NA OPSLORPING VAN ANDERE BALKI N KERSTKRIBBEN WEET GE WAT de eerste Vlaamsche Bank boekt, 40 millioen Frank Kapitaal en Reserven Mededeeling HET YPERSCHE VOLK 53* Jaar. - Nummer 51. 35 Centiemen Zaterdag 19 December 1931. Katholiek Weekblad van het Arrondissement Yper Een bezoek bij St-Michel N. V. Hoofdzetel GENT, Kalanderberg, 1, BANK BEURS WISSEL uctschc ÏJolh ABONNEMENTPRIJS 1 Jaar 18 fr. 6 maanden 10 fr. 3 maanden 6 £r Men abonneert in alle Postkantoren en in het Opstelbureel ABONNEMENT VOOR 'T BUITENLAND 28 frank. Op het Opstelbureel alleen te vragen. BEHEER EN OPSTEL io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER Postcheckrekening 40.201 (j. casier) waar op alle wekedagen alle inlichtingen te bekomen zijn van 14 tot 16 uur. AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst. Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG ten laatste ingezonden woraen. Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den WOENSDAG avond. De H. Franciscus van Assisië deed zijne bijzondere devotië op tot het Kerst-mysterie, met zijn bezoek aan het H. Land. In den winter van een zijner laat ste levensjaren, verbleef hij in de rotse-cel van Monte Rainerio en bij het naderen van Kerstdag noodigde hij den edelman Giovanni uit, om met hem te komen spreken. Deze edel man woonde te Greccio, op eenige uren van Monte Rainerio, had berg holten en tose-cellen, gelegen op zijn eigendom, ter beschikking besteld der zonen van Franciscus en had er nog eene ruwe ermitagië bijge bouwd. 'k Zou willen Kerstdag vieren zegde hem de H. Franciscus, en met lichaamlijke oogen de ontberingen aanschouwen van 't Goddelijk Kind, hoe het in eene kribbe lag op wat strooi, met den os en den ezel erbij staande. Als gij wilt, zullen wij zulk- danig feest te Greccio vieren en ga gij vooraf, om te bereiden zooals ik u daar even zei. Giovanni bouwde bij de ermitagië een stal, met krib en altaar. Op Kerstnacht de Broeders van de omliggende Kloosters en de b'ewoners der streek kwamen er naar toe, met brandende fakkels. Met middernacht werd in den stal mis gecelebreerd en Franciscus trad op als diaken. Na het Evangelie, deed Franciscus een sermoen, gedurende hetwelk af en toe hij zich neder boog over de krib, het kindeken streelende en liefkozen de. De menigte voelde als of zich een verborgen mysterië werkelijk voor hun oogen afspeelde, verzekerde nadien, dat hij een levenloos kind in de kribbe gelegd had ien dat het in- leven-schoot op het aanraken van Franciscus. Al het volk geloofde dat, dien nacht, Greccio een ander Beth- leem geworden was. Alhoewel in andere landen, name lijk in Frankrijk en Engeland, in de XIIIe eeuw, in sommige Kathe dralen Kerst-voorstellingen geschied den, hier in Greccio hebben wij den oorsprong der Kerstkribben: Deze werden eerst opgericht in de bid plaatsen der Franciscanen, daarna in alle kerken en in veel bijzondere woonsten. Hedendaags is die gewoon te in Italië algemeen en als op Kerst dag, die aanzien wordt als de eerste dag van 't nieuw jaar, de rraanschen elkaar een bezoek brengen om een gelukkig nieuwjaar te wen- schen, dit bezoek bestaat hoofdzake lijk in de kribben, die in alle huizen opgeslegen wordien, te gaan bewonde ren. Dien dag biedt men geen ge schenken aan, hetwelk gedaan wordt op Dertiendag, om het geniegensvol gebaar der drie Koningen na te vol gen. Het vermaardste Kerstkind van Rome is de Santo Bambino van de kerk Ara Ooeli op het Kapito- lium. De paster dier kerk is nu Mgr. Van Roey, aartsbisschop van Mechelen en als paster van die kerk is kij Kardniaal. Ara Coeliwil zeggen hemelsch Altaar, en rond een altaar dier kerke staat er te lezen: Dit altaar, genoemd Ara Coeli, is aanschouwd als opgericht op de plaats waar de Moeder Gods met ha ren Zoon in een gulden krans ver scheen aan Keizer Augustus. Op die plaats, vóór Christus' Geboorte, had de heidensche Keizer een altaar doen oprichten met opschrift: Al taar van den eerstgeborene Gods. De Santo Bambino is een Kerst kindeken, gesneden uit een dikken tak van een der olijfboomen van Gethsemani, medegebracht uit Jeru salem door een Franciskaan. Het aangezicht is geschilderd, het Hoofd gekroond met eene gouden kroon, het Lichaam omwonden met bunsel- doeken, op dewelke een zeer groot getal edelgesteenten sierlijke teeke- ningen aanbieden. Het jaar door, maar bijzonderlijk in den Kersttijd, wordt het Beeldeken bezocht en ook naar zieken, die berecht zijn wordt het op aanvraag overgebracht. Dit geschiedde eertijds bij middel van een prachtrijtuig en de Pater, die er in zat, liet buitenwaarts het uit einde zijner witte stool hangen. De Santo Bambino komt voorbij zegde het volk, als hst die stool ontwaarde. In den kersttijd wordt jaarlijks het beeldeken uitgesteld in eene zijkapel. Daar is een klein predikstoeltje en als vader of grootvader er in bedevaart komt, met eene geheels bende kinde ren, een der jongste knechtjes be klimt het gestoelte en zegt een een voudig kerstverhaaltje op. En wie zou er op aandoenlijker wijze kunnen het verschijnen verha len van den Engsl in de weide, het zingen van den Gloria door een leger hemelsche Geesten, het gaan der her ders naar Bethleem, het vinden van het goddelijk Kind, tusschen Maria, Joseph, den os en den ezel, omwonden in doeken en liggende in eesn krib... dan een zilverklinkende kinderstem! De Procureur des Konings te leper brengt ter kennis der bevolking de be drieglijke handelwijze van een genaamde ARIE-LEENDERT VAN DER GRAAF gehuisvest te Amsterdam. De Politiecommissaris van Dordrecht (Holland) laat weten dat voornoemde Van Der Graaf aankondigingen plaatst bijzonderlijk in de vlaamsche dagbladen, bij dewelke hij voorstellen doet van lee ningen op hypotheek en aanbiedingen van krediet. Door deze die hem inlichtingen vragen doet hij eene som storten gaande van 200 tot 450 frank, en laat meestendeels daarna van hem niet meer hooren. Dat iedereen die niet wil bedrogen worden zich dus wachtte op deze aan kondigingen te antwoorden. leper, den 15 December 1931. De Procureur des Konings, I. VAN TORENBURG. Volgens een Overbekende spreuk s een kanon niets anders dan een opening met metaal er rond. Van een sigaret zou men moeten :eggen: Een blad je papier met ta- oak er in. Dat schijnbaar onbeduidend iets een sigaret vergt nochtans zulke groote hoeveelheid bewerkin gen, door talrijke machines uitge voerd, dat men, na een moderne si- garettenfabriek te hebben bezocht, als duizelig is wanneer men terug den blauwen hemel boven het hoofd ziet. Wij hebben, op het onverwachts, kennis gemaakt met den Heer Ka- miel Gosset, eigenaar der St-Michel- lekensfabriek, die ons uitnoodigde eens zijn inrichtingen te komen be zichtigen. Wij trokken er gisteren met een paar vrienden op af. De huidige fabriek is de vijfde welke door de St-Michel werd ge bouwd. De wieg, als wij het zoo mogen zeggen, der St-Michel, was een ta bakmagazijn der Putterij, te Brus sel, een wijk uit de middenstad, wel ke nu afgebroken is. De firma werd er in 1885 gesticht. De sigaretten werden er met de hand gemaakt. De stichter was de Heer Felicien Gosset, na een werkzaam en bedrij vig leven in 1920 overleden. Hij was de eerste dis de goedkoo- pe, de volkssigaret op de markt bracht. De bijval der St-Michel nam met de Brusselsche tentoonsteling in 1897 een groote vlucht. De bedrijfsleider gaf ons inzage van de statiestieken nopens de voortbrengst. In 1890 werden 500.000 St-Michel- lekens gemaakt. Tien jaar later was de voortbrengst met twee miljoen vermeerderd. In 1910 steeg het tot honderd twintig* miljoen. Nog tien jaar later bereikte men meer dan drie honderd miljoen, terwijl in 1930 het fabelachtig cijfer van twee miljard twee honderd miljoen werd bereikt! Van handwerk is er natuurlijk geen spraak meer, alles, alles gebeurt met de machien, alhoewel de fabriek nog vier honderd vijftig werklieden telt. Voor het maken der St-Michel worden bijna twintig soorten tabak vereischt. De bedrijfsleider liet er ons een vijftiental stalen van zien, inlandsche en vreemde, sommige donker van kleur, andere helder, eenige reukloos en andere met heer lijken geur. En de andere? Onder geen voorwendsel kregen wij de andere soorten te zien, noch hun naam te hooren, noch het land te vernemen waar zij gekweekt worden. Dit is fabrikatiegeheim. Eenige jaren geleden werd het St- Michellske als een volkssigaret aan gezien. Een teeken des tijds: thans zoowel door de volksklasse als door de burgerij, wordt ze door iedereen gerookt. Bij een wandeling door de reusach- ige kelders en zalen, staat men ver bluft over de hoeveelheid der zich in magazijn bevindende tabak, docih al les zeer zorgvufdig gestapeld en van opschriften voorzien. De mengeling der twintig soorten tabak is echt wonderbaar. Op een breeden honderden meters langen riem, worden door meisjes de ver schillende soorten tabak gelegd, ver der zonder tusschenkomst van de werklieden naar den mengelmolen gevoerd, en vandaar tot de droogke- els op de vierde verdieping. Het omhooghalen van het mengsel geschiedt door middel van groote zuigbuizen, waardoor tot de gering ste stofdeelen worden verwijderd. Aan de droogovens staat een enkel werkman, die sedert dertig jaar niets anders doet dan de ovens nazien. Het is een specialist in zijn vak, die zon der warmte- of droogtemeter te moe ten raadplegen, weet wanneer de ta bak goed is om verwerkt te worden. De eigenlijke sigaretmachine is' een edht wonder, waarvan wij ons wel zullen wachten een beschrijving te geven. Elke machine maakt 1250 tot 1500 sigaretten per minuut. De machines waarmede de siga retten in pakjes worden gedaan zijn wellicht nog kunstiger dan de siga retmachines zelf. Het is onzeggelijk welke ingewik kelde bewerkingen een stukje papier ondergaat, vooraleer tot een pakje veranderd te zijn, waarin de ma chine het juist aantal sigaretten doet en het sluit. Zooals men weet moet rondom elk pakje sigaretten een tabaksbandje geplaatst worden. Hoeveel personeel zou er noodig zijn om die bandjes te te plakken? Verleden jaar heeft de St-Michel er zoo maar voor twintig miljoen gebruikt. Voor dit werk zijn ook machines gemaakt. Dat eenvoudig bandjes plakken vereischt machines die ook uiterst ingewikkeld zijn. De fabriek heeft hare eigen werk huizen voor het herstellen der ma chines. 't Is als eene fabriek op zich zelf, met een tiental werklieden, sme den en paswerkers. De werkhuizen van St-Michel zijn, volgens een amerikaansch ingenieur, een specialist in het bouwen van fa brieken, een der best ingerichte. De gebouwen zijn het werk van bouwmeester Blomme, en in moder nen stijl opgevat. Op aanvraag mogen de fabrieken door onze lezers bezocht worden. De heer Gosset zal door een vakman al le gewenschte inlichtingen laten ver schaffen en die den bezoekers tot leidsman zal dienen. Het is waarlijk bedroevend, hoe het er in den omtrek van sommige fabrieken toegaat. Tijdens den schof- tijd zitten de werklieden op straat op de gaan paden hun boterham te eten, heel dikwijls de handen ongewas- schen. Dat gebeurt ook in de her bergjes, waar velen het middageten gaan nenïen. Wie van het personeel van St-Mi chel op straat wil gaan eten, mag het vrij doen. De heer Gosset heeft echter bij het bouwen zijner fabriek, ook een eetzaal voorzien. Een pracht- zaal, heel en al opgevat in den stijl der fabriek, ruim, luchtig, klaar, met tafels en zitbanken. Tegen min der dan den kostprijs wordt er aan het personeel koffie geschonken en 's middags soep. Het plan wordt over wogen om een volledig middagmaal te geven. Huisbezoek wordt regelmatig ge daan. Bij ziekte, geboorte, of waar het noodig is, gaat de opzichtster ten huize. Er zijn raadplegingen voor zuigelingen, kinderkribben, enz. Het gebeurt wel, dooh zelden, dat er een is die meent den Maandag dat de Zondag nog niet ten einde is, doch vooraleer het middag is, wordt reeds ten huize naar den gezondheidstoe stand van den afwezige gevraagd. Tot slot: In gansch de reusachtige fabriek is niet het minste stof te be speuren. Alle werkzalen zijn voort durend in een staat van reinheid, zoodanig dat men zich in een huis kamer zou wanen. Het vrouwelijk personeel draagt dezelfde kleedij, eenvoudig doch keu rig. Aan elke werkster worden kos teloos twee werkkleedijen verschaft, evenals de hoofdbedekking. Dat de h. Gosset op zijn werkvolk rekenen mag hoeft wel geen betoog. Deze mogen ook op hem rekenen. Werkgevers en werkvolk zijn el kander waard. Octaaf DE WAELE. Abonneert u op Het museum van Kunsten en Am bachten te Parijs is verrijkt met twee eenheden: le De eerste stoom-auto van Serpol- let, die ten jare 1885 puffende en rin kelende eenieder op den dorpel zijner woning deed komen, bij zijn voorbij rijden. 2e Het glazen buisje, gevuld met ijzervijlsel en kwik, dat Edouard Branly, nu nog in leven, ge bruikte om op afstand en zonder ver bindingsdraad een electrieken stroom aan tq leggen. Die détecteur of co- héreur werd naderhand verbeterd door den italiaan ider Marconi en was de oorsprong der draadlooze te- legraphie en later der draadlooze te- lephonie of radio. Spanje heeft een Voorzitter zijner republiek: 't Is Alcala Zamora, die als overtuigd katholiek de omwen teling in gang stak, eerste minister werd, zijn ontslag indiende bij het stemmen der antigodsdienstige wet ten en verklaarde eene beweging in gang te zullen stellen om die anti godsdienstige grondwet te doen her zien. maar die, om te kunnen geko zen worden als Président, dit laat ste waar-katholieke gedacht liet va ren! Zijn traktement beloopt onge veer 6.750.000 fr. Vergelijk eens de ze som met de dertig zilveren pennin gen: 't getal is merkelijk grooter, maar de aard der zake is dezelfde. Wat gaat de brusselsche koetsier, die vóór eenige maanden, bij al het gerucht gemaakt rond de weten schaplij ke pogingen van leeraar Pi- card, uitriep: C'est Picard, qui avec son stratosphereest monté en hautwat zal hij nu zeggen bij het lezen, dat een duitsch werktuig kunde een vuurpijl, wegende 6 kgr. tot 8000 meters heeft doen klimmen, en 18 kilometers ver heeft doen val len? Een geneesheer, weinig de apothe kers genegen, ontvong een klant, die begon met te zeggen De apothe- 253 Agentschappen en Kantoren in Oost- en West-Vlaanderen en Brabant. Agentschappen te leper, Poperinge, Nieuwpoort, Komen, Wervik, Wijtschate, West-Nieuwkerke, Proven. Kantoren te Alveringem, Beselare, Beveren-IJzer, Krombeke, Geluveld, Kemmel, Leysele, Loo, Merkem, Passchendale, Pervijze, Poelkapelle, Stavele, Vlamertinge, Westouter, Westvleteren, enz.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1931 | | pagina 1