van NIEUWPOORT KANTON. Legerwet. Nienvjaars-geilacta. I Tiende Jaargang Zaterdag 28 December’Tpia. God. voor bake Recht voor stake Vlaamsch voor sprake. Weekblad verschijnende eiken Zaterdag. Inschrijvingsprijs op voorhand te betalen 3 fr. per jaar voor België. Prijs per nummer 5 centiemen. bhoordeeuing van het nieuw ontwerp van «(3O* 30 ct. den drukr. k Die eene inschrijving voor 1913 neemt op ons blad, ontvangt het Nieuwsblad van Nieuwpoort KOSTELOOS van nu tot Nieuwjaar. De inschrijvingen worden voorop betaald. van ver- ver- VerkooperJULES DANGEZ, IJperstraat, NIEUWPOORT. Weldenkende lieden, abonneert u niet op dag- of weekbladen die het geloof of den godsdienst aan randen. getal van de mannen, die zoo hunnen diensttijd kunnen verkorten, is wel be perkt (per lichting, een 1500 omtrent voor de gestudeerden, een 5000 voor de mannen die maar lager onderwijs genoten). We-hopen echter, zoo de wet eens het noodige getal soldaten heeft opgeleverd, dat die getallen nog zullen kunnen uitgebreid worden. Nu nengaan van het huis des Heeren. En daar zitten we nog op de wereld en verzinnen nu gaat het zoo... en dan zoo... en dan./’ Neen, zoo willen wij niet meer spre- en en rekenen. Wij willen achtslaan BEHEER OPSTEL Hoogstraat, 97, ^NIEUWPOORT. (VERVOLG) VI In *t algemeen, welk is onze meening over de legerwet Dat ze, al is ze uit haren aard en uit noodwendigheid des middels tot goede landsverdediging, wel zwaar,toch,over ’t algemeen goed gemaakt schijnt, en rechtzinnig bedoeld ze bedoelt op recht ernstig werk in kwestie van ver dediging van ons land en tezelfdertijd schijnt ze van gevoelens van rechtvaar digheid uit te gaan. We meenen dus, dat alle katholieke bladen en menschen, en ook alle bla den en menschen die willen redelijk zijn, en het landsbelang boven het par tijbelang stellen, in plaats van de wet te bekampen, beter werk te verrichten hebben met te wijzen op en te strijden voor verbeteringen die in het leger kunnen aangebracht worden. Wij meenen de verkorting diensttijd, de verzedelijking en christelijking en ter. slotte de vlaamsching van het leger. VII De verkorting van diensttijd. De diensttijd in ons leger is recht zinnig gezeid, niet overlijk lang meer. De minister houdt zelf staan dat hij in ’t geheele niet meer kan ingekrimpt worden. Dit kan misschien zijn voor het oogenblik. Maar als wij onze jongens thuis, een jaar of twee op voorhand in den wapenhandel zouden oefenen waarom toch zou, na kort, de dienst tijd nog niet kunnen verminderd wor den ’t Is waar de minister heeft reeds een exaam ingesteld, die voor de eer sten die het lukken, den diensttijd op één jaar zal brengen. Dit is een heel goede maatregel. En daaraan zien we dat de minister geen hond is, doch slechts het hoofdnoodige vraagt. Het op de hand Gods, die Hij in ieder le venstaak ons toereiktwillen luisteren naar een stem, die ons zegt Zie, zoo gaat het... zoo En die ons zegt Kom, volg mij na. Nil temere, nil timide Zoo luidt een oude wapenspreuk Niets licht zinnig, niets angstig Zoo willen wij nu onze wegen gaan. Zoodan 1 vooruit in Gods naam. ons storten in zonde en Wij staan aan het strand van den tijd. De tijd is een zee... even geweldig, even onmetehjk, even oneindig. De tijd is een stroom... zonder rust immer voort ijlend. Aan het strand van den tijd staan de menschen... worstelend of pratend, weenend of jubelend, lachend of droo- mend Maar één dag is er dat allen na denkend en ernstig nederblikken in den stroom, in de zee van den tijd de nieuwjaarsdag. Het verleden Het verleden bracht ons geluk het schijnt ons een paradijs... ach I een ver loren paradijs, dat wij wellicht nimmer meer terugvinden hier beneden Maar zuchten kan ons niet helpen voor de toekomst. Het verleden sloeg ons schrijnende hartewonden waarbij wij misschien de levens- en inspanningskracht verliezen voor de taak der toekomst. Het verleden brengt ons schuld en zonde, die ons niet loslaathaar ijskou de hand wrijft over uw hoofd in duis teren nacht, en spottend sist zij hier ben ik En wischt gij, in edele boete, die schuld niet af, zij zuigt uw harte- bloed uit en maakt u krachteloos voor den last der toekomst. De Toekomst Maar wij zien ook de toekomst in het aangezicht. Wij kloppen aan haar x>ort o mocht zij opengaan en ons aten zien, wat zij achter haar verscho- en houdt 1 Ja, wat zal dit nieuwe jaar ons bren gen Geluk Ach, wij zagen in 't oude jaar zoo menigeen verzinken in jammer en nood, die aan geluk geloofde... en wij hoorden zoo menigeen jubelen en juichen, die van nakend geluk niet droomen durfde I Zal het ons wonden slaan Wellicht. Ieder jaar tot nu heeft ons geslagen, met lichte kneuzing of met zware won den, waaruit hartebloed verstroomde en 'die niet meer genezen en sluiten w illen. Zal het dit jaar anders zijn Het is wel mogelijk, dat nu reeds ergens in de winteraarde de wortels uitsprietelen der bloemen, die men dit jaar nog afbreken zal om ze op een kist te leggen 1 Op onze kist Op een kist, die 't dierbaarste wegsluit Ik weet het niet I Menigeen ligt ja in de stille aarde, in wiens hand het glas nog rinkelde, zoo hel en vroolijk, VIII Wat de verzedelijking en ver- christelijking der kazernen betreft. a) Het eerste werk hiertoe is door ons te verrichten terwijl de jonkheden nog thuis zijn. We moeten ons werk van opleiding der jeugd verbreeden en verstevigen I Is er hier wel middel voor Heel zeker. Maar daarom moeten de be stuurders van werken voor de jonkheid nog beter hunne zaken kennen en er nog meer hunne leden aan leggen. Dit zal kunnen, aangezien er nu een Ver bond van bestuurders aan ’t worden is, en dat er reeds deze maand, te Rousse- lare een studiedag gehouden is geweest voor de jeugd. Vervolgens moet de bevolking meer onze werking ten bate der jonge lieden ondersteunen. Nu zeggen velen onze jonkheden worden slecht, er moet meer voor gedaan wor den maar... als de bestuurder van werken voor de jonkheid eens rondgaat om ondersteuning, dan zijn... Mijnheer of Madame niet thuis schoone bevor- deraais der zorge voor de jeugd voor waar I Ook de gemeente-, gouw-, en landsbesturen zouden de werken ten bate der jonge lieden moeten onder steunen. Maar weer geen dom-onzijdi- ge kul, heeren 1 Geen vodderijen zon der ideaal of karakter Slechts dwars- door christene werken kunnen de jonk heid redden. Daarom in hoofdzaak voor christene werken gezorgd b) Daarom ook eischen we meer zedelijkheid, meer christelijkheid in de kazerne. Daarom eischen we meer zedelijke inrichting der slaapplaatsen en meer bewaking. Gedurige bewaking diende er te zijn. Er staat een wacht voor het paleis van den koning, van den gouver neur, van gelijk welk gebouw van be lang. Er mag nog veel meer een wacht staan voor het gebouw, neen het pa leis der deugd van onze jonge lieden. Daarom beter ingerichte slaapplaat sen, met gedurige bewaking ’s nachts. We eischen strenge straffen tegen al de uivalhgaards van den troep vloekers, vuile klappers, dronklaps, zwijns van gelijk welke soort of ras. We eischen voor den almoezenier vrijen toegang op gelijk welk uur tot de kazerne met daarbij de macht om zijn ge?ag te doen eerbiedigen. Vrij moet hij voor de christene jongelingen kunnen zorgen, vrij zijn ambt uitoefc- ne n Aankondigingen 15 ct. den drukregel. Rechterlijke bekendmakingen -o- DrukkerLOUIS LAMMEN, Hoogstraat, 97, Nieuwpoort. wiens frischroode lippen voor een jaar nog een Vivat jubelden 1 Wat zal het komende jaar ons bren gen Zal het schuld Niet waar, er rijst iets op in ons en roeptneen als wij denken aan mogelijkheid van diepen val en zware zonde Maar wij willen het hoofd dee moedig buigen, de handen kinderlijk samenvouwen en bidden Onze Va der, die in de Hemelen zijt,... leid ons niet in bekoring I Tot de toekomst richten wij gewoon lijk de vraag Wat zult gij mij bren gen Deze vraag luidt valsch. Wie opwassen wil tegen de toekomst, moet niet zeggen Wat brengt gij mij maar Wat heb ik u te brengen Zoo moet het heeten en niet anders. Hoe schrikken de menschen voor de toekomst? Hoe hooren zij donkere ge stalten dooreen dwarrelen, ontstaan al leen in onze opgewonden inbeelding Zal de toekomst geluk brengen Dat kan ons gelijk zijn. Maar alles zins willen wij tegenover de toekomst stellen de kracht en de getrouwigheid, die ons het geluk in het verleden won. en wees overtuigd, wij zullen weder in een spookjesland wandelen. Zal zij ons wonden toebrengen Ik geloof het vrij. Maar, heel zeker, kunnen wij daartegenover onze kloek moedigheid en een stuk heldenmoed plaatsen. Nog eene kracht hebben wij noodig tegenover de toekomst de kracht die trouw blijft in de verzoeking, om niet in zonde te vallen. Hij die zijne idealen heeft uitgebeeld, die in de verzoeking hun getrouw blijft en ze heilig ongeschonden houdt, hij zal niet zinken Neen, hij kan niet zinken Maar bij al deze nieuwjaar«gedach- ten ontbreekt nog een slotgedacht tot hun vollediging en verdieping. Het luidt al onze wegen leiden naar één doel, dat ons die Eéne heeft gesteld, die ons die wegen deed bewandelen. Wij beleggen alles in ons leven nu gaat het zoo, en dan zoo... dan komt dit, dan dat... en dan Ja en dan En het geschiedt heel anders dan ik ver hoopte, wenschte, verlangde, vreesde. Een niets (toeval zeggen de dwazen) ...en daaraan, enkel daaraan hangt de levenstoekomst. Maar dat onmerkbaar iets is het werk van dien bénen daarboven, die alles van ’t begin onzes levens schikte ons geluk om onze zielen tot hooger geluk te sterken onze wonden, om onze zielen te louteren tot hooger le ven onze strijd en beproevingen, om ons immer hooger te verheffen 1 Tot dat wij de vreugde mogen bin- 1 ■nwiiiuiwr.fj K. J J NIEUWSBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Nieuwpoort & Kanton (1902-1914) | 1912 | | pagina 1