van
NIEUWPOORT KANTON.
THOMAS MORUS
Zaterdag 17 November 1906.
46.
Vierde Jaargang
God voor bake
Recht voor stake
Vlaamsch voor sprake.
"Weekblad verscliiJ nend.e eiken Zaterdag.
N°
Inschrijvingsprijs op voorhand te betalen
3 fr. per jaar voor België.
Prijs per nummer 5 centiemen.
Wetgevende zittijd.
Ongelukkig land
1
Aankondigingen 15 ct. den drukregel. Rechterlijke bekendmakingen 30 ct. den drukr.
<rj
der
1
VerkooperJULES DANGEZ,
IJperstraat, 2,
NIEUWPOORT.
JBeheer Opstel
2, IJperstraat,
NIEUWPOORT.
io minuten voor 3 ure
toestand, en wenscht Prins Albert vele
genoegelijke stondeu midden deze hooge
Wetgevende vergadering.
Gemoedelijk antwoordt de Prins, en hij
drukt de hoop uit steeds in het Senaat
goede vrienden, bedienstige raadgevers te
vinden.
Vervolgens legt Prins Albert den
Grondwettelijken eed afin ’t fransch.
Kamer.
Om 2 ure 10 minuten werd de zitting
geopend, onder voorzitterschap van M.
Tack, ouderdomsdeken. De twee jongste
leden deden dienst als sekretarissen. Het
waren M. Gillès de Pélichy, katholiek
van Rousselare, en M. De Bunne, de
nieuwe socialistische volksvertegenwoor
diger. Er is eene klacht ingekomen tegen
de kiezing van citoyen De Bunne. MM.
Froment en Goethals vragen dat men de
cijfers der kiesbewerkingen zou nazien.
Vervolgens werden al de kiezingen
onzer provincie, uitgenomen deze van
Kortrijk, goedgekeurd. Al de volksver
tegenwoordigers van West-Vlaanderen
legden den eed af in het vlaamsch, uitge
nomen MM. Colaerten Beernaert.
Vervolgt).
het koninklijk wapei
deze van M. Capelle, -
te Meenen, en M. della Taille d Huysse,
senator van Gent. Boven hem zetelden M.
Vercruysse senator, Kortrijk, en citoyen
Eibers, een der vier socialisten van den
Senaat. Voor de omstandigheid hebben de
socialisten hunne katte naar den Senaat
gezonden.
Al de senators zijn in de pit-en-l’air
met eene menigte decoratiën aan.
Kwart voor 2 ure wordt de zitting ge
opend door M. Léger, ouderdomsdeken.
Onmiddelijk wordt overgegaan tot de
SENAAT.
Aan den gevel van ’t paleis der Natie,
wapperden twee nationale vlaggen.
Binnen was de eeretrap versierd met
planten en tapijt. Voor de omstandigheid
was de wacht van het Paleis met honderd
man vermeerderd.
Het getal nieuwsgierigen die binnen
konden was natuurlijk gering. De zaal van
den Senaat is zeer schoon en vraagt geene
bijzondere versiering.
De zetel van den prins is versierd met
ien. Hij staat tusschen
provincialen senator
Volgens de grondwet moeten de
Kamers bijeenkomen den 2n Dinsdag van
November.
Maar toch werd die heropening der
Kamers gekenmerkt door eene gebeur
tenis, die de geschiedenis wel zal vermel
den.
Volgens de Grondwet maakt prins
Albert van Belgie van rechtswege deel
van den Senaat, van zijn 18 jaar; aan
25 jaar mag hij aan de stemmingen deel
nemen.
Dinsdag heeft prins Albert zijnen eed
als senator afgelegd. Dat was, natuurlijk,
de gebeurtenis van den dag. Gansch de
vaderlandslievende bevolking zal de in
trede van den prins met eerbiedige, maar
innige genegenheid begroeten. Met de
senators zal gansch het trouwe Belgische
volk roepen Leve de Koning Leve
de Prinsleve gansch de koninklijke
familie
gewrocht t’huis komt, er alles te kort
vindt, gij die daar uwe armoede of lijden
overweegt, gelooft niet dat er achter de
wolken iets bestaat, DE HEMEL IS
EEN DROOMBEELD, waarvan wij
het licht uitgedoofd hebben Wat
zullen wij zeggen aan hem, aan wie wij
het geloof ontrukt hebben, aan wie wij
zeggen dat er noch loon noch straf be-
staat en die met begeerige oogen staart
op het goed der aarde
Ah ruischt hem op, onsteek in hem
REVOLUTIONNAIRE gedachten
En aan hen die zeggen dat een volk
zonder Godsdienst, een verloren volk is,
lach ze uit, want ’t is het geloof in God,
in loon en straf dat ’t volk ongelukkig
maakt.
Ziedaar, geachte lezers, in welke
klauwen het ongelukkige Frankrijk zit, en
aan wat wij, Belgen, ons mogen ver
wachten zoo onze geuzen (fransche apen
hier ooit meester worden.
o—
Framasson Viviani heeft het volk daar
flink op den weg der revolutie gesteld 1
Waarom mag hij, Viviani, alles genieten,
wijl den armen wroeter lijdt zonder hoop
op loon? Waar zijn dan de menschelijke
plichten en rechten zoo alles eindigt met
de dood?Het fransche werkvolk moet
wel dom zijn zoo het, van Viviani’s ge
dacht zijnde, zijn deel niet afdwingt van
de rijkdommen in Frankrijk Men steelt
en verkoopt de kerke- en klooster
goederen, en wat krijgt den armen werk
man waarmede framasson Viviani zooveel
medelijden schijnt te hebben?... TViets I
De ongelukkige die nogtans 1 fr. daags
pensioen beloofd was Als echte laf-
hertigaards schuilen de framassons en
joden achter de bajonetten der gendarmen,
maar den dag dat het bedrogene volk de
oogen zal open, dat het zijn deel zal
eischen in het genot, van het goed der
rijken, dan zal het bloed Frankrijk over-
stroomen Evenals in Rusland zal moord,
brand en plundering de dagelijksche
bezigheid der ongelukkigen zijn!... En
wie zal het kunnen afkeuren? Is het
WEG MET GOD EN LEVE DE
REVOLUTIEde leuze niet van die
De fransche Ministers moeten wel ver
woede godsdiensthaters zijn om in volle
Kamer zooals bezetenen te werke te gaan,
en te pogen alle hoop en troost te ont
nemen aan armen en ongelukkigen, ja
zelfs aan dezen die de lijdenden helpen
uit liefde tot God, betrouwende op de be
lofte van Hem die zegde wat gij aan de
minsten der mijnen deedt, hebt gij aan Mij
gedaan.
Hewel, framasson Viviani, minister van
arbeid aan 5000 fr. te maande, heeft dezer
dagen, toegejuicht door liberalen en so
cialisten, eene uiterste goddelooze rede
voering uitgesproken, waarin hij noch
min noch meer den Hemel, dus God
loochende. Ziehier, onder andere, wat
gezel Viviani uitbraakte
Werklieden, gij die ’s avonds moede
kiezing van het bureel. Het is hetzelfde
van vroeger MM. graaf de Mérode-
Westerloo (katholiek) voorzitter; Simonis
(Verviers, katholiek), ondervoorzitter;
Dupont (Luik liberaal) 2d ondervoorzitter.
M. de burggraaf de Jonghe d’Ardoye, is
kwestor benoemd.
De herbenoemde voorzitter heeft zijn
ambtgenooten hertelijk bedankt. Daarna
heeft hij de lofrede uitgesproken van
wijlen M. Surmont de Volsberghe, een
man van buitengewone werkzaamheid,
die lange en groote diensten bewezen
heeft.
M. Magnette (Luik) heeft een wetsvoor
stel neergelegd, de verantwoordelijkheid
der automobielrijders beter vaststellend.
Daarna wordt eene dubbele afyeer-
diging benoemd om prins en prinses
Albert bij hun binnentreden in den Senaat
te begroeten.
De zitting werd
geheven.
Intusschen komen de grooten al meer
toe. De afgezanten der vreemde mogend
heden, met Zijne Exellentie den Pauze-
lijken Nuncius aan ’t hoofd, bevinden zich
in de tribuun. Men bemerkt vooral de
chineezen, in hunne eigenaardige kleeder-
dracht. De ministers zijn aanwezig.
Kwart vóór 4 ure komt Prinses Albert
binnen met haar lief oudste zoontje, prins
je Leopold. Beiden in ’t witte gekleed,
zijn van eene eeredame en eenen ordon
nantie officier vergezeld. Gansch de ver
gadering staat recht, roepende, luid en
lange Leve de PrinsesHet klein
mannetje houdt zich dicht tegen den
boord der tribuun en kijkt nieuwsgierig
m de zaal. Ons prinsesje houdt zich
wat achteruit zij is als in verwachting.
Met slag van 4 ure weerklinkt de kreet,
menigmaal en geestdriftig herhaald van
Leve de Prins! ’t inderdaad de prins
die is. Hij is in groot uniform van gene
raal, met het grootlint der Leopoldsorde.
Hij buigt diep voor de vergadering en gaat
zijnen zetel innemen.
De Voorzitter spreeki eene schoone en
vaderlandsche welkomrede uit, dankt de
Voorzienigheid om België’s schitterende
DrukkerPRUDENS FLOUR, Appelmarkt, 7, Diksmuide.
a
NI
2
1
WSBLAD
onwrikbaar.
Wij moeten opletten, of zij zou den kardinaal
bewegen van voor haar ten besten te spreken.
Zal zijne Majesteit in zijn voornemen yolher-
den vroeg Wolsey schroomvallig en besluiteloos.
Hoe meer"wij vooruit gaan, hoe meer ik de hinder
palen zie opdagen. Ik beken dat ik begin te twijfelen
aan den goeden uitslag; Campeggio heeft reeds
gezegd, dat, indien zich de koningin op het oordeel
van den Paus beriep, hij dezelve zou ondeisteunen,
en voor hetgeen zijn persoon betreft, dat hij niets
zou besluiten of toestaan tegen zijn geweten 1
Toen de koning Wolsey aldus hoorde spreken,
wierd hij rood van gramschap en trok hij zijne
dichte en dreigende wenkbrauwen op.
2ijt gij het wel, die mij aldus durft aanspreken
zegde hij de vuisten baldende. Ik zal den Paus
straffen indien hij zijne toestemming tot de echt
scheiding weigert. Hij zal mijne macht leeren
kennen Hij beeft omdat Karel V aan zijne grenzen
staat. Ik zal hem ook op mijne beurt doen side eren!
En ik zal Anna Boleyn trouwen voor de oogen der
geheele wereld 1
Wat zegt gij, sire? Anna Boleynnep Wolsey
verwonderd.
Ja wel, Anna Boleyn, hernam de koning, wijl
hij op den kardinaal eenen van die trotsche en ver
achtende blikken wierp, die hem zoo eigen waren.
Gij kent haar wel, zij is in Catharina’s dienst.
Lady Anna Boleyn riep Wolsey uit, na een
kort stilzwijgen, want de verwondering en de ont
steltenis hadden zijne stem en zijnen adem verstikt.
Lady Boleyn! De koning van Engeland! de
^roote Hendrik wil met Anna Boleyn trouwen 1
Waarom moest Uwe Majesteit mij dan, wegens
zulk een huwelijk naar Vrankrijk zenden, om des-
zelfs verbond te vragen en om den hertog van
Orleans de hand uwer dochter aan te bieden
Waarom hebt gij mij aan koning Frans den I doen
zeggen, dat uw èenigste verlangen was eene prinses
van zijnen stam op Engelands troon te stellen? Het
is maar door deze belofte, dat het mij gelukt is,
hem het verdrag te doen onderteekenen, waardoor
Catharina van alle hulp moest beroofd worden.
Gij zelf hebt mij daarover uwe voldoening uitge
drukt. Dit huwelijk was het eenigste middel om u
eenen vasten steun tegen den Paus en den keizer te
verschaffen. Gelooft gij dan, dat Karel V zijne moei
van den titel van Koningin van Engeland zoo
gerust zal laten berooven? -- En Wolsey zweeg
vervoerd van verontweerdiging en gramschap.
Karei, hernam de koning, Karei Welnu, ik
zal hem paaien met schoone beloften en langdurige
onderhandelingen. Wat den paus betreft, dezen zal
ik meer zwarigheden aandoen, dan hij er zal
kunnen dragen. Hij zal eindigen door met Oosten
rijk en Frankrijk in overschil te komen. Ik geloof
zelf dat Paus niet zoo licht de plundering van
Romen en zijn gevangenschap vergeten zal.
Ja, wel, zegde Wolsey, maar gij denkt er niet
aan, dat de koning van Vrankrijk u van trouwloos
heid zal beschuldigen, wanneer hij uw huwelijk
met Anna Boleyn vernemen zal. Gij vergeet dat gij
daardoor den haat van iedereen op uwen hals zult
trekken.
De minister sprak -deze woorden uit op eenen
toon van verachting, w’elke Hendrik ten hoogsten
beleedigde, daar deze slechts aan loftuitingen en
vleierij gewoon was. Nogtans moest hij de grondig
heid van de redenen des kardinaals erkennen, en
dat vergramde hem nog meer.
Zwijg, Wolseyriep Hendrik uit den kardinaal
stuurs aanblikkende, ik ben hier niet om uw beklag
te aanhooren. Ik zal trouwen met wie ik wil, en uw
hoofd zal mij borg blijven, dat gij in altijd mijnen
wil zult ondersteunen en volbrengen.
Mijn hoofd, Sire, antwoordde Wolsey, behoort
u sedert lang; gansch mijn leven heb ik uwen dienst
gewijd; later zal het mij misschien berouwen, ja
bitterlijk berouwen, van altijd uwen zin ingevolgd te
hebben.
Maar ik smeek zijne Majesteit te overwegen, met
welke schande zulk een huwelijk hem bedekken
zalDe koningin zal daardoor in aanhangers
winnen en ik vrees dat de legaat van zijne Heilig
heid den Paus, nooit zal toestemmen in zulk
verbond.
Wolsey hernam Hendrik de stem verheffend,
gij kent mijnen wil dat is genoeg! Wat den legaat
betreft, ik herhaal u, gij moet hem langs alle kanten
omringen, met goud en vleierij zal ik in korten tijd
dit geweten winnen, welk gij zoo zeer roemt. Breng
hem morgen mede naar mijn paleis!
Hij is te ziekelijk, Sire. De kardinaal is oud en
zwak; ik geloof niet dat hij Uwer Majesteit zoo
spoedig zal willen voorgesteld worden.
Ik heb te lang gewacht, hernam de koning,
veel te lang zelf Ik wil hem nog heden zienik zal
hem dwingen dankbaar te zijn. Gij zult hem verge
zellen. Wij zullen over zekere zaken spreken, en
daarna zal ik vertrekken.
Geschiedkundig’ Verhaal,
vrij bewerkt naar de gedenkschriften
Vorstin van Craon,
door SSax Van Godeshoven.
Zoodra de gunsteling des konings verscheen,
mieken al de deurwaarders seffens eene diepe
buiging’ zij, die anders ter nauwer nood voor
hunne koningin met het hoofd neigden, vreesden
nu dat hunne ootmoedig en slaafsche houding nog
niet eerbiedig genoeg was. Dadelijk openden zij de
deuren, en Wolsey stond voor den koning.
Deze verwachtte hem met ongeduld, met toorn
zelfs.
Welnu! Wat nieuws brengt gij mij? riep hij
driftig uit brengt gij goede tijdingen
Wolsey wiens gevoelens zoo even gansch ver
anderd waren geworden, wachtte een oogenblik.
Sire, zegde hij eindelijk, de kardinaal Cam
peggio is aangekomen.
Ha1 hij is aangekomen sprak Hendrik met
eenen spottenden en gedwongen grimlach, na
zoovele vruchtelooze aanvragen, hebben wij hem
toch eindelijk verkregen. Nu hoop ik, zal de zaak
snelliik vorderen. Zorg Wolsey, dat gij hem zoo
omringt, dat hij niet zonder mijne toestemming
denken kan. Mistrouw vooral de lagen en listen
der koningin! Catharina is eene spaansche vrouwe,
ge weet, haar karakter is onveranderlijk, haar wil