Vrijzinnig volksgezind weekblad van leperen en hot Arrondissement De rijschool vertrekt naar Tervueren. De Schurkenwet. Mollenwerk en jezuitisme. Stadsnieuws. Het kabinet van M. Surmont. Vijfde jaar. Nr 56. Wei'schijnende des r&alei'dags. eendracht maart macht. INSCHRIJVINGSPRIJS: voor stad, Een jaar 3 franks. v'de provincie, Een jaar fr. 3-50. Men schrijft in bij den Uitgever Bixmudestraat, nr 51, t8 Ieperen. De aankondigingen van beide Vlaanderen evenals deNotariale en Rechterlijke aankondigingen voor gansch België, mogen gezonden worden ten bureele van dit blad. De andere aankondigingen voor België en het buitenland, uitsluitelijk in het Agence Havas Magdalenastraat, Brussel. \\ranneer zal area ein delij k begiimen aan Ixet verteereu d<ii: 364,000 franken die voor* liet herstellen onzer 1 Jij - school bestemd zij a Zoo schreven de katholieke gazetten De tegenstrevers zoeken maar een ding Het ministerie doen achteruit deinzen met het voorstel ofwel in te trekken ofwel te verdagen. Wij vernemen uit goede bron dat het een noch het ander gebeuren zal. Zoo sprak Vanden Peereboom Vrijdag heb ik verklaard dat het gouvernement de verzoening wilde bewerken. Verscheidene leden hebben het in zicht te kennen gegeven nieuwe voor stellen aan de Kamers te doen. Die voorstellen moeten kunnen ne- dergelegd worden. Het gouvernement oordeelt dat die verschillige voorstellen zouden moeten onderzocht worden door een bijzonde re commissie, waarin al de partijen zouden vertegenwoordigd zijn. Wij verzoeken de leden hunne ont werpen voor het einde der week neder te leggen zoo 't mogelijk is. Het gouvernement heeft beslist zich tot een nieuw onderzoek te leenen en drukt de hoop uit dat men spoedig tot eenen gunstigen uitslag komen zal on der opzicht der belangen van het land. Waar is de tijd dat het hoofd van 't ministerie het ongehoord en belache lijk vond in zake van kieswetten de tegenpartij te raadplegen De weken volgen helaas elkander op maar hebben weinig gelijkenis, en de arme kwezelaar heelt zijn ontwerp, spijts de goede bron van de katholieke papierkens, wel werkelijk ingetrok ken. Onze konfraters zullen er 't borst water van krijgen Nu, einde goed, alles goed. De kop pige minister heeft het hoofd gebogen, hij heeft te zijnen koste geleerd dat men de belgen niet strafleloos tart, en we mogen ons aan een kieshervorming verwachten, die den stempel der recht vaardigheid dragen zal. Ik ben daarjuist aan 't denken ge weest over een aardig kapitel over 't kapitel Mollenwerk. Ik vond me daartoe gebracht door een kijkje in de heden- daagsche wereldgeschiedenis Ik heb zoo eens mijne gedachten laten rond zweven eerst in België, dan in frank rijk, daarna verre over landen en zeeën in Amerika en op de Filippijnen. In ons land leven we sedert een zes tiental jaren onder de regeering van de Roomsche politiek. We kregen in 1884 eene katholieke meerderheid in Kamer en Senaat en dus ook een ka tholiek ministerie. Er was veel te doen in België vol gens het oordeel van de klerikale Jan- Den. De liberalen hadden het, volgens hen, verre van den weg gebracht en de nieuwe regeerders gingen ons red den. Het land stak in schulden en zij gingen die schulden verminderen. Het onderwijs hun onderwijs was om zeep en zij gingen het opbeuren. Meei andere zaken nog liepen in de war en zij zouden daar eens orde in brengen. Zij hebben er wat aan gedaan, die voorbeeldige bestuurders. Onze na tionale schuld hebben zij van omtrent een derde vergroot. Het onderwijs, dat volgens de meeste groote dagbladen van Europa, in 1884 op de goede baan vooruitging, hebben zij om zoo te zeg gen vernietigd en ons huidig regeering- stelsel gelijkt niet slecht aan eenen streng garen, waarmede een paar kat ten gespeeld hebben. Er zijn menschen die zeggen dat ons land met puinhopen bedekt is, maar zoo erg is het wel niet. Molshoo- pen zijn het, die men overal bemerkt. De klenkalen hebben gegraven en graven nog gelijk de mollen. Zoo heb ben zij het land ondermijnd en moest hun werk nog lang duren, dan zouden er puinhoopen van voortkomen. Alle openbare besturen, die de algemeene welvaart moeten beschermen zijn doorwoeld en ge weet, als de dijken doorwroet zijn, storten ze weldra in en dan is 't al gauw gedaan met den al- gemeenen voorspoed. Dus, liberalen van alle kleur, handen uit de mouwen, zoo ge niet gauw dat mollenwerk te genhoudt is er overstrooming te vree zen. Frankrijk verkeert omtrent in 't zelfde gevaar. 't Is zoo rot als eenen mispel zeggen de meeste menschen die wat aan wereldpolitiek meêdoen. Daar zijn het wel geene katholieken of klerikalen die baas zijn. 't Zijn daar republikeinen, die nog al hoog oploo- pen met hunne liefde voor de repu bliek. maar bun moed is niet heel groot. Al die gematigden, radikalen, demokraten, socialisten, coliectivisten en al de alen en listenwaarvan er zoo- velen zijn in Frankrijk, hebben schrik van eenen verborgen vijand, die woelt en wroet en graaft en openbare bestu ren ondermijnd heeft, 't Is daar zoo verre gekomen,bij voorbeeld, dat daar de hoogere rangen allen verdacht zijn van... ja, van Jezuitism. Zie maar eens wat klank het Boulangism destijds gaf, en wat opschudding nu de zaak Drey fus maakt. De Jezuieten hebben in hunnen haat tegen de Joden eenen Joodschen kapitein onschuldig doen veroot'deelen tot openbare ontrukking van al zijne eereteekens waaraan een goed soldaat zooveel houdt en tot ver banning naar het slechtste oord der aarde. De onschuld is gebleken en...... men vindt nu geen ministerie dat durft de groote generaals aanpakken, die zulken manslag, zulk ongehoord kwaad hebben helpen bedrijven. De groote mannen hebben geen verriouwen meer in elkander. Zij vreezen overal den Jezuiet. Dat is ook mollenwerk. Frank rijk is vermolmd en het is tijd dat daar mannen optreden, die al die mol len daar, of ze met goud of eereteekens bedekt zijn of niet, uitroeien. De dij ken staan op 't doorbreken. Er is ge vaar voor watersnood. En ginder verre in den Grooten Oceaan en in de zee der Antillen is het nog erger. Daar hebben de Spanjaar den, door jaren en eeuwen wroeten, het zoo bont gemaakt dat Cuba, die perel der Antillen en de Filippijnen, die oorden zoo rijk aan natuurvoort brengselen, gansch overstroomd zijn en dat er de welvaart is weggedreven naar... de rijke Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Indien er in Spanje meer vooruit ziende mannen geweest waren in plaats van zooveel Jesuieten, die een volk liever laten hongerlijden dan het te helpen die meer van het geld hou den dan van alle zedeleer, het zou er zoo verre niet gekomen zijn. Daar heb ben de mollen ongehinderd kunnen wroeten en... ze hebben het land den dieperik ingewroet. Wachten wij ons voor staatkundige mollen. Die knagen de welvaart des volks in stukken. Sedert dat de klerikalen het beheer onzer stad in handen gekregen hebben, eenieder weet hoe, is het spionneeren en overdragen door hun als een deugd zaam werk ingericht. Al wie verdacht is het liberahsmus aan te kleven of zich onafhankelijk toont, wordt ver klikt, vervolgd, uit alle leveringen en werk gesloten en vervolgens in zijne bestaanmiddelen gekrenkt. In de laatste zitting van den gemeen teraad is er geklaagd geweest over het toezicht van het vleesch op onze vleeschhalle en over het bedrog in het verkoopen van geheele en halve kal vers zonder voorafgaandelijk nog eens herstempeld te worden. Men heeft daar over een halve uur geredekaveld tot groot vermaak van het publiek. Te dezer gelegenheid heeft M. Sur mont gezegd 't Gebeurt heel dik- wij Is dat men mij dingen komt aan- halen en als ik de aanklagers vraag dat zij hunne verklaring zouden teekenen, trekken zij zich meest al- tijd terug. Hoe wilt gij dan vervol- gen Zoo als ik reeds meermalen zei, n voegde M. Surmont er bij, moest ik alles gelooven wat er mij in mijn kabinet verteld wordt, de eene helft van de stad ware opgehangen en de andere helft reeds met de koorde om den hals. Wat zonderlinge bekentenis Wij wisten sedert lang dat er in stad lafaards bestonden die Surmont vleien en, om hem aangenaam te zijn, alle slach van lasteringen en leugens ver zonnen om hunnen evennaasten te be- nadeeligen, en dan hunne gal tegen hunne politieke vijanden in zijn kabi netgaan uitspouwen, maar wij konden ons moeilijk voorstellen dat de zaken zoo vergedreven wierden. Weihoe Surmont ontvangt in zijn kabinet valschaards, verklikkers en overdragers hij aanhoort hunne val- sche aantijgingen en kwaadspreking en wanneer hij vraagt dat zij hunne verklaringen zouden onderteekenen, wijken zij terug. Zou hij, Burgemees ter, die slechtenks bij den arm niet moeten nemen en hun de deur uitwij zen of van 't stadhuis doen jagen? Maar neen, dat doet hij niet, want uit al den klap uit klap in, die men hem opdischt, trekt hij zijn venijn. Het onderhoud onzer wandelingen. In eene vorige zitting van den ge meenteraad klaagde M. Iweins over den erbarmelijken staat van verschei- de plaatsen onzer binnenwandelingen en vroeg dat men eenige werklieden meer zou gebruiken om de hoven te onderhouden. M. Surmont antwoordde daarop dat de geldmiddelen het niet toelieten, dat ten anderen de stad veel meer werk lieden bezigde dan vroeger, maar dat deze de slechte gewoonte genomen hadden zeer traag te werken zonder zich in 't minste te haasten. Zoo is het inderdaad sedert dat de klerikalen, men weet door welke mid delen, op het stadhuis geraakt zijn.Het is algemeen gekend dat de werken die de stad bij bezuiniging laat verrichten het dubbel kosten van wat zij zouden mogen kosten. Dit is immers niet te verwonderen. In plaats van eerlijke en neerstige arbeiders te kiezen, neemt men, met politieke inzichten, niet- weerds van het Volkshuis, handlangers en werktuigen die de klerikalen in hun duister kiesbedrog gebruikt hebben. AANKONDIGINGEN Aankondigingen 10 c. den drukregel. Reklamen25 n Rechterlijke aankondigen 1 fr. idem. Op deze kerels heeft ons bestuur geen het minste gezag noch kan er geen hebben. Zij doen wat zij willen, en weten dat men ze niet zou durven af danken of wegzenden. Wij hebben die lanterfanten van het zoo genaamd Volkshuis aan het werk gezien wanneer de stad een deel van den vestingwal bij de statie heeft doen aanvullen. Klerikalen en liberalen hebben er schande van gesproken. Al leman was het eens om de manier op welke dit werk zonder toezicht ver richt werd en er daggelden gestolen werden te beknibbelen. Zou M. Iweins misschien beloften gedaan hebben aan eenige dier mannen en zou hij ze ten laste der stad willen leggen om zich populair te maken? Dat is zeer waarschijnelijk. Vraagt, zegt hij aan M. Surmont, een krediet aan den raad en wij zullen het stemmen de kost van eenige werklieden meer ware zoo groot niet en wat kan dat maken. Voor dat nieuw edelmanneken, die van geen sparen weet, niets is ge makkelijker zoo als men ziet,en indien men naar hem luisterde zou hij weg weten met het zuurgewonnen geld van ons lastenbetaler8. Wij vinden integendeel dat de stad meer dan een voldoende getal mannen bezigd om onze hoven en openbare wandelingen rond de stad, zeer goed en netjes te onderhouden maar bet betaamt dat zij werken en hun dag loon verdienen, en niet, zoo als wij meer dan eens bestatigd hebben, dat zij uren lang op hunne spade of rakel leunende staan te klappen en te smo ren. Ware een waakzamer toezicht dezer lanterlanten niet veel beter dan hun getal nog te vermeerderen Wat zegt gij er van, M. Surmont Op Zaterdag 22'tc" II is een Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden tot stand geko men Dien dag vergaderden, op liet Brusselsch Justitiepaleis twaalf afgevaardigden der Vlaam sche Pleitgenootschappen van Brussel, van Gent en van Antwerpen. Grondige beraadsla ging leidde tot bet afstemmen der volgende Grondslagen van den Bond der Vlaamsche Bcchlsgelccrden. Artikel één. De Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden beeft tot doel de studie van bet recht door middel der Nedeiiandsctie taal, en bet waarborgen der taalrechten van het Vlaamsche volk. Art 2. Tot den Bond kunnen toetreden der Vlaamsche Pleitgenootschappen en alle Vlaamsche Rechtsgeleerden. Art. 3. De zetel van den Bond is geves tigd te Brussel. Art. 4. De Bond wordt beheerd door eenen Raad bestaande uit vier afgevaardigden van ieder Vlaamsch Pleitgenootschap, bene vens ten hoogste negen leden door den Raad zeiven, buiten de Pleitgenootschappen, aan geduid. Art. 5. De Raad benoemd in zijnen schoot een Bestuur, bestaande uit een voor zitter, twee ondervoorzitters, een schrijver en eenen hulpschrijver-penningmeester. De Raad wordt verkozen voor twee jaar. Zijne leden zijn herkiesbaar. Art. 6. De Raad zal vergaderen telkens wanneer hij dit nuttig acht. De voorzitter heeft altijd het recht om den Raad bijeen te roepen. Hij zal hem bijeenroepen, wanneer zulks door de afgevaardigden van een Pleitgenoot schap of door twee, naar artikel 4, toege voegde leden zal worden verzocht. De dagorde zal eene week vóór de vergade ring van den Raad aan alle zijne leden worden rond gezonden Geen voorstel, dat op de dagorde niet voor komt, zal in stemmen kunnen gelegd worden. Art. 7. Alle jaren, voor einde December, in de stad welke door den Raad zal worden aangeduid, zal eene algemeene zitting worden belegd. De Raad zal aldaar verslag over zijne werk zaamheden van het vorig rechterlijk jaar uit brengen. De Raad mag, wanneer hij het noodigacht, andere, dat zijn buitengewone, algemeene ver gaderingen bijeenroepen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Strijd – La Lutte (1894-1899) | 1899 | | pagina 3