van NIEUWPOORT KANTON. Weektolad •vei’sclxijaa.exi.d.e ellcexi Zaterdag. THOMAS MORUS Zaterdag 22 December 1906. 51. Vierde Jaargang Inschrijvingsprijs op voorhand te betalen 3 fr. per jaar voor België. Prijs per nummer 5 centiemen. God voor bake Recht voor stake Vlaamsch voor sprake. N° Fransche verbeesting. Land - Tuinbouw. Aankondigingen 15 ct. den drukregel. Rechterlijke bekendmakingen 30 ct. den drukr. PRUDENS FLOUR, Appelmarkt, 7, Diksmuide. Drukker tijd, de Kersten. 1 gaat er een blijden hoog- ;emaakt worden zoo hij tot last eren dient Verkooper JULES DANGEZ, IJperstraat, 2, NIEUWPOORT. en i zijne aantrekkelijke overleveringi blijde, de heilige en ja de nationale (Vervolgt.) leert uwe dochters kribbekens maken en L._uwe jongens kerst-verhalen en sprookjes... Ouderen behoudt de kristelijke kerstgebruiken en verrukkende Kerstliederen en jubelende herten, het vonkelt en wemelt al van innige vreugd en dankende liefdeAdeste Fidelis. o Na den loop van eeuwen, op de uur door Gods goedheid uitgekozen Het licht der heerlijkheid heeft hem in de duisternis verdoken... De almacht van God is schuil gegaan in de krankheid van een kind Komt christenen uit alle landen en volkeren uit alle tijden en eeuwen, knielt ten gronde en werpt u in aanbidding neder voor dit geheim van goddelijke liefde Venite Adoremus Tot blijder indachtigheid van dien heugelijken dag laat onze Moeder de H. Kerk aan hare priesters toe, mis te zingen op het plechtig uur van middernacht, en tot driemaal dit hemelsch priesterwerk te herhalen. Rijke gewaden, schitterende verlichting kostelijke sieraden, blijde klokketoonen, en ieder wenscht den anderen een zaligen Kerstdag. o Zoo doe ik ook beste lezers en lezeressen ik wensche daarbij dat Kerstdag met jen, de blijde, de heilige en ja de nationale hoog dag van Vlaanderen moge worden En daarom Vlamingen wenscht malkaar opentlijk ’nen zaligen hoogdag! Moeders versieren... vaders vertelt aan uwe j kerst-verhalen en sprookjes... - Kerstdag herleve meer en meer ter eere van het goddelijk Kind en ten bate van ons dierbaar Vlaamsch volk Beheer Opstel 2, IJperstraat, NIEU WPOOJRT. In scholen en kloosters, in huizen en kamers van ons christen Vlaanderland, werken onschuldige kinderhanden, met eene engelacbtige blijdschap, aan .kribbe kens en stallekes voor hun lieve Kindeken zoet O Kerstdag, hoe roerend spreekt ge tot ons Vlaamsch gemoed? O Kerstdag met uwe blinkende ster re, uw liefderijk godsdeel, uwen laaienden kerstjok, uwe lieve vertellingen, uwe blijde engelkens, uwe zoete droomen, uwe vrome herderkens en dat alles omgeven met den glans van een hemelsch licht, en doorademd met den troostvollen lofzang *Eere aan God in den Hoogen, en vrede op de aarde aan de menschen van goeden wil. o In sommige streken van Duitschland en bij de katholieken van Engeland is Kerst dag in alle huisgezinnen met buiten gewone feestelijkheden gevierd. Geen huizeken zoo klein, geen hutteken zoo arm of het heeft zijn kerstboom en feest geschenk. Ja zelfs de openbare besturen, en dienstlieden genieten ter gelegenheid van kerstfeest eenige verlofdagen om die fooi zoo veel te beter met hunne huis gezinnen te vieren. Door gansch die streken roeren en bewegen om dien III. Hoofdstuk. Onder al de lieve feestdagen die over den loop van het jaar verspreid zijn, spant de beminnelijke hoogdag van Kerst dag verre de kroone. Hij laat in het hert en net gemoed van allen christen mensch een leeksken heil en liefde nederleken dat tot in ’t diepste der ziele binnendringt, om haar te spijzen en te vervromen langs den lijdensweg des levens. o Met moeite was de sombere nacht van zonde en straffe op het schuldig mensch- dom neergedaald, of God in zijne berm- hertigheid liet in de verre verte het blijde schemerlicht van den dageraad der ver lossing, hoopvol glanzen. Abraham sprong op van verlangen naar dien heilvollen dag. David heeft hem met geestdrift be zongen, geheel het joodsche volk heeft hem begroet, en de H. Aartsvaders de handen smeekend saamgevouwen, baden met hoopvol betrouwen Dauwt hemelen van boven, en de wolken regenen den Recht- veerdige neder De fransche dagbladen bespreken eenen artikel van het blad LE MEDECIN FRANCAIS, geteekend Dr Ach. Edom. Bedoeld artikel verkondigt eene kering zoo afschuwelijk als godtergend, leering die toont dat Frankrijk met zijne Gods dienstvervolging van dag tot dag meer en meer alle eergevoel verliest en terug keert naar de lang vervlogene eeuwen toen het nog den zaligen invloed des Christendoms niet kende. In bedoeld artikel prijst doktor Edom, onbeschaamd de moord, de zelfsmoord, de kindermoord, hemelt een echtpaar op dat zich zelfsmoorde omdat de man aan de tering leed, en vraagt, ten slotte, dat de wet zou toelaten dat de geneesheeren zouden mogen 1. Al de mismaakte pasgeboren kin deren verwurgen 2. Al de teringlijders en ongeneesbaren dooden 3. Alwie aangetast is van eene besmet telijke ziekte vergiftigen; En ten laatste, leest aandachtig gij hebt het geluk nog vader en moeder te hebben maar zij kunnen niet goed meer weg en beiden worden ziekelijk.... De doktor komt en, namens de wet, hij geeft hun eenen vergiftigden drank ofpille Wat zegt gij, geachte lezers van zulke beestenstelsels? De ongeneesbaren en ouderlingen afmaken gelijk honden o peerden Waar leidt dat naartoe? —o Ziedaar, geachte lezers, wat mannen het onzijdig verplichtend onderwijs, in Frankrijk, vormt Zij huldigen den zelfsmoord, zij willen de ongeneesbaren en ouderlingen van kant. Denkt niet dat doktor Edom alleen van dit gedacht is, neen, Frankrijk krioelt van materialisten, ’t is te zeggen van mannen die noch in God noch in zijn gebod ge- looven, die beweeren dat alles uit het stof ontstaat, dat de mensch, de dieren gelijk, mag afgemaakt worden zoo hij tot last aan anderen dient Zulke afschuwelijke leerstelsels traeht men langzamerhand in de fransche zeden te doen dringen... Wat geduld men zal er komen, want, men zegge wat men wil, een goddeloos volk is een verbeest volk tot alles bekwaam, bloeddorstiger en wulpscher dan de wildste dieren. Van een framassons Ministerie en het verplichtend onzijdig onderwijs, spaar o God, ons christen Belgenland De plant. De Schepper schiep het heelal in het begin van den tijd. Op het derde tijdstip scheidde Hij de wateren van het land, en versierde dit laatste met allerlei kruiden en gewassen. Sedert het tijdstip der schepping wordt er niets meer geschapen, doch er gaat ook niets verloren. Lavoisier zegt Het zijn slechts gedaanteverwis selingen, die wij zien gebeuren. De plant leeft in den grond en in de lucht. De stoffen door haar opgenomen, zijn water- zuur- kool- en stikstof, potasium, sodium, calcium, magnesium, ijzer, solfer, phosphoor, kiezel en chloor. Van al die stoffen is het wel de stikstof die o Over gansch de uitgestrektheid van de wereld is er wel een ware christen mensch die zijn hert niet voelt ontvlammen van diepe erkentelijkheid? De nederigen gelijk de grooten knielen ootmoedig neder aan de Tafel des Heeren en rekenen het hun tot eene heilige plicht driemaal misse te hooren Hoevele doolaars hebben de banden van zonde en schuld niet voelen losscheuren op dien heugelijken dag; hoevelen hebben er den goeden weg niet wedergevonden onder het licht der liefdezon van het goddelijk Kind. WBRSM 7 hoorde zij van verre stappen naderdenweldra bemerkte 1 Geschiedkundig Verhaal, vrij bewerkt naar de gedenkschriften der Vorstin van Craon, door Max Vau Godeshoven. NIEUWSBLAD Morus jongste 'irgriet, verge- ieder, en van den vriend van den grooten staatsman groeten en weunste met ontsteltenis en kommer vervulde, ver wachtte een openhertige en vreedzame staatsman, met vergenoegdheid en ongeduld de aankomste van eenen vriend. In zijn huis, rondom hem, heerschte er overal eene drukke tevredendheid. De familie maaltijd was uitgezochter dan gewoonlijknieuwe bloemen in versche ruikers vervulden de kamers met hunne lieflijke geurende kinderen liepen over en weder en hunne spelen waren bruischender en vrolijker dan ooit. Nu, kinderen zijn nooit uitge latener dan wanneer er vreemdelingen den huize- lijken kring bezoeken. Ha, daar is hijDaar is hij riep men van alle kanten. Men kwam beneden, men liep en ieder een haaste hem om den eersten te zijn Thomas Morus drukte in zijne armen, met onuitsprekelijke vreugde den bisschop van Rochester, den zoo ge leerden als deugdzamen Fisher, zijn boezemvriend. Eindelijk zijt ge daar, mijn besteriep Thomas uit. Wat ben ik gelukkig u te zien. En terwijl de goede bisschop den trap der ont vangstzaal opsteeg, omringd van I kinderen, kwam de oudste dochter Mai zeld van Lady Morus, hare schoonmoi den jongen Willem Roper, haren bruidegom, den vriend van den grooten staatsman groeten en verwelkommen. Gansch de vriendenschaar trad de zaal binnen en nadat zij allen eenige oogenblikken met elkander gesproken hadden, zond Morus zijne kinderen weg om ongedwongener met den bisschop te kunnen klappen. en het heef Het woord is vleesch geworden onder ons gewoond! t Voor deze gelegendheid had hij het voor noodig gehouden van eene ongewoone pracht ten toon te spreiden. De koningin had dus vele moeite om door het gedrang te geraken van prelaten, edelheden en jonkers die in de voorkamers de eere afwachten van beurtelings door den gunsteling Wolsey, aan den kardinaal voorgesteld te worden. De voorhoven waren vol bezet van blinkende koetsen en van muilezelinnen met rijke schabrak ken welke op den rug groote kisten droegen bedekt met karmozijnverwig laken, met gouden franjenen borduursels versierd. Eene menigte ledige knechten stonden op de treden der ingangen. Toen de koningin midden door hen ging, verwekte zij hun gelach en hunne nlompe boerterijenzij hoorde de moedwillige zin spelingen, welke zij aangaande haar persoon mieken. De koningin, gansch verslonden in deze beden kingen, en onder den indruk, welken het edel gelaat des legaats op haar gemaakt had aan - Wolseys verschijning en aan de lagen welke hij misschien haar leggen zou, volgde werktuigelijk Leonora, aan wie de vrees, dat heure meesteresse 1 -■■■• - zet ze aan het nageslacht over! ii»ii i.iiI.ii»..iiiiiiiiiii -j,.. -1 zou kunnen vervolgd worden, vleugelen scheen gegeven te hebben. Leonora, sprak eindelijk de koningin, ik voel dat ik het niet langer zal kunnen uithoudenlaat ons toch een oogenblik stilstaan, gij gaat te snel. En gansch afgemat zijnde, ging zij op eenen grooten steen nederzitten. Hoor, Leonora, zegde zij met gebrokene stemme, kom bij mij, geef mij uwe hand; ik voel dat ik bezwijm; misschien sterf ik. Gij zult mijne dochter den laatsten zegen van heur moeder brengen. Heur hand zocht in den donkeren die van Leonora, want er was iets als eenen dichten sluier welk over heur oogen gleed. Zij zweeg, heur hoofd viel op den schouder en de arme Leonora geloofde dat de koningin waarlijk den laatsten snik gegeven had. Zij hield ze in het eerst in heure armen om klemd; maar weldra door dien last vermoeid liet zij het bewusteloos lichaam der bezwijmende ter aarde zijgen. Te vergeefs trachtte zij door heuren adem en opwekkende woorden de koningin te doen herleven. Ziende dat al heure pogingen vruchteloos bleven, begon zij met grooten angst te denken dat Cathe- rina dood was. In haren schrik riep zij luid om hulp. Hare klachten en tranen namen toe. Eindelijk r van menschen die zij eenen draagstoel door verscheidene mannen gedregen. HulpHulpriep zij vol hoop, zoodra de lieden dicht genoeg genaderd waren. Hulp! mijne edele meesteresse ligt op sterven Twee vrouwen ziende, waarvan de eene leven loos op den grond lag, ondersteund door eene andere die als zinneloos van droefheid was, bevool de man, die op den draagstoel zat, van aanstonds stil te houden. Hij sprong dadelijk af. Het was de koning. Hij ook was naar Londen gegaan om den Legaat van den Paus te spieken, en zijn ongeduld niet willende laten blijken, had zich in het grootste geheim naar daar begeven. Leonora den koning herkennende was als aan grond genageld van verwondering en schrik. De koning herkende dadelijk zijne gemallin en hare ongelukkige dienstmeid. Hij vroeg met barsche stem wat zij daar deed en van waar zij kwam of henenging. Te vergeefs poogde het meisje een woord uit te brengen, hare keel was als toegevezen, eene sidde ring bevong haar en zij stond daar stom en bevend voor den koning, die van ongeduld stampte. Woedend over dat stilzwijgen, en over hetgeen hij vermoedde deed hij de dragers de koningin op nemen en op den draagstoel zetten; hij bevool hen langzaam te gaan en hij zelf volgde te t oet den weg naar het paleis. Men bracht Catherina in haren kamer, waar zij door zorgen omringd weldra tot bewustzijn kwam. Toen zij heure oogen opende zocht zij te vergeefs naar heure trouwe Leonora. Wat was er van het edelmoedig dienstmeisjen geworden De koning had het doen gevangen nemen en in eenen onderaardschen kerker door twee trawanten doen verworgen. Terwijl oneenigheid en onmin de koninklijke

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Nieuwpoort & Kanton (1902-1914) | 1906 | | pagina 1