Die had het vast Snobisme, of wat Geen medalie meer Geitendrank WEET GE WAT ALLERHANDE 54! Jaar. - Nummer 17. 35 Centiemen Zaterdag 23 April 1932 Katholiek Weekblad van het Arrondissement Yper (j- casibr) f)Ct i)pctöl)cc tlolli ABONNEMENTPRIJS 1 Jaar 18 fr. 6 maanden 10 £r. 3 maanden 6 fr Men abonneert in alle Postkantoren en in het Opstelbureel ABONNEMENT VOOR 'T BUITENLAND 28 frank. Op het Opstelbureel alleen te vragen. BEHEER EN OPSTEL io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER Postcheckrekening 40.201 waar op alle wekedagen alle inlichtingen te bekomen zijn van 14 tot 16 uur. AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst. Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG ten laatste ingezonden woraen. Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den WOENSDAG avond. Sommige ambachtslieden aanzien hun klanten als het kuiken met de gouden eiers. Zij letten meer op het geld dan op hun werk. Zij hebben het nog in hun kop niet gekregen dat ieder gaarne goed betaalt voor goed werk. Het lukt wel eens dat zij iemand kunnen pluimen, maar geen tweede maal. Een vaste klienteel hebben zij niet. Hoe zou het ook. Hun leven lang zullen zij sukkelen. Omdat zij willen slim zijn. Ik heb een timmerman gekend die nog maar pas voor eigen rekening begonnen was, toen de notaris van zijn dorp hem opdracht gaf een heel goedkoop hek te plaatsen rond zijn tuin. 's Avonds bezag de notaris het werk, en maakte er den jongen op merkzaam op dat hij een «goedkoop» hek wilde, en dat het dus zoo fijn niet moest afgewerkt zijn. «Ja, mijnheer zei de compagnon. 's Anderendaags kwam de notaris opzijn poot spelen: dat de planken niet moesten geschaaf-d zijn, en de vergaringen niet met verf ineenge stoken, een nagel was al genoeg, en dat hij niet mocht mieenen met een gepeperde rekening af te komen, dat hij alleen het werk betaalde dat be- besteld was en dat hij het heele boel tje mocht wegnemen, en nog een hee- ilen reesem. De compagnon werkte onver stoord voort. Acht dagen later kwam hij met het rekeningske bij den no taris. Deze verschoot en betaalde. Maar, zoo vroeg hij dan, gij moet er de helft aan toeleggen? Hoe kunt gij voor zoo een spotprijs een fijn af gewerkt hek leveren?» «Mijn heer de notaris, sprak de timmer man, ik lever alleen schoon werk. Verleden jaar kwam ik te Antwer pen dien snul van een timmerman te gen. Maar fijn uitgedost dat meneer was. Wel, zoo vroeg ik, hoe stel je het?» «Hoe zou je wel denken; 'k heb hier in de stad voor het mo ment 200 gasten die werken. Van crisis heb ik nog niets ondervon den Zijn lijfspreuk was nog altijd: 'Goed werk leveren». Sedert eenigen tijd maakt men in de steden van Engeland zoowel als op den buiten, in de straten, buree- len, kantoren, zoowel als in de zee havens als in de spoorhallen, eene geweldige reklaam voor de artikelen in Engeland vervaardigdBuy Bri- rish» koopt Engelsche voortbrengsels. Men kan de Engelschen geen on gelijk geven. Maar in hunne handel wijze ligt eene les, die wij, Belgen, kunnen benuttigen. In 1925-26, als wij door de geld- rerbrassingen der socialisten op den boord van den afgrond zaten, klonk net overal in ons landkoopt Belgi sche voortbrengselen! Dat liedje *erd eenigen tijd door meest al de Belgen gezongen en zelfs overal uit- geplakt. Helaas! het duurde niet al ■elang en die het meest zongen, han delden er het minst naar. Xu dat Engeland hetzelfde zingt, «tinnen de Belgen wel eens overwe gen welke vreemde artikelen zij kun nen laten ten voordeele der Belgi- •cne. Daaronder vinden wij het bier rit Duitschland, Oostenrijk en Enge rd. De Belgen drinken zooveel 'reemd bier, dat het hun jaarlijks g-ülioenen en millioenen franken wst, waarvoor de vreemde overi- i'cns hartelijk dankt! En nochtans Belgisch bier is beter van hoe danigheid dan menig vreemd bier, dat niet anders heeft dan den naam van uitmuntend te zijn. We mogen hetzelfde zeggen voor tal van ander^ voortbrengselen. Waarom bevoordeeligen de Belgen hunne eigene nijverheid niet? Die dwaze mentaliteit bij velen: als 't van elders niet komt, 't en deugt niet! Deze die een hond hebben, zijn niet meer verplicht het dier een medalie te doen dragen. Dit komt door het Verbrekingshof beslist te worden, ziehier in welke omstandigheden: Er was proces-verbaal opgemaakt geweest tegen een landbouwer van Maeseyck, omdat dezes hond geen medalie droeg. In beroep zetelend, sprak de boetstraffelijke rechtbank van Tongeren, op 22 December 1931, die landbouwer vrij. De Heer Prokureur des Konings van Tongeren ging in verbreking, bewerende dat dit vonnis in strijd was met art. 6 en 97 van de Grond wet en art. 1 van het Koninklijk Be sluit van 29 October 1908, gewijzigd door Koninklijk Besluit van 24 De cember 1926. De Heer Prokureur des Konings beweerde dat deze twee Ko ninklijke Besluiten niet door de wet van 22 Januari 1931 vernietigd wa ren. Het Verbrekingshof verwierp het beroep, daar ten gevolge van de nieu we fiskale wetten veranderingen aan de bestaande verordeningen gebracht wierden, zoodat ten gevolge hiervan, de medalie vanaf 24 December 1926, niet meer door de gemeentebesturen, doch door de ontvangers der belas tingen afgeleverd zou worden, tot ten slotte de wet van 22 Januari 1931 een einde stelde aan de taks op de honden en aan het afleveren der eeni- ge nog in gebruik gebleven medalie. Ingevolge dit arrest moeten de honden geen medalie meer dragen. Als men wil dat een geit veel melk geve, dan moet zij veel water te drin ken krijgen. Wanneer men de melk ontleedt ziet men dat zij 88 water bevat. Indien we dus veronderstellen dat een geit 4 liter melk per dag geeft, dan is daar 3 liter water in. Dit toont ons duidelijk dat het volstrekt nood zakelijk is de geit van zeer veel wa ter te voorzien om haar toe te laten overvloedig melk te geven. Men moet ten andere ook aannemen dat haar levensorganen, om voldoende te kun nen werken, 2 a 3 liter water per dag vergen. Om dus op veel melk te kunnen re kenen mogen wij zeggen dat het zeer nuttig is de geit dagelijks ten min ste 5 liter water te laten drinken. Ook bemerkt men dat de geit, wan neer haar melkproductie vermindert, veel minder drinkt, en dat zij, wan neer ze droog staat, ten hoogste 2 a 3 liter water inneemt, t.t.z. zooveel als zij noodig heeft om te bestaan. Wanneer een geit in de weide gehoed wordt, eet ze gras, dat 85 water bevat: ze zal dan natuurlijk niet zoo veel water noodig hebben als bij droog voeder gedurende de winter stalling. Men mag zekere eigenschappen die geitendrank moet bezitten, niet uit het oog verliezen; eerst en vooral mag hij niet te koud zijn, want dan drinkt de geit niet zooveel, hetgeen nadeelig zou zijn voor haar melkvoortbrengst. De drank moet lauw zijn, zooda nig dat het gestel geen caloriën moet afgeven om hem in het lichaam te verwarmen. Het beste water is dit van een klare beek, maar het is niet altijd in ieders bereik. Putwater is goed wanneer het klaar, zuiver en aangenaam van smaak is. Het gebeurt soms dat een geit wei gert te drinken omdat haar drank on zuiver is. Een onvoldoend gereinigde emmer kan zelfs hieraan wel eens schuld hebben. Een kleine hoeveelheid suiker in het drinkwater mengen is een uit stekend middel om de geit veel te doen drinken. Een koffielepel suiker geeft reeds een zekeren uitslag, doch men mag die hoeveelheid suiker verhoogen wanneer het dier aan gesuikerd wa ter gewoon geraakt is. Ook moet men met hetzelfde doel van tijd tot tijd keukenzout in den drank mengen, of wat nog beter is, een klomp ruw zout in den eetbak leggen, dan kan de geit er aan lik ken wanneer zij er zin in heeft. In Geneve is er een internationaal Bureel der werklieden waarvan M. Albert Thomas de bestuurder is. In 1931 hebben de Christene Syndika- ten eene prachtige muurschildering in 't lokaal van bovengemeld Bureel la ten uitvoeren, door schilder Maurice Denis en het tafereel stelt den werk winkel voor van Nazareth, waar Christus onze Zaligmaker, als jeug dige werkman, "afgemaald 1ST Om aan de crisis te verhelpen, had Kardinaal Verdier uit Parijs beslo ten een zestigtal kerken en kapellen te laten bouwen, in en rond de Fran- sche hoofdstad. Eene eerste leening van 20 millioen frank was door den Kardinaal uitgeschreven en Maan dag 11 April kon men actiën aankoo- pen. In weinige uren waren ze allen uitverkocht. Wat ook aan de crisis verhelpen moet, is het voortbouwen aan de ka thedraal Christus-Koning ter eere, ter stede van Liverpool, in England. In 1931 heeft men de werken begon nen. Het gebouw zal boven de 400 millioen fr. kosten, groot zijn als St Pieters te Rome; met het aanvangen van 't werk had men reeds het 151*0 deel in kas, van die overgroote som. 4 99 Er was nog een staat in Europa, waar er geen treinen liepen, name lijk de Republiek St Marino, liggen de in centraal Italië. Met post-chai- sen of siezen, oud model, reden de St Marinisten naar Italië. Nu is de ijzerweg, 32 kilometers lang, waar mede men zal kunnen Italië binnen- stoomen, voltooid en groote feesten worden bereid, tegen de inhuldiging. In St Marino 't oude verdwijnt in Finland 't oude herneemt. Hier be stond er eene drooge wetgelijk in de V. S. van Amerika: geen gistbehelzende dranken mochten ge bruikt worden. Vóór weinige da gen nam deze wet een einde en met klokslag 12, in den nacht, mocht men opnieuw alcohol verkoopen en ver bruiken. Iedereen stond gereed en met middernacht bestormde men her bergen en cafés. Dien eersten dag, in de hoofdstad Helsingfors alleen, dronk men voor ©en millioen marken druppels In den voorgevel der kathedraal te Metz staan 4 groote steenen beel den van propheten en de beeldhou wer had aan 't beeld van Daniël een kop gehouwen, die het hoofd weer gaf van Keizer Willem II. Twee op gaande groeven ïn de kaken en aan vang nemende aan de hoeken van den mond gaven goed den indruk weêr van 's Keizers opkrullenden snor baard. Dezer dagen beweerde men dat de Metzers dit standbeeld weg genomen hadden. Daar is niets van en de Elzassers, die overal elders in hun land de standbeelden van den Keizer onthoofd hebben, stellen zie?1 hier tevreden met in den loop der maand Januari, op 's Keizers ge boortedag, den dag waarop vóór rW oorlog geheel Duitschland op zijnen buik lag om den afgod te vereeren, zij stellen zich fonrfpdon met op dien dag een buishoed te plaatsen op bovengemeld standbeeld en aan zij nen nek een karton vast te hechten met een spotschrift. «4 In een drama van Shakspeare wordt er verteld, dat men een bosch van kreupelhout wandelen zag. 't Was een leger soldaten, die, om van ver niet verkend te worden, elk een grooten bebladerden tak droegen. Camouflage van den ouden tijd! Sedert heeft men gebouwen, op hun geheel of gedeeltelijk, een wande lingsken zien doen. Te Noorden van de stad Antwerpen is er eene kleine ijzerWagstation de Damstatie die vóór 30 jaar in den weg stond en zekere uitbreiding der lijnen belette. Oordeelende dat het min kosten zou geheel het gebouw te verschuiven zoo iets van 100 meters dan het af te breken en opnieuw te herbou wen, heeft men het op stalen rollen geplaatst en traagzaam met domme krachten (cric) vooruitge- duwd, tot op de nieuwe grondvesten. Men is nu bezig met het kapelkoor der Augustinersen te Jupille, bij Luik, te verplaatsen en nieuwe mu ren zal men daarna tusschen de twee oude deelen optrekken en alzoo het kerkje vermeerderen. Vóór 20 jaar deed men hetzelfde met den ouden to ren van Bocholt (Limburg), die ach teruit geschoven werd, om te kunnen in die richting het tempelgebouw uit zetten. In twee laatste gevallen moest men eerste, te Jupille het koor, te Rocholt den toren afzagen en alzoo scheiden van 't overige des gebouws. Dat doet men gemakkelijk: Een lan gen stalen draad doet men ten laag- sten mogelijk onder het gebouw voorbijkomen, vervolgens brengt men hem buiten en opwaarts langs de zijmuren en daarna al over het dak heen. De twee uiteinden worden zorgvuldig aan elkander gelast en zoo heeft men een draad zonder ein de, die het gebouw omvat. Die draad legt men op een zeer-snel draaiend wiel, dat kan regelmsatig van het gebouw verwijderd worden en de slepende draad, die gedurig wrijft, doorsnijdt steen, balken en ijzer, zoo effen als een mes, dat een brood door klieft. Daarna herneemt men dezelf de bewerking in de grondvesten, maar op horizontale richting en de effen bodem kan dan gemakkelijk verschoven worden op de nieuwe grondvesten, die bestaan uit een plat ten blok in gewapend cement. 9 99 De babarijsche vijgeboom, d.i. van het land der Barbaren of Berberen, namelijk het Noordwestlijk ge deelte van Afrika: Tunisie, Algerie en Maroc, is eene cactusplante, ook genoemd Nopal. De takken be staan uit aan-een-gezette ovale en dikke bladeren, voorzien van stevige stekkers, zooals ge ze verbeeld ziet op veel plakbrieven uit die stre1" 't Is eene vet plante, 't is te zeggen dat de bladeren weinig zweeten of uitdampen. Zij kan bijgevolg groei en om zoo te zeggen in 't zand en de bladeren houden het overvloedig sap bij, dat zij bevatten. Ingezien het groot getal stevige stekkers, soorte doornen, die bladeren bekleeden en ook de vrucht, dewelke smaakvol is om eten, kunnen men- schen en dieren door zulke hagen niet heen: Daarom zijn veel dorpen in die streken van zulke hagen, die nende tot verschansingen, omringd en de openingen, er in als toegangen gelaten, kan men gemakkelijk ver sperren met bullen van boomen, als- wanneer gevaar opduikt. In sommige streken, Sicilië, Sar- daigne en Vereenigde Staten van Amerika wordt de Nopal zorgvuldig gekweekt, niet alleenlijk voor zijne vruchten, maar ook voor zijne bla deren, die goed dierenvoedsel uitma ken. In den Texas (V. S.) bijvoor beeld, hadde men geen Nopals, men zoude de kudden moeten op den helft brengen in getalsterkte: Zoo weet men te spreken van een veeteeler, die gedurende een zeer droogen win ter, zes maanden lang, 800 ossen voedde alleenlijk met de bladeren van 32 hectaren Nopals. Daar die blade ren veel sap bevatten, behoeven die dieren maar twee tot driemaal te drinken per week in den zomer en eenmaal per week in den winter. 4 4 Onze draai-orgels komen ook uit uit het land der Barbaren of Berbe ren en van daar hun naamBarba- rysche orgels orgues de Barbarie. Vruchten der fruitboomen, zegde een leeraar, die les gaf van planten kunde, als men te lang wacht van ze te plukken vallen langs den boom... En de vijgen, riep een snaak hem toe, langs den ezel! SOCIALISTE ARBE1DSBANK VAN GENT Volgens het op 2" Paaschdag goed gekeurd bilan over het dienstjaar 1931, heeft de Socialïste Arbeids- bank, vroeger te Gent gesticht door Anseele en zijne partijgenooten, be langen in 83 maatschappijen, na melijk in 10 weverijen, 10 metaalfabrieken, 2 koolmijnen, 5 zinkfabrieken, [seis, 6 fabrieken v. scheikundige maak- 12 banken en verzekeringsmaatsch., 16 koloniale maatschappijen, 1 waterverdeelingsmaatschappij 1 steengroefuitbating, 1 brijkebakkerij, 1 bouwonderneming, 18 krediet- en samenwerkende maat- [schappijen. 83 te samen. De socialisten zijn, en worden, meer en meer, kapitalisten, op zoek naar winst en weelde, maar helaas, zonder liefde of lust om hun overschot meê te deelen aan onvrijwillige werk- loozen, armen en gebrekkigen. BOUW Tot einde 1931 hadden de 298 bouwmaatschappijen, erkend door de Nationale Maatschappij voor Goed- koope Woningen, in 395 gemeenten 53.075 woonsten opgericht, waarvan 42.536 afzonderlijke huizen en 10.539 appartementen. Zij hadden 17.505 huizen kunnen verkoopen, voor 414

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1932 | | pagina 1