BERICHT. ’’SINGER" naar keus der klanten. Scheepvaart, Handel en Nijverheid. Aankondigingen. Altiji gei gschoren-■ Nooit giwetst DE NAAIMACHIENEN onjeveer 4 Hectaren Vruchten op Stam te Lampernisse, Rechtstreeksche invoer van Noordsch ijs. NieumpoorWBaden. De NIEUWE UITVINDING. Notaris DEEREN te Pervyse. Notaris Perlau te Nieuport Men vraagt een bekwame Smidsgast LA COMPAGNIE SINGER KOOPDAG van LANDBOUWTUIG, Vruchten op stam, Mest. Brandhouten Diltpersen Gewone voorwaarden. Openbare Veiling Openbare Veiling Plechtige Zeewijding Waarom is het zeecuatep gezouten Julien Florentyn, Pervyse. BIJ UITSCHEIDING. 134 kleine 28 32 34 34 43 45 54 61 63 68 1903 1904 1905 1906 1907 1908 1909 1910 1911 1912 Kantoor van den worden geleverd met groot krediet, Studie van den bij Henn Vanhove-Rathj Hoogstraat, 101, Nieuwpoort. Baden. Van den 2 tot en met 14 Juli zijn er in de openbare zwemplaats 569 baden genomen geweest. Dus maar de helft bij de verloopen 14 dagen. rg' id22j., handelaar te Veurne weest van Jufvrouw Bertha de ter van Mevr. We de Rudder-De Roo en M. G. Pil, zoon van onzen volksvertegenwoor diger M. A. Pil van Veurne. Onze beste heilwenschen aan het jonge paar. Kosteloos onderricht. 98 eigen magazijnen in België. g< de artikels die g uwe eigene stad zou gebracht worden. Dat dit alles de Nieuwpoortnaars mocht aansporen, om i» dezelfde schreden en met onverpoosden iever te arbeiden, tot de verwezentlijking van het prachtig programma dat zij, voor hunne stad, op handels- en zee- vaaitgebied, geschetst hebben. Huwelijk. Dinsdag is het huwelijk ingezegend ge- Rudder,doch- Maandag 28“ Juli 1913, om 1 ure namiddag te SINT JOORIS, ten hoeve van Piater Uyttenhova Spraakkunst. Het Weekblad zou uitermate wel doen zijn nieuwen taalkundige opmerkzaam te ma ken op den onberispelijken(!)stijl van eenige zijner krabbers ten «inde flaters als hieron der vermeld, te vermijden Immers het Weekblad schrijft 1) om vreemde visschers te lokken die de neringdoeners van stad geerne zien ko men. Dus de vreemde visschers zien de nering doeners van stad geerne komen? Weekblad?! Alhoewel gij juist 't tegenovergestelde schijnt te zeggen 2) dat Nieuport de levends te (sic) stad is... Welk beest is dit 3) dat de tusschenkomst van Buyl de havenwerken zal vertragen of dat het onze Aanwinsten. Het Vuilblek heeft twee nieuwe, schitte rende aanwinsten gedaan. In hun opstelkan- toor hadden ze reeds van alle slag. Te be ginnen van apen tot aan de beeren, met in begrip van alle andere dieren in menschen- vleesch. De kledder Buyl was hunne sterkte nog komen vergrooten. Ze hadden dus maar twee dingen meer te korteen laag gevallen priester en een gebuisden taalkundige. En al ineens hebben die twee, veneaen week, in de kolommen van 't Vuilblek, hun verstand en kunde getoond, en dit voddebladje ver rijkt met hun onmenschelijk-schoon proza. Nu mag ’t Weekblad gerust slapen op zijn twee ooren. Alle dagen doet men geen zulke buitenkansjes. Het heeft dus zijn toevlucht genomen tot den weggeloopen priesterFonteyne vanBrug- ge om heel zijn eerste bladzijde te vullen met allerhanden rimram,die een kind zou schok schouderen doen. Maar vindt ge dat niet kurieus, menschen? Het Weekblad laat geen weke voorbij gaan zonder de priesters aan te randen, zon der ze uit te geven voor kiesdravers, zonder ze te doen doorgaan als de grootste dompers en de fanatiekste stommerikken van heel de wereld. En zie, al met eens roepen ze de hulp in van een priester Fonteyne, om van hem ar tikels. te laten drukken. Zoolang de zwartrokken niet wegge loopen zijn en hunne zending met de voe ten hebben vertrapt, dan zijn ze alles wat slecht is en dom, maar van met dat er een, zijn priesterkleed door de modder heeft ge sleept, is hij de sterkste kop geworden van ’t land, en aanziet het Vuilblek het als eene eer, dien sterken kop onder zijne opstellers te tellen. Zou dit bladje ons niet eens dit verschil van de differentie willen uitleggen, het loont de moeite. De tweede aanwinst van ’t welriekend Weekblad is al even veelbeduidend. Ik heb de eer het belanghebbend publiek kenbaar te maken dat ik van heden af schoen vast blokijs liggen heb in mijne magazijnen ter Valkestraat te Nieuport. De koopwaar is er in kleine en groote hoe veelheden, gemalen ef in blokken, aan zeer genadige en voordeelige prijs te bekomen. Mij aan uwe erders bevelende, groet ik U Hoogachtend. Th. van Isegham. een an- oog, maar den balk in zijn eigen oog Wij worden beschuldigd twee fouten - - - spreker en de zaal brabbelt van 't volk Wat de eerste betreft, waaruit het meent te mogen besluiten dat we geen Nederlandsch -11.11-l fout is, maar in een dagblad sluipen zulke en in it zelfde ’t Weekblad kunnen we dezelf de lezen Zullen we onze tijd niet verslijten” of een andere ten minste zoo groot^bespieb? als verleden deelwoord. Wat de tweede be treft, we nemen aan dat men de zegswijze de zaal brobbelt van ’t volk in een woor denboek niet zal vinden een woordenboek geeft niet alle zegswijzen op maar alle woor den, en daarbij brobbelen is Westvlaamsch, daarom niet te veroordeelen en De Bo in zijn idioticon geeft De straten brobbelen van ’t volk, de herbergen brobbelden van de men schen. Maai in zijn artikel, waarin het Weekblad aan 't vitten is over de taal, begaat het erger lijke flatersb. v. pretentie men schrijft pretensie of liever aanmatiging of waar 't past waan. over de viering dit woord bestaat met,men zegt het vieren. ervoren onbekend ervoor of, er voor be staat maar hier was daartoe het echte woord. schrijvelaar nergens in een woordenboek te vinden. povertjeseen lievelingswoord van eigen maaksel. Of het een gelukkig vondst is Daarnevens is de taal armzalig b. v. als het het beste is van 't Vlaamsch element dat zulks schrijft, is het heel povertjes. Kom aan, Weekblad, een antwoord als 't u belieft, niet schelden hoor, maar een we tenschappelijk antwoord gij houdt toch zoo van ware wetenschap in 't belang van de taalkennis en ook van 't taalgevoel. An- •ders zullen uwe en onze lezers moeten be sluiten dat uwe wetenschap maar heel klein is en dat het voor u soms beter ware te zwij gen. Twee maten. Hoe schijnheilig de geuzen zijn van stad, gaat alle palen te buiten. Verleden week wijdden ze een heel artikel om den Minister te bedanken omdat hij aan de uitbating van onze statie een locomotief komt te hechten (dit zijn de woorden van ’t Weekblad, alhoe wel het wat kras is, dat een minister eene lo comotief hecht aan eene uitbatingwaar halen ze 't uitten einde den regehnatigen vervoerdienst te verzekeren. Tot daar alles goed maar de aap komt verder uit de mouw als we lezen dat dit aangevraagd is door eene liberale maatschappij van stad, en die er zoo veel voordeel uit zal trekken. Waarom moet het Weekblad dat er bij voegen Is ’t misschien betaalde reklaam Immers, alles wat van 't ministerie komt, wordt bespot door dit voddeblalje doch nu ditzelfde ministerie eene verbetering toe staat in het koop waren ver voer, juicht het Weekblad omdat het voordeel aanbrengt aan eene liberale instelling. Is dat onnoozel of is dat dom Sedert een tijdje houdt het Vuilblek heel veel aan reklaam. Nieuport zou ook reklaam moeten maken in de tentoonstelling van Gent, voor de baden, zegt het, alhoewel er geen baden bestaan, voegt het er onmid- delijk aan toe. Is dat sul zijn ja of neen En heel die reklaam zou maar 50 fr. kos ten, schrijft het verder.J Wel voddebladje, als ge zoodanig ingeno men zijt met al die reklaam, ik zou het eens op eigen initiatief doen. 50 frank dat is niets voor uwe mannen. En a propos zoudt ge die 50 fr. niet kunnen nemen van die 100 fr., estort voor de werkstaking, en daarmeê al ie artikels die ge geregeld afkondigt tegen uwe eigene stad, in kolossale groote letters doen drukken met die andere 50 fr. die overblijven, een paviljoentje huren en daar binnen aan de muren,al die artikels hangen, met op een stake, aan den ingang, het op schrift Hoe een liberaal bladje reklaam maakt voor zijn eigene stad ’t Ware misschien zoo kwalijk niet en hebt ge nog nooit geen bijval gehad, dan zou 't misschien voor die maal gelukken Cyriel en van Maria Vanvooren. 18. vanZwam Bernardina-Sophia, dochter van Marinus en van Maria Dedeystere. Sedert 1 Januari 1913. 69 Geboorten. OVERLIJDENS. 8 Juli. Dewaele Sophia-Maria, oud 81 j., dochter van Joannes-Winocus en van Co- leta-Francisca-Helena Pauwels en weduwe van Jan-Baptist Duflou. 9. Pylyser Maria-Louisa, oud 36 j. 7 m. en 23 d., dochter van Jacob en van Sophia Vanmassenhove en echtgenoote van Hie ronymus-Alois Verborgh. 12. - Cahier Jan-Emmanuel-Frans, oud 68 j 3 m. en 14 d., zoon van Jan-Frans en van Joanna-Catharina Decraecke, weduwnaar van Clementia-Melania Prignot en echt genoot van Carolina-Leonia Langerock. Sedert 1 Januari 1913. 37 Overlijdens. HUWELIJKEN. 9 Juli. Neefs Hendrit-Joseph, oud 57 jaar gescheiden echtgenoot van Joanna-Wilhel- mina Axmacher, rentenier, en Borgers Maria, oud 19j., dienstmeid, beiden te Nieuport. 15. Pil Georges-Ed ward-August-Romaan- Cornelis, oud 22 j., handelaar te Veurne en de Rudder Bertha-Helena-Maria-Josef- Clementia-Ghislena, oud 22 j., bijzondere te Nieuport. Sedert 1 Januari 1913 16 Huwelijken. Burgerstand. GEBOORTEN. 4 Juli. ^Aesaert Philibert, zoon van Hen drik en van Maria Bonjé. 6. Bendels Alicia-Maria-Cornelia, dochter van Richard en v?n Maria Segier. 9. Cornette Marcel-Gustaaf-Cornelis, zoon van Julius en van Zoë Bulcke. 15. Dewitte Leontina-Elisa, .dochter van Maandag, 2T Juli 1913, om 3 ure namiddag, te PERVYSE (dorp) bij Vrouw We Aug. Scheirsen-Vandenbus- sche, van op de grensscheiding van Pervyse en Lam pernisse. Gewone voorwaarden. VRIJDAG 25 JULI 1913, om 2 uren namiddag, te Mannekensvere, ten sterfhuize van August Dehille, van Meubels, Menagiegoederen en Vruchten te Velde. Gewone voorwaarden. Dinsdag, 22n Juli 1913, om 2 ure namiddag, te SCHOORE, Openbare VerpachtM der grondgoederen, behoorende aan ’t Armbestuur en de Kerkfabriek van Schoore, en gelegen te Schoore, Keyem, Leke, St-Pieterscappelle, Slype en Wilskerke, alsmede het jachtrecht op die goederen. Die gebuisde taalkundige heeft voor eerste werk het karweitje gekregen ons letterkun dig (gelijk hij zegt) artikel 11' Juli van over veertien dagen, met het mes van zijn scherp kritikeervermogen te ontleden. We ken is hij daarmee bezig geweest, maar vol gens zijne bekentenis,kan hij er niets anders van zeggen, dan dat het een letterkundig artikel is. Dat vereert ons hoor, Weékblad. We hadden dat nooit kunnen peinzen. Tot ons spijt hebben we tot nu toe nog nooit een van uwe artikels, ’t is gelijk hetwelke, met dit hoedanigheidswoord mogen bestempelen; wel met dit van rimram. Maar om toch iets te zeggen, heeft die gebuisde taalkundige, met een overgroot ge duld en gelijk éen klein kind op de k... school, al de woorden van dit artikel gespeld en hij was haast t’enden gekomen met een bedrukt gemoed omdat alles in de haakjes was, toen al met eens hij wel een meter.... groeide. Zijn oogeii puilden als bollen uit zijn hoofd en met een stemme als een don der brulde hij 't uit Eureka ik heb ge vonden. En weet ge wat die mensch gevonden had Dat er twee letters te kort waren in ons artikel, namelijk dat wij gedrukt hadden Door de vermaarde «preker en dat 't moeste zijn door den vermaarden spre ker Met die vondste ging hij den hoofdopstel ler van ’t Vuilblek vinden, die na lezing daarvan, hem een gullen handdruk gaf en uitriep Waarlijk, mijn beste, ge zijt een sterke gij, want 't zijn maar de kiekens die zich bezig houden met ’t uitpikken van een blikken perel in een hoop van voedend graan Voor Buyl. Het Weekblad is uitermate preutsch en fier over Buyl. Dit getuigt het. Daarbij het verheft hem in de wolken omdat die knap- le (I) onvermoeibare menheer aan 't land de geldverspillingen(?) van de regeering kenbaar heeft gemaakt in zake van 't uitge ven van schatkistbons en dergelijke. En 't moét er nu juist omme doen. De Moniteur des Intéréts Matériels eene groote financieele gazette, en die men van geen klerikalisme kan beschuldigen, kondigt in zijn nummer van 13 dezer, een artikel af, waarbij Buyl in den grond zou moeten zin ken van schaamte. Daarin wordt er gezegd 1) Dat men versteld staat, als de rente zakt, wanneer men heele dagen door slechte politiekers, dezelfde rente ziet kleineeren te gen recht en reden in 2) Dat die handel wijze van die vaderlandslievende feniksen (steekt dit in uwe doos, Weekblad,) in plaats van ons land bij vreemden te doen stijgen in weerde en aanzien, integendeel ons land benadeeligt uitermate. Dat is zijn land die nen 1 en 3) Dat men slechts in België man nen aantreft die bekrompen genoeg zijn om het uitgeven van alle openbare schuld, ten laste te leggen van een slecht bestuur en dit alles tegen de regeering uit te baten. In Engeland geeft men ook schatkistbons uit, maar de vijanden van de regeering wachten zich wel daarom deze te kleineeren, integen- gendeel, ze schrijven, men kan niet meer, om dit alles te verrechtveerdigen. Ziedaar wat dit artikel van de Moniteur des Intéréts Matériels inhoudt. Zou het Weekblad ons niet willen zeggen, indien het nu nog zoo fier is over dien knappen Uyl schuld is dat het (sic) niet komt (resic) of zoo lang duurt Wat zal niet komen de havenwerken vol gens u, waarom dan die het en dit en-, kelvoud komt en duurt Ge ziet dat ge koren genoeg op den molen hebt vooruwen nieuwen medewerker, zonder dat hij in andermans rapen moet gaan zoe ken Het zijn de stroomen welke zoet water vervoeren, die het zeewater zout maken. Men zal misschien zeggen hoe komt het dat het water der rivieren en stroomen niet gezouten is, en het toch zout bevat. Dit komt omdat de hoeveelheid niet groot ge noeg is, en indien de Maas er toe komt ieder jaar zooveel kilos zout naarde zee te zenden, dan is het enkel omdat zij er niet tienmaal, maar honderd duizendmaal meer water naar toe stuurt,wat maakt dat het Maaswater nog geen gram zout per kubieke meter moet be vatten men mag eerlijk bekennen dat men fijn zou moeten smaken om te kunnen on derscheiden of duizend liter water één gram zout bevatten of niet. Niet genoeg was het echter te betoonen dat de stroomen zout in de zee brachten, er viel ook nog na te gaan, hoe het water dat neerregende aan zout kwam en hoe het zout zich gedroeg, eens in de zee gekomen. Want, zei men, moesten de stroomen zoo maar onophoudelijk zout in de zee storten, er zou een tijd komen dat het zeewater over last zou zijn met zout en alle leven er in onmogelijk zou worden.' Het eerste punt dus wis te bepalen, na melijk, hoe het regenwater aan zout kon ge raken. Hier is het noodig een kleinen insprong te doen in den algemeenen gang van den aardbol. De aardbol wordt door velen aanzien als een levenlooze, roerlooze massa die in de luchtruimte zwierend, alle jare zijn omme- kring rond de zonne rent. Zij weten niet dat die aardbol op zijn ei gen een leven heeft, (niet dier-of plantaardig) maar toch grootsch en machtig. Bezie den gang der zeegetijen, bedenk de uitberstingen der vuurbergen, lees de verha len der aardbevingen en voor wie de gele genheid heelt,, studeer de geschiedenis van onzen bol en ge zult overtuigd zijn, dat er in de ingewanden der aarde een kracht woedt, waarbij alles wat wij, menschen, kunnen in werke stellen min is dan niets. Vischmijn. Ter stedelijke vischmijn is er van 23 Juni tot en met 13 Juli Ï913 voor 11.117,30 fr. visch verkocht. OP ZONDAG 20 JULI 1913, om 4 ure namiddag, Men mag dus besluiten dat de Vlaam- sche visschersvloot van een kiel voor zien is, ter uitzondering van deze van Heyst. ('t Vervolgt.) [Betaling per week, per 14 dagen of per maand. Machienen van alle modellen aan eenieders bereik, beste kwaliteit aan den laagsten prijs. GROOTE KORTING OP KOMPTANT. Verwisseling van oude machienen aller stelsels. Goed verzorgde reparatien. Naamlooze Vennootschap. BRUSSEL. «(3 o Algemeen is het geweten dat het zeewater een zekere hoeveelheid keukenzout bevat,en dat in het begin der wetenschap werd door de geleerden de vraag gesteld: Waarom is de zee gezouten Een enkele wijsgeer, een der grootste geesten die ooit bestaan hebben, Aristoteles, heeft er op geantwoord,niet met een afdoen de reden, maar met de vraag te veranderen hij schreef immers De zee is gezouten omdat zij zout bevat 1 En vijf en twintig eeuwen lang is het menschdom met dit kinderachtig antwoord tevreden geweest. Er werd nog somtijds 'n grappenmaker ge vonden die wist te vertellen dat de zee ge zouten is, om reden der pekelharingen die er in zwemmen, maar buiten Calino en zijn ge lijken heeft dit antwoord maar weinig be wonderaars gehad. Ik zei dus dat gedurende 25 eeuwen deze vraag geen voldoend antwoord heeft gekre gen, tot dat over eenige jaren de Heer Spring, de geleerde professor van natuurwe tenschappen aan de Luiker Hoogeschool, zijn navorschingen begon op de Maas. Prof. Spring had zich voorgenomen alle dage te bepalen, hoeveel water de Maas in d« zee goot, alsmede scheikundig te onder zoeken de verscheidene stoffen welke dit water bevatte. Gedurende een jaar heeft professor Spring zijn werk voortgezet met de grootste nauw keurigheid en zoo is hij tot het besluit geko men,datde Maas buiten millioenen kilogram men andere stoffen, alle jare 27.000.000,zeg ge zeven en twintig millioen kilogram keu kenzout naar de zee stuurt. Als gevolgtrekking van deze en andere proefnemingen zei terecht prof. Spring vfaren er 176, allen door enkele perso nen uitgebaat, en in 156 gevallen per soonlijke eigendom van den visscher zelf. Men heeft ook nog kunnen bestati- gen dat het invoeren van de stoom kracht aan boord der zeilsloepen mer- kelijken vooruitgang heeft gedaan. Het voorzien der zeilsloepen van middelbare gehalte, van een stoom- winch is zelf zoodanig toegenomen dat bijna allen er tegenwoordig van voor zien zijn. Op 31 December 1912 telde men 193 dergelijke sloepen en 16 voorzien van een hulp-motor. In 1905 waren er maar 177. Die vermeerdering is bij zonder merkbaar te Nieuwpoort. Dan volgen De Panne, Blankenberghe en Heyst. Integendeel, er zijn er 39 min te Oostende. Dit komt voort uit het feit, hierboven aangestipt, dat men te Oostende van langs om meer kleinere sloepen bereedt, en de groote laat va ren. Iets bijzonders dient nog opgemerkt te worden. Er worden op de vlaamsche kust nog altijd booten gebruikt met platten bodem. Hoewel die gestadig afnemen en zelfs te Oostende, Nieuw poort, De Panne, Oostduinkerke en Coxyde niet meer bestaan, komt men ze nog tegen te Blankenberghe en te Heyst. Te Blankenberghe zijn er maar 3 meer, doch te Heyst' zijn er 61 te gen 2 met kiel voorzien. Sterfgeval. Woensdag 16 Juli 1913, om 11 ure 's mor gens, had plaats, in de O. L. Vrouwkerk te Nieuwpoort; de lijkdienst van wijlen M. Jan-Emmanuel-Frans Callier, in leven rus tend Zeecommissans, Lid van het Bureel der Staats-Middel bare scholen, van de Com missie der Zeevaartschool en van de gezond heidscommissie der Haven. Er was een groote toeloop van volk. Onder de aanwezi gen bemerkten wij Z. H. Mgr. Callier, Bis schep van Haarlem, broeder van den dierba ren overledene, zijn anderen broeder M. Edouard Callier of Eerw. Pater Cornelius van de Minderbioeders, zijn kinderen, M. Aspéslag, Waterschout, enz. M. Jan Callier was, in zijn leven, een zeer rechtschapen man, die op een verdienstelij ke wijze al de ambten of mandaten uitoefen de, waarmede hij was belast. Zijn nagedachtenis zal te Nieuwpoort in eere blijven en zijn talrijke vrienden zullen zijn ziel in hun gebeden niet vergeten. Het Nieuwsblad biedt de achtbare familie zijnen rechtzmnigen rouwgroet. de kolossale massa kernen 135 millioen Ton of 135 milliards kgr. zout, welke jaarlijks door de monding dezer twee Amerikaan- sche rivieren de zee zouden instroomen. Nu wij gezien hebben hoe het komt dat het rivierwater zout bevat, zullen wij nagaan hoe het zout zich gedraagt, eens in de zee gekomen. Gelijk ik hooger zei, is het noodig dat de zee zich van den overvloed van haar zout ontlast, zooniet zou de hoeveelheid welke zij bevat het leven in haar schoot onmoge lijk maken. Om dit laatste te beletten gebruikt de na tuur voornamelijk twee middels. De wind, en de binnenlandsche zeeën. Menigen lezer van het Nieuwsblad is het reeds voorgevallen, langs de zeekusten te wandelen wanneer het water onstuimig was. Na eenige oogenblikken is men op het heele wezen een soort van spanning gewaar en op de lippen heeft men een zoutsmaak. De baren die al schuimende strandwaarts komen, worden door den wind gestreeld, die uit hun schuim de onvoelbare zoutgrein- tjes medeneemt en naar het land voortjaagt. Om een voorbeeld te geven van de hoe veelheid zout welke op een tempeest door den wind kan medegevoerd worden, haal ik enkel het volgende feit aan. Bij een oage- weerte op de Noordzee met oosteischen wind waren op de kust van Engeland de telefoon draden met zulk eene laag zout bedekt, dat ze ’s anderendaags 's morgens zoo wit eruit zagen als de takken der boomen, na een nacht feilen rijm. De wind echter kan maar een schier niet- stellend gedeelte van het zout medenemen dat in de zee toekomthet gaat er echter an ders toe in de binnenlandsche zeeën. Het voornaamste voorbeeld, niet door zij nen omvang of grootheid, maar door zijne algemeene bekendheid, is de vermaarde Ka- rabogas der Caspische zee. ('t Vervolgt). Ook buiten zijn korst is de aardbol het tooneel van allerhande bewegingen, en on der deze wil ik er enkel eene aanwijzen, om dat zij hier van pas komt, deze van het water Het water doet een eeuwigdurenden kring van de zee naar het land, en van het land naar de zee. De zon verdampt het water, dat in wolken opgaatde wind drijft de wolken over het land, duizende kilometer ver, de wolken verdichten en verzwaren en vallen neder on der den vorm van regen. Het regenwater dat op het land is toege komen, stroomt af naar beken, rivieren en stroomen en trekt weder naar de zee. Wanneer het op den grond is gevallen, dringt er een gedeelte van het water in den grond, en lost er de oplosbare bestanddeelen op welnu in den grond is er zout,veel zout het meerendeel der rotsen toonen bij micros copisch onderzoek ontelbaaar veel greintjes zoutzoo b. v. de gewone kasseisteenen oe- vatten per vierkanten centimeter duizenden zulke greintjes en zoo is het gelegen met bij na al de andere vaste rotsen, alsook met de aarde welke wij in Vlaanderen gewoon zijn te zien. Wie ooit te Namen op de citadel geweest is, heeft daar met eigen oogen kunnen vast stellen welke verbazende macht aan ontbin ding het water bezitdaar kan men immers zien hoe het water de stevigste rotsen door boort, vergruist en in stof en zand doet ver gaan, na alle oplosbare bestanddeelen ervan te hebben medegenomen. Het is dus gemakkelijk om verstaan dat het water na zijn doorgang door de aarde, zout zal medegevoerd hebben, dat het door de rivieren en stroomen naar de zee sleept. Overigens is het door proefnemingen, ge daan in alle landen der wereld, bewezen ge weest dat al de stroomen die men onderzocht heeft, zout bevatten, en als men nadenkt dat stroomen 'lijk de Mississipi en de Amazone vijf duizend maal meer water storten dan de Maas, dan zou men, indien de hoeveelheid zout in evenredigheid is van den vloed, tot De Zeevisscherij in België. De Provinciale Kommissie der Zee visscherij, van West-Vlaanderen, komt haar eerste jaarverslag uit te geven. Verschillende punten daarin dienen aangestipt te worden, en laten wij dan ook hieronder volgen De optelling der zeevisscherij, in 1905 door het Ministerie van Nijver heid en Arbeid gedaan, deed het be staan bevestigen van 329 ondernemin gen, waarvan het personeel naargelang der zeevaartwetten was aangemonsterd. In 1905, op 329 ondernemingen, zijn er 8 die met stoomsloepen werken en 321 met zeilsloepen. Er bestonden, de open bootjes niet medegerekend, 416 schepen. Op 31 December 1912, volgens de inlichtingen verschaft door zeekomnais- sariaten, was het getal ondernemingen gevallen op 304, waarvan 6 met den stoom en 298 met het zeil. De vermin dering was dus 25 ondernemingen, waarvan 2 op den stoom en 23 op het zeil. Die vermindering laat zich bijzonder gevoelen te Blankenberghe waar er maar 17 ondernemingen meer zijn tegen 34 in 1905 ook te Heyst, waar men daalt van 50 op 31. Integendeel, te Nieuwpoort en op De Panne is er weinig verandering te Oostende wint men 4, en te Coxyde 9. Het getal schepen (van dak voorzien) is geklommen tot 447, ’t zij 21 meer dan in 1903. 2 daarvan zijn stoomsloe pen en 19 zeilsloepen. De zeilsloepen zijn aangegroeid van 10 te Blankenberghe, 9 te Coxyde en 10 te Zeebrugge. Te Nieuwpoort, De Panne en Heyst nagenoeg hetzelfde getal, en Oostende verliest er 9. Deze laatste vermindering is gansch ten nadeele der zeilsloepen boven de 25 ton groot. Deze laatste inderdaad hebben, gedurende de laatste 10 jaren, gestadig verminderd, teiwijl deze, on- de 25 ton groot, toenamen in de vol gende verhouding Meer dan 25 ton Mln iai 25 ton 127 118 112 103 102 100 91 88 78 70 In 1905 bestonden er open bootjes. Op einde December 1912 Met het Amerikaansch Scheermes kan eenieder zich zelf scheuren op vijf minuten tijds. Ónmogelijk xlch te kwetsen. Prijs 7 frank. Lemmersmerk (La Gillette) Bijzondeie scheerzeep (Schaving- stick) bij COIFFEUR 78, Langestraat, Nieuwpoort. Lijst der jongelingen ingeschreven voor de Militielichting van 1914 Cavereel Cyrillus Devacht Julius Decat Camiel Devlamynck Achiel Deceunynck Medard Torrelle Paul De Keuninck Sabinus Vandamme René. De Kimpe Mauricius Het Loodswezen. Het Beheer van Zeewezen zal geheel in het kort een maatregel in voege stel len dewelke zonder twijfel door vele belanghebbenden met vreugde zal ver nomen worden. Er is kwestie van het overbrengen naar Terneuzen van den hoofddienst van het Loodswezen, die tegenwoordig te Vlissingen is ingericht. Men zou in deze laatste stad enkel nog eenige on dergeschikte diensten behouden. Men weet dat al onze Belgische zee- loodsen hun brevet hebben tot aan Terneuzen én dat er bijgevolg geen reden kan bestaan om ze te beletten tot daar hunnen dienst uit te oefenen. Vérders zijn er ernstige voordeelen aan dezen maatregel verbonden. Zoo zullen wij doen opmerken dat, in te genstelling met Vlissingen, het te Ter neuzen zal mogelijk zijn te allen tijde, zelfs bij de felste zee, een zeeloods te geven aan de schepen die Antwerpen verlaten. Thans is het onmogelijk zulks te verrichten, en de schepen zijn ver plicht op anker te liggen op de reede van Vlissingen, die niet tegen de woes te zee beschut is. Terneuzen, integendeel, offert alle waarborgen voor het geval dat een ge vaarlijke storm den kapitein tot ankeren dwingt. Er is ook spraak dat de loodsrechten op de handelsschepen zullen herzien worden en merkelijk verminderd. Ook het loonstelsel der loodsen zou veranderd worden en voor verschillen de kleine bedienden zouden merkelijke verbeteringen toegepast worden. Laat ons hopen dat onze wakkere minister Paul Segers eerlang deze ont werpen in voege zal stellen. Haven van Oostende. De statistieken die in sommige dag bladen verschenen zijn over den toe stand der havenbeweging in Oostende, laten een merkelijken vooruitgang blij ken diewij niet mogen nalaten aandach tig te onderzoeken, ten einde er eene mogelijks profijtige les uit te trekken. Volgens die opgaven, die niet offici eel zijn, zouden er in Juni laatstleden te Oostende 69 schepen ingevaren zijn metende 46.995 ton. Dat beduidt,voor êëne enkele maandeene vermeerde ring van 35 schepen met 28.500 ton, of omstreeks 65 meer. Laat ons vlakaf bekennen dat die uitslag zoodanig is dat nooit een Oost- endenaar het had mogen verhopen. Immers, Oostende, doet sinds 4 jaar van hier, niets dan achteruitboeren, en opeens komt een enkele maand het verlies van 2 jaar terugschenken dat noemen wij meer dan geluk hebben. Evenwel, die vermeerdering ligt aan een dezer redens die wij hi«r over twee maanden reeds behandelden in ons artikel Is Nieuwpoort voor den handel geschikt? namelijk De Nijverheid Wij deelden alsdan mede dat er te Oostende, langsheen de vaart «aar Gent, eene groote fabriek weldra hare poorten zou openen, dewelke, door het invoeren van groote hoeveelheden kolen en het uitvoeren van cokes, aanzienlijk de haven van Oostende zou vooruithelpen. Wat wij als voorbeeld gaven voor Oostende, en als aanwakkering voor Nieuwpoort, draagt reeds zijne vruch ten. De machtige, onweerstaanbare,groo te nijverheid heeft Oostende opge drild, en, in dien spoorslag van -nieuw leven en heropgewekte bedrijvigheid, vinden de Oostendeaaars van den eer sten dag reeds bate om reklaam te maken voor hunnen winkel. Daarin hebben zij voorzeker gelijk, en zoo is het dat wij in de groote ga zetten reeds den eisch ontwaren van wege Oostende, opdat de diepte der havengeul, thans 6 meters, nog lager Bericht. Ter gelegenheid van de Nationale feest dagen zullen de postbureelen van Nieuw- poort-Stad en Nieuwpoort-Bad op 21 dezer van af 12 uur gesloten zijn. O die Slimmerikken I Het Weekblad matigt zich aan ons de les te lezen over de taal van ons artikel over den 11 Juli. Het ziet den splinter in dersoof- niet. begaan te hebben door de vermaarde at de eerste betreft, waaruit het meent te kennen, we weten maar al te wel dat het een fouten noodzakelijk binnen nummer van 27-31, Oud-Kleerkoopersstraat, BRUGGE, 22, Steenstraat. O OOSTENDE, 9, Kerkstraat. T T** V 1 11

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Nieuwpoort & Kanton (1902-1914) | 1913 | | pagina 2