Vrijzinnig volksgezind weekblad van Xeperen en het Arrondissement Klerikale schand Stadsnieuws. Zaterdag, 22" April 1899. 5 centiemen. Vijfde jaar. Nv 25. Nieuwe gerechtigheid. Fondaiie Godtschalck. Verschijnende des Ealcrdags. eendracht maakt macht. Men schrijft in bij den Uitgever Dixmudestraat, nr 51, ts leperen. De aankondigingen van beide Vlaanderen evenals deNotariale en Rechterlijke aankondigingen voor gansch België, mogen gezonden worden ten bureele van dit blad. De andere aankondigingen voor België en het buitenland, uitsluiteiijk in hel Ageace Havas Magdalanastraat, Brussel. INSGHRIJYINGSPK1JS voor stad, Een jaarS2 franks. v'de provincie, Een jaar fr. 3-50. Er zijn nog in Vrankrijk, niettegen staande het voorbeeld van de Delegor- gue, van de Périvier en van de Quesnay de Beaurepaire, rechters van dewelke de oordeelen een troost zijn. De heer Magnaud, voorzitter van het tribunaal van Chateau-Thierry heeft zich ver maard gemaakt door verscheidene von nissen in dewelke hij, zich van de enge, gewone strengheid afzonderende, de nieuwigheid van een menschlievend begrip van het gedacht van gerechtig heid ingebracht heeft. Streng voor de echte misdaders, dien man waarlijk helder, toont zich vol toegevendheid voor de ongelukkigen die, door de noodlottigheid van eene slechte, maat schappelijke bewerktuiging, slachtof fer worden van de strafbepalingen ingesteld voor de verdediging van het eigendom. Dien buitengewone magis traat denkt dat ieder schepsel het recht en de plicht heeft te leven. Verleden jaar onderscheidde hij zich voor de eerste maal door eene arme ongelukkige vrouw vrij te' spreken die, hare oude moeder en haar klein kind voedende, zich zonder werk be vonden had en, ten einde gebracht, een brood van de glazenkas van eenen bakker weggenomen had. Hij berispte zelfs de koopman die, in name der benadeelige maatschappij,een aanklag gedaan had. Zonder oproep te doen aan de groote grondbeginsels, sprak hij goedheid en rede, gansch eenvou dig indien een wezen al het mogelijke gedaan heeft om zijn onderhoud te verdienen zonder het bekomen te heb ben is het aau de elkheellijkheid der andere het te verschaffen wat het te kort heeft ziedaar de zedeles van zijn vonnis, hard niet voor de betichtige, maar voor de ongewetensvolle en onrechtvaardige maatschappij die de uiterste ellende nevens de uiterste rijkdom duit en die voor de ongeluk ken der armen geen ander hulpmiddel gevonden heeft dan de vernedering der liefdadigheid. De heer Magnaud oefent immer dezelfde edelmoedigheid, dezelfde on afhankelijke bredheid van gedachten. In 't korte komt hij van eenen grij- zaard vrij te spreken, beschuldigd van de misdrijven van bedelarij en land- looperij en die reeds twee en-veertig veroordeelmgen op zich getrokken had. Door dit besluit, die waarschijn lijk nog met meer gerucht zal bespro ken worden als de voorgaande, heeft de rechter van Chateau-Thierry nog eens te meer, en heel duidelijk, de verantwoordelijkheid der huidige in stellingen doen uitkomen. Zijn vonnis is heel lang en nauwkeurig gegrond het voegt de volgende volzinnen in zonderheid te onthouden. Aangezien dat, sedert bijna een-en- Iwiutig jaar, Der elf in de gevan genissen' doorgebracht heeft, waar hij geheel en gansch zijn ambacht van boekbinder vergeten heeft, bij gebrek van hem uit te voeren n Dat het overigens voegt aan te merken dat, indien Dtwee-en-veer tig veroordeelingen ondergaan heeft, men er geen enkele vindt voor oneer lijkheid, en dat men rekenschap moet houden aan dien ongelukkige, genoeg krachtdadigheid en natuurlijke eer lijkheid gehad te hebben om geduren de zijne lange ellende te wederstaan aan iedere zucht zich van het goed van een ander meester te maken. Die beweeggronden zijn klaar en duidelijk. Men zou niet beter kunnen de onrechtvaardigheid der maatschap pij doen uitkomen die niet toelaat aan een ongelukkigen, onverzettelijk eer- Ejk gebleven en die nochtans duizende goede redens had om te eindigen het te wezen, in den rang terug te komen en zooals een andere zijn brood te verdie nen aan hetwelk hij recht heeft. Dien sukkelaar, dat andere zouden veroor deeld zonder alleenlijk hem te aanhoo- ren, in de haast gedaan te hebben met een zoo weinig belangwekkenden per- sonaadje, heeft de heer Magnaud ge groet en geprezen meer rechtschapen te wezen, meer eerbiedend van den eigendom te zijn dan veel andere zijner tijdgenoten in de hoogste sfeeren ge plaatst. Dat is zeer goed. Dusdanige woorden komende uit den mond van eenen magistraat zullen eene diepe ontroering veroorzaken. Waarschijnlijk zal het vonnis gebro ken worden, waarschijnlijk zal de arme maar eerlijke Dmet lang wachten, ellendeling, om in de klau wen der gendarmerie weder te vallen ten ware dat het medelijden van zekere hem ten hulpe kwame. Maar het von nis van den goeden heer Magnaud zal veel gerucht in de wereld gemaakt hebben, het zal eene onverhoopte con secratie en van eene zeer behoorlijke gewichtigheid gegeven hebben aan de pogingen van diegenen die strijden opdat de menschen een breeder en broederlij ker begrip van het gedacht der gerechtigheid zouden verkrijgen. Goliath. Kroertjes kroniek. Veroordceiing van broeder awards. Het Assisenhof van de Haute-Loire (Vrankrijk) heeft tot achttien maanden gevimg veroordeeld, Jozef Ewards, vijf-en-twiutig jaren oud, in godsdienst broeder S'-Frans-Regis, van het wee- zengesticht van la Roche-Arnaud, plichtig herkend van aanvallen op de eerbaarheid. Hoe. de klerikale?! een testament uit voeren. Vervolg). III. Zoo als wij het reeds vermeld heb ben, had de testateur den wensch uit gedrukt, dat er op zijn landgoed te Wijtschaete een gesticht gemaakt wierd voor bosch- en landbouwonder wijs en opvoeding met lijvoeging eener keukenschoo) voorweezen en verlatene meisjes. •Nu zullen wij te kennen geven hoe de commissie der Hospicen het verstaat, om aan den uitersten wil van den over leden te voldoen. Het goed door hem in zijn testament daarvoor aangewezen bestaat uit een blok van omtrent 54 hectaren opper vlakte. Hij behelst twee hotsteden groot te zamen 22 H. 83 A. 20 0 het overige is bosch in dreven met een oud kasteelgebouw. Het schijnt dat M. Surmont van in 't begin af, niet van zin was er het ge sticht te laten op bouwen zooals de milddadige gever het begeerde. Om welke redeD, weten wij niet. Natuur lijk was de commissie seffens van zijn gedacht. Zij vroeg dus aan M. Poll, bestierder der school van Ruijsselede, dezen ei gendom, met haar te willen nazien Ten gevolge van een bezoek door hun ter plaats gedaan, zond deze ambte naar op28n Februari 1896, aan gemelde commissie een verslag in, bij welk hij verklaarde dat den wensch, door den milddadigen gever uitgedrukt, te Wijt schaete niet kon verwezentlijkt morden. Hij gaf voor redenen dat den bedoelden n eigendom een prachtgoed is, dat hoe- n genaamd niet geschikt is voor het- oprichten eener school waar men van y de weezen goede landbouwers, be- n kwaam tot al hovenier en akker- n werk, toezieners van bosschen en landerijen maken moet dat indien n men zelfs het bosch moest uitroeien, n de grond doorsneden is van uithollin- 0 gen die het bewerken onmogelijk n maken dat het toezicht zeer moei- lijk zou wezen uit hoofde van het n naburig dorp dat aan den eigendom paalten hij eindigt met deze laatste ■n opmerking dat men niet gemakkelijk ter plaats bouwstoffen verkrijgen kan, maar alles bij het werk zonde vervoerd moeten worden, 't zij van Yper, 't zij van eene even afgewij- derde plaats. Wij kunnen in deze manier van zien niet deelen. De redenen die de bestier der van Ruijsselede, gelden doet, schijnen oüs noch ernstig noch ge grond. Zouden het weleer geen voor wendsels zijn door het godshuizenbe- stuur ingegeven om het gedacht van den gever niet uit te werken? Bevoegde mannen beweeren, inte gendeel, dat het gesticht zeer wel kan gesteld worden op de 20 hectaren land. Alles doet vermoeden dat de belang hebbende commissie, dien kant van den eigendom aan den voornoemden bestierder niet aangeduid heeft, ver mits hij er geen melding van maakt in zijn verslag. Wat hier ook van weze, men moet veronderstellen dat zulks de inzichten van de Hospicen niet waren, aangezien zij, bij beraadslaging van 3" April 1896, de redenen van het verslag aan nemende, besloten, noch meer noch min, alles van den eigendom te verkoo- pen. Wanneer den ll11 derzelfde maand dit besluit aan den gemeenteraad wierd onderworpen, nam een woordwisseling plaats tusschen de twee leden M. Sur- mont en M. Oolaert, de andere raads leden stilzwijgend blijvende. Ziet hier het officiel verslag er van M. Colaert drukt zijn spijt uit dat den wil vau deu testamentmaker niet geëerbiedigd worde, maar tevens n herkent hij dat de voorgestelde op- lossing de eenigste aanveerdelijke is en dat het dus hare aanneming ver- eischt. n Maar hij vraagt zich af, of liet voordeelig advies op dit besluit niet zou behooren ondergeschikt te wor- den aan de verplichting door de Hos- n picen te nemen, van het gesticht Godtschalck, op eene andere plaats n te bouwen. Het vraagstuk is van belang en de n Schepen dringt aan opdat het opge- lost worde vooraleer tot de verkoo- ping over te gaan. n De heer Voorzitter doet bemerken dat de wil van den testateur afhangt van het vraagpuntbestaat er moge- lijkheid om het gesticht, in goede voorwaarden, te stellen op de plaats door den heer Godtschalck aange- duid? Het antwoord op de vraag geen twijfel lijdende, blijft er niets anders n over dan uit den eigendom, onge- n schikt aan eene bepaalde bestem- ming het meeste voordeel te trekken 't is te zeggen dien te verkoopen, behalve door de Hospicen eene aude- re plaats te zoeken. Hieruit volgt nochtans niet dat de twee vraagpnn- ten onafscheidbaar zijn en dat de oplossing van het eerste moet afhan- gen van de beslissing later door de Hospicen te nemen aangaande het tweede vraagstuk. Men mag overigens verzekerd zijn dat de belangen der Hospicen in acht zullen genomen worden zoo wel als D degene der stad. De twee besturen hebben voordeel het gesticht Godt- 8chalck te plaatsen, zoo niet op het n grondgebied der stad, ten minste in hare nabijheid, derwijze het beheer en het toe- zicht er van te vergemakkelijken, en AANKONDIGINGEN Aankondigingen 10 c. den drukregel. Reklamen25 Rechterlijke aankondigen 1 fr. idem. opdat de lastenbetalers en de Yper- n sche koophandel, voordeel zouden n halen uit de nabijheid van een groot j) gesticht van dien aard. Hierop was de woordwisseling geslo ten en een voordeelig advies gegeven op de beraadslaging. Tot heden toe heeft de hoogere over heid op dit ontwerp van verkooping niet gestatigd. Drie jaren zijn sedert dien verloopen en het bestuur der Hospicen zoekt nog een anderen grond om er het land- bouwgesticht op te zetten Wordt voortgezet). Nog over do l>ieclit. 't Nieuwsbladje beweerde onlangs dat de biecht dient om de menschen te verzedelijken. Ze dient nog tot wat anders. Zij is de vensterruit die de priesters op ieders huisgezin hebben. Door haar weten zij alles wat bij vrienden en tegenstrevers ommegaat. Zij is ook het middel om in de huizen van tegen strevers ruzie en oneenigheid te bren gen. Zie hier wat een hunner tijdschriften Z'Ami du Cleraè revue francaise de toutes les questions ecclésiastiques er over schrijft. Er is spraak van de handel wijze die de biechtvader houden moet tegenover de dochter van een dagblad verkoopster De biechtvaders plicht is van n 't meisje te verplichten van de noo- dige maatregelen te nemen om het verkoopen van de slechte gazetten n op te doen houden. Zij zal hare moe- der met eerbied en zachtheid verzoe- n ken van geen andere dan goede dag- bladen meer te verkoopen, en zelfs van een anderen stiel aan te gaan, n die hen toelaten zou van eerlijk en kristelijk te leven. In 't geval van weigering van wege der moeder, zal 't meisje, zich zelfs nog niet meester zijnde, mogen voortgaan met de klanten te bedienen tot dat ze zal kunnen er mêe uitscheiden. n Daarna geven zij nog voor raad van zooveel ze kunt te weigeren van zooge naamde slechte gazetten te verkoopen. In andere woorden proeken zij de ongehoorzaamheid tegenover de ou ders. Vaders en moeders, wier kinders naar de biecht gaan, wat is dit toch verzedeiijkeud Niet waar Alpha. OudLe vragen. Daar ze nog onbeantwoord blijven stellen wij opnieuw volgende vragen 1° Waarom zijn de ondernemers door 't lastenkohier, van 't nieuw zot huis van de Hospicen verplicht, van hun brikken, ijzers, vloerstaven, enz. te koopen aan zekere huizen. 2° Tot wat dient de architect van de Hospicen. 3° Waarom laat de stad, haren inge nieur voor anderen werken. Goliath I>e vrijheid van handel en 't Nieuwsbladje. Er loopen voorzeker geen verach tende pothuilen onder de zon dan de krabbelaars van het Nieuwsblad. Algemeen is er schande gesproken over het verbod een koopman in pater nosters, scapulieren, enz. gedaan om zijne koopwaren gedurende de zending aan de kerkdeur van S'-Pieters te ver koopen. De verdedigers van alles wat vrij- heidschennend is, de sleepdragers der zwartrokken van het Vuilbhd alléén kennen dit goed en zeggen dat M. Sur- mont wel gedaan heeft dat te verbie- 1 "woswaw»*—

HISTORISCHE KRANTEN

De Strijd – La Lutte (1894-1899) | 1899 | | pagina 3