van
NIEUWPOORT KANTON.
Weekblad. versch-ijnende eiken Zaterdag*.
De Goede Week.
Zaterdag 7 April 1906.
14.
V ierde Jaargang
God voor bake
Recht voor stake
Vlaamsch voor sprake.
Hamman A. Oostende.
Maes J. Mere kern.
De Roo W. Nieuport.
Dupont L. Oostende.
Kiesarrondissement
Wetgevende Kiezing van 27 Mei 1906.
Inschrijvingsprijs op voorhand te betalen
3 fr. per jaar voor België.
Prijs per nummer 5 centiemen.
N°
Vander Heyde J. uittr. lid
De G-roote E.
Pil A.
Ronse A. eigenaar, Ghistel.
Davidsfonds.
Aankondigingen 15 ct. den drukregel. Rechterlijke bekendmakingen 30 ct. den drukr.
Drukker
O
1
PRUDENS FLOUR, Appelmarkt, 7, Diksmuide.
Plaatsvervangers
de heeren
VerkooperJULES DANGEZ,
IJperstraat, 2,
NIEUWPOORT.
VEURNE - DIXMUDE - OOSTENDE.
o
Werkelijke Kandidaten
de heeren
ger te
blijven
IBelieer Opstel
2, IJperstraat,
NIEUWPOORT.
der afgebeulde ga
en benauwlijk de
en krampachtige gebaren van den” graaf
van MornasHoe verzettend onderwijls te
midden der sombere tafereelen de uitboe-
zemingen van Chamborand (P. De-
schieter). Hoe weemoedig en liefderijk de
stem en houding van Adriaan? Hoe edel
en grootsch het gedrag van den hertog
Geene rollen hier beneden de critiek,
maar allen den hoogsten lof weerdig;
zooals deze van den gemoedelijken
Lodewijk (L. Lammen) of de onberisplijke
Jules (E. Dewaele), de deftige officieren
(A. Vandewaeter, C. Markey) en andere
wier namen op het gulden boek vermeld
mogen staan.
In een woord grond, vorm, uitvoering,
alles spande te samen om den grootsten
bijval te verwekken.
welke God de zorg voor zijne kudde heeft
toevertrouwd.
Wij zullen ook doen gelijk de Kerk, die
in hare groote goedertierenheid, op
Goeden Vrijdag niet alleen voor de ge
trouwe geloovigen bidt, maar ook voor
hare vijanden, voor de ketters, schismatie-
ken, afvalligen en zelfs voor de joden wier
voorouders den Zaligmaker gekruisigd
hebben.
Wij zullen onze harten tot God ver
heffen en met Onzen Lieven Heer aan het
kruis zeggen Heere vergeef het hun want
zij weten niet wat zij doen
De Passieweek of Goede Week, waar
wij nu intreden, moet voor ons allen een
tijd zijn, niet alleen van bijzondere boet-
veerdigheid, maar ook van godvruchtige
en heilzame overwegingen, ’t Is in die
week dat de Zaligmaker ons de grootste
bewijzen zijner liefde gegeven heeftdat
Hij het H. Sacrament des Autaars heeft
ingesteld, waarin Hij ons zijn eigen
Vleesch en Bloed, tot spijs en drank
geeft; dat Hij zich door den verrader
lijken kus van Judas een zijner aposte
len nogtans in de macht zijner vijan
den heeft laten leverendat Hij tot heil
van het menschdom, de ijselijke folterin
gen der geeseling en kruisiging heeft
willen ondergaan en eindelijk verlaten, om
zoo te zeggen, van God en de menschen,
de schrikkelijkste der dooden aan het
schandhout des kruises gestorven is.
Gansch de geschiedenis van het Bitter
Lijden toont ons de liefde van God tot de
menschen zoo zeer heeft God den
mensch lief gehad, dat Hij zijnen eenigen
Zoon niet gespaard heeft, maar Hem ge
leverd heeft tot de dood, ja tot de dood des
kruises.
Zij toont ons de liefde en de zelfopof
fering van den Zaligmaker, Gods Zoon,
die, om het schuldig menschdom te ver
lossen van de slavernij des duivels en van
de eeuwige dood, niet geaarzeld heeft om
zich zelve met al onze zonden te beladen
en te midden der afgrijselijkste pijnen, die
ooit mensch geleden heeft, de dood aan
het galgenhout heeft willen ondergaan,
om aan onze zielen het leven te schen
ken.
De schoone indrukwekkende diensten
en oefeningen, waartoe Onze Moeder de
H. Kerk ons dees week uitnoodigt, de
godvruchtige meditaties die men er ons
zal voorhouden, moeten ons leeren hoe wij
die oneindige liefde van God tot den
mensch met wederliefde moeten beant
woorden, met ons rechtzinnig tot Hem
te bekeeren met het juk der zonde af te
werpen en ons met rouwmoedig en lief
hebbend hart geheel en gansch aan zijnen
wordt door personen, die ter wille van hun
i ambt en van de weerdigheid welke hun
geschonken geweest is, zelven de eersten
zouden moeten zijn om zich gehoorzaam
en onderdanig te toonen aan hunne gees-
telijke overheden, en die, ongelukkig door
den hoogmoed verdwaald, degenen, welke
zij op den rechten weg zouden moeten
Na zulk prachtig stuk moest het iets
bijzonders zijn om aan de hoogte te
blijvenen wij werden inderdaad in onze
verwachting niet teleurgesteld. De wan
hopige liedjeszanger (L. Vanackere) verdient
eenen eersten prijs. Welk innig mede
lijden kan de beroemde kunstenaar aan
onze herten niet ontrukken
Daar ontbraken geen gevoelens in die
moeilijke en verhevene alleenspraakMen
moet meester zijn in het vak om zulk
tooneel te schetsenWelke schoone zede-
lessen, over het slijk der aarde, het geld
o—
Het zij genoeg u te zeggen dat het
roerend drama een beroemd proces binst
deze laatste weken verscheidene malen op
den Vlaamschen Schouwburg te Brussel
werd uitgevoerd, om u een gedacht te
geven van den ongemeenen toeloop van
het volk naar dit laatste concert, van de
kunde onzer spelers en de ervarenheid
van den Heer Bestuurder.
De zaal was letterlijk opgepropt, men
verdrong zich in hoeken en kanten. Van
vele uren in ’t ronde kwam men die
buitengewone luisterlijke vertooning
bijwonenvan alle standen en gezind
heden waren er daar vertegenwoordigd,
een persoon uit de hooge wereld verklaar
de op het einde van het stuk dat onze ge
liefde Bernardsgilde voor vele beroemde
tooneelgilden met moet onder doen!
De zes bedrijven waren alle, zonder uit
zondering, aantrekkelijk, boeiend en aan
doénlijk. Mochten wij nog dikwijls zulke
tooneelen aanschouwen en, diep ontroerd,
er tranen storten
In het eerste bedrijf zijn wij verplaatst
in de armoedige hut van Pieter Renaud
(L. Vanakere). Zijn zoon Jan (J. Billiet)
komt in en verhaalt
Ik ben het kamp ontweken, dat hier in
de nabijheid is. Morgen zal een groote
veldslag geleverd worden. Dezen dag zag
ik eenen reiziger door roovers aan
gevallen. Stervend gaf hij mij deze
papieren en juweelen om ze later aan den
eigenaar te bestellen en eene goede be-
looning. Ik kom u dezen schat toever
trouwen, want indien ik moest sneuvelen
Wij zijn 16 jaar later; in ’t park van het
kasteel van Aubeterre komen eenige
galeiboeven. De aangenomen zoon
(G. Vereecke) van den Hertog erkent
zijnen vader Jan.
De valsche graaf van Mornas, de ware
moordenaar, wordt ontmaskerd door Mr
den Abbé van St-Salvators (G. Buffel)
dien hij had moeten erkennen, want aan
dezen had de waie graaf eertijds het
onderwijs van zijnen zoon toevertrouwd.
De vermoedens zijn ten volle bevestigd
door de ketting, geschenk van de
Hertogen aan Jan, in het huis van den
valschen graaf gevonden door zijnen ge-
waanden zoon Valentijn (A. Gryson.) De
sluier van het geheim is opgeheven en de
onschuld zegepraalt.
Die korte trekken kunnen slechts eene
flauwe schaduw teruggeven van dit
luisterlijk drama wiens gelijke wij nog
niet te zien kregen.
Hoe treffend was de verschijning niet
galeiboeven Hoe wreed
c bliksemende oogstraal
zou hij verloren gaan.
Nauwlijks is Jan terug naar het leger of
de roover (G. Willaert) komt binnen. Hij
vermoordt Pieter en vlucht weg met de
schatten, eene kostbare ketting, geschenk
van de hertogen van Aubeterre, insgelijks
medenemende.
Op Pieters’ hulpkreten snellen eenige
geburen en soldaten toe, alsook de klein
zoon (A. Vandamme) die reeds gaan
slapen was. Deze verhaalt hun dat vader
Jan daar juist geweest was. Men besluit
den moordenaar gevonden te hebben daar
Pieter en Jan voortijds in oneenigheid
geleefd hadden.
Het onnoozel kind, ondervraagd in het
kamp door generaal (A. Vanhercke) be
schuldigt onwillens zijnen vader die tot de
galeien veroordeeld wordt.
Hoe indrukwekkend was de laatste
afscheidsgroet van vader en zoon Mijn
kind ik vergeef uonthoud dat gij de zoon
niet zijt van eenen moordenaar.Niemand
was er die zijne tranen kon bedwingen
Zondag avond, 25 Maart, mocht men
met den grootsten geestdrift en blijdschap
zeggen Finis coronat opus, ’t Is een
vreemd maar toch vermaard spreekwoord,
en vrij vertaald wilt het hier zeggen dat
het laatste concert al de andere overtrof,
hoe schoon zij ook waren, in luister, keus
der stukken, uitvoering, kortom in alle
oogpunten.
Wie heeft er nooit hooren spreken van
Les Pêcheurs de perles het prachtig stuk
voor fanfaren, wiens vloeiende harmonie
nu grootsch en verheven, dan weemoedig
en somber of zwierig en vol, met kunst en
smaak uitgevoerd, zoo aangenaam het
gehoor streelt en zoo diep de herten
schokt! Het deert u als het gedaan is en
de laatste toonen uitsterven, want schoone
dingen vervelen niet en blijven altijd
nieuw en frisch, men 'zou begeeren het
nogmaals te mogen aanhooren. Hulde
en eer aan ons deftig muziekkorps dat in
korten tijd zulke reuzenstappen gedaan
heeft op de baan der kunst, dank aan de
ervarene leiding van zijnen ijvervollen
Bestuurder
dienst te wijden en de deugden te beoefe
nen, welke de Zaligmaker zelf ons door
zijn voorbeeld is komen leeren.
En eene van de voornaamste dier
deugden is voorzeker wel de gehoorzaam
heid. De H. Apostel Paulus, dezelfde die
in zijne betrekkingen met de staatsover-
heden zoo krachtdadig zijne rechten als 1
burger deed gelden, wanneer zij de staats
wetten ten zijnen opzichte krenkten,
dringt in zijne brieven bijzonder aan op
den plicht en de christelijke deugd der
gehoorzaamheid, voornamelijk aan de
geestelijke overheden. In zijnen brief aan
de Hebreeuwen, schrijft hij, dat Jesus-
Christus, alhoewel de Zoon Gods, de ge
hoorzaamheid heeft willen leeren in het
lijden zelf. Hij heeft door eigen onder
vinding willen weten hoe pijnlijk het soms
is te gehoorzamen, en Hij is gehoorzaam
geweest tot de dood toe.
Dat uw wil geschiedde, maar niet de mijne
riep hij, te midden van zijn schrikkelijken
doodstrijd in het hofje van Oliveten tot
zijnen hemelschen Vader.
En de schrijver van den brief aan de
Hebreeuwen zegt verder nog hoe nood
zakelijk het is dat er in de Kerk gehoor
zaamheid, orde en tucht heersche. Niet
alleen aan de eenvoudige geloovigen,
maar ook aan de priesters, zegt hij, ge
hoorzaamt aan uwe geestelijke oversten
en weest hun onderdanig, ’t Is te zeggen,
gehoorzaamt niet alleen aan de bevelen,
welke zij het recht hebben u op te leggen
maar onderwerpt u ook aan de andere
voorschriften die zij u geven, aan hunna
raadgevingen en wenschen.
Weest niet alleen gehoorzaam, maar
ook onderdanig aan uwe geestelijke
oversten, zegt de apostel, want zij zijn
het die zorgen voor het heil uwer zielen,
waarover zij rekenschap zullen te geven
hebben. Weest hun onderdanig, toont u
niet weerspannig, zoodanig dat zij zich
met vreugde en zonder kommer en droef
heid van hunnen gewetensplicht kunnen
kwijten. Want het zal u immers tot niets
dienen, integendeel, het zal u zelve zeer
nadeelig zijn, indien gij u weerspannig
toont en hen bedroeft.
In de tegenwoordige tijdsomstandig
heden vooral moeten die lessen van den
grooten apostel ons heilzame overwe
gingen inboezemen, en wij zullen dan
ook in den heiligen tijd der Passieweek
ons wel het voorbeeld van Christus voor
oogen stellen, die ons, zelfs in het ver
schrikkelijkste lijden, de gehoorzaam
heid aan God en aan de geestelijke over
heden, welke hij over ons heeft aange
steld, heeft willen leeren.
Wij zullen ons niet laten misleiden door
het droevig voorbeeld, dat soms gegeven
ambt en van de weerdigheid welke hun
geschonken geweest is, zelven de eersten
zouden moeten zijn om zich gehoorzaam
1 hunne gees-
En al zijn er zelfs verdwaalde priesters
in dat geval, wij zullen ons herinneren dat
er tusschen de twaalf apostelen reeds een
Judas was, die zijnen goddelijken Meester
I verraadde. Wij zullen, met onze geeste
lijke overheden, treuren over die onge
lukkige zwakheid en dien droevigen val,
en wij zullen er uit leeren zelf voorzichti
ger te zijn en op den goeden weg te
1 onder de leiding dergenen, aan
ffi
V jujg J
den grootsten
NIEUWSBLAD
KATHOLIEKE KANDIDATEN.
den hoogmoed verdwaald, degenen, welke
j den rechten weg zouden moeten
houden, tot verergernis dienen.