Zaak Godtschalck. Bij de oude mannekens. Oollegie. M. Struye gaat voort met te zeggen dat de katholieke administratie dit doel bereikt had door het afschaffen van het nutteloos en kostelijk stede lijk Gollegie. Wij hernemen zijne woorden. Nutteloos Hoevele leper!ingen zijn er niet die nu beroemde mannen zijn, en die daar hun onderwijs ont vangen hebben. Moet ik b. v. Prof Dr Leboucq noemen, leeraar aan de hoo- geschool van Gent, een der beroemd ste anatomisten van de wereld?... En een legioen hoogere magistraten, enz., enz. Kostelijk Maar M. Struye, gij vergeet dat wie veel betaalt als belas tingen er wel mag het recht uit trek ken zijnen zoon eene goede opvoeding te geven En als gij wilt rechtzinnig zijn, dan zult gij ons zeggen dat het gouverne ment eene jaarlijksche toelage van 12,000 frank nu verloren schonk. En als er spraak was van de afschaf fing door rede van geldgebrek, heeft M.Merghelynck niet voorgesteld zelve al de kosten te betalen die boven de toelage des Staats zouden gaan "Was het dus eene geldkwestie En daarbij de twaalf leeraars, bijna allen vreemdelingen, verteerden m onze stad wat men hun betaalde. Dus gij hebt daardoor tegen den handel van Ieperen gewerkt. Avondscholen En de afschaffing van de zoo nuttige avondscholen, waar 80 leerlingen de lessen volgden die de stadsonderwij zers daar gratis gaven (gratis, want de schoolmeesters worden nog altijd be taald als voor de afschaffing) Was dat ook eene geldkwestie, M. Struye Amen. M. de senateur eindigt met het zeg- fjen de katholieken zullen zegepra- en want zij hebben God voor hun. Welnu, M. Struye, houd God voor u, wij zijn kontent met de kiezers voor ons. Rede van MFraeys. Dan staat M. Fraeys op onder hevige toejuichingen. Natuurlijk, de boe ren die reeds beetwortels aan de sui kerfabriekvan Waasten verkocht heb ben waren afwezig, anders zou het woord toejuichingen door uit fluitingen moeten vervangen worden. Die beschermer van de Iepersche nijverheid... te Waasten, begint een beetje te trommelen op degrosse- cai8se Vaderland, eigendom gods dienst en Cie. Een beetje trommelge luid is altijd goed als men niets anders te vertellen heeft. Eerst dacht die onontbeerlijke kan didaat niet te aanvaarden op de lijst te staan, maar gedurende de nacht heeft hij het overwogen en toch aan vaard niettegenstaande zijne taalrijke en belangrijke fonctiën. Hij is inderdaad, lid van den pro vincialen raad, administrateur van de hospicen, van de nijverheidsschool, van de muziekschool, groote action- naris van de suikerfabriek van Waas ten, enz., enz. Maar toch hij heeft eene kandida tuur aanvaard, want, behalve het in palmen van de dividenden der suiker fabriek, heeft hij geen ander werk moeten verrichten in zijne talrijke ambten dan de 13'opcentiemen te stem men in den provincie-raad. Programma Als hij zich voorstelde als raadslid voor de provincië, dan zei hij wat volgt, voor programma Mijne heeren, ik zal geheel geluk- n kig zijn mijn tietel van provincie- raadslid op mijne visitekaartjes te r> mogen schrijven Een punt, het is al Maar nu acht hij noodig langer te spreken Nuttig-e werken Hij heeft dus o. a. als lid van de Commissie der Hospicen kunnen be wijzen hóe hij voor de belangen der arme lieden zorgt zegt hij De lijst vragen vroeger door den Strijd gesteld, en hier verder her haald, zijn altijd zonder antwoord ge bleven, en bewijzen ons hoe tevreden iedereen is van zulke administrateurs. Werk der Weezen. Wij'hebben doen werken aan het zothuis en aan het weezenhuis en heb ben zoo aan 'twerkvolkwerk gegeven. Zeker, Mijnheer,gij hebt daar doen werken, maar het zijn de weezen zei ven die het hebben mogen doen. Fa^aden. En gij spreekt van het herstellen van fagaden. Een lid van het Volkshuis dat geen respekt voor zijne meesters heeft, dierf mij zeggen dat gij beter zoudt doen de faijaden van de 15 kleri kale kandidaten te doen vernieuwen Hoornwerk N u, arme werklieden, wacht maar, gij zult mogen een groot werk verrich ten aan het Hoornwerk, het zal een miljoen kosten. Zeer wel, Mijnheer, maar dat geld is door de tusschen komst van M. Colaert aan den arme ontrooft geweest. De lijdende van Ieperen waren rijk genoeg, men geeft hun 2 a 3 fr. per maand, is dat niet genoeg Rede van M. Breyne. Onderdo m. Nu is het de beurt van M. Breyne. Hij is een beetje oud om nog eene kandidatuur te aanvaarden maar hij heeft het toch gedaan voor de partij Hij wil nog naar Nazareth niet trek ken. Wij gelooven u, Mijnheer, gij beter dan iemand moet weten hoe goed de oude mannekens daar behandeld wor den Lees De Strijd en gij zult u ge lukkig achten u daar niet te bevinden. u Ik zal dus voor den ouderdom de deken van den raad zijn ik zou liever deken van S* Maarten zijn Dat geloof ik ook, M. Breyne, dat wordt een beetje vetter betaald I jm Palisse-streken. En dan vertelt de achtbare spreker ons dat zijn glas water geen champa gne is, en dat zijne beenen over 30 jaar beter waren dan nu O wat voor eene verhevene politiek!! Nu staat M. Begerem ook recht Hij is geen onbekende hij heeft al 7 buizen gehad M. Nu stelt hij zich voor om de achtste buis te bekomen, want hij houdt er aan, als zijn leven lang genoeg is, de dozijn later te vol- ledigen. W erklieden. Hij is de echte kandidaat der nijver heid hij gebruikt 1900 werklieden voor zijne kanten, zonder de vrouw te rekenen die hem het Orde van Leo pold door haar werk heeft doen be komen. Die werkers bestaan natuur lijk uit meisjes die voor een spotprijs in kloosters werken en zoo den Joon der kantwerkers zoo laag doen vallen. MM. Berghman en De Co.eslecher wil len ook bravo's bekomen zij roeren ook een beetje hunne tong zij herha len _wat de voorgaande sprekers ge zaagd hebben publieke werken, scholen, waterwerken die ons moeten zuiver zie verder ons bulletijn van analyse) water moeten geven,enz.,enz. - Het einde dier vergadering is in 't Journal niet verschenen, en voor een goede rede men moest er te veel aan verbeteren. Hier is een staaltje ervan. Voor den bouquet (nie die welke een buisvraagt): de beurt van een man door al wie gaarne lacht bekend door al wie den korten duur van onze circus-vertoonin gen te leperbetreurt,geliefkoosd,staat op. M. Seys (waar is hij neemt het woord Rede van M. Seys. Menhers 'K wille maar spreken van drie kan didaten, de bijzonderste 't es M. den baron Surmont de Volsbergh8, MM. Berghman en Colaert. M. Surmont de Volsberghe luustert wel, Surmont de Volsberghe wat schoone naam daar is nen bero- in zien naam, nen berg die overaï op onze stad weldaden spuwt (rupsen en proces-verbalen). M. Berghman, wuk nu zeggen? 't er is ook nen berg in zien naam,nen berg die overal weldaden... (en para- pluies) spuwt, en dan Colaert, daar is maar een letter aan te veranderen en men heeft 'nen volaert (met krenten). Een homerisch gelach volgt die slimme streek. M. Seys denkt natuurlijk dat ieder een zijnen geest bewondert. Dan neemt men afscheid, en bij het afscheiden hoort men nog het volgende Sus. Zeg Mieltje, wuk is da voor 'nen domkloot Mieltje. Zwieg, Sus, ze zien allen zoo, t is zoo dan ze gaan spreken op 't Stadhuis van gemeente zaken os we tegen hen me stemmen. S' PIETER. Wij hebben de eer nogmaals de vol gende vragen te stellen betreffende het lot der ouderlingen die het geluk hebben door de Hospicen geherbergd te worden. Onze lezers hebben reeds eenige van die vragen in ons nummer van 8n Juni gevonden. Zij zouden kunnen denken dat wij daarop reeds een voldoende ant woord ontvangen hebben van personen die betrekking met het bestuur der ouw-mannekens huizen hebben. Neen vriend lezer, onze vragen zijn onbeantwoord gebleven, en de reeks er van is een beetje verlengd. 1° Is het maar dat de oude mannekens van het begijnhof moeten merken 2° Is hel maar dat de metsersde pla- fonneurssmedentimmerliedendekkers enz., voor de rekening van den bestuur der verplicht zijn te merken, zoover dat ouderlingen van 10 en zelfs 80 jaren op de DAKEN HEBBEN MOETEN ZITTEN 3° Is hei maar dat die tot merken ge dwongen oudjes welke moeten merken voor den bestuurder en op 10 of 80 jarigen ou derdom op daken kruipenis het waar, zeg ikDAT DIE OUDERLINGEN DAARVOOR DEN SPOTPRIJS VAN 1 EN 2 ER. PER WEEK ONTVANGEN 4° Is het maar dat, manneer die afge sloofde mannetjes weigeren te merken, als rede gevende dat ze te oud en te ziekelijk zijn, is het maar dat zij alsdan bedreigd morden met ten straf van 8 tot 14 dagen I huisblijving 5° Is het maar dat de oudjes welke ieder een heeft zien merken in den hof des be stuurders daarvoor 0,50 fr. a i fr. wonnen in de metk 6° Wat nu het Nazareth betreftis het maar dat de tabak welke vroeger geleverd merd door winkeliers der stad nu elders ge- kommandeer t morden 7° Is het maar dat nieumelingen in bed den van pas afgestorvene lieden gestoken werden, bedden mier sargies niet gewasschen marenzoodat dezelfde sargies zonder lier- masschen bij de oude mannekens dienen zoo mei voor levenden als voor dooden 8o is het waar dat oudjes de som van 90 centiemen eenpinte bier per meek winnen als zij de ambacht van bouwen aannemen en alzoo aan onze metsers, rechtstreeks me dedinging aandoen voor een spotloon. 9° Is het maar dat 3 masscheressen elke 1 frank per maand slechts verdienen en dat voor het masschen, naaien en stoppen voor de benoodigheden van gansch hét gesticht 10° Is het maar dat de ko/jle zonder melk) zoo goed is dat de 3/4 der vrouwtjes hem in de riool gieten 11 ls het waar dat een persoon van I bestuur zou gezegd hebben Giet maar door den zak [den koffiezak) t is goed genoeg voor dat volk 12° Is het waar dat de ouivtjes dik wijls een hutsepot wordt opgediend waar brokken broeiing, korsten van hesp, slonsen vleesch ivelke verre van 't versch gehangen hebben, door el kaar zwemmen en warrelen als een afzichtelijk ratatoe 13° ls het waar dat de soep van de mannekens geen bouillon is, maar een sop van water en brood 14° ls het waar dat men hen slechts alle drie maande versche dekens geeft Bij deze 14 onbeantwoorde vragen voegen wij eenige anderen en wij vra gen dringend een antwoord ls het waar dat zekere ouderlingen gestraft ztjn tot na de kiezing en dat men hun zoo door gedwongene thuis blijving wil hun kiesrecht ontnemen Als dit waar is dan hebben het onze meesterkens gemakkelijk zij moeten maar al de ouwkens straffen die als li beraal gekend zijn. Maar hola de wet is voor allen en wij weten wei bij wie ons wenden om te vermijden dat die mannekens hun nen kiesplicht niet zouden kunnen v vullen 't Zou te gemakkelijk zijn voor klerikalen zij zouden maar al ouw-mannekens moeten straffen, on vermijden dat zij allen tegen 1 stemmen allen inderdaad wach naar de kiezing als naar eene verl sing, allen verlangen zich van oi administrateurs te wreken ls hel waar dat op strenge st het lezen der liberale gazetten bij ouderlingen verboden wordt Wij zullen hun een honderdtal nu mers van den Strijd wel tracht ter hande te bestellen ls het waar dat men ziekelijken gebrekelijken wil verplichten met d bestuurder te gaan stemmen Ouwkens vergeet niet dat gij ree hebt te stemmen met wie gij wil wij zouden wel willen zien wie u z durven straffen omdat recht te do gelden Vergeet niet dat wij van de eerbai ste personen der stad ter uwe beschi king stellen, die op woord van ei met u en volgens uwen wil zuil stemmen. ls het waar dat men de mannekei eetmaal de zondag vervroegt om hi naar het «Volkshuis te 'alen gat en daar de stommigheden van Seys t anderen te gaan aanhooren Als zulks waar is, dan vragen wi dat, om rechtvaardig te zijn, men j Zondag naar de zitting der libera Associatie zende. Een laatste woord Een kandidaat van de buisuitdeelin van 17 November is naar het ouv mannekenshuis gaan propaganda mi kenGij moogt stemmen voor w gij wilt, maar stemt gij voor de kathc iieken, gij zult er u goed meê bevir den Twee ouderlingen deeden door he vrij ven van den vinger onder denneu iets verstaan, en daarom werden zi voor de Commissie der Hospicen geroe pen. a Oude mannetjes, wreekt, u wreek uwe broedersStrijdt met ons on het bekomen uwer vrijheid en om he verbeteren van uw lot Sl Pieter. Wij zijn in onze laatste nummer dikwijls terug gekomen op die zaal waar men M. Colaert, schepen de stad, ziet pleiten en zijnen invloed ge bruiken om de miljoenen door regel matig en onverbreekbaar testamen aan de Hospicen geschonken een beet je te verminderen. Door die tusschen- komst werden twee miljoen aan dei arme van Ieperen ontnomen en voo: een ander doel gebruikt. Men verweet dan de Schepen onze: stad van tegen de interesten van zijm geadministreerden gewerkt te hebben iemand in den gemeenteraad beweerdi dat zulks niet onregelmatig was, da een gemeenteraadslid mocht pleitei tegen eene afhankelijke administratie zooals de Hospicen, en de spreke, haalde het voorbeeld aan van M. D< Mot, Schepen der stad Brussel, en ad vokaat aan het hof van Cassatie. Maar M. De Mot liet den tijd niet dit leugens te laten gelooven, hij schree: terstond den volgende brief die if hier vertaal Ville de Briixelles Contentieux Mijnheer de Burgemeester, Ik verneem dat, in eene der laatst< zittingen van den Gemeenteraad vai Ieperen, er is beweerd gewei st. dat he' verbod van art. 68 der gemeeute-we op afhankelijke administration nie toepasbaar was, en dat bij voorbeeld eet lid van den raad, dat ad vokaat is mocht tegen de Hospicen of het buree. van Weldadigheid pleiten. In dat bespreken heeft men aan roep gedaan aan mijne zoogezegde per soonlijke houding,en er is beweerd ge weest dat M. De Mot, schepen dei stad Brussel, dikwijls zijne hulp var ad vokaat aan tegenstnjders der Hos picen had verleend. Laat mij toe, Mijnheer de Burge meester, u te zeggen dat dit eene blijk- iw^iu i irir McmiTft-ii«rn7im'Tfi<''awy* - «Sik*- CABINET DE l'ÉCHEVIN

HISTORISCHE KRANTEN

De Strijd – La Lutte (1894-1899) | 1895 | | pagina 2