"Willemsfonds.
De Congo (1)
Ville d'Ypres.
HOUTEKIER, CYR.
HOUTEKIER, CYR.
University Extension
van Ieperen.
V. Jonge Wacht.
CONCEET
Bo Dat M. Creus aan de deur werd
gezet.
4° Dat M. Vandenbusscheaan de deur
werd gezet.
5° Dat een brave werkman om zijn
gedachten uit de Godshuizen werd
gejaagd.
6° Dat zekere werklieden worden
weggezonden in zekere fabrieken en
dit, om politieke redenen.
70 Dat de klerikale bazen enkel
klerikale werklieden nemen en de an
dersdenkenden weg zenden (zieNieuws-
llad23n Maart zie de Strijd. 23a
April)
GENOEGT DAT
Dat de klerikalen dat feest slecht
uitlegden, bewijst het Journal zelf.
(24n April 1895.)
Keuren wij nu diegenen goed welke
benauwd waren èn voor hun brood èn
voor de onjuiste uitlegging.
Neen.
En ziehier waarom
De broodrooverij voor een openbaar
Meifeest zou oogenblikkelijk geweten
geweest zijn en een broodroover is
een geschandvlekte en de gebroodroof
de zou onmiddelijk door zijn partij ge-
nooten ondersteund wezen.
Voegen wij erbij dat de kiezingen
naderen
Degenen nu welke slechte uitlegging
vreezen, vergeten altijd dat we niet
meer leven onder het beheer der kie
zers aan fr. 42-32, dat de tijden veran
derd zijn en dat de plaats dergenen
welke te sterk beven, is, in een hospi
taal voor jichtlijders.
De gedachten gaan en komen.
En zooals het onze Confrater le Pro-
grès uitmuntend zegt: Niets is recht
vaardiger en edeler dan de verheerlij
king van den Arbeid.
Doch we denken dat het niet genoeg
is zoo iets te schrijven men moet zijn
gedachten in 't werk stellen, ondanks
iedereen en ondanks alles.
Onnoodig gezegd dat het Volhsrecht
mis is wanneer het schrijft dat men
van den stoet afziet gezien de hou-
ding van sommige liberale hiellikkers,
die er op uit zijn vele onzer gezellen
broodeloos te stellen.
Hoe zouden hiellikkers, dus menschen
die een ander vleien, dus kleine men
schen welke andere noodig hebben,
hoe zouden hiellikkers iemand brood
kunnen rooven Slechts machtigen kun
nen zulks.
De briefwisselaar van het Volksrecht
wete het volgende
De Strijd staat open voor alle ver
drukten. Zoo de briefwisselaar een
liberaal kent die om reden van den
stoet van den ln Mei of eenige andere
reden er op uit is geweest iemand
broodeloos te stellen, zoo schrijve hij
ons een klein briefje met de namen
van die broodroovers. En, met hem
zullen we werken om die kerels aan
den schandpaal te nagelen.
Zoolang dit bewijs niet geleverd
wordt, veroorloven wij ons niet alleen
de bewering van den briefwisselaar van
't Volksrecht te betwijfelen, maar nog
dit ten stelligste te logenstraffen.
Wat nu het Journal d' Y-pres betreft,
tot heden toe had het ons nog niet ge
wend... aan complimenten. In zijn
laatste nummer schrijft het dat de
vooruitstrevers de klerikalen valsch
beticht hebben en dat wij niet gewoon
waren zulke polemiek te voeren, 't
Journal speelt waarlijk het naïeve
kind. Wij zullen hem slechts vragen
Waarom steekt gij de vrijzinnigen
buiten overal toaar gij kunt
Waarom zijn de iverklieden zoo
benauwd voor uwen (dwang
Wat doet gij hier niet
Hoe handelt gij niet te Waasten
Qui s'y frotles'y pique, confrater.
Wij zijn gewoon gezonde polemiek
te voeren, gij erkent zulks en wij be
danken u er om. En als erkentelijk
heid geven we een goeden raad V er-
ander uw politiek en verzuiver uw
polemiek en vooral die van 't Niéuws-
Wad. Van P.
Mej. Zulma Deverszong het lief lied
van 't lier der in netje.
M. Emile Bartier zong het fijn geu
rend Veilhen van Tinei.
M. Delmotte zong het melodievolle
Verborgene Liefde van Antheunis.
M. Mailliard zei prachtig de Werk
staking van Coppée en luimig een
kluchtlied van Vermandere.
MM. Caillez, Igodt en Tancré zijn
zeker drie der besten uit de Oud-Pom
piers en speelden op clarinette, trom
bone en piston, als de besten.
Zeggen we dat M. Hendrik Moer
man, de talentvolle bestuurder der
Oud-Pompiers, zang en spel begeleidde
en die naam zegt genoeg.
M. Vermeulen reikte een prachtige
boekenbelooning uit aan M. Joye,
welke een der beste plaatsen bekwam
in den wedstrijd van Nederlandsche
taal
Entoen heeft het leelijke ge
slacht met het schoone gedanst.
Nooit behaalden de heeren mede
werkers meer eere voor hun kunstvolle
stukken. Het mag gezegd en herhaald
worden.
en onze Hofbouwkundige Belangen.
In ons nummer van 27 April toonden
wij de zwakheid der bewijsredenen
van M. Froidure aan, nopens statis
tieken en nopens den Congoleeschen
handel.
Wat nu de kosten aangaat, daar be
weert M. Froidure dat zij gedekt zul
len worden door den handel. En hij
haalt het voorbeeld aan van Holland.
De begrooting voor 1895 voor de
Indien alleen sluit met een te kort van
10,037,986 gulden meer dan 20 mil
joen fr.
Vergeten wij niet dat dit tekort op
de begrooting voorkomt, en dat de be
grootingen altijd het maximum der
ontvangsten rekenen, en het minimum
der uitgaven.
Om de belangrijkheid van dit te
kort te berekenen, moet men het cijfer
handel met het cijfer tekort vergelij
ken. Nemen we 1890 omdat de cijfers
ervan ons bekend zijn.
In 1890 bedroeg de handel van Ne
derland met de Indies 252 miljoen flo
rijnen (100 miljoen florijnen minder
dan de handel van Nederland met Bel
gië). Het tekort bedroeg 23,326,497 fi.
dat maakt 10 per honderd van de al-
gemeene handelswaarde. (Zie rede
voering Lambiotte in de Kamer op 12
Juli 1893).
Heeft de handel 10 p.h. opgebracht
Wij betwijfelen dit zelfs voor
deze colonie van 300 jaren.
Eenige leeraars en hoogleeraars ha
len Multatuli aan in den Brugsche Bei
aard en in Het Volksbelangen na hem
noemen zij Java: Gordel van Sma
ragd, die zich rond den evenaar slin
gert Doch zij vergeten dat, sedert de
groote Hollandsche kooplieden zich
niet meer kunnen vet zuigen aan het
bloed van den Javaan, de Gordel van
Smaragd, den Berg van Barmhartig
heid op is.
Moeten we nog het ellendig voor
beeld van Frankrijk aanhalen
Heeft Hector Denis niet bewezen in
zijn redevoering in de Union Syndicale
van Brussel, dat fransche colonies in
1884 een handelwinst van 80 miljoen
nagelaten hebben, maar dat zij... 200
miljoen hebben gekost daarbij den
interest en de aflossing der kapitalen,
322 miljoenen, alles saam dus een last
van 442 miljoenen
Vraagt dit geen nadenken? En...
wie is belachelijk (bl. 3), M. Froi
dure
Do hofbouwkunde.
Met de hofbouwkunde heeft nu de
Congo wel niemendalle te doen. De
voorbeelden van andere landen be
wijzen reeds dat zelfs algemeene nij
verheid en algemeen belang op een
tekort uitloopen in de colonies. En
daarom ook zullen de loonen niet ver-
hoogen, en daarom ook zal de werk
man niet meer legumen en groenten
kunnen koopen.
Zoo we heden eenige groenten in
voeren in den Congo, zoo is dit een
heel tijdelijke invoer, want we voeren
ook zaad in om j uist die groenten daar
te kweeken.
Londendaar was onze markt. Wiens
schuld is 't dat Londen dit niet meer
is
(1) ln ons verslag over den meeting is 'n
fout geslopen. L'Exposé des motifs geeft niet
4 miljoen Congoleesche inwoners op, maar 40,
De schuld van degenen welke ver-
valschte Belgische boter op de Londen-
sche markt brachten. En daarom koopt
Londen geen Belgische boter meer.
De uitwijking-,
M. Froidure gelooft ernstig dat de
Congo door Belgen zou kunnen be
volkt worden. Wij verzenden M. Froi
dure naar het werk van D Dreye-
pondt Guide pratiquehygiénique et
mèdical du voyageur au Congo. Onze
achtbare tegenstrever werpe daarbij
een oogslag op zijn verzameling van
Le Patrio te.
M. Froidure is druiventeeler en
kent wellicht M. Laurent, leeraar aan
het Landbouwgesticht van Gembloux.
In zijn blad TAgronome zegt de geleer
de professor uitdrukkelijk... het te
genovergestelde van M. Froidure.
En... waarom weigeren de verzeke
ringsmaatschappijen de lieden te ver
zekeren welke naar den Congo trek
ken
M. Froidure geeft zelfs statistieken
op en vergelijkt het algemeen getal
sterften van Nieuwpoort met dat der
blanken van Matadi.
Maar, beste heer, te Nieuwpoort zijn
de kinderen en ouderlingen medege-
rekend, terwijl de blanken welke naar
Matadi gezonden worden, allen in de
volle kracht des levens zijn.
M. Froidure is niet alleen onnauw
keurig, maar naïef.
De Congo zou er de werklieden rijk
maken (bl. 8).
De Congo zou een tweede Spa of
Ostende worden voor den high-life(id.)
M. Froidure gaat nog verder.
Met jongevroolijkelachende vrou
wen... gewent de man zich veel gemakkelij
ker in Afrika.
Maar mijn achtbare, mijn waarde,
mijn beste heer Froidure
Die jonge vroolijke lachende
vrouwen van Afrika maken juist
onze vurige Europeanen... kapot.
Ja, zelfs doen zulks... onze jonge,
vroolijke, lachende vrouwtjes... van
Europa.
Mijn beste heer Froidure, nu toont
ge wel dat ge niets van vrouwen kent.
Wij zullen M. Froidure niet aanval
len omdat hij in zijn vlugschrift, uit
gegeven door de Hof bouwmaatschappij
van Ieperenerg gebeten is op de socia
listen.
Zoo spreekt hij van Eldorado collecti-
vistevan oproermakersenz. M. Colaert,
welke ook tegen den Congo is, zou dit
dus ook wezen uit bekrompen elec
torale beschouwingen.
Dat zijn van die bladvulsels welke
men voorbij gaat met de schouders op
te heffen. En zoo hij wil, krijgt M.
Froidure er een blik van medelijden
gratis bij
Onze slotsom is gekend. Doch we
willen er een beschouwing bijvoegen
die niet genoeg kan herhaald worden.
M. H. Denis berekent dat van 1880-
1890 de betrekkelijke vermindering
van landbouwers gedaald is met
een vlottend getal van 100,000 man.
De landbouw kan ze niet gebruiken en
werpt ze in de fabrieken waar ze me
dedinging aandoen aan de nijverheids
werklieden.
Nu, in België liggen er 220,000 hect
aren braakland. In de Senne gaan
jaarlijks voor meer dan 6 miljoen vet
ten verloren. Met het vierde dat ons de
Congo zou kosten, zouden die 100,000
man en meer nog de 220,000 hectaren
ontginnen en alzoo den rijkdom van
België vergrooten.
En dan zouden de kaders niet over-
loopen, de loonen zouden stijgen en de
werklieden zouden groenten van de
leden der Hofbouwmaatschappij kun
nen eten.
Dat wenschen wij met een biefstuk
er bijFlip van Komen.
Zaterdag 18n Mei, les van den
Leergang van Plantenbiologie.
Lokaal: Bronzenhoofd (ingang langs
de Goudenpoortstraat).
Onderwerp der lesde voeding der
plant, (met talrijke proefnemingen).
Strijdpenning Ontvangen van 4 piquet-
spelers 0-50.
Société Royale des Ex-Sous-Officiers
de l'armée Beige.
le Dimanche 49 IHaï 4 895,
a 7 heures précises du soir,
PROGRAMME.
Première partie.
1. Grande fantaisie sur la Favorite,
pour symphonie. (Bosquet).
2. Le songe d'une nuit d'été,d'Ambroi-
se Thomas, chanté par M. Vander-
haegen.
3. Fraises au champagne de J. Klein,
romance chantée par Müe Z. Devers.
4. Chansonnette dite par M. Maillard.
5. Partie d'Armes entre MM. Marx et
Maes.
6 LA CONSIGNE EST DE ROfliFLER,
Comédie Vaudeville en un acte
par Eugène Grangé et Lambert Thibonst,
jouée par la Société dramatique d'Ostende
(Le Phare).
DISTRIBUTION.
Deuxième partie.
1. Grand Concerto pour clarinette,
exécuté par M. Jules Jolyt.
(Balmaekers).
2. Raymond ou le secret de la reine,
d'Ambroise Thomas, chanté par M.
Vander haegen.
3. Stances d'A-Flegier, romance chan
tée par MUe Z. Devers.
4. Chansonnette dite par M. Maillard.
5. L'ABTOMATE,
Folie vaudeville en un acte par Emile Durafour.
DISTRIBUTION.
6. La Brabangonne des
ciers, musique de M.A
tée par M. V°r Moria.
Ex-Sous-ofii-
Sarly, chan-
APOTHÉOSE.
Le soussigné HOUTEKIER Cyrille,
cabaretier, rue de Dixmude, Ypres,
a l'honneur de se recommander au
public en qualilé dLYJfïïolieiir et
de Crieur publics patentés.
Les soins et la promptitude avec
lesquels il exécutera tous les ordres
regus, lui font espérer une bonne
clientèle.
Aux Amis Béunis
rue de Dixmude.
De ondergeteekende HOUTEKIER
Cyriel, herbergier. Dixmudestraat,
leperen, heefl de eer zich het publiek
aan te bevelen in hoedanigheid van
gepatenteerde openbare _A.axi-
plakker en Roeper.
De zorgen en den spoed met dewel
ke hij de ontvangene orders zal uit
voeren, doen hem een goede cliënt
schap verhopen.
In de Vereenig de Vrienden,
Dixmudestraat.
Lire le programme
des Courses d'Ypres a
la 4e page.
"^>OQi3QQOQnn
DONNÉ
EN LA SALLE DE SPECTACLE.
LONDREMOL, soldat 25 ans. MM. G. Colomb.
TAVERNIER, cap. d'infanterie. V. Mathys.
IRMA TAVERNIER. MM" G. Colomb.
CHARLOTTE, femme de chambre. F. Bogaert.
TOCARDIER. rentier.
ANATOLE DÜBLA1REAÜ, peintre.
ROUB1.ARDINI, modeleur ilalien.
BIDARD, domestique de Toeardier.
JUSTINE, nièce de Toeardier.
MM. G. Colomb.
L. Aloy.
F. Bogaert.
M. V. Mathys.
M« G. Colomb.