Vrijzinnig volksgezind weekblad van leperen en het Arrondissement
De rijschool vertrekt
naar Tervueren.
De partij
der valsche beloften
In den preekstoel.
Wat geschiedenis.
Zaterdag, 25" November 1899.
Zesde jaar. N1 4.
Hoe Engeland misleid
werd.
o centiemen.
Verschijnende des Xaterdags.
EENDRACHT MAAKT MACHT.
INSCHRIJVINGSPRIJS:
voor stad, Een jaar 3 franks.
v'de provincie, Een jaar fr. 2-5O.
Men schrijft in bij den Uitgever Dixmudestraat, nr 51, te leperen. De aankondigingen
van beide Vlaanderen evenals deNotariale en Rechterlijke aankondigingen voor gansch België,
mogen gezonden worden ten bureele van dit blad. De andere aankondigingen voor België en
het buitenland, uitsluitelijk in het Agence Havas Magdalenastraat, Brussel.
AANKONDIGINGEN
Aankondigingen 10 c. den drukregel.
Reklamen 25
Rechtrelijke aankondigen 1 fr. idem.
Wanneer zal men ein
delij k beg-innen aan liet
verteeren der 364,000
franken die voor het
herstellen onzer Hij -
school bestemd zij n
Indien er eene partij is die bestaat
op valsche beloften en volksbedriegerij, dan
is het wel de klerikale partij.
Onze drie volks vertegenwoordi
gers zijn daarvan het schoonste bewijs,
want in het afleggen van valsche belof
ten en de snullen van kiezers op stoo-
pen te trekken of in de doeken te doen,
zijn die mannen echte artisten. Vroe
ger, bij elke kiezing, alswanneer het
cijnskiesstelsel nog in voege was, dan
kwamen de klerikalen altoos met den
zelfden zeever voor de pinnen Niemand
gedwongen soldaatInstelling van een
vrijwilligersleger Weg met forten en
kasteelen Afslag van lasten enz enz
En telkens liet een aantal sukkels
van kiezers zich bedodden, zich bedrie
gen. De klerikalen werden herkozen
en den toer was gespeeld. En dat spel
letje heelt meer dan 25 jaar geduurd
Eu in plaats van het leger af te schaf
fen, maakten de klerikalen meer en
meer regimenten bij, werden er mil
joenen en miljoenen besteed om forten
te bouwen in plaats van af te breken,
en, wat de lasten betreft, de lastenbe-
talers hebben hunne briefkens maar te
overzien om te bestatigen dat in plaats
van de lasten te verminderen, de kleri
kalen dezelven op eene echt schandali
ge wijze verhoogd hebben.
En waar bleven de volks (?1 verte
genwoordigers van Ieperen Waar ble
ven hunne voorstellen om het leger af
te schallen, de forten af te breken en
de lasten te verminderen Ah Zij
wisten het wel dat zij slechts komedie
speelden telkens als het kiezing was
en dat zij zich te belachelijk zouden
gemaakt hebben tegenover het land,
hadden zij nooit aan een hunner geda
ne beloften gevolg moeten geven.
Van de werkende klas was er natuur
lijk bij de klerikalen nooit spraak,
vroeger. Immers, de arbeiders waren
alsdan geen kiezer en het was dan ook
onnoodig zich met hen bezig te hou
den. Nu zijn de kaarten gekeerd. Het
werkvolk thans stemrecht bezittende,
moet, er langs dien kant gewerkt wor
den. Ook, bij d,e eerste kiezing met het
algemeen stemrecht begonnen de
klerikalen den arbeider te fleemen en
beloften te doen. Zooveel verachting
onze fijn geslepen jesmeten voor al wat
werker was, vroeger over hadden,
zooveel genegenheid begonnen zij hem
thans te betoonen.
Bij de Kamerkiezing van 1894 dus
begonnen de valsche belovers hun
werk. Zij zouden, indien zij herkozen
worden, eene pensioenkas voor oude en
gebrekkelijke werklieden doen inrichten.
Zij zouden zorgen dat het minimun van
dagloon en ket maximum van werkuren zou
toegepast worden in de werken van
den Staat. Zij zouden dit, zij zouden
dat
Wij schrijven reeds einde 1899 en
nog niets is er van dat alles gekomen.
Meer nog Onze fameuze klerikalen
vijgen, die ons in het Parlement verte
genwoordigen, hebben niet alleen ban
kroet gemaakt met hunne beloften,
maar hebben zich nog op eene schan
dalige wijze van het volk gespot, van
het volk waar ze alles gingen voor
doen. Verscheidene wetsontwerpen
jsiju besproken geworden en allen,
onze vertegenwoordigers, zonder uit
zondering, hebben niet alleen gezwe
gen als karpels, maar stemden tegen
of bleven weg van de zitting.
Het is echt wraakroepend het werk
volk zoo voor deD aap te houden
Het is dan ook niet te verwonderen
dat onze drie mannen op hun gemak
niet zijn en dat de heer Colaert zijn
beste doet om de E. V. te doen mis
lukken. (Hij weet dat hij het eerste
slachtoffer er van wezen zal, zooals
zijnen boezemvriend Woeste). Zij
schrikken en beven, nu de Kamerkie
zing nadert, en het is niet zonder re
den. Ook zijn zij bewust van de felle
-klopping die hun te wachten staat
binnen eenige maanden Natuurlijk
zullen zij nog eene laatste poging doen
om nog eenige sukkelaars om te praten
of door leugens en bedrog te mislei
den, maar het zal niet meer lukken.
De werkman is geen ezel De kleri
kalen kunnen hem wel eens, maar geen
twee maai vast hebben. Dit weten zij
immers ook. Daarom zitten zij met de
poeppers Doch, ons beste, jon
gens Het rijk der valsche belovers en
volksbedriegers is uit en kortelings zal
er maar éénen kreet meer opgaan te
gen de drie hansworsten der slapers-
bank van feperen
A la chaudière Goliath.
Het is genoeg bekend dat de preek
stoelen in onze kerken leugenkuipen
genoemd worden welnu, na onder
staande staaltje gelezen te hebben,
hetgeen echt is, dan mag men die stoe
len wel zeer eenvoudig revolutionnaire
of ophits er stoelen noemen. Waarlijk, die
niets doende vet betaalde staatsbe
dienden, die vergraizers en verdervers
der vrouwelijke jonkheid gaan te ver!
Welnu, ziehier hoe die ge me ene
kerel, hoe hij ook heette moge, zich
uitdrukte in een der kerken van een
der voornaamste steden van het.
Vlaamsch Belgie. Wij nemen hier
stipt zijne woorden over volgens eer
lijke oorgetuigen.
Al wie niet te biechten gaat,
schreeuwde die kerel, zijn dieven, die
bestelen ofwel hunnen baas of hunne
bazin, of ze stelen te huis of eene an
dere manier, in een woord, al degenen
die niet biechten stelen
Merci, M. Pastoor, daar is niets bij
of af te doen, niet waar
Verder, de meisjes welke niet ko
men biechten zijn slechte slonsen, die
vrijen, die met jongens loopen, en laat
uitblijven om zich te amuseeren (zoo
drukte hij zich ook uit), kortom alle
meisjes welke niet biechten zijn in 't
vlaamsch gezegd slechte vrouwen n
Onze lezeressen zullen het woord
reeds in het geheugen hebben
Nog verder zegde die hemeldragon-
der dat wanneer al degenen die ver
zuimd hadden te komen biechten en
nadien terug kwamen, ze alles wat zij
vroeger gestolen hadden wel zouden
teruggeven
Dat ziet ge van hier
En nu, last not least, u de getrouwde
vrouwen die eenen slechten man hadden,
of dronken, of 's avonds ruzie maakten,
moesten maar naar hunnen biechtvader
gaan, die zou hen welTROOS
TEN
Tableau
Trek nu de zwarte leer maar op
Goliath.
In een artikel Begoocheling en ontwa
ken schrijft de heer Labouchère in
Iruth n het volgende
Men had ons verteld dat de Boeren
wezens waren, bijna te gemeen om
door de beschaving geduld te worden.
Hunne godsdienst heette de afschuwe
lijkste huichelarij. Er was omkooperij
onder hen, erger dan het ergste bederf,
in de geschiedenis opgeteekend. Zij
waren onwetender dan de ruwste wil
den. Jegens Engelschen gedroegen zij
zich als Barbaren. Zij haatten ons, zij
verachtten ons bij iedere gelegenheid
waren zij blij aan deze gevoelens
uiting te kunnen geven. Het zou ge
makkelijk vallen, hen te onderwerpen,
want zij waren lafaards en zoo ontaard
in de laatste jaren dat zij zelfs niet
meer zoo goed konden schieten als
voorheen. n
En nu Hun veldtochtsplan wordt
door onze eigene des kundigen ge
roemd. Zij strijden zoo wanhopig dat
onze soldaten die tegen hen in 't vuur
gebracht worden, de eersten zijn om
hen tegen de lasteringen- te verdedi
gen. Onze oorlogskorrespondenten, uit
gegaan om te vervloeken, getuigen
van hun ridderlijk gedrag jegens iede-
ren Engelschman, die hun in handen
valt. Hunne oflicieele berichten van de
gevechten aan welke zij hebben deel
genomen, zijn gematigd, munten uit
door juistheid en door de afwezigheid
van iedere grootspraak Toen onze ge
vangen officieren te Pretoria gebracht
werden, vernam men geen woord van
triomi zij werden ontvangen met
eerbiedig zwijgen. De leden van den
Volksraad heetten slechts op goud be
luste staatszuchtigen te zijn, die ande
ren voor zich willen laten vechten en
zie, zij strijden in de voorste rangen
Zelfs zij die hen belasterden en de ver
halen omtrent hen in omloop trachten
te brengen, verzonnen door het kos
mopolitisch gespuis van kapitalisten,
dat zich met het opzetten van maat
schappijen verrijkt, zijn verplicht te
erkennen dat zij misleid werden en
ieder Engelschman erkent dat die bar-
baarsche, bedorven, lafhartige, bluf
fende Boeren loffelijke en dappere
mannen zijn.
De heer Labouchère wijst op den
rechtvaardigheidszin der Engelschen
en vertrouwt dal zij zich niet blijvend
zullen laten misleiden. Van de zooge
naamde geheime samenzwering tegen
het Bntsche gezag m Zuid-Afnka be
staat geen schaduw van bewijs en daar
Chamberlain zelf de onvermijdelijk
heid van dezen oorlog erkend heeft, is
het onzin op Kruger de schuld te wer
pen. Het geweten des volks zal spre
ken.
Reeds is er ontzettend geslacht,
wanneer men bedenkt dat het aantal
strijdenden betrekkelijk klem is. Het
is vreeselijk aan de toekomst te den
ken, wanneer deze strijd tot het eind
moet worden uitgestreden. Hoezeer
wij ook den dood zouden betreuren
van zoo menig dapper Engelschman,
wij zouden, als onze zaak rechtvaardig
was, troost vinden in de gedachte, dat
zij gevallen waren bij de verdediging
van hun land. In een onrechtvaardigen
oorlog hebben wij den troost niet. De
lijst der gesneuvelden,zoowel van onze
dappere soldaten, die gehoor geven
aan des tem van hun plicht, als van de
kloeke Holiandsche Boeren-Hugenoten,
die zich dood vechten voor hunne onaf-
hankelijkheid tegen een overweldigen
de macht, zal niet bijdragen om dezen
oorlog volksgezind te maken. De oor
logpers moge de trom roeren. Leugen
moge op leugen gestapeld worden,
weldra zal de stem des gewetens vra
gen Waartoe dit moorden
En het antwoord zal zijn dat het te
wijten is, hetzij aan bijna ongelooflijke
domheden van den heer Chamberlain,
of adn zijn vast besluit ons in oorlog te
betrekken die een schande is voor het
land en de beschaving Goliath.
XIII.
De herhaalde klachten der aanhan
gers van de vervlogen tijden, man
nen der elfde eeuw tegen het be
sluit der nationale vergadering, die
weigerde van 't katholisismus eenen
staatsgodsdienst te maken, bewijzen
wel meer dan de besprekingen het
belang dat'er aan gehecht werd.
De geestelijkheid zag er den onder
gang in van den godsdienst, het was
inderdaad de vernietiging van het oud
katholisismus, dat zich vereenzelfdig-
de met de kerk. De katholieke kerk
ging op den zelfden rang geplaatst
worden als de andere kerken, ze ging
ophouden een bevoorrecht korps te
zijn.
De geestelijkheid bezat voor vijf
milliarden onroerende goederen, waar
voor zij zelf geene belasting betaalde.
De kerk was dus buiteu en boven
den Staatmen vergde dat zij er in zou
treden, want eene kerk, eigenaarster
van het vierde van den grond, die niet
medehielp in 't betalen der openbare
lasten, streed met de godsdienstige en
met de burgerlijke gelijkheid tevens.
De verburgerlijking der kerkelijke
goederen werd dus eene noodzakelijk
heid in de nieuwe zakenorde.
Vele verloopen wijsgeeren hebben
de mannen der omwenteling oneerlijke
bedoelingen toegeschreven
De schatten der geestelijkheid, zegt
een priester, verlokten de geldzucht
der moderne omwentelaars de meer
derheid, die de verwereldlijking stem
de, bestond uit belanghebbende be
driegers en behoeftigen.
Men heeft ook beweerd dat de her
vorming geen ander doel had, dan 't
geld en 't goud, den godsdienst gewijd,
te bemachtigen, maar die beschuldi
gingen vallen op het hoofd van hen, die
ze uitbrengen.
De verdedigers der kerk zijn onvoor
zichtig het woord geldzucht uit te
spreken, wanneer het geldt de erfenis
der armen, we hebben al gezien hoe
lustig er mede omgesprongen werd.
Daarbij was de verwereldlijking
geen doel, ze was een middel de gel
delijke verlegenheden van den Staat
waren eer eene gelegenheid, eerder een
gelukkig voorwendsel.
De echte reden was dat men de kerk
tot de gelijkheid brengen en haar aan
het algemeen recht onderwerpen wil
de. Dat was zulke natuurlijke gevolg
trekking uit de omwenteling dat het
toch zou gebeurd zijn, al hadde de
Staat geen rooden duit schuld gehad.
Eu wat we zeggen van de onroerende
goederen der kerk, kan nog beter op
den tiendenpenning toegepast worden,
die zij hief op de vrachten der aarde.
De belasting was zoo gehaat, dat ze
verdween bij den eersten adem van 89.
De kerk is geene staatsorde meer, zij
bezit geene goederen.
Welke plaats gaat zij bekleeden in
de nieuwe fransche maatschappij
De nationale vergadering wilde haar
terugbrengen tot het stelsel van ge
lijkheid en algemeen recht.
Daartoe kon men handelen op twee
wijzen De katholieke kerk kon als
vrije maatschappij aanzien worden,
zooals andere politieke en godsdien
stige vereenigingen, of zij kon inge
richt worden volgens de grondstellin
gen der nieuwe wetten.
Aan het eerste middel was niet te
denken, aangezien het woord van
scheiding van kerk en Staat in Frank
rijk nog niet uitgesproken was.
De katholieke leerstellingen ver
klaarden immers Staat en kerk ala
twee onafhankelijke maar vereenigde