van
NIEUWPOORT KANTON.
VELDCORNET FOSSAERT
Zaterdag 18 Maart 1905.
11.
Derde Jaargang
Weekblad versch.ijiie:nd.e ellcen Zaterdag*.
God voor bake
Recht voor stake
Vlaamsch voor sprake.
N°
Inschrijvingsprijs op voorhand te betalen
3 fr. per jaar voor België.
Prijs per nummer 5 centiemen.
Vrankrijk en Rusland.
De nieuwe wet
op de werkongevallen
en de Boeren.
Drukker
Nunc.
van
93
I
Aankondigingen 15 ct. den drukregel. Rechterlijke bekendmakingen 30 ct. den drukr.
—o
PRUDENS FLOUR, Appelmarkt, 7, Diksmuide.
Verkooper JULES DANGEZ,
IJperstraat, 2,
NIEUWPOORT.
Beheer «fc Opstel
2, IJperstraat,
NIEUWPOORT.
kerkerde alleenlijk om hunne getrouwig-
heid aan den Stadhouder van Christus,
Rusland gevoelt nu insgelijks dat God
niet ongestraft zijn volk verdrukken laat
tdacht dat den nederigen
hooveerdigen Rus zoo
Dben de ongi
boerenwerklit
;ende werkman
uis blijven, daarna
gelijk vroeger
ofwel op zijn ergst, kan hij nog wel
werken maar niet meer zoo goed als
vroeger.
600 fr. bedraagt die rente dus 180 fr.
Veronderstelt dat de werkman 30 jaar oud
was en eene vrouw, of kinderen beneden
de 16 jaar nalaat. Ge zoudt moeten betalen
75 fr. voor begravingskosten en daarbij
3854,19 fr. Indien de werkman 20 jaar oud
is zoudt ge moeten betalen 75 fr. en
4241,97 fr. en indien de werkman 40 jaar
oud is 75 fr. en 3351,87 fr.
II. De werkman is niet dood maar gansch
onbekwaam om nog te werken.
Eerst en vooral moet de baas 6 maanden
lang den geneesheer betalen volgers een
vastgestelden tarief, en ook den apotheker.
Dan ook drie jaar lang de helft van
hetgeen de werkman kon verdienen. Dat
moet betaald worden op de tijdstippen
waarop het loon betaald wordtmaar na
de drie jaar moet de baas een kapitaal
storten dat, aan den werkman zijn leven
lang eene jaarlijksche rente opbrengt die
gelijk staat met de helft van hetgeen hij
jaarlijksch kan verdienen.
Veronderstelt een werkman, 30 jaar
oud, die jaarlijks 600 fr. verdient en op
het werk aan een ongeluk komt dat hem
geheel en gansch onbekwaam maakt nog
te werken.
De boer moet betalen
ie desnoods 6 maanden lang geneesheer
en apotheker;
2e drie jaar lang 300 fr. in ’t jaar;
30 na het derde jaar een kapitaal
6193,11 fr. storten.
Het kapitaal is grooter of kleiner naar
mate de werkman *aan wien het ongeval
overgekomen is, jonger of ouder is dan 30
jaar.
Dat is voor de groote ongevallen.
3n Tijdelijke onbekwaamheid tot werken.
Gewoonlijk hebben de ongevallen die
overkomen aan boerenwerklieden, geen
zulke ernstige gevolg*
moet zekeren tijd te hi
herneemt hij zijn werk
Twee groote landen die eertijds Europa
beven deden, en nu voor het aanschijn der
gansche wereld diep vernederd worden
Beide landen zijn bondgenooten, en
komen wonderwel overeen om den
Roomsch Katholieken Godsdienst te ver
volgen. Vrankrijk verbant de Klooster
lingen, steelt hunne goederen, vervolgt de
Priesters, tergt de katholiekenRusland
verdrukt het Katholieke Polen om zijne
gehechtheid aan den H. Stoel, aan zijne
Taal, aan zijne vrijheid.
En wat zien wij gebeuren?
Vx-anlcrijk is onbekwaam tegen
gelijk welke mogendheid nog op te treden,
gansch zijn leger is ontredderd, de beste
officieren zijn moedeloos, daar alle be
vordering voor deze is die slaafsch de
vrijmetselarij dient; men weze den uit-
muntendsten soldaat des legers, men
bezitte de uitgebreidste wapenkennissen,
doch gij of eenen der uwen gaat ter kerk,
achteruit wordt gij gezet voor levers eene
snotneus die geene andere kennis bezit
dan goed te kunnen op de papen bassen
en den verklikker spelen.
Eenieder weet nog hoe Vrankrijk, even
als een geschopten hond, jankend, steert
en ooren introk toen Engeland bevel gaf
Fachoda te ontruimen en er zijne vlag
plantte Ja, nu knielt Vrankrijk voor
Europa om weldra te beven, misschien,
voor een handsvol negers.
Ah, dit verblinde land heeft den hand
geleid op de Dienaren des Heeren, dien
hand wordt verlamd, den arm machteloos,
en God weet hoe lang het nog duren zal
eer het zijne wapens zal gebruiken
moeten om eigen volk te kastijden. Het
heeft zijne kinderen het geloof in God
ontnomen, en een volk dat God niet
erkent is tot de grootste misdaden in staat.
o
Rusland gekenmerkt om zijnen
onverzoenenlijken haat tegen de Kerk van
Rome, dat duizende Bisschoppen,
Priesters en Geloovigen uit het katholieke
Polen om hals bracht, naar Siberiën. ver
bande of in afzichtelijke gevangenissen
met ongestraft zijn volk v
Wie had ooit gedacht dat
Japaan den 1
bloedig zou afzweepen
Het hert van elk rechtschapen mensch
gruwt bij het verhaal van ’t gene in het
Verre-Oosten geschiedt. Geen oorlog is
het meer, ’t is eene menschenslachterij
Rusland, de vervolger der katholieke
Kerk, wordt er wreed gehavend, rond en
in Moukden werden 60 duizend zijner
mannen gedood, 80 duizend gekwetst en,
tot overmaat van ongeluk, werden er een
groot getal volslegen zinneloos De arme
jongens schoten op eigene landgenooten,
gingen met gevelde bajonnet de hoornen
te keer die zij voor Japanners aanzagen,
andere namen de vlucht achtervolgd door
den vijand, overal heerscht, bij de Russen
de grootste schrik en wanorde ’t Is waar
Japan heeft zijne overwinning duur be
taald, immers het verloor 40 duizend
zijner mannen.
En wijl Rusland zijne soldaten ziet
wegmaaien in het Verre-Oosten, wijl de
Japanners hem zijne kanons, schietvoor
raad, peerden, mondbehoeften enz. ont
nemen, is bij hem den opstand aan het
veunzenwel is waar wordt iedere
poging bloedend onderdrukt, maar hoe
wreeder men te werke gaat, hoe eerder en
gruwelijker soms ook de revolutie los
berst!.... Reeds is den Groot-hertog
Sergius vermoord, gansch de Keizerlijke
Familie en andere Staatshoofden zijn met
het zelfde lot bedreigd.... Aanhoudingen
op aanhoudingen woorden gedaan en niet
tegenstaande olijven de bommen hunne
rol spelen.... Kost wat kost wil het volk
den oorlog zien eindigen, doch de Czar
wil er niet van hooren, en samen met
zijne ministers, heeft hij beslist nog
400 duizend man naar het oorlogsveld te
zenden Intusschen wordt het volk tot
opstand opgehitst, men legt het den ge
lukkigen toestand voor oogen der andere
Europeesche volkeren, en druppel voor
druppel giet men het volk het vergiftigend
vocht in dat het onvermijdelijk tot de
Met deze nieuwe wet zullen de boeren
en werkbazen moeten betalen voor al de
ongevallen van hunne werklieden.
Wij geven hier het woord aan den heer
advokaat Vlieberg.
De nieuwe wet onderscheidt verschil
lende gevallenofwel ie de werkman vindt
zijn dood op het werk, ofwel 2e hij is gansch
onbekwaam om te werken, ofwel nog 3° hij
kan zoo goed niet meer werken als vroeger.
IDe werkman is dood
Wanneer een werkman verongelukt, met
andere woorden den dood vindt op het
werk, moet de meester in alle geval 75 fr.
betalen voor de begraving.
Daarenboven wanneer de verongelukte
eene weduwe nalaat of kinders beneden de
16 jaar, ofwel wanneer hij de steun van
ouders, of ook van broeders of zusters of
kleinkinderen beneden de 16 jaar, moet de
baas een kapitaal storten. Dat kapitaal
wordt berekend volgens den ouderdom
van het slachtoffer en moet eene rent op
brengen, die gelijk staat met 30 van
hetgeen het slachtoffer verdiende.
Als verdienste van den werkman moet
niet alleen gerekend worden het loon,
maar ook de kost, het inwonen en de
andere voordeelen, bijvoorbeeld het aard
appelland.
Met eene jaarlijksche verdienste van
wreedste der omwentelingen leiden moet.
Het fiere Rusland dat, kort geleden nog,
zich overmachtig waande, gevoelt nu
maar al te wel dat er eene Macht bestaat,
eenen God die vroeg of laat dezen weet te
vinden die Hem, in zijne Dienaren, ver
volgen. De Goddelijke Rechtveerdigheid
borgt maar scheldt niet kwijt
zijne
KJ.
EE3
VERBODEN NADRUK.
Geschiedkundig verhaal
uit den Heldenstrijd der Boeren 1899—1902
door FRANZ HECK NOLL.
NIEUWSBLAD
voelde zich bewogen door het zicht van die hoopen
bloedige overblijfselen hunner redsters.
Men zocht truweelen en spaden, weldra wierd er
te midden het hof eenen diepen kuil gegraven. Een
voor een werden de lijken in ’t breede gracht neder-
gelegd.
Toen deze treurige taak volbracht en de kuil met
aarde gevuld was, nam Fossaert twee stukken hout,
miek er een kruis van en stak het boven op de be
graafplaats; dan namen de mannen den breeden
vilten hoed af, plooiden de knie in den met bloed
doorweekten grond en antwoordden zacht op het
gebed dat hun kapitein met aangedane en bevende
stem voorbad.
Eenvoudig maar hertroerend was
Gij hebt gelijk, antwoordde de Dokter; ook de
overige mannen knikten goedkeurend.
Wij zullen nog eenigen tijd rusten, hernam
hun kapitein, en dan terug naar de hoeve rijden,
want morgen wanneer het dag zal zijn, ware het te
laat De Engelschen immers zullen daar terug-
keeren.
Twee uren later zat de bende van Fossaert in
zadel en kwam zonder door iets verontrust te
worden, tot bij de bres, voor de hoeve.
Het was een eerlijke en stille nacht; bij het helder
sterrenlicht kon men gemakkelijk ieder voorwerp op
zekeren afstand onderscheiden.
Toen zij over de talrijke lijken Engelsche sol
daten, welke voor de opening lagen, gestapt waren
en het voorhof zouden binnendringen, trof hun
gezicht een akelig schouwspel aan.
Daar tegen den binnenmuur lagen vier vrouwen
lijken in één gestooten, afzichtelijk verpletterd;
eene der vrouwen was het aangezicht gansch ver
morzeld, onkennelijk; slechts de grijze haren, die
in bloedige vlokken tusschen de lappen vleesch
kleefden, duideden aan dat dit het lijk der edel
moedige boerin was, die de koeien door de bres had
gelokt.
Verder lagen andere dochters de kleederen in
flarden, de borst en lidmaten akelig platgedrukt of
het lichaam geheel verscheurd.
Enkeleender hen waren door bajonnnetsteken
der aanvallende soldaten getroffen geweest; de ver-
wrongene wezenstrekken en de uitpuilende oogen
duiden aan welke vreeselijke doodstrijd zij geleden
hadden.
De hardvochtigste der manschappen van Fossaert
De klaroenen bloezen de bijeenscharing. De offi
cieren brachten hunne manschappen bij elkander
om ze opnieuw tot den aanval te leiden.
Gansch het drama, welk ik kom te verhalen, had
geen zes minuten geduurd.
De eenheden van het gevecht vormden zich in
allerhaast, al was het duister. Daar weerklonk eene
geweldige ontploffing van eene bliksemde klaarte
vergezeld. Dan eene tweede, eene derde, weldra
onregelmatig gevolgd van eene gansche reeks oor
verdovende slagen.
De losberstingen ontstonden op de minst ver
wachte plaatsen, ja zelfs te midden het reserveleger
en bij de kanonnen wier kardoeskisten en affuiten
in gruis geslagen werden.
Schrikkelijke overblijfselen wierden in alle rich
tingen rondgeslingerd; het waren uiteengerukte
lappen vleesch, verbrijzelde beenderen met aard
klompen en keien gemengd die met ijselijke licht
stralen en gedruis weggeschoten wierden.
De Engelschen begrepen niets van die schrikver
wekkende verschijnselen, bloed en vleesch spatte-
den op rondom hen, zij hoorden nogtans geen
menschenkreten, alleenlijk vernamen zij het
gebulder van koeien, wanneer de daverende losber-
stingen voor enkele stonden zwegen. Achter hen,
voor hen, bezijden, langs alle kanten ontstonden
vuurbergeneen onbeschrijvelijken schrik bevong
zich van het Engelsch leger, dat weldra in de
meeste wanorde wegvluchtte.
De krijgslist van Fossaert was gelukt. De zege
praal was volledig. Ja, maar hoe was zij toch vreese-
lijk duur gekocht
o
Zonder een oogenblik tijd te verliezen, sprongen
Fossaert en gezellen in den zadel, en vluchtten in
dolle vaart....
Na eenigen tijd alzoo gereden te hebben, kwam
het troepken vluchtelingen in een rotsachtig oord.
Alles was daar eenzaam en verlaten. Niets brak er
de stilte, tenzij eenige doffe slagen in de verte,
mogelijks de laatste dynamietpatronen die ontplof
ten. De scherpschutters hielden op het teeken van
Fossaert, hunne hijgende en met zweet en stof
bedekte vluchters staan, en sprongen uit den zadel.
Binst de peerden uitblaasden, lieten zich de man
schappen op den geelzandigen grond nederzinken
en eene rustende houding nemend, begonnen zij
onder elkander te beramen, wat zij zouden aan
vangen.
Jammer is het, zoo begon de koene veldcornet
te spreken dat onze zegepraal zooveel edele wezens
kost... Een plicht blijft ons nog over, dat is de lijken
onzer weldoensters, wier wij ons leven te danken
hebben, eene eerlijke en veilige begraafplaats te be
zorgen, want ik wil niet dat de bende van Colville,
er eenen vinger aan steke, of wie weet, hunne
woede verder bot viere met ze te verminken.
de plechtig
heid 1
Over die ruwe gezichten, andeis zoo koud, zoo
gevoelloos zou ik zeggen, rolden nu dikke tranen.
Zelf de doktor voelde zich getroffen en nu en dan
streek de hand de tranen af die in zijne oogen
op welden.
Sprakeloos en stom stonden de mannen op en
keerden naar hunne peerdjes weder, Fossaert
echter was achtergebleven hij wilde niet dat de
Engelschen de gelegendheid konden hebben de
edele slachtoffers van den heldenstiijd in hunne
laatste schuilplaats te storen, hij nam een bundel
strooi stak er het vuur aan en slingerde hem in de
bijliggende schuur; vandaar trok hij het woonhuis
binnen en weldra stond alles wat daar brandbaar
was in vlam. De schuur moest de vlam aan de bij
liggende stallingen mededeelen. Toen het geknetter
daarbinnen aankondigde dat de brand zich voort
zette, sprong de veldcornet in zadel en reed met
zijne strijders het veld in.
(Wordt voortgezet.)
Maar hoeveel zal die somme wel bedragen?