L
van
NIEUWPOORT KANTON.
Geloofsverdediging.
De Kerk en ’t Volk
I. Niet tetsii zijne alinaclit-
II. Niet tepn zijne VijsMi.
III. Niet Isiei zijne BsclitvaariWi.
Zaterdag 8 Maart 1913.
Elfde Jaargang
God voor bake
Recht voor stake
Vlaamsch voor sprake.
Weekblad verschijnende eiken Zaterdag.
Nr
Inschrijvingsprijs op voorhand te betalen
3 fr. per jaar voor België.
Prijs per nummer 5 centiemen.
Het vraagstuk van het kwaad
10.
opstel
Wilt ge
iag.
ling
Aankondigingen 15 ct. den drukregel. Rechterlijke bekendmakingen 50 ct. den drukr.
-o-
DrukkerLOUIS LAMMEN, Hoogstraat, 97, Nieuwpoort.
VerkooperJULES DANGEZ,
IJper straat,
NIEUWPOORT
c
u
K
rt
s
de grootste socialistische kopstuk-
het lot
in
Rerum novarum die uit-
wie Van eenen Paus,
«C30C*
Ik zie de Kerk onderwijzen, niet dat
de rijke uit betere of edelere stof be
staat, maar wel dat wij allen broeders
zijn, allen bestemd tot hetzelfde geluk.
Deze leer boezemt eerbied in en lief
de voor den arme, voor den evennaas
te
Ik zie in de geschiedenis hoe vroe
ger de arme behandeld, miskend en
verdrukt werd en hoe de Kerk, door
prediking, wet en werk en eigen bloed,
de slavernij heeft afgeschaft.
Ik zie dat er in de redevoeringen
van de grootste socialistische kopstuk
ken nooit zulk volledig en zulk ernstig
programma, tot verbetering van L
der werklieden, werd gevonden als L.
den brief
kwam, van
Leo XIII.
Ik zie dat de katholieken in België
vele en goede werkinanswetten heb
ben gestemd en nog niet voornemens
zijn op die schoone baan stil te houden.
Dat alles ziende en overwegende,
besluit ik rechtzinnig Gij zijt het,
Kerk van Christus, die t meest en
’tlest voor t volk gewerkt en beko
men hebt, Het socialismus, integen
deel, mestte zijne aanvoeders vet liet
den arme arm ontstool hem zijnen
godsdienst en maakte hem ongelukki
ger dan vroeger.
er kan misbruik van maken,
B) Ten andere, toen Hij ons die
vrijheid schonk met die natuurlijke on
volmaaktheid van te kunnen zondigen,
j wist God heel goed dat Hij ook net
kwaad van hen die ze misbruikten, zou
I kunnen doen strekken tot het algemeen
goed, en dat deed Hij inderdaad, 't Is
de reden waarom Hij het misbruik
der vrijheid niet moest beletten.
Die nadere inlichtingen begeert over
die zaak, waarvan de Godlasterende
Opsteller van het goddeloos Weekblad
niet het minste begrijp schijnt te heb
ben, raadplege het brochuurtje van E.
H. Em. Frutsaert, s. T. l. Het
Vraagstuk van het kwaad verkrijg
baar in het Bureel van Geloofsonder
richt, Klein Semenarie, Rousselare,
aan den prijs van 0.20 fr.
Wilt ge ons gedacht weten over de
Algemeene Werkstaking
Wel bier
Eene gedeeltelijke staking, hier of
ginder... dat zou ons niet verwonderen,
maar eene algemeene daar komt
niets van, daar lachen we mee.
Ze pochen, de leiders, als ze van
A. W. spreken.
Wilt ge een bewijs, één van tien
De Peuple en al de socialistische
blaffers bellen zegevierend uit dat Brus
sel gereed is om den dans te beginnen.
Wilt ge nu eens weten op welke
manier
Ziehier, en deze inlichtingen komen
ons van eenen socialistischen volks
vertegenwoordiger, die ze eenen onzer
vrienden toevertrouwde.
Op de veertig éi vijftig duizend werk
lieden van Brussel en voorsteden,weet
ge hoeveel er afdoppen voor de A.
W.
Tien duizend Ge zijt er niet
Vijf duizend?... Nog niet!
Duizend el neen, zoek niet
meer alles en alles bijeen, juist 127
En ziedaar op welke wijze Brussel
gereed zit en op welke wijze Brussel
de A. W. gaat beginnen
Hier te Nieuwpoort, hebben de so
cialisten plakbrieven uitgehangen om
werklieden tot de A. W. aan te zet
ten.
O die kluchtigaards 1? En meenen zij
dat de Nieuwpoortsche werklieden
zich zullen laten foppen Ze zijn er
wel meê
Nieuwpoortsche werklieden, opge
past 1 Laat u niet misleiden door de
zeemzoete woorden en de lokkende
beloften van eenige revolutionnairs,
die er maar op uit zijn om u en de
uwen in 't verderf te storten. Immers
’t is al pijnlijk genoeg, als er geen
werk is, van te moeten staken, zonder
Wil God de zonde Volstrekt I
niet. God wil de zonde niet, hij laat
ze alleenlijk gebeuren, en dat mag Hij
omdat ze ook strekken kan tot het alge
meen goed.
1°) God wil de zonde niet
d, i. hij begeert ze niet, hij betracht
ze niet, hij keurt ze niet goed.
2°) maar hij laat ze gebeuren
d. i. hij houdt ze niet tegen als hij het
evenwel zou kunnen doen. Er is een
hemelbreed verschil tusschen willen en
laten gebeuren. Een vader bijv, heeft
onder zijne kinderen een losbandigen
zoon,een ongelukkigen jongen die geld
en goed verspeelt. Het ontbreekt hem
niet aan wettelijke middelen om een
einde aan die verspilling te maken.
Veronderstelt nu dat hij het niet doet,
dat hij zegt bij zich zelf ’t zal den jon
gen een duurzame les zijn de gevolgen
van zijne dwaling door eigen onder
vinding te vernemea ik laat hem be
gaan. Zult ge het dien man verwij
ten dat hij het wanbedrijf gewild heeft
van zijn kind, dat hij het begeerde,
betrachtte, en goedkeurde?..
3°) God mag de zonde laten ge
beuren, omdat ook de zende kan
aanleiding geven tot het goed...
A) Beschouwen wij eerst de vrijheid
van den mensch.
Op zich zelf beschouwd, is zij onge
twijfeld een goed eene natuurlijke
volmaaktheid die behoort tot de zelf
standigheid zelf van ons wezen, en die
God ons niet kon weigeren, want
mensch zijn en vrij zijn, dat houdt aan
een, en een redelijk wezen, dat niet
vrij is, dat is onzin.
De vrijheid is dus een goed het
maakt onze grootheid uit dat we mees
ter zijn van ons wei ken I Doch ziet, en
dat ook volgt op onze natuur: by ons,
schepselen, bij ons eindige wezens, is
die vrijheid onvolmaakt. Onvolmaakt,
namelijk in dien zie dat we zelfs vrij
zijn tegenover ons laatste einde, vrij
van God aftewijken of niet. Wij zeg
gen ook d&t volgt op onze natuur, ook
dit is ons natuurlijk. En waarom Wel
van natuurswege wordt onze wil gedre
ven naar al hetgeen ons verstand voor
goed aanziet vermits we nu eindige
wezens zijn, is dat verstand beperkt en
kan zijn kennisvermogen tot een vol
maakte en volledige kennis van Gods
wezen niet geraken. Daarom kan het
ook zijn goed vinden in een daad die
feitelijk tegen God strijdt, daarem ja,
ten gevolge juist van zijn natuurlijke
onvolmaaktheid, kan de wil zijn vrij
heid misbruiken, en het lagere goed
boven het opperste verkiezen.
’t Is ons dus natuurlijk, te kunnen
zondigen. Edoch was dat nu een reden
voor God om ons de vrijheid niet te
schenken Volstrekt niet. Eene zaak
laat niet van goed te zijn, omdat men
De Kerk is de vijand van ’t volk.
Die valsche aantijging vindt ge in elke
slechte gazet.
Ik sla eenen oogslag rondom mij,en:
Ik zie dat de priesters der Kerk den
catechismus aanleeren, zoowel aan de
arme als aan de rijke kinderen dat zij
vooraleer den predikstoel te beklim
men, niet zeggen ’t gemeen, ’t arm
volk,mag optrekken ’t is beneden mij
ne waardigheid hun het woord toe te
sturen
Neen, de priesters prediken voor
iedereen. Zij helpen en doen de armen
helpen. Zij zijn ter hunne beschikking
om ze te biechten, hun de H. Commu
nie toe te dienen, niet minder of niet
meer als zij ter beschikking staan van
den rijke
Ik zie dat de catechismus niet alleen
drukt op de plichten der dienaars,maar
ook op die der meesters. Deze moeten
betrachten dat hunne dienaars God ge
trouwelijk dienen, dus ook met hunne
ziel en hunne zaligheid bekommerd
zijn. Zij moeten hunne dienaars met
goedheid behandelen hun loon tot
den laatsten centiem uitbetalen hun
geen werk opleggen dat hunne krach
ten te bovengaat. Aftrekking van werk-
mansloon, verdrukking van armen, we
duwen en weezen, dus van alle zwak
ken, zijn twee zonden, die wraak ten
hemel roepen.
Om te antwoorden op de hemelter
gende godslasteringen, die bet godde
loos Vuilblek van Nieuport en Kanton
in zijn nummer van zaterdag laatst, on
der bovenstaande hoofding gedrukt I
heeft, en die wij uit eerbied voor onze
lezers niet durven overdrukken, is het
voldoende het volgende te zeggen
Het bestaan van het zedelijk
kwaad in de wereld komt tegen
geen enkele van Gods volmaakt
heden op noch tegen zijne almacht,
noch tegen zijne wijsheid, noch tegen
zijne rechtvaardigheid.
Het komt niet op tegen zijne Al
macht, want zoo de zonde bestaat in
de wereld, t is niet omdat God ze niet
kan uitroeien. Hij laat ze enkel bedrij
ven om redens die wij verder zullen
geven. In de eeuwigheid ten andere
zal God over de zonde zegevieren, en
haar straf zal strekken tot openbaring
van zijn macht. Neen, nu reeds is Hij
haar Meester en tegen Hem kan ze
niet opwegen ze weegt ook tegen t
goed niet op dat, niettegenstaande
haar, in de wereld blijft bestaan.
Het komt niet op ook tegen zijne
Wijsheid, want zelfs met de zonde in
haar, blijft Gods wereld wijselijk ge
schikt tot het doel dat Hij beoogde.
Wat wilde immers God, toen hij de
wereld schiep Hij wilde door al zijn
schepselen, maar door den mensch
vooral, zijn opperste heerlijkheid zien
verkondenverkonden door het re-
delooze schepsel, en dit zou altijd ge
daan worden verkonden door den
mensch, maar uit zijn eigen wil, vrijlijk
en met verdienste, en dat mocht God
eischen, maar moest hem dan ook de
vrijheid laten, en de natuurlijke moge
lijkheid van zonde te doen verkonden
eindelijk en dat vooral in t eeu
wige leven van later welnu, niet en
kel de goeden in hunne gelukzaligheid,
maar zelfs de zondaars, in hun eeuwige
straffen, zullen de macht en de recht
vaardigheid uitgalmen van hun God.
Het kwaad strijdt ook niet met Gods
rechtvaardigheid. Hij liet den mensch
de vrijheid, ja, alhoewel Hij wist dat
hij die vrijheid kon misbruiken, maar
in die vrijheid toch gaf hij hem een
ware goed. Hij gaf hem rede en ver
stand ook, om die vrijheid tot haar wa
re doel te richten, en maakt de mensch
er misbruik van, aan hem alleen de
schuld. Zoo lang hij leeft, ten andere,
zoolang hij vrij is, kan hij. tot God
wederkeeren...
BEHEER
Hoogstraat, [97,*
|NIEUWPOORT,j
'iilllllllliinf j
x 0J *-
-4
3
O
NIEUWSBLA