van
NIEUWPOORT KANTON.
DE OPEBBABE SCHULD.
Voor visschers
en andere menschen.
I
Elfde Jaargang
Zaterdag 31 Mei 1913.
Inschrijvingsprijs op voorhand te betalen
3 fr. per jaar voor België.
Prijs per nummer 5 centiemen.
God. voor bake
Recht voor stake
Vlaamsch voor sprake.
'Weelxlalsicl verscliijnende eiken SSet'tei’clstjar.
Nr 22.
DrukkerLOUIS
Hoogstraat, 97, Nieuwpoort.
-0-
LAMMEN
Weekbladje, zoudt ge ons- niet kun
nen zeggen waarom Ferrer’s beste
vriend gevlucht is, en waar hij zich be
vindt
BEHEER OPSTEL
Hoogstraat, 97,
NIEUWPOORT.
Aankondigingen 15 ct. den drukregel, j Rechterlijke bekendmakingen 50 ct. den drukr. jVerkooper KAMIEL HILLEBRANDT,
Oostduinkerkichen Steenweg, 38,
NIEUWPOORT.
den nu geen leening tegen vaste rente
aan te gaan, het oogenblik is niet gun
stig.
Door de duurte van 't geld, zakken
de renten op den Staat, op de steden,
enz. de menschen zien in dat er meer
interest te winnen is met hun geld te
beleggen in nijveiheids- en handelson-
dernemingen en daardoor is er weinig
geld te vinden voor staatsrenten, stads
waarden, enz., en moet de Staat een
hoogeren interest betalen als hij geld
noodig heeft.
De groote werken die ’s lands regee-
ring gedurig aan uitvoert, de maat
schappelijke verze-keringen en de nieu
we legerwet hebben het onvermijdelijk
gemaakt grootere uitgaven te doen
maar zooals de toestand nu is, mag de
gevestigde schuld niet vermeerderd
worden doodeenvoudig omdat er geen
mogelijkheid ware, tegen behoorlijken
interest, rentetitels te plaatsen. Dat is
heel spijtig voor de menschen of regee-
ringen, die geld noodig hebben, maar
het is een gansch algemeene toestand,
niet alleen in België, maar ook overal
elders, ’t Bewijs leveren onder meer
de groote steden door liberalen be
stuurd, zooals men in ’s lands Kamer
ten klaarste aangetoond heeft, die moe
ten nog een hoogeren interest betalen
dan de Staat. Aan een anderen kant
moet de regeering nog voortgaan met
het uitvoeren harer werken b.v.b. de
haven van Nieuwpoort, enz.
De liberalen hebben willen uit het
dalen van ’s lands rente het besluit
trekken dat de bankroet aan de deur
staatniets is er dat zulks bewijst, vol
strekt niets laat ons toe te besluiten
dat er in die voorspellingen waarheid
schuilt, sedert jaren heeft men het van
,op alle daken geroepen en tot nog toe
is het vaisch gebleken. Zelfs de meer
dere uitgaven, later te doen, zullen
zonder nieuwe lasten kunnen gedekt
worden, en het uitgeven van nieuwe
rentetitels durven de liberalen zelf niet
openlijk aanbevelen.
Spijtig in deze bespreking is dat er
nog eene week verspild werd aan
zaken die niet het minste ^oordeel op
leveren voor 's lands welvaart,en voor
al dat er namen bekend gemaakt wer
den en de vervaldag der schatkistbons.
Dit kan niet anders dan nadeelig wer
ken op onzen geldelijken toestand
vele geldmannen begeeren niet dat
hunne namen in bladen verschijnen en
zullen zich wachten nog zaken aan te
gaan, als er gevaar bestaat dat men ze
in ’s lands Kamer zal bespreken daar
bij het kennen der vervaldagen zal aan
leiding geven tot speculation ten nadee-
le van den Staat. Buyl heeft dus een
werk verricht dat regelrecht tegen de
algemeene, de nationale belangen is,
wat minister Levie hem ook raak ge
zegd heeft.
lijk zijn vinger in zijn ooge heeft ge
stoken. Had Buyl indachtig geweest
de spreuk dat iemand die te zeere
loopt, zijn beenen breekt dan had
hij voorzichtig gezwegen, maar een
mensch lijk hij die brandt van verlan
gen om zich te onderscheiden, kan of
mag niet zwijgen.
Immers, welke was de houding van
dien held in de visscherskwestie Ge
gaat hooren 1
Er was sprake de visschers te ont
slaan van den krijgsdienst I Waarom
Omdat er in ’t geheele alle jare 150
visschers zouden optrekken. Wat kan
zulk een getal maken Omdat men be
kommerd was, en met reden, dat het
juist de jonge visschers zijn die eens
het bedrijf ontkomen,zich er niet meer
op toeleggen. Omdat we hier in België
alles moeten doen wat mogelijk is om
de visscherij op te helpen, aangezien
het een nationale tak is van onze nij
verheid, en zóó deze visscherij den
steun van hare beste elementen op ge
regelde en opeenvolgende tijdstippen
zou komen te verliezen, wat eene on
herstelbare ramp voor onze visscherij
zou te weeg brengen. Dit werd met
klank verdedigd door de volksvertegen
woordigers Hamman en D’Hondt,die
als reeders, wel een beetje den grond
van de zaak kennen, ’t Werd verde
digd door.... Serruys ook. Waarom
Omdat hij (zoo sprak hij) een nationaal
belang boven kleinzielige politiek stel
de, en dat het dus de plicht was van
ieder rechtgeaard mensch om dit ont
slaan der visschers te stemmen.
En wat deed Buyl
Hij die als volksvertegenwoordiger
van de kust bekend staat, moest, wilde
hij getrouw zijn aan de belofte die hij
deed, altijd en overal de visschers bij
staan wilde hij zich waardig too-
nen van 't belang der zaak, hij moest
het voorbeeld volgen van Serruys, en
in plaats van dat Twee redevoeringen
om de reeders uit te schelden om de
visschers te belasteren en te hoonen
met te zeggen dat ze op doodkisten va
ren, en andere stommiteiten meer. In
1909 stemde hij 't zelfde amendement
door den heer Visart de Bocarmé neer
gelegd en in 1913 draait hij lijk de
wind. Hij denkt nu dat niets zijn ka
merzetel hem meer ontrooven kan en
daarom vaagt hij gladweg zijn hielen
aan de visschers.
En 't Weekblad drukt dan nog uit
pure oogenverblinding dat Buyl zou
gezegd hebben Om in geen tegen
strijd te zijn met mijne vorige handel
wijze, zal ik het amendement stemmen»
maar dat hij door omstandigheden, on
afhankelijk van zijnen wil, de Kamer
moest verlaten als men gingstem
men
Wat zegt ge daarvan
Menheere Buyl heeft tijd genoeg om
uren te praten aan een stuk en heel de
Kamer te doen vluchten. Hij schelt en
verwijt uren aaneen voor leege muren
en als 't er op aankomt een gewichtige
»)O(«—
Nagenoeg alle openbare besturen van
de gansche wereld hebben schulden,
doen leeningen. Schulden hebben, lee-
ningen aangaan is juist geen bewijs van
weelde, van rijkdom maar uit het feit
zelf dat iemand schulden heeft,een lee
ning aangaat, kan men niet beskuiten
dat hij arm is of de bankroet aan de
deur staat.
En dit geldt veel meer voor openba
re besturen dan voor bijzonderen er
kunnen buitengewone gevallen voorko
men waarin de Staat dringende behoef
te aan geld heeft b.v.b. een duurte,
het maken van een dringend werk,enz.
en dit niet uit gewone inkomsten
kan trekken. In zulk een nood blijft
geen ander hulpmiddel over dan zijn
toevlucht tot eene leening te nemen.
Eertijds voorzag men hierin door
schatten, die men in voorspoedige tij
den had opgestapeld, zoo de 400 mil-
lioen die Napoleon I in de Tuileriën
begraven had en waarmede hij den
veldtocht van 1813-1814 betaalde,maar
later heeft men erkend dat zulke han
delwijze verkeerd was, omdat in alle
geval zeer groote kapitalen zoo, een
langen tijd werkeloos bleven. Daarom
hebben alle Staten, wanneer ze geld
noodig hadden, het beter gevonden,
geld te leenen en dan de veiplichting
op zich genomen aan de leeners een
jaarlijksche winst of rente te betalen.
De geheele omvang van dergelijke ver
plichtingen maakt de Openbare Schuld
uit.
De Openbare Schuld is tweederlei
de gevestigde en de vlottende schuld.
De leeningen, die de Staat aangaat
tegen een vaste rente, die niet aflosbaar
zijn of slechts aflosbaar zijn door op
een volgende afleggingen, met vasten
duur en volgens den willekeur van den
Staat, noemt men gevestigde schuld.
Er kunnen echter omstandigheden
voorkomen waarin de Staat zijn toe
vlucht begeert te nemen tot een tijde
lijk krediet cn niet begeert een nieuwe
rente aan te gaan en dan vraagt aan
bankiers of andere kapitalisten hem
voor het oogenblik zekere sommen,
iondsen te leenen. De Staat brengt dan
schatkistbons in omloop of vormt wat
men noemt een vlottende schuld.
In België, heeft het ministerie nu
vóör eenige maanden zijn toevlucht
genomen tot de tweede soort van lee
ningen de schatkistbons, Hier door
werd het vooral geleid door het feit
dat voor ’t oogenblik het geld duur is.
Iedereen die met geldzaken bezig is,zal
opgemerkt hebben dat, sedert eenigen
tijd, het geld een aanzienlijk grooter
rente opbrengt dan vóór eenige jaren.
Moest de Staat nu leenen tegen een
vaste rente, hij zou een groote rente te
betalen hebben, en, dit niet alleen zoo^
lang als de duurte van ’t geld aanhoudt
maar ook later, wanneer het geld zoo
duur niet meer is. Daarom vooral heeft
’s lands bestuur het verkieslijker gevon-
Al is ’t dat geen stemming is in 't
korte voor de Kamers, we mogen toch
wel een beetje inwendige politiek ma
ken om de daden van zekere volksver
tegenwoordigers van dichte bij te be
schouwen. En zoo komt in de eerste
plaats de knappe en achtbare meester
Buyl.
Ge kent hem allen dien vent. Zijn fa
cade is lijk deze van alle menschen,een
neuze, twee oogen, een dikke knevel
onder die neuze en... T vel van ’n puid
op zijn hoofd, ergo volle maan ’k Heb
hem een keer of twee zottigheden hoo
ren uiteendoen op meetingen dat ’t
schabouwelijk was. Hij heeft een stem
me lijk 'n orkaan om 't ergste vischwijf
beschaamd te maken hij zwaait met
armen en beenen, precies het spel van
een jongen die een arlekein met een
touwtje van achter in beweging stelt,
’t Is daarom dat men Buyl noemt de
paljas van de Kamer
En 't is in die Kamer dat die mensch
op zoo’n voorbeeldige wijze de libera
len van Veurne-ambacht vertegenwoor
digt dat hij aan 't land een kostbaren
tijd doet verliezen met redevoeringen
te houden van halve dagen en waar
bij hij alleene en de... Voorzitter tegen
woordig zijn, ’t Is daar dat hij, zijn
schoonste streken uithaalt om de be
volking van Veurne-ambacht, die toch
zijne kiezers zijn, te foppen.
Immers in den laatsten tijd is hij
bijzonderlijk ten stokke gesprongen.
Hij had al rond de zes maanden gezwe
gen, juist lijk een kanarievogel die in
’t verpluimen zit, nu en dan gaf hij nog
'n tjiet, tjiet en de kamerheeren
meenden voor goed van die plage (zage
wil ik zeggen) van Buyls orgaan af te
zijn, toen al met eens nu, met ’t begin
nen van de schoone dagen, hij weerom
(om de metaphora van den kanarievo
gel vol te houden) schijnt vlugge
geworden te zijn, (’t Is maar bij manier
van spreken natuurlijk, want hij zoo
kaal gebleven als Jnen knikker 1)
Want op ’nen schoonen dag dat de
zonne door de ramen van bet kamerpa-
leis haar stralen streelde op de witte
effenheid van zijn blinkenden schedel,
voelde hij al in eens weer de jeukte in
zijn kele komen en willens-niHens be
gon dit gedeelte van zijn benijdens-
waardig persoontje te tasten om de zoo
lang verloren klanken weerom terug te
vinden. En ’t ging uitermate goed,zoo
goed zelf dat hij in de zaligheid van
zijn luister welhaast niet meer wist wat
hij schuifelde en dat hij begon te rate
len als een koffiemolen.
En zoo is het gekomen dat Buyl,
juist gelijk een jong veulen dat zijne
kracht niet meer intomen kan, over de
gracht is gesprongen en in verschillige
vraagstukken dingen heeft gezegd niet
waardig van zijne kiezers, en zoo lee-
1.1 I-'.111
4
Oilitnifea
NIEUWSBLAD
mi— ,r..1'?*™***^