Vrijzinnig volksgezind weekblad van ïeperen en het Arrondissement
De toestand.
Zaterdag, 18" Maart 1899.
5 centiemen.
Vijfde jaar. Nv 20.
Verschijnende des Zaterdags. eendracht maart macht.
On regel matige leerlingen
mm
INSCHRIJVINGSPRIJS
voor stad, Een jaarSi franks.
v'de provincie, Een jaar fr. S-50.
Onze reeks artikels over de rol van
den pastoor in de school een goed ont
haal bij onze lezers gehad hebbende,
hebben wij besloten nog verscheidene
andere artikels te schrijven over de
scholen. Het onderwijs is voor ons. li
berale vrijzinnigen, altijd een der
voornaamste punten van ons program
ma geweest welke wij immer en overal
verdedigd hebben. Wij stellen ons
voor hieronder over de Onregelmatige
leerlingen te handelen, iets waarover
wij reeds een woord gerept hebben in
een onzer voorgaande nummers (zie
artikel De pastoor in de school).
Men noemt Onregelmatige leerlingen in
het Atheneum en in dusdanige ge
stichten, degene die van een of ver
scheidene verplichtende leergangen
ontslagen zijn.
Onder het. oogpunt der prijzen zijn
die leerlingen niet in den toestand der
andere, en het is niet onrechtvaardig
dat er een verschil bestaa want, van
eenen belangrijken leergang ontsla
gen, hebben zij meer tijd om de andere
te bestudeeren en zich erin te onder
scheiden. Maar het verschil is te groot.
Als de onregelmatige leerling bij voor
beeld de eerste in het iiederlandsch is,
zal men hem niet voorop zetten met
de aanteekening bijzondere melding
met eersten prijs maar wel op het ein
de van heel üe lijst, der accessieten en
eervolle meldingen en zelfs der leer
lingen enkel den helft der punten be
komen hebbende. En dan nog zal men
zetten melding mei prijs en er bij
voegen dat de leerling onregelmatig is.
Dat verschil is onrechtvaardig daar
de onregelmatige leerling zelf de
plaats niet behoudt welke hij verdiend
heeft. Eertijds was dat op eene betere
wijze gedaan de onregelmatige leer
ling behield zijne plaats en indien hij
de eerste was, zette men hem aan het
hoofd,maar met de melding: bijzondere
prijs en daar het verstaan was dat hij
zijne schoolmakkers niet nadeeiig we
zen kon daar hij meer tijd gehad had
om de leergangen te blokken waar
in hij zich onderscheidde, zijnen prijs,
alhoewel op het programma bij zijne
naam staande, belette niet dat er eenen
•eersten prijs was. Men las bijzondere
prijs: Jan; eerste prijs: Pieter
tweede prijs Frans enz... En indien
de onregelmatige leerling de tweede
was, duidde het programma aan eer
ste prijs Pieter bijzondere prijs
Jan; tweede prijs: Frans; enz....
Kort .om, de prijs van den onregelma-
tigen leerling was op denzelfden voet
der andere niet gesteld, maar door de
plaats welke hij bekleedde wist men
volstrekt goed dat die leerling waarlijk
den eerste of den tweede was.
In het tegenwoordig stelsel is de on
regelmatige leerling niet alleenlijk na
de leerlingen die zich zelfs niet onder
scheid hebben geplaatst daar ze
maar de helft der punten bekomen
hebben, men geeft hem enkel eene een
voudige melding met prijs zonder zelfs
•er bij te voegen van welken prijs er
spraak is. Wat de accessieten en eer
volle meldingen betreft, is er nog
geen enkel woord over gerept.
Dat stelsel is kiaarblijkend gebrek-
kig, maar daar het op alle onregelma
tige leerlingen toegepast is, mag men
zeggen dat er geene onrechtvaardig
heid bestaat. Het verandert nogtans
wanneer een leerling, nadat hij zeke
ren tijd de leergang van godsdienst
bijgewoond heeft, leergang aangezien
ais verplichtend (wat een misbruik
der wet is) door zijne ouders van dien
leergang ontslagen is. De ministeriëele
omzendbrief die op dat geval de aan
dacht trekt is nog niet lang verschenen
on vele ouders kennen hem nog niet.
Wat verstaat men door de leergang
Men schrijft in bij den Uitgever Dixmudestraat, n1' 51, te ïeperen. De aankondigingen
van beide Vlaanderen evenals deNotariale en Rechterlijke aankondigingen voor gansch België,
mogen gezonden worden ten bureele van dit blad. De andere aankondigingen voor België en
het buitenland, uitsluitelijk in liet Agence Havas Magdaleaastraat, Brussel.
AANKONDIGINGEN
Aankondigingen 10 c. den drukregel.
Reklamen25
Rechterlijke aankondigen 1 fr. idem.
gedurende zekeren tijd bijgewoond hebben
Is het genoegzaam van veertien dagen
of wel van acht dagen Men weet. er
niets van. Het zal dus altijd voorzich
tig wezen de aanvraag schriftelijk te
maken op het oogenbhk der inschrij
ving. Het is niettemin ongehoord, als
wanneer het ontslag grondwettelijk is
en de gewetensoorzaken die dat ontslag
rechtvaardigen op alle oogenblik kun
nen voorvallen, een leerling onregel
matig te vei klaren omdat zijne ouders
hem zouden ontslaan nadat hij veertien
dagen de leergang zou gevolgd hebben
toen de andere, welke de ouders seffens
ontslagen zouden hebben, zoo niet ge
handeld wordt. Er bestaat daar eene
beleedigende onregelmatigheid dat de
minister uitgevonden heeft om de goe
de trouw der ouders te bedriegen. Ze
ker, wanneer de wet gemaakt werd,
had hij wei gewild dat ieder ontslag
werkelijk voor de belanghebbende den
toestand van onregelmatige leerlingen
veroorzaakte. Hij had dan kunnen eene
overgaaf verhopen van wege de ouders
die er niet aanhouden hunne kinderen
te zien achteruit plaatsen. Er moet
reeds een zekere moed wezen bij zeke
re ouders om hunne kinderen te zien
berooven van eenen schitterende aige-
meenen prijs met hen te ontslaan, uit
gewetensreden, van eenen leergang aan
dewelke punten verleend worden wel
ke de pastoor met mildheid geeft aan
degenen die zijne lessen bijwonen.
Maar, het ontslag grondwettelijk zijn
de, heeft: de heer Schollaert niet ter
stond onregelmatig kunnen verklaren
de leerlingen die er van genoten en het
is daarom dat hijdoor eene verklaring
dat mets rechtvaardigen kan, jesuiet-
achtig eenen omzendbrief opgesteld
heeft toelatende onregelmatig te ver
klaren do leerlingen die nadat de leer
gang van godsdienst eenen zelieren tij dn
bijgewoond te hebben, ervan ontsla
gen worden.
Dat er opgemerkt weze dat, onder
het oogpunt zijner eigen grondbegin
sels, de minister eene eerlijke proef zou
moeten verkiezen aan eene onthouding
besloten van den eersten dagen dat het
verrassend is van zijnent wege de
leerling die den heer pastoor geduren
de eenige dagen aanhoord heeft slech
ter te willen handelen dan dengene die
zich in 't geheel van zijne lessen ont
houden heeft. In alle geval het ontslag
is toch het ontslag en indien het niet
voor gevolg hebben kan de leerling on-
middelijk onregelmatig te verklaren
ziet men niet goed waarom het dat ge
volg veertien dagen later zou kunnen
veroorzaken. Als een leerling zich van
eenen verplichtenden leergang doet
ontslaan, van eenen leergang in dewel
ke de vrijheid van geweten niet in zaak
is, zal de leerling als onregelmatig
aanzien worden op het zij welk oogen
blik zijn ontslag ingediend worden zal.
Er zijn hier niet twee maten en twee
gewichten. Maar, indien men van het
begin af van den leergang van gods
dienst kan doen ontslaan zonder onre
gelmatige leerling te wezen, het ka
rakter van verplichting van dien leer
gang gematigd zijnde door artikel 15
der Grondwet welk de wetgever heeft
moeten eerbiedigen, is het onaanneme
lijk dat de leerling onregelmatig ver
klaard wordt omdat hij de leergang
van godsdienst gedurende eenigen tijd
bijgewoond heeft vooraleer hij er van
ontslagen wordt. Het is dus wel een
voorbedachten aanslag door den mi
nister uitgevonden om zich in prak
tisch te wreken van de vrijheid welke
hij wei moet in theorie aan de ouders
laten en het was onzen plicht de ouders
op de hoede te zetten tegen eene nala
tigheid of een toegevendheid dat men
zich bereid te plegen om er ten nadeele
hunner kinderen profijt uit te trekken.
Goliath.
Eer de orkaan losbreekt is er ge
woonlijk een stond van doode kalmte.
Geen windeken waait, geen biadje ver
roert doch op eens scheurt een blik
semstraal de lucht, de donder klettert
en 't onweer met zijne raadselachtige
gevolgen, soms goede en dikwijls ook
slechte, vangt aan.
't Is wel daar voor den oogenblik de
gemoederentoestand in Belgie. Alles is
stil in 't land, alles schijnt rustig
doch als men goed de verschillende
partijen aanschouwt, ziet men dat ze
allen zich tot een geweldigen slag be
reiden, die wei zou kunnen uitloopen
op een kleinen oproer.
Klaar en duidelijk is hethet minis
terie zit in nesten. De meerderheid der
stemmen heeft het wel in de Kamers,
doch niet in het land, en ieder kiezing
is een nieuw bewijs van den achteruit
gang der behoudsgezinde katholieken.
En toch, die brave, onbaatzuchtige
menschen, die nooit zullen nalaten al
wat van hunne partij niet is, te be
schuldigen van plaatskensjacht en eer
zucht, kunnen het maar in hun hoofd
niet krijgen dat zij eens minderheid
zullen moeten worden. Zij kunnen
zich aan het gedacht niet gewennen
dat voor hen ook eens de tijd zal moe
ten aanbreken, op denwelken zij, op
hunne beurt, zuilen moeten bukken
voor de overwinnaars en dat zij eens de
vervolgden zullen wezen, zooais zij nu
de vervolgers en broodroovers zijn.
Daarbij, de behouders weten wel
dat, eens overwonnen, hunne rol uit is
in Belgie.
Voor iemand, die den toestand van
Belgie kent, en die sedert vier jaren
den stroom der gedachten volgt, zooals
hij zich bij iedere kiezing uit, is het
zonneklaar, dat de bewarende partij,
eens dat zij het ministerie verliest, er
nooit meer moet aan denken vau noch
de macht in handen te krijgen. De po
litiek, die ze voorstaat, is zoodanig
vreemd aan de gevoelens die nu heer-
schen onder het volk, dat zij wel kie
zers kunnen verliezen, maar dat zij
geene ('lijk de ondervinding het gedu
rig aanwijst) kunnen bij winnen.
De katholieken bevinden zich al ver
in den toestand dier kleine legers, van
koloniale gewesten, die soms groote
tochten ondernemen, verre van hunne
standplaatsen, van waar hun onmidde-
iijke hulp kan toegezonden worden.
Zelfs de overwinningen leiden hen
naar de eindelijke nederlaag, omdat
zij bij iedere overwinning toch volk
verliezen en dit niet kunnen door an
dere soldaten vervangen de vijand,
integendeel, in zijn eigen land zijnde,
werft gemakkelijk nieuwe manschap
pen aan bekomt hij een enkele maal
de zegepraal, zijn tegenstrever heeft
gedaan te midden van eene vreemde,
vijandlij ke streek, zonder onmidde-
lijke schuilplaats of veilig vereeni-
gingspunt -in de nabijheid, om zich
wederom herin te richten en te verster
ken, ziet de kolonist de overblijfsels
zijner troepen uiteenspatten de vruch
ten van vroegere zegepralen vallen als
van zelf in 's vijands handen.
Door hare achteruitkruipende poli
tiek, door hare dwingelandij, door den
vervolgingsgeest die zij toont tegen
hare tegenstrevers en die waardig is
van 't spaansch schrikbewind, onder
Alvain de XVIe eeuw, zondert de be
warende partij haar ook meer en meer
af van 't levende, het strijdende ge
deelte der bevolking. Zwaar weegt
haar juk op duizenden.
Kome eeus de dag der nederlaag, en
duizende en duizenden, zelfs onder
deze die zij nu als hare ieverigste le
den telt, omdat zij de machtigste uit
deelster is van alle gunsten, plaatsen
en genaden, zullen haar den genade
slag helpen geven met tot den vijand
over te loopen.
Et tu Brute en gij ook Brutu3, gij
geeft mij den dolksteek, zuchtte de
stervende Gesar, toen hij, ten toppunt
van macht en overmoed geklommen,
door de senatoren van Roma met dol
ken doorboordwerdenvanBrutus, dien
hij overladen had met- weldaden, den
genadeslag kreeg.
En gij ook zullen zoovele pries
ters en katholieke politieke mannen
morgen zuchten, als zij eens overwon
nen, met duizenden de plaatskensja-
gers en hunne slaven van vandaag
door hunne overlooperij de nederlaag
in eene ware vernietiging zullen veran
deren.
Dit weet het ministerie. In gewone
omstandigheden kan het misschien nog
eene kiezing overleven, misschien
doch met het tegenwoordig stelsel van
kiesomschrijvingen moet het onver
mijdelijk binnen 3 jaar omver.
Ook wat het tegenwoordig zoekt is
niet van eene kieswet te maken die
beantwoordt aan de wenschen der be
volking, maar aan de eischen van zijn
eigen belang, 't is te zeggen naar een
stelsel dat zou maken dat de behou
ders aan het hoofd blijven, zelfs al zijn
ze minderheid in het land.
Ongelukkiglijk voor de behouders,
al gelijk wat stelsel zij aannemen, er
zijn er onder hen die hun zetel moeten
verliezen, en die brave, onbaatzuchtige
menschen kunnen er maar geen ge
dacht van maken, het Parlement te
moeten verlaten en geen hunner wil
van een stelsel, dat zijne kandidatuur
of benoeming in gevaar zou brengen.
Doch na eenige dagen luid gekijf ziju
de behouders eenigszins tot kalmte ge
komen, en in stilte, in 't verdoken, is
men nu aan 't beraadslagen hoe men
alles wel zou schotelen.
Van hunnen kant, schijnen liberalen
en socialisten ook rustig, doch 't is
maar een schijn. De woorden, die zij
nu en dan lossen, toonen genoeg dat
zij vast besloten zijn zich voor dit maal
niet ongestraft te laten foppen. De
socialisten hebben reeds openlijk ver
klaard in de Kamers dat, in geval men
voorkwam met eene wet die steeds met
de rechtvaardigheid strijdt, zij revo
lutie zouden gemaakt hebben, en al
zegt men het met luidkeels, de'libera-
len zijn van hetzelfde gedacht... Span
nen liberalen en socialisten, die mees
ter zijn van al de groote steden en van
al de groote nijverheidscentrums te
samen, we zouden kunnen woelige
dagen beleven en deze woelige dagen
zouden erge gevolgen kunnen hebben
voor de katholieken.
Vooreerst omdat de verdeeldheid in
hun' rangen heerscht en dat het
krachtdadig element of gedeelte hun
ner partij, 't is te zeggen de jonkheid,
geen geestdrift gevoelt voor de behou
ders.
len tweede, omdat de bewaarders,
door hunne onrechtvaardigheden en
hunne dwingelandij, 't onrecht langs
hunnen kant hebben.
Toen de socialistische partij, gansch
alleen, op verre na nog zoo sterk niet
als nu, in het begin der jaren '90 op
stond voor het algemeen stemrecht,
(waarvan de meerderheid van 't volk
zelve, door de behoudsgezinde bladen
misleid, niet wilde), wat heeft men
kunnen doen Niets, men moest toe
geven.
Nu is 't de socialistische partij met
hare verdubbelde macht alleen niet,
die zou kunnen opstaan, maar ook de
liberale burgerij met haren zoo mach
tigen invloed in de groote steden.
't Is zeker dat er onder de liberalen
en socialisten iets broeit. Voor den
oogenblik zeggen zij weinig, maar ze
zijn vast besloten zich niet in doeken
te jaten winden, en ze hebben gelijk.
't Is waar, men kan er in doen schie
ten, 'lijk in de musschen, maar voor
eerst het leger bestaat ook uit volks
jongens. Hoe dikwijls schoten onze
IA