Van onder het liberaal bestuur heb
ik de vermindering des slachthuisrech
ten gevraagd. Ik heb bewezen dat het
slachthuis dan alreeds 361,000 franken
had opgebracht en dat het maar aan
onkosten van stichten, onderhoud en
kroos 234,000 had gekost. Dat het jaar
lijks gemiddeld 13,000 frank opbracht
en dat het jaarlijks maar 4,844 fr. uit
gaven veroorzaakte. Dat het dus eene
belasting van ruim acht duizend fran
ken op het vleesch was, betaald door
de beenhouwers en de verbruikers, die
onrechtvaardig wasdat het slacht-
recht van één frank per honderd kilos
moest van den helft verminderd wor
den. Toejuichingen
De liberale vrienden hebben de zaak
ter studie gelegd en door mijne vol-
herding, en de medehulp der beenhou
wers, heb ik van de katholieken ver
kregen dat het recbt op tachtig centie
men is gebracht hetgeen nog dertig
centiemen te veel is. Het slachthuis
moet niet meer opbrengen dan het
kost. Toejuichingen
Ik heb onder de liberalen en onder
de katholieken gestreden voor uw
stemrecht, voor uw recht van burger
in uwe stad. Ik heb wenschen voorge
dragen in den gemeenteraad, voor de
herziening en het algemeen stemrecht.
Ze zijn verworpen geweest; men zegde
dat wij de Grondwet wilden herzien
om de grondvesten der samenleving
den troon, den godsdienst, de familie,
den eigendom, enz., af te schaffen en
om ver te werpen. Gelach en toejuichin
gen).
Maar de weerklank van mijne poo-
fingen en dezer mijner vrienden heeft
ij u, kiezers en niet kiezers, zoo
groot geweest dat men heeft moeten
toegeven en u het stemrecht tegen wil
en dank verleenen. Toejuichingen
Het stemrecht dat men u heeft moe
ten geven heeft men besnoeid en op
bespottelijke wijzen verknoeid gij
hebt maar een stemmetje, de rijken
hebben er vier. Dat zal niet lang du
ren indien gij wilt en indien wij voort
strijden en zweren dat wij het zullen
doen met steeds meer ijver en gloed.
Toejuichingen
Ik kom aan eene zaak waaraan ik
mij met hart en ziel heb toegelegd.
Het gold er immers de gezondheid der
inwoners, de geldkas der stad en de
toekomst der nijverheid. Dat is de wa-
terkwestië. Van in 1869, wanneer de
fabriek aan het Hoornwerk gesticht
werd,wa8 hetstadsbestuurbekommerd
met de vrees van watergebrek. De
heer Ch. Becuwe, gemeenteraadslid,
gelast met de studie dier zaak, leverde
het volgende verslag af
Deze vrees van watergebrek voor
het verbruik bmnen stad is zeer ge-
grond, want de machien met con-
denseur dier fabriek eischt in twalf
r> uren werkens, 84 cubiek meters
water of het achtste gedeelte van
n wat de stad dagelijks noodig heeft.
Later de fabriek van Mme Becuwe
en de fabriek van M. Verschoore wa
ren verplicht water te gaan nemen
naar den boterplas door eene diepe
kostelijke waterleiding die geen dienst
heeft kunnen doen. En het water van
de stadsleiding was geweigerd aan den
tram die ook eene leiding moest doen
naar den boterplas.
Maar de zaak van de hoedanigheid
van het water lagen mij het hoogst
aan het hart. Want al mijne onderzoe
kingen en opzoekingenovertuigden mij
dat het moeras-water van Dickebusch
slecht en gevaarlijk voor de gezond
heid is. De ontledingen die zijn gedaan
feweest door order van de stad, heb-
en dit bewezen.
De gemiddelden inhoud aan orga
nische materiën is honderd een en
twintig miligrammen per liter, 't is te
zeggen een en twintig meer dan het
maximum aangeduid door de gezond
heidsleer.
Ik heb ook getroffen geweest over de
groote mortaliteit (sterfte) van Ieperen
die is 26 per duizend inwoners ter
wijl het gemiddeld cijfer 21 is voor
Belgiën. Zoo dat voor eene bevolking
van 17,000 inwoners er jaarlijks 85
Ieperlingen meer sterven door buiten-
gewoone oorzaken
Ik heb gedacht dat er beter en goed-
kooper grondwater te bekomen was in
de uitgestrekte zandhoogten van de
Nonnebosschen en het Polygoneveld.
Ik heb alles gedaan om die zaak be
hoorlijk te doen onderzoeken en ik
heb maar zeer gebrekkige onvolledige
studiën bekomen; mijne voorstellen
en vragen zijn verworpen geweest.
Het weinig die men heeft willen doen
bewijst duidelijk dat er daar veel goed
water is en het zal dienen tot bewijs
hoe zeer men gemist heeft, later naar
mate dat die wetenschappelijke ken
nissen zich uitbreiden en overal toege
past worden. Toejuichingen
De gemeenteraad bleef blind en doof
en heeft nieuwe werken gestemd ten be
drage van 650,000 franken De stad
hadde alreeds voor hare waterleiding
de kolossale groote som van 562,884
fr. verteerd. Te samen negen honderd
trcee en zestig duizend franken, zoo naar
één miljoen voor eene bevolking van
17,000 inwooners waarvan er zeven
duizend op den buiten wonen en er
niets van kunnen genieten en zonder
dat er iets veranderd is om het water
van hoedanigheid te verbeteren Toe
juichingen
En wat ook zeer erg is, dat is dat
men met die werken te plaatsen aan de
Elverdinghepoort, afzag van al het
water van den Zillebeek-njvervan den
kastel-gracht en den majoor die het dub
bel water behelsen dan den Dickebusch
vijver en die de eeuwen door, allen
gediend hebben voor de stad te spij
zen
Dan heb ik de zaak opnieuw bestu
deerd om het moeras water best mo
gelijk toe te passen. Ik heb de noodige
reizen ter onderzoeken van alles ge
daan. Ik heb de best mogelijke oplos
sing voorgesteld, in de zitting van 31
Juli 1893.
Dan heb ik het genoegen gehad dat
mijne vrienden der minderiieid met
mi) eens waren en mijn voorstel s
den. Ik breng hun hier mijn dank daar
voor. Toejuichingen
Ik deed het voorstel van het water
kasteel, van het projekt Temmerman te
plaatsen aan de Tempelpoort dat
moest 25,000 fr. kosten en van de
machienen, ketels, pompen en gebou
wen van het projekt Leboucq erbij te
plaatsen dit zou kosten 26,000 fr.
te samen 51,000 fr. Dit gaf de noo
dige pressing gelijk of dat men nu zal
hebben voor 250,000 franken Maar
ik plaatste erbij inrichtingen voor het
water te zuiveren volgens het stelsel Fus
ion en Anderson, en gebruikte een deel
van den boterplas voor filtreer- en zuiver
water bassins dit koste 54,000franken.
Te samen 105,000 fr. en het water
was gezuiverd op de volledigste wijze die
nu gekend is. Men kon al het water van
Zillebeke, Dickebusch, de kasteel
gracht en de majoor bezigen zooals
leper het altijd noodig heeft gehad om
van alle watergebrek vrij te zijn. {Toe
juichingen.)
Als de boeren van de Potijze en den
buiten eens zullen verstaan dat indien
ze niet opletten een miljoen zal verteerd
zijn aan dat zot werk, en dat het dan
nog jaarlijks tien duizend franken aan
personneel en onderhoud zal kosten, zij
zullen de eer van door zulke jannen
bestuurd te zijn bedanken en voor be
kwamere menschen stemmen voor
boeren, burgers en werklieden die be
ter de waarde van geld kennen. Toe
juichingen
Er is maar eene uitlegging mogelijk
aan deze zotte handelwijze en dat is
dat men schrik heeft van u, kiezers,
met uw enkel arme stemmetje; dat
men wil werk geven hoe meer hoe be
ter zonder rekenen of tellen, om langst
dien weg het werkvolk naar hunne
krocht het Volkshuis te lokken en het
alzoo te blinddoeken en te muilban
den. Toejuichingen
Kiezers, gij zult dit plan verijdelen
(Toej uichingen)
Een gewichtige zaak waarin ik mijn
■~i gedaan heb, is de schandelijke
Godtschalk. Gij
menschenvriend
best-
zaak van de erfenis
weet allen dat die
Hospicen van leper te rijk was, en dat hij
van die gifte zijn paart 700,000 fr.
moest hebben voor het gouvernement,
1,000,000 voor MColaert en zijn klïénten
en 500,000 fr. voor de kosten te samen 2
miilioen aan onzen armen ontnomen
en dat alleen is gebeurd omdat de
gemeente-kiezingen zijn uitgesteld
gebleven en dat de vrienden van M.
Colaert op die onregelmatige wijze de
meerderheid hebben gekregen door
dat gij vijf jaren in plaats van drie
heeft moeten wachten van stemmen
alle protesten van de liberale min
derheid der commissie der Hospicen
bleven zonder uitwerksels. 'T is drie
dubbel onrecht 't is drie dubbel en
eeuwige schandeGij zult dien boel
helpen kuischen {Luidruchtige toejui
chingen).
Met het aankomen van de klerika-
len, gaat alles verkeerd in leper alle
begrippen van recht, waarheid en
zedelijkheid zijn omgekeerd
Vroeger waren het de misdadigers
die gestraft waren. Nu zijn het deze
die de misdaad aan het licht brengen.
Gij hebt gezien hoe de wetgevers Sur-
mont en Colaert met hun eigen rupsen
wet en de commissaris gehandeld heb
ben. In Maart 1893, tijdens het refe
rendum, deden mijne vrienden groote
affichen aanplakken. De politie rukte
ze af, en schende alzoo de grondwet.
Ik ging seffens naar het politiebureel
om het orderboek te zien daar was
geen order ingeschreven, maar de com
missaris zeide dat de politie handelde
op bevel van den Burgmeester die uit
Brussel geschreven had. Ik ging M.
Colaert spreken en deze deed de politie
het afrukken staken.
'K ondervroeg M. Surmont in do eer
ste gemeenteraadzitting. Hij zei dat de
politie zijne bevelen slecht had uitge
voerd. En toen ik zei welk eigentlijk
die bevelen waren geweest was hij in
het nauw gebracht. Hij strafte de
commissaris om dat hij zijn brief aan
mij had getoond, hetgeen hoegenaamd
geen waar was De Burgmeester had
de grondwet doen schenden op schandelij
ke wijze en de commissaris was ge
straft omdat het uitgekomen was van
wie de orders kwamen
'T en ging nooit slechter in Polen, en
bij de kozakken {Toejuichingen)
Nu van kozakken en dwang gespro
ken, is leper voor den armen eene hel
geworden. De bedienden van Stad en
administratie zijn bespied en afge
loerd, beloofd en bedreigd. De arme
die vrijzinnig is, kan nergens iets be
komen. Alles is voor de dweepers, de
kruipers, de vrienden, de aanbevolen
van M. de Pastoor.
In de gestichten is het eene ware
inkwisitie geworden. Alle voordeelen
zijn voor de schijnheilige, al de straf
fen en strengheden voor deze die zich
inbeelden hunne vrij vranke taal van
fiere Ieperlingen te mogen gebruiken.
Wij hebben de twaalf vragen gezien
die Be Strijd heeft gesteld en die on
beantwoord zijn gebleven.
De oude mannetjes zijn allen ontbo
den geweest bij den inkwisiteur en
chef, alle bedienden ook. Ze zijn on
dervraagd geweest. Deze die voldoende
antwoord hebben zijn belooning be
loofd deze die gehaarzeld of onvol
doende geantwoord hebben zijn ver
wittigd dat ze het wel zouden kunnen
beklagen.
Is dat geen drie dubbele schande
Zouden de oude werklieden geen pen
sioen moeten hebben zooals in Duitsch-
land om bij hunne familie te kunnen
blijven inwonen in plaats van in die
gestichten waar ze nu behandeld wor-
zijne fortuin aan de Hospicen van leper ^en er£er dan soldaten, dan gevange
had gegeven. De familie, zonder eenige nen Toejuichingen
kans van lukken, stelde een proces in
om het testament te verbreken. AI. de
schepen Colaert was advokaat, tegen
de Hospicen, dus tegen den armen van
zijne eigene stad. De,dan nog liberale,
Commissie van de Hospicen, met M.
Surmont aan het hoofd, verklaarde
met alle recht dat de eischen van M.
Colaert en zijn kliënten belachelijk en
ongegrond waren.
Maar met nieuwjaar veranderde de
meerderheid in de commissie der Gods
huizen en ookhet "gedacht van
M. SurmontHet proces kwam al met
eens serieus en gegrond en de nieuwe
commissie kwam van gedacht met M.
Surmont dat M. Colaert gelijk had en dat
het beter was overeen te komen dan te pro
cedeer en Gelach en toejuiching).
De vriend van M. Colaert minister
Lejeune rajeunierte het testament, dat
is te zeggen hij veranderde het, en zei
dat de gifte te overdreven wasdat de
De hospicen en disch zullen alleen
grondig veranderen als er overal werk
lieden in het bestuur zullen zijn. {Toe
juichingen).
Ah De Hospicen waren te rijk
zegde Colaert en Surmont en minister
Lejeune. Van deze week ontmoette ik
een oude werkman, door een ongeluk-
kigen val op het werk te Tourcongne,
ot werken onbekwaam.
Hij krijgt drie frank per maande van
die at te rijke Hospicen zijn kameruur
kost drie frankware het niet van
goedhartige lieden hij stierf al lang
van den honger. {AhoeAhoe! en toe
juichingen).
Van deze week nog ontmoette ik
een ander oudeman een kleermaker
bijna blind geworden, en die zonder
geld of iets, jilotselings uit zijn ge
sticht was gedaan. Die man had zijne
naaimachien, zijne meubels enz. ver
kocht toen hij binnen ging ont
zijn
schuldetjes te voldoen. Nu, omdat hij
liberaal is, zegt hij, heeft men hem
het leven onuithoudbaar gemaakt
hij heeft niet genoeg zijn vrijzinnige
tong kunnen inhouden en hij is buiten
gezet aan de deur van den winter. Ik
heb hem gezegd dat hij moest zijn
hoofd geven en gaan schoone spreken.
Hij heeft mij geantwoord Mijnheer
ik zou liever steen dood vallen of in het
water springen liever dan nog eene week in
de Hospicen te zijn indien de kaloten aan
blijven. {Groote beweging).
ftglk vraag dat indien die man in de zaal
is, hij zoude zeggen of het waar is het
geen ik zeg. Dien man, Joos Vantomme
genoemd, staat recht en zegt met tra
nen in d'oogen, dat het alle maal zeer
waar is. Geroep van ahoe en 't is een
schande)
Ik stel voor een omhaling te doen
aan de deur, voor dien ongelukkigen'
omdat hij weer een naaimachien en
gereedschap zou kunnen koopen om
een stukje brood te koopen en van deze
winter van honger en koude niet om te
komen. Uwe gifte zal een protest zijn
die zal klinken in de ooren der inkwi-
siteurs en dwingelanden. Ze zullen min
kwaad durven doen voor den tijd dat
ze nog zullen er de keure van hebben.
{Toej uichingen
Kiezers, ik heb u wat getoond van
hetgeen een volksgezinde heeft kun
nen doen onder het cijnsstelsel, wan
neer de helft van u nog van kiesrecht
beroofd was. Indien gij ons opnieuw
uw vertrouwen schenkt, begeesterd
door de kracht geput in den wil van
een verstandig, zelfbewust, lijdende
volk, zullen wij, vrijzinnigen, libera
len hervormingen betrachten die
leper in een oord van vrijheid, wel
stand, broederlijkheid in vrede zal
herschapen. {Langdurige toejuichingen).
Het programma der liberale associa-
tië is breeder, stouter, volksgezind dat
wij demokrateu het dierven hopen
nog over korten tijd.Het geeft voldoe
ning aan alle vrijzinnigen en volksge-
zmden. {Langdurige toejuichingen).
Ik zou u nog willen spreken van her
vormingen van dagloon-minimum en
meer andere zaken.De twintig minuten
die mij toekwamen voor spreekbeurt
zijn voorbij het overige za moeten
zijn voor later. {Langdurige toejuich
ingen).
Wij waren nog aan het overdenken
aan de belangrijke zaken waarover
onze vriend Vermeulen sprak, als de
hevigste toej uichingen ons aankondig
den, dat een ander door iedereen be
minde kandidaat het woord ging voe
ren. Het was M. de ingenieur Lapiere.
Ziehier wat hij ons zei
Rede van M. Lapiere.
Mijne heeren,
Donderdag laatst was het ons onmo
gelijk allen te spreken.
Ik kom op mijne beurt u bedanken
mij als kandidaat der liberalen geko
zen te hebben en ik ben verzekerd
dat wij zullen zegepralen den 17 No
vember aanstaande. {Toej.)
Gij kent ons programma dat al de
fractiën van onze partij vereenigt en
als wij op het Stadhuis zullen gekomen
zij nmoest het voor eenigen nog niet vol
doende schijnen,zoo zal ik al de oplos
singen die met de vrij heid overeenko
men, ondersteunen en trachten te doen
zegepralen.
Ik zal als nij veraar al de maatre
gelen voorstellen die de maatschappe
lijke betrekkingen tusschen patroon
en werkman moeten verbeteren.
Gij weet dat onze tegenstrevers al
vorens aan het bewind te komen al de
lage listen gebruikt hebben die zij in
hunne dikke zakken hebben.
M. Struye verweet aan het vorig
bestuur dat zij al de leveringen van
stad- en armbestuur gaven aan hunne
partij genooten.
Dat was grootendeels leugentaal.
Sedert eenige jaren waren de wer
ken in openbare aanbesteding gegeven.
En als zij kwakzalvers aan
het bewind kwamen, wa3 alles aan
hunne sleppedragers gesmeten en geld
gebroken met hamers.
Zij die sedert bijna 20 jaren reeds
meester waren van provincie en Staat
beschikten van plaatsjes en profijtjes
voor hen en hunne vriendjes;iiemel en
hel alles behoorde hun toe en zij boycot-
teerden onze partij genooten op zulke
wijze dat zij geenen kluit koffie zou
den halen bij eenen liberaal. Velen die
niet wilden buigen, om niet van hon
ger te creveeren, moesten de stad ver
laten, andere weistellenden vertrokken
om niet altijd gehoond te worden.
IIHII II