroondet Mij met door nen Bij de christenen van den Libanon, een berg ten noorden van Palesti na waar de pwesters mogen de mis eelebreeren in een andere taal als wij en met andere ceremonien zingt men ook in de Goede Week, als tegenhanger der klachten van den Heer, de KLACHTEN DER BEDRUKTE O. L. VROUW. Mijn Hee- en mijn Zoon, wie hechtte U aan 't Kruis? Zoon des Allerhoogsten,'waarom nagelden U de aardlingen aan dat hout? Gij deel- det aan allen uwe weldaden uit, aan allen schonkt Gij genezing. Waarom gaven zij U in ruiling al den smaad van 't Kruis. O Joden, wat heeft mijn Zoon u misdaan? Welke euveldaad heeft Hij begaan, om zulk misprijzen te ver dienen? Hij verwekte uwe dooden, waarom sterft l'T>j? Hij genas uwe zieken, waarom lijdt Hij? Om al het goede dat Hij deed, wordt Hij gefol terd op het Kruis. Wee u Jerusalem! Uw beschaming is nabij. Hij, Wien gij gekruisigd hebt, zal uw ondergang wezen. Hij schokt uwe grondvesten door zijn Kruis. Omdat gij Hem ter dood ver oordeeld hebt, is uw rijk gedaan en uw roem is aan 't verdwijnen. Mijn Heer en Mijn Zoon! Weihoe kan Ik U niet alleene beweenen? De beulen staan rond het Kruis en de boozen hebben uwen ondergang be sloten. Geef keel en stem aan leven- looze wezens om U te beweenen. Gebied! en het uitspansel zal zich met zwart bedekken en zeggen hoe bitter uw dood isZeg dat de duister nissen uw kruis omgeven, om voor de oogen van 't volk uw naaktheid te dekken. Verdwijn o Zon, en laat Hem niet zien door de beulen. Aarde gij zwijgt! Beef, want gij hebt onnoozel bloed gediionken. Spreekt, machtige rotsen en raakt het hert van die beulen. Hij is uw mieester, Schepselen, siddert en knielt. Sterren, verlaat uw loopbaan, wjyit het Licht hangt op Golgotha. HÜnt u niet meer, want de Zon is op het Kruis. Maar als Zij zal ge daald zijn, dan moogt gij weder uwe hooge banen volgen O Gij, Die de Verrijzenis zijt, wie heeft U aan het Kruis gespijkerd? De dooden hebben uwe stem gehoord en hebben de rust van hun verblijf verlaten. De dooden verblijden zich in U, in plaats van de boozen, die U haten! Mijn Heer en mijn Zoon! Waarom die wenden op uw maagdelijk Li chaam? Zij hebben uwe Schoonheid jen uwen stillen Luister geschonden! |De glans van uw Aanschijn is voor bleekheid gewekenUwe tranen drup pelen als regen! Uwe smerten heb ben Mij verteerd! Uw lijden heeft mij uitgeput loster geworden en daarom heeft God gewild, dat al de vruchten door Chris tus op Calvarië gewonnen ons door Maria zouden overgemaakt wezen: Zoo is Maria Middelares aller gena den. Het bedevaren hier in onze kerk, sedert eeuwen gepleegd, is een be wijs dat Maria hier wel bedrukte zielen ter hulpe kwam. Diensvolgens zullen wij onder het Lof den Te De- um zingen, om God te bedanken voor al de weldaden, die Hij hier door Ma ria aan de aardlingen schonk. Na deze aanspraak wijdde Z. E. H. Kanunnik Delaere den Calvarië- berg en de grafspelonk en de geloo vigen gingen dan stoetsgewijs we derom ter kerke, onder het bidden der vier laatste zeventallen van 't ro zenhoedje der Smerten. Onder het lof zongen de E. Zus ters Lamotte op meesterlijke wijs de verschillige liturgische gezangen, waarna onder het luiden der groote Petrus-klok de diepontroerde menig te heen ging. Met den avond werd de grafspe lonk verlicht hetgeen voortaan al le Vrijdagavond geschieden zal en veel volk kwam nog eens alles be wonderen. Tot in de ernstige zaken gebeurt er dikwijls een kluchtige intermezzo en hier was het ook het geval. Gedu rende de aanspraak van den E. Heer Paster, eene kat, op geenerwijs ver legen, beklom den wentelenden weg van den Calvarië-berg, winkelde tus schen de engelenrij, bezag van op het toppunt de menigte en kwam even bedaard naar beneden. Zoo nam zij ook deel aan het feest. Wat eene fransche gazet dezer da gen drukteDr Bertillon ontving vol genden brief van een grond-eige naar: Ik had verschillige hofsteden te verpachten en vond geen liefheb bers. Door bemiddeling van een vlaamsche nieuwsblad der belgische boeren, deed ik een oproep gericht tot landbouwers met talrijke huisge zinnen en zoo plaatste ik op vier hof steden vier familiërihebbende sa men 30 kinderen.. Het was voor mij eene goede zaak. Ons volk was er mmsm uiterst over verwonderd en zegde: Wat zullen' ze daar verrichten met al die jongens? Sterven van hon ger? Sedert dien schuifelt men een ander liedje. De kinders gaan naar school en belemmeren geenszins hun ne ouders; ouler geworden wachten zij de kudden en op 14, 15, 16 jarigen ouderdom helpen zij met vader in het landwerk. Om te eindigen moeste men bekennen dat die Belgen geen zoo dom waren, met veel kinderen te bezitten Statistiek: In de familiën der Heiligen, die in de XIX'' eeuw, Heilig verklaard werden, was er eene middelmate van negen kinderen. Voor wat de oudere betreft, in het huisgezin van St Bernardus waren er 7 kinderen, van Thomas van A- quiniën 6, van Vincent Ferrier 8, van Bernardinus uit Feltre 10, van de H. Theresia uit Avila 12, van Vincentius a Paulo 5, van Jean Berchmans 5, van gelukzaligen Endes 7, van St Aloysius 8, van Ignatius uit Loyola 13, van H. Labre 15, van H. Franciscus Borgia 17, van H. Catharina uit Sienne 22, van H. Maria Margareta 7, van H. de la Salle 10, van Gelukzaligen de Montfort 7, van den II. Pastor van Ars 7. Onder de gehuwde Heiligen: H. Felicitas had 7 kinderen, H. Lodewijk van Frankrijk 11, H. Borgia 8, en H. Joanna van Chantal 6. Om sterke boter tè verbeteren, kneed ze met water bevattende 15 grammien potassiumnbicarfconaat of sodium-bicarbonaat per kilogram... als de slechte smaak verdwenen is, laat alles twee uren rusten, en wasch de boter daarna met gewoon water. Wat Louis Vewillot schreef in 1870 in Rome pendant le Concile Moeste men de toekomst durven doorpeilen, verder dan de gevechten en de instortingen, men bespeurt een B. P., Maria onze Moeder leed ge heel haar leven lang maar bijzonder lijk op den dag van Christus lijden, om door haar lijden ons te helpen verlossen: Daardoor is Zij medever- Wijtsclu te, West-Nieuwkerke, Proven.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1931 | | pagina 1