Rede van M. Onraet. genoegzaam om tien steden als Ieperen te spijzen en aan betrekkelijk zeer weinig kosten. Er is veel water, maar wij moeten zien wat er te doen valt om het best mogelijk en goedkoop te verkrijgen. Den heer Burgemeester zegt dat men weldra de wer ken aan den Dickebuschvij ver zal beginnen. Deze wer ken, volgens de plannen en begrooting van den heer ingenieur Timmerman, zullen 360,000 dbrie lioïi- derd en zestig- duizond franken kosten 'T is te zeggen meer dan wat geheel het zuiver wa terstelsel van het Polygonenveld vereischt. Ik moet u herinneren dat volgens de commissië van 1875, samengesteld uit de heeren Andries, Boudin en Verstraeten. (Verslag van 8n October 1875), het drai neerstelsel zoude kosten 189,000 fr. en volgens den ingenieur hydroloog M. Ch. Frangois, die ik geraad pleegd heb, ongeveer 355,000 franken. De werken aan den Dickebuschvij ver zijn noodeloos en kunnen de zaak niet oplossen.Ze zouden heel weinig water meer geven en het zoude even onaangenaam en even gevaarlijk voor de gezondheid blijven. Wat er nu best kan gedaan worden is het water te verbeteren volgens de middelen welke de wetenschap en de ondervinding aanbieden. Het kan gemaakt zijn dat het redelij k aangenaam is; en weinig gevaarlij k voor de gezondheid. Ik moet u. Kiezers, hier doen aanmerken hoe schade lijk de politiek is in zake van administratië. Toen de nieuwe waterleidingen den beginne, roestig, onzuiver water gaf, was het een groote teleurstelling voor het publiek en voor het gemeentebestuur, waarvan ik deel maakte. Ik heb deze zaak onderzocht. Deze teleurstelling was gekomen omdat men het Dickebuschvi j verwater niet kende omdat men niet wist dat het eene groote hoeveelheid organische mate riën behelsde, onder opgelosten vorm, en die de eigen schap bezit van het ijzer aan te vallen, ijzer organaten te vormen, die zich ontbinden in de buizen en het water troebelen en doen stinken. De katholieke dagbladen vielen hevig het liberaal stadsbestuur aan, die zooveel geld besteed had voor het water. Ze waren gedurig vol van het troebel stinkende water, geldverkwisting enz. Ik heb gedaan wat ik kan om de zaak te verbeteren, en heb, met spijt,dikwij Is moeten mijne liberale vrien den harde waarheden zeggen. Den heer Colaert, in 1887 gemeente raadslid gewor den, keurde mijne gedachten en handelwijze als ook deze van mijnen onkel Annoot goed en bracht ons open bare hulde. Wij stelden voor de zaak van het grondwater in de hoogten van t'Hooge te onderzoeken. Eene commissie wierd benaamd ten einde de water kwestie in haar geheel te bestuderen. Deze commissie was samengesteld uit hijdroloogen, chimisten en ge meente raadsleden. In de eerste bijeenkomst, den 3 November 1890, na den toestand der kwestie grondig onderzocht te hebben, besloot ze (ik vertaal het besluit) Al de leden zijn eenparig(unanime)om te herkennen dat het vooral noodig is van de oplossing door drai- neering te bestuderen en dat,indien het bewezen is,op s eene verzekerde wijze, dat ze de noodige hoeveelhei 1 drinkbaar water kan leveren, het nutteloos ware van ver- n der alle andere ontwerpen te bestuderen. Het was wel de formeele veroordeeling van het vijver water indien het mogelijk was van het te vervangen door grond water. Dit formeel besluit der commissie vereischtte de on- middelijke werken voor de noodige studiën over het grondwater van de zand hoogten die de bekkens van de Leije en de Ieperlei scheiden ten oosten der stad. Ongelukkiglijk men deed niets. Wij zullen verder weten waarom. Maar in de tweede zitting van de Oommissie, den 26u November 1890, M. de Ingenieur van de stad, die tegen woordig geweest was in de eerste zitting, gaf lezing van eene nota waarvan den bitsigen toon, zeer aardig voor kwam. En zoo onverwacht van iemand die maar gero- pen was om een zeer beperkte rol te vervullen in den schootder commissie, waarvan hij geen lid was, en waar verscheidene uitstekende specialisten zetelden. In die nota bestreed M. den Ingenieur de besluitselen der Commissie, wegens de drainage en alhoewel, zegde hij, dat men geene geologique nog planéomeirique gegevens b bezat,s verklaarde hij zich tegen de ondergrondwaters die te nemen zijn in de hoogten van 't Hooge, en drukte het avies uit dat men moestvoor alles de oplossing door b drainage verwerpen Dit was van den heer Ingenieur van in 't beginne af zich in oppositie stellen met de gedachten en strekkin gen der Commissie. De studiewerken, aangaande het grondwater sleepten aan en lieten zich veel bij 't oor trekken. Ze waren heu gen tegen meugen gedaan. Sommige leden der Commissie waren uitterst ver wonderd, misnoegd. Den heer Verstraeten, director der waters van Brussel en M. Annoot trokken zich terug. De heer Temmerman, die geen deel maakte van de Commissie, maar gesteund door den heer Burgmeester, ging den ingeslagen weg voort. Weldra waren zijn ge dachten en deze van den Burgmeester aangenomen. Het drainage stelsel was verworpen en de werken aan de Elverdingpoort gestemd. Den toer was gespeeld. M. Surmont triompheerde. M. Colaert die mijne zienswijze en deze van M.Annoot gedeeld had omdat hij zoo'n grooten liefhebber was van gezond water, zeido hij, waste nu, als Pilatus, zijn han den in dat water. Hij had alles vergeten. {Gelach'.) Alles wat er tien jaar lang gezeid en geschreven had geweest tegen dat slecht water, was vergeten en men stemde 230,000 franken nieuwe kosten om dat zelve water met meerder drukking aan de brave Ieperlingen tegeveu. Welke komedie Waarom die kazakkekeering Ik kon het niet raden maar weldra verscheen een klein boekje door den heer Surmont geschreven; Wa ter kwestie en scholen en ik verstond de zaak. M. Surmont had noodig van een reden te vinden om te doen gelooven dat er veel geid noodig was. Hij had een plan van waterwerken doen maken die 230,000 fr. vereischte en enkelij k3 eene meerdere drukking gaf. Dezelfde uitslagen volgens het plan van Ingenieur Le- boucq konden verkregen worden voor 51,000 fr., die zouden met de gewone middelen kunnen zijn betaald geweest. Dan kwam hij tot 't besluit dat er moetsteeneleening gedaan zijn van 850,000 fr. om dit en andere werken te doen. Hij berekent dat de interesten en den waterdienst 38,250 fr. uitgaven zullen veroorzaken; 't is te zeggen 14,370 fr. meer dan vroeger. Maar van waar moeten ze komen, die 14,370 fr. zegde hij Wel, antwoordt M. Surmont, er moeten besparingen komen. Hij zoekt overal, maar gij weet zoo wel als ik waar hij ze wilt en zal vinden. 'T is in de afschaffing van het Collegie en andere scholen (Gelach en bravo M. Surmont is een sluiwen politieker. Met deze kazakkekeering in de waterkwestie heeft hij drie vliegen in eenen slag willen treffen 1° Afschaffing der scholen 2° Veele werklieden in bedwang krijgen om ze naar het Volkshuis te brengen 3° Veel geld voor zijn vriendjes politiek. En daarom, Kiezers, is dat slecht roestig stinkende water op eens goed geworden. [Gelach.) De geschiedenis van Ieperen zal melden dat men op het einde der 19" eeuw, uit partij belang,de gezondheid, de welvaart, de toekomst- van leperen geofferd heeft. Dit is een krachtig pleidooi voor het invoeren der Evenredige Vertegenwoordiging om de partijbelan gen te doen verdwijnen voor de belangen der inwoners. Had men van over twintig jaar de Evenredige Verte genwoordiging gehad, leperen zou nu zoo als Brussel en veel andere steden, klaar, gezond en overvloedig water hebben en zeer veel duizende franken meer in de kas. Maar hoe is nu het water Ik zal het u zeggen, Kiezers, het is altijd het zelfde M. Surmont weet het ook. Al de fantasmagorie van decantatie bassins geeft geen voordeel. Den Zondag en feestdagen geeft men het water direkt van den vijver en niemand vindt er verschil in. Het water, in die decantatie bassins, is zoo troebel dat men er geen mensch kan zien m liggen zoo als het onlangs gebeurde gedurende zes weken. Den doktor Kemna, die het water ontlede en onder zocht, verklaarde in zijn rapport van 25" Februari 1891 Al de stalen zijn troebel en een lange decantatie en kan ze niet doen klaar komen zij hebben eenen s sterken moerasgeur en smaak. De n° 5, (kraan in de b stad) heeft een franken geur van verrotting. Allen tooneD in enkele dagen eene broeiing van mindere organismussen, n bijzonder het staal n° 5. b In hunnen tegenwoordigen toestand zijn alle deze waters niet geschikt om te drinkendoor hun scheidkundig en organoleptisch karakter ze bevatten in een groote b overmaat organische materiën en ammoniaque albumi- n noïde n Ik heb vroeger bewezen dat het sterftecijfer voor leperen een van de allerhoogste is in België.En, als men dat overweegt en den uitslag ziet van de analijzen van het water,is het niet droevig te bestatigen dat men niets doet om dien toestand grondig te veranderen Maar niets weegt nu op tegen partijbelang Onlangs verboden de legerdoktors het gebruik van het water aan de soldaten. Geheel den zomer was het water slecht,troebel en het stonk. Gij, Kiezers, hebt dit al ondervonden. Van alle kanten ja, ja). M. Surmont durft zeggen dat er sedert maanden geen klachten meer en zijn; en zegt dat er maar weinig tij- phns heerscht; maar is den tijphus maar alleen rapelijk door het water Wel de wetenschap is nu zoo ver gekomen dat men weet dat bijna alle ziekten door kiemen voortgezet zijn bij middel van het water De pokken, de mazelen, het roojonk, de kinkhoest, de koortsen, waaronder de tijphus, de fièvre tijphoïde, de slunse ziekte, de inüuenza, de kroep, de roos, den buikloop, de cholera, de pest, enz., enz. Hewel, indien er van die ziekten te Kemmel of te Dic- kebusch heerschen is er veel gevaar voor de gezondheid van de stad; want het water is uiterst wel geschikt om de kiemen dier ziekten voort te zetten en te vermenig vuldigen. Het is dus aller voorzichtigst van het water, voor het te gebruiken voor uw lichaam te wasschen of voor het drinken, van het wel te doen koken. Welnu, wat is er te doen met het water, in de tegen woordige toestanden Wel, het doen zuiveren door het ijzer en het dan goed filtreren, zooals reeds elders gedaan wordt sedert vele jaren. Als gij mij naar het stadhuis zend, zal ik dit werk onmiddelijk voorstellen en trachten dat het spoedig uitgevoerd worde. En als te Dickebusch er water te kort is, zal ik voor stellen van het water van de vestingen en van Zillebeek- vijver te zuiveren en te doen dienen. En er zal, voor weinig geld,veel redelijk goed water zijn voor huisgezin en voor industrie. Toejuichingen Kiezers stemt voor mannen die de belangen van de stad durven behartigen boven alles Stemt voor do volksgezinde kandidaten. Lange toejui chingen). Heeren Kiezers, Ik stel u voor met mij eene wandeling te doen binnen en buiten stad om de werkzaamheden te bezoeken, uitgevoerd door onze te genstrevers sedert zij zich meester gemaakt hebben van bet stads bestuur. Vertrekken wij dus voor deMalou's laan. Gij moet weten dat bet plan van het kwartier der Statie uitgeste ken was door bet liberaal bestuur en gevolgd is door de nieuwe re geering. Men zegt dat om wel te bestieren men vooruit goed moet voor zien. Het is bier bet geval niet geweest, want zij hebben twee maal de Malou's laan geladen met steengruis en kappeling van kalschieden die voor een geheelen tijd dezen weg onmogelijk gemaakt heeft te doorrijden voor peerden en rijtuigen. Daarna beeft men hem twee maal opgedolven en toegevuld in twee verschillige stonden om de waterleiding en de riolen te plaat sen, hetgeen de kosten verdubbeld heeft. Kiezers, is dit voorzienigheid en goed bestuur (Bravo). Wij komen aan het waterkasteel en afleidende gezuiverde water kommen, Mits er geen gebaar meer gemaakt is van de verlichting met electriciteit door dit stelsel en dat de afleidende gezuiverde water kommen de smaak van het water niet verbeterd hebben, kon men zich te vreden met de waterprespompen te plaatsen aan de Tem pelpoort of aan Dickebuschvijver. Deze verplaatsing had toegelaten de Malou's laan op hare breedte te houden tot aan de Steenenbrug. Door het aanleggen van den buurtspoorweg van leperen op Veurne, is het voorbijloopen van den tram, te beginnen van het waterkasteel tot over de berber* den Tram, hoogst gevaarlijk voor peerden en rijtuigen. Mijnheer P. Vermeulen zegt dat het waterstelsel, zonder den ringmuur daarna gemaakt, 230,000 franken aan stad gekost heeft en dat, mits er geen verbetering aan het water is, men zich badde kunnen vergenoegen met prespompen te plaatsen die maar goed vijftig duizend franken gekost hadden. De schoone bouwgrond waar het waterstelsel geplaatst is had duur verkocht geweest en de kosten der pressingpompen kunnen dekken bijgevolg eene geldverkwisting van groot de twee hon derd duizend franken. Seder t den aanleg van den buurtspoorweg van leperen op Veurne is den steenweg van de statie naar de statie bijna geheel den tijd onbruikbaar geweest, des avonds is bet slecht verlicht. Waarom daaraan geen einde gesteld Naar twintig jaren de opvulling van de noordzijde der statie be knibbeld te hebben, komen zij zelf gedeeltiglijk de opvulling te doen van een gedeelte der zuidkant der statiebrug. Mits zij het voor gaande werk komen goed te keuren, waarom de aarde van de ves ting niet gebruikt die aan d'hand was. Wie heeft er ooit gedacht dat de straatvet van dertig jaren lig gende achter de Bascule (Meenenpoort) zoude vervoerd zijn langs de bijzonderste straten en Groote Markt dezer stad, om gestort te zijn in de vesting aan de statieplaats en bij het voorbijrijden gedu rende drie maanden zijne ongezonde geur verspreidende. Gij allen, Ieperlingen, die dit werk gezien heeft, moet u niet vragen welk geld dit aan stad gekost heeft. Goed bestuur en spaarzaamheid. Waarom de Tempelpoort en een woonhuis afbreken, dit laatste inkomende aan stad Heeft dit dezen kant der stad verbeterd Neen, het is een zuiver geldverkwisting. De verandering gebraeht aan de Kiekemarkt en de Vischmijn is eene schoone verbetering. Maar waarom het schoone niet doen paren met het nuttige Tot Kortrijk verlaat de viscbverkooper zijn kraam en gaat onder een overgedekten weg naar de vischmijn, die een achtkanten ge bouw is, gemaakt metsteenen kolonnen den aangeboden visch is geplaatst op eenen steenen ronden tafel de koopers zijn gezeten het bureel van den stadsbeambte is op zijden allen zijn in 't droog Hier, tot leperen, zijn al de voorzorgen genomen voor den roeper-schrijver koopers en aangeboden vïsch zijn in open lucht blootgesteld aan koude en hitte, water en wind, sneeuw en ijs. Waarom dit verschil van behandeling tusschen de koopers en den stadsbediende Is dat voorzienigheid Waarom een gebouw afnemen der middelbare school om te doen dienen voor lokaal der burgerwacht Zijn er geene ledige lokalen genoeg Bewijst dit de liefde niet voor het staatsonder wijs Naar dat de westkant der Hal Ie (salie Delbeke) over eenige jaren gediend te hebben voor tentoonstelling van bloemen, fruiten, enz., had men ter dezer gelegenheid de tichelen uitgebroken en zand ge strooid de tichels blijven weg en het zand blijft liggen aan den voet der muurschilderingen van Mijnheer Delbeke. De vreemdelingen zijn verontwaardigd en als zij bet stadhuis veriaten zijn zij verplicht bet zand af te slagen van hunne schoenen en kleederen. Vóór aller nieuwe werken aan te gaan in zake van goed bestuur begint men met het goed dat men bezit in goeden staat van onder houd te behouden. Verfraaingen rond bet verkochte Justiciepaleis. Aan de Thouroutpoort bezien wij het nieuw opgebouwen krank zinnighuis toebehoorende aan de Hospicen dezer stad. Waarom die buitengewone pracht Dit is toch niet om de behoeftige krank zinnigen en deze betaald door de omliggende gemeenten en steden, en waarvan eenige dezer krankzinnigen slavelijk werk doen jaar uit jaar in. Het prachtig gedeelte van dit gebouw is niet voor behoeftige maar voor rijke lieden te ontvangen. De overtollige kosten gedaan aan deze nieuwe instelling be staande uit bouwen, meubleren, versieren, onderhoud in het ver volg, en het bezoldigen van groote en kleine ambtenaren mag ge rekend worden op eenige honderd duizend franken, waarvan de intresten ontsnappen voor het helpen der behoeltigen der stad. Wij komen aan de Kaai. Hoe komt dit dat er hier geen schepen liggen Gij zijt er wel mede. De Kaai is dikwijls t'Ieperen niet meer, zij is te Steenstraat en aan de Drie. Grachten. Voor de minste reden trekt men bet wa ter af van den leegen vaart rond de maand Juni en wij blijven zon der water tot den loop van October. Indien in geval van vloed het water bewaard wierd tot zijne bevaarbare hoogte, zou men in den zomer aan geen mank van water te denken hebben. De vaart van Komen naar leperen is in aanschouwing sedert 1893. Waarom de vaart van leperen-Nieuwpoort intusschentijd op ge heel zijn doorloop niet ten gronde gekuiscbt en indien men het noodig vindt een tweede sas gemaakt tusschen leperen en Boesin- ghe sas, om het verlies van bet water door het versassen te vermin deren tusschen deze twee olaatsen. Door het opmaken van den vaart van Komen op Ieperen zou het versaste water van dezen vaart en die opgepompt moet zijn uit de rivier de Leie, bijzonderlijk dienen in den zomertijd om dezen van Ieperen op Nieuwpoort te spijzeu.

HISTORISCHE KRANTEN

De Strijd – La Lutte (1894-1899) | 1899 | | pagina 6