BERICHT.
’’SINGER"
naar keus der klanten.
Scheepvaart, Handel en Nijverheid.
Aankondigingen.
Altiji gei gschoren-■ Nooit giwetst
DE NAAIMACHIENEN
onjeveer 4 Hectaren Vruchten op Stam
te Lampernisse,
Rechtstreeksche
invoer van Noordsch ijs.
NieumpoorWBaden.
De
NIEUWE UITVINDING.
Notaris DEEREN te Pervyse.
Notaris Perlau te Nieuport
Men vraagt
een bekwame Smidsgast
LA COMPAGNIE SINGER
KOOPDAG
van
LANDBOUWTUIG,
Vruchten op stam,
Mest. Brandhouten Diltpersen
Gewone voorwaarden.
Openbare Veiling
Openbare Veiling
Plechtige Zeewijding
Waarom is het
zeecuatep gezouten
Julien Florentyn,
Pervyse.
BIJ UITSCHEIDING.
134 kleine
28
32
34
34
43
45
54
61
63
68
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
Kantoor van den
worden geleverd met groot krediet,
Studie van den
bij Henn Vanhove-Rathj
Hoogstraat, 101, Nieuwpoort.
Baden.
Van den 2 tot en met 14 Juli zijn er in de
openbare zwemplaats 569 baden genomen
geweest. Dus maar de helft bij de verloopen
14 dagen.
rg'
id22j., handelaar te Veurne
weest van Jufvrouw Bertha de
ter van Mevr. We de Rudder-De Roo en M.
G. Pil, zoon van onzen volksvertegenwoor
diger M. A. Pil van Veurne. Onze beste
heilwenschen aan het jonge paar.
Kosteloos onderricht.
98 eigen magazijnen in België.
g<
de artikels die g
uwe eigene stad
zou gebracht worden.
Dat dit alles de Nieuwpoortnaars
mocht aansporen, om i» dezelfde
schreden en met onverpoosden iever
te arbeiden, tot de verwezentlijking
van het prachtig programma dat zij,
voor hunne stad, op handels- en zee-
vaaitgebied, geschetst hebben.
Huwelijk.
Dinsdag is het huwelijk ingezegend ge-
Rudder,doch-
Maandag 28“ Juli 1913,
om 1 ure namiddag te SINT JOORIS,
ten hoeve van Piater Uyttenhova
Spraakkunst.
Het Weekblad zou uitermate wel doen
zijn nieuwen taalkundige opmerkzaam te ma
ken op den onberispelijken(!)stijl van eenige
zijner krabbers ten «inde flaters als hieron
der vermeld, te vermijden
Immers het Weekblad schrijft
1) om vreemde visschers te lokken die
de neringdoeners van stad geerne zien ko
men.
Dus de vreemde visschers zien de nering
doeners van stad geerne komen? Weekblad?!
Alhoewel gij juist 't tegenovergestelde
schijnt te zeggen
2) dat Nieuport de levends te (sic) stad
is... Welk beest is dit
3) dat de tusschenkomst van Buyl de
havenwerken zal vertragen of dat het onze
Aanwinsten.
Het Vuilblek heeft twee nieuwe, schitte
rende aanwinsten gedaan. In hun opstelkan-
toor hadden ze reeds van alle slag. Te be
ginnen van apen tot aan de beeren, met in
begrip van alle andere dieren in menschen-
vleesch. De kledder Buyl was hunne sterkte
nog komen vergrooten. Ze hadden dus maar
twee dingen meer te korteen laag gevallen
priester en een gebuisden taalkundige. En al
ineens hebben die twee, veneaen week, in
de kolommen van 't Vuilblek, hun verstand
en kunde getoond, en dit voddebladje ver
rijkt met hun onmenschelijk-schoon proza.
Nu mag ’t Weekblad gerust slapen op zijn
twee ooren. Alle dagen doet men geen zulke
buitenkansjes.
Het heeft dus zijn toevlucht genomen tot
den weggeloopen priesterFonteyne vanBrug-
ge om heel zijn eerste bladzijde te vullen met
allerhanden rimram,die een kind zou schok
schouderen doen.
Maar vindt ge dat niet kurieus, menschen?
Het Weekblad laat geen weke voorbij
gaan zonder de priesters aan te randen, zon
der ze uit te geven voor kiesdravers, zonder
ze te doen doorgaan als de grootste dompers
en de fanatiekste stommerikken van heel de
wereld.
En zie, al met eens roepen ze de hulp in
van een priester Fonteyne, om van hem ar
tikels. te laten drukken.
Zoolang de zwartrokken niet wegge
loopen zijn en hunne zending met de voe
ten hebben vertrapt, dan zijn ze alles wat
slecht is en dom, maar van met dat er een,
zijn priesterkleed door de modder heeft ge
sleept, is hij de sterkste kop geworden van
’t land, en aanziet het Vuilblek het als eene
eer, dien sterken kop onder zijne opstellers
te tellen.
Zou dit bladje ons niet eens dit verschil
van de differentie willen uitleggen, het loont
de moeite.
De tweede aanwinst van ’t welriekend
Weekblad is al even veelbeduidend.
Ik heb de eer het belanghebbend publiek
kenbaar te maken dat ik van heden af schoen
vast blokijs liggen heb in mijne magazijnen
ter Valkestraat te Nieuport.
De koopwaar is er in kleine en groote hoe
veelheden, gemalen ef in blokken, aan zeer
genadige en voordeelige prijs te bekomen.
Mij aan uwe erders bevelende, groet ik U
Hoogachtend.
Th. van Isegham.
een an-
oog, maar den balk in zijn eigen oog
Wij worden beschuldigd twee fouten
- - -
spreker en de zaal brabbelt van 't volk
Wat de eerste betreft, waaruit het meent te
mogen besluiten dat we geen Nederlandsch
-11.11-l
fout is, maar in een dagblad sluipen zulke
en in it zelfde
’t Weekblad kunnen we dezelf
de lezen Zullen we onze tijd niet verslijten”
of een andere ten minste zoo groot^bespieb?
als verleden deelwoord. Wat de tweede be
treft, we nemen aan dat men de zegswijze
de zaal brobbelt van ’t volk in een woor
denboek niet zal vinden een woordenboek
geeft niet alle zegswijzen op maar alle woor
den, en daarbij brobbelen is Westvlaamsch,
daarom niet te veroordeelen en De Bo in zijn
idioticon geeft De straten brobbelen van ’t
volk, de herbergen brobbelden van de men
schen.
Maai in zijn artikel, waarin het Weekblad
aan 't vitten is over de taal, begaat het erger
lijke flatersb. v.
pretentie men schrijft pretensie of liever
aanmatiging of waar 't past waan.
over de viering dit woord bestaat met,men
zegt het vieren.
ervoren onbekend ervoor of, er voor be
staat maar hier was daartoe het echte woord.
schrijvelaar nergens in een woordenboek
te vinden.
povertjeseen lievelingswoord van eigen
maaksel. Of het een gelukkig vondst is
Daarnevens is de taal armzalig b. v. als
het het beste is van 't Vlaamsch element
dat zulks schrijft, is het heel povertjes.
Kom aan, Weekblad, een antwoord als 't
u belieft, niet schelden hoor, maar een we
tenschappelijk antwoord gij houdt toch
zoo van ware wetenschap in 't belang van
de taalkennis en ook van 't taalgevoel. An-
•ders zullen uwe en onze lezers moeten be
sluiten dat uwe wetenschap maar heel klein
is en dat het voor u soms beter ware te zwij
gen.
Twee maten.
Hoe schijnheilig de geuzen zijn van stad,
gaat alle palen te buiten. Verleden week
wijdden ze een heel artikel om den Minister
te bedanken omdat hij aan de uitbating van
onze statie een locomotief komt te hechten
(dit zijn de woorden van ’t Weekblad, alhoe
wel het wat kras is, dat een minister eene lo
comotief hecht aan eene uitbatingwaar
halen ze 't uitten einde den regehnatigen
vervoerdienst te verzekeren. Tot daar alles
goed maar de aap komt verder uit de
mouw als we lezen dat dit aangevraagd is
door eene liberale maatschappij van stad,
en die er zoo veel voordeel uit zal trekken.
Waarom moet het Weekblad dat er bij
voegen Is ’t misschien betaalde reklaam
Immers, alles wat van 't ministerie komt,
wordt bespot door dit voddeblalje doch
nu ditzelfde ministerie eene verbetering toe
staat in het koop waren ver voer, juicht het
Weekblad omdat het voordeel aanbrengt
aan eene liberale instelling. Is dat onnoozel
of is dat dom
Sedert een tijdje houdt het Vuilblek
heel veel aan reklaam. Nieuport zou ook
reklaam moeten maken in de tentoonstelling
van Gent, voor de baden, zegt het, alhoewel
er geen baden bestaan, voegt het er onmid-
delijk aan toe. Is dat sul zijn ja of neen
En heel die reklaam zou maar 50 fr. kos
ten, schrijft het verder.J
Wel voddebladje, als ge zoodanig ingeno
men zijt met al die reklaam, ik zou het eens
op eigen initiatief doen. 50 frank dat is niets
voor uwe mannen. En a propos zoudt ge die
50 fr. niet kunnen nemen van die 100 fr.,
estort voor de werkstaking, en daarmeê al
ie artikels die ge geregeld afkondigt tegen
uwe eigene stad, in kolossale groote letters
doen drukken met die andere 50 fr. die
overblijven, een paviljoentje huren en daar
binnen aan de muren,al die artikels hangen,
met op een stake, aan den ingang, het op
schrift Hoe een liberaal bladje reklaam
maakt voor zijn eigene stad
’t Ware misschien zoo kwalijk niet en hebt
ge nog nooit geen bijval gehad, dan zou 't
misschien voor die maal gelukken
Cyriel en van Maria Vanvooren.
18. vanZwam Bernardina-Sophia, dochter
van Marinus en van Maria Dedeystere.
Sedert 1 Januari 1913. 69 Geboorten.
OVERLIJDENS.
8 Juli. Dewaele Sophia-Maria, oud 81 j.,
dochter van Joannes-Winocus en van Co-
leta-Francisca-Helena Pauwels en weduwe
van Jan-Baptist Duflou.
9. Pylyser Maria-Louisa, oud 36 j. 7 m.
en 23 d., dochter van Jacob en van Sophia
Vanmassenhove en echtgenoote van Hie
ronymus-Alois Verborgh.
12. - Cahier Jan-Emmanuel-Frans, oud 68 j
3 m. en 14 d., zoon van Jan-Frans en van
Joanna-Catharina Decraecke, weduwnaar
van Clementia-Melania Prignot en echt
genoot van Carolina-Leonia Langerock.
Sedert 1 Januari 1913. 37 Overlijdens.
HUWELIJKEN.
9 Juli. Neefs Hendrit-Joseph, oud 57 jaar
gescheiden echtgenoot van Joanna-Wilhel-
mina Axmacher, rentenier, en Borgers
Maria, oud 19j., dienstmeid, beiden te
Nieuport.
15. Pil Georges-Ed ward-August-Romaan-
Cornelis, oud 22 j., handelaar te Veurne
en de Rudder Bertha-Helena-Maria-Josef-
Clementia-Ghislena, oud 22 j., bijzondere
te Nieuport.
Sedert 1 Januari 1913 16 Huwelijken.
Burgerstand.
GEBOORTEN.
4 Juli. ^Aesaert Philibert, zoon van Hen
drik en van Maria Bonjé.
6. Bendels Alicia-Maria-Cornelia, dochter
van Richard en v?n Maria Segier.
9. Cornette Marcel-Gustaaf-Cornelis, zoon
van Julius en van Zoë Bulcke.
15. Dewitte Leontina-Elisa, .dochter van
Maandag, 2T Juli 1913,
om 3 ure namiddag, te PERVYSE (dorp)
bij Vrouw We Aug. Scheirsen-Vandenbus-
sche,
van
op de grensscheiding van Pervyse en Lam
pernisse.
Gewone voorwaarden.
VRIJDAG 25 JULI 1913,
om 2 uren namiddag, te Mannekensvere,
ten sterfhuize van August Dehille,
van
Meubels, Menagiegoederen en
Vruchten te Velde.
Gewone voorwaarden.
Dinsdag, 22n Juli 1913,
om 2 ure namiddag, te SCHOORE,
Openbare VerpachtM
der grondgoederen, behoorende
aan ’t Armbestuur en de
Kerkfabriek van Schoore,
en gelegen te
Schoore, Keyem, Leke, St-Pieterscappelle,
Slype en Wilskerke,
alsmede het jachtrecht
op die goederen.
Die gebuisde taalkundige heeft voor eerste
werk het karweitje gekregen ons letterkun
dig (gelijk hij zegt) artikel 11' Juli van
over veertien dagen, met het mes van zijn
scherp kritikeervermogen te ontleden. We
ken is hij daarmee bezig geweest, maar vol
gens zijne bekentenis,kan hij er niets anders
van zeggen, dan dat het een letterkundig
artikel is. Dat vereert ons hoor, Weékblad.
We hadden dat nooit kunnen peinzen. Tot
ons spijt hebben we tot nu toe nog nooit een
van uwe artikels, ’t is gelijk hetwelke, met
dit hoedanigheidswoord mogen bestempelen;
wel met dit van rimram.
Maar om toch iets te zeggen, heeft die
gebuisde taalkundige, met een overgroot ge
duld en gelijk éen klein kind op de k...
school, al de woorden van dit artikel gespeld
en hij was haast t’enden gekomen met een
bedrukt gemoed omdat alles in de haakjes
was, toen al met eens hij wel een meter....
groeide. Zijn oogeii puilden als bollen uit
zijn hoofd en met een stemme als een don
der brulde hij 't uit Eureka ik heb ge
vonden.
En weet ge wat die mensch gevonden
had
Dat er twee letters te kort waren in ons
artikel, namelijk dat wij gedrukt hadden
Door de vermaarde «preker en dat 't
moeste zijn door den vermaarden spre
ker
Met die vondste ging hij den hoofdopstel
ler van ’t Vuilblek vinden, die na lezing
daarvan, hem een gullen handdruk gaf en
uitriep Waarlijk, mijn beste, ge zijt een
sterke gij, want 't zijn maar de kiekens die
zich bezig houden met ’t uitpikken van een
blikken perel in een hoop van voedend
graan
Voor Buyl.
Het Weekblad is uitermate preutsch en
fier over Buyl. Dit getuigt het. Daarbij het
verheft hem in de wolken omdat die knap-
le (I) onvermoeibare menheer aan 't
land de geldverspillingen(?) van de regeering
kenbaar heeft gemaakt in zake van 't uitge
ven van schatkistbons en dergelijke.
En 't moét er nu juist omme doen. De
Moniteur des Intéréts Matériels eene
groote financieele gazette, en die men van
geen klerikalisme kan beschuldigen, kondigt
in zijn nummer van 13 dezer, een artikel af,
waarbij Buyl in den grond zou moeten zin
ken van schaamte.
Daarin wordt er gezegd
1) Dat men versteld staat, als de rente
zakt, wanneer men heele dagen door slechte
politiekers, dezelfde rente ziet kleineeren te
gen recht en reden in 2) Dat die handel
wijze van die vaderlandslievende feniksen
(steekt dit in uwe doos, Weekblad,) in plaats
van ons land bij vreemden te doen stijgen
in weerde en aanzien, integendeel ons land
benadeeligt uitermate. Dat is zijn land die
nen 1 en 3) Dat men slechts in België man
nen aantreft die bekrompen genoeg zijn om
het uitgeven van alle openbare schuld, ten
laste te leggen van een slecht bestuur en dit
alles tegen de regeering uit te baten. In
Engeland geeft men ook schatkistbons uit,
maar de vijanden van de regeering wachten
zich wel daarom deze te kleineeren, integen-
gendeel, ze schrijven, men kan niet meer,
om dit alles te verrechtveerdigen.
Ziedaar wat dit artikel van de Moniteur
des Intéréts Matériels inhoudt. Zou het
Weekblad ons niet willen zeggen, indien het
nu nog zoo fier is over dien knappen Uyl
schuld is dat het (sic) niet komt (resic) of
zoo lang duurt
Wat zal niet komen de havenwerken vol
gens u, waarom dan die het en dit en-,
kelvoud komt en duurt
Ge ziet dat ge koren genoeg op den molen
hebt vooruwen nieuwen medewerker, zonder
dat hij in andermans rapen moet gaan zoe
ken
Het zijn de stroomen welke zoet water
vervoeren, die het zeewater zout maken.
Men zal misschien zeggen hoe komt het
dat het water der rivieren en stroomen niet
gezouten is, en het toch zout bevat. Dit
komt omdat de hoeveelheid niet groot ge
noeg is, en indien de Maas er toe komt ieder
jaar zooveel kilos zout naarde zee te zenden,
dan is het enkel omdat zij er niet tienmaal,
maar honderd duizendmaal meer water naar
toe stuurt,wat maakt dat het Maaswater nog
geen gram zout per kubieke meter moet be
vatten men mag eerlijk bekennen dat men
fijn zou moeten smaken om te kunnen on
derscheiden of duizend liter water één gram
zout bevatten of niet.
Niet genoeg was het echter te betoonen
dat de stroomen zout in de zee brachten, er
viel ook nog na te gaan, hoe het water dat
neerregende aan zout kwam en hoe het zout
zich gedroeg, eens in de zee gekomen.
Want, zei men, moesten de stroomen zoo
maar onophoudelijk zout in de zee storten,
er zou een tijd komen dat het zeewater over
last zou zijn met zout en alle leven er in
onmogelijk zou worden.'
Het eerste punt dus wis te bepalen, na
melijk, hoe het regenwater aan zout kon ge
raken.
Hier is het noodig een kleinen insprong
te doen in den algemeenen gang van den
aardbol.
De aardbol wordt door velen aanzien als
een levenlooze, roerlooze massa die in de
luchtruimte zwierend, alle jare zijn omme-
kring rond de zonne rent.
Zij weten niet dat die aardbol op zijn ei
gen een leven heeft, (niet dier-of plantaardig)
maar toch grootsch en machtig.
Bezie den gang der zeegetijen, bedenk de
uitberstingen der vuurbergen, lees de verha
len der aardbevingen en voor wie de gele
genheid heelt,, studeer de geschiedenis van
onzen bol en ge zult overtuigd zijn, dat er in
de ingewanden der aarde een kracht woedt,
waarbij alles wat wij, menschen, kunnen in
werke stellen min is dan niets.
Vischmijn.
Ter stedelijke vischmijn is er van 23 Juni
tot en met 13 Juli Ï913 voor 11.117,30 fr.
visch verkocht.
OP ZONDAG 20 JULI 1913,
om 4 ure namiddag,
Men mag dus besluiten dat de Vlaam-
sche visschersvloot van een kiel voor
zien is, ter uitzondering van deze van
Heyst. ('t Vervolgt.)
[Betaling per week, per 14 dagen of per maand.
Machienen van alle modellen aan eenieders bereik,
beste kwaliteit aan den laagsten prijs.
GROOTE KORTING OP KOMPTANT.
Verwisseling van oude machienen aller stelsels.
Goed verzorgde reparatien.
Naamlooze
Vennootschap.
BRUSSEL.
«(3 o
Algemeen is het geweten dat het zeewater
een zekere hoeveelheid keukenzout bevat,en
dat in het begin der wetenschap werd door
de geleerden de vraag gesteld: Waarom is
de zee gezouten
Een enkele wijsgeer, een der grootste
geesten die ooit bestaan hebben, Aristoteles,
heeft er op geantwoord,niet met een afdoen
de reden, maar met de vraag te veranderen
hij schreef immers
De zee is gezouten omdat zij zout bevat 1
En vijf en twintig eeuwen lang is het
menschdom met dit kinderachtig antwoord
tevreden geweest.
Er werd nog somtijds 'n grappenmaker ge
vonden die wist te vertellen dat de zee ge
zouten is, om reden der pekelharingen die er
in zwemmen, maar buiten Calino en zijn ge
lijken heeft dit antwoord maar weinig be
wonderaars gehad.
Ik zei dus dat gedurende 25 eeuwen deze
vraag geen voldoend antwoord heeft gekre
gen, tot dat over eenige jaren de Heer
Spring, de geleerde professor van natuurwe
tenschappen aan de Luiker Hoogeschool,
zijn navorschingen begon op de Maas.
Prof. Spring had zich voorgenomen alle
dage te bepalen, hoeveel water de Maas in
d« zee goot, alsmede scheikundig te onder
zoeken de verscheidene stoffen welke dit
water bevatte.
Gedurende een jaar heeft professor Spring
zijn werk voortgezet met de grootste nauw
keurigheid en zoo is hij tot het besluit geko
men,datde Maas buiten millioenen kilogram
men andere stoffen, alle jare 27.000.000,zeg
ge zeven en twintig millioen kilogram keu
kenzout naar de zee stuurt.
Als gevolgtrekking van deze en andere
proefnemingen zei terecht prof. Spring
vfaren er 176, allen door enkele perso
nen uitgebaat, en in 156 gevallen per
soonlijke eigendom van den visscher
zelf.
Men heeft ook nog kunnen bestati-
gen dat het invoeren van de stoom
kracht aan boord der zeilsloepen mer-
kelijken vooruitgang heeft gedaan.
Het voorzien der zeilsloepen van
middelbare gehalte, van een stoom-
winch is zelf zoodanig toegenomen dat
bijna allen er tegenwoordig van voor
zien zijn.
Op 31 December 1912 telde men
193 dergelijke sloepen en 16 voorzien
van een hulp-motor. In 1905 waren
er maar 177. Die vermeerdering is bij
zonder merkbaar te Nieuwpoort. Dan
volgen De Panne, Blankenberghe en
Heyst. Integendeel, er zijn er 39 min
te Oostende. Dit komt voort uit het
feit, hierboven aangestipt, dat men te
Oostende van langs om meer kleinere
sloepen bereedt, en de groote laat va
ren.
Iets bijzonders dient nog opgemerkt
te worden. Er worden op de vlaamsche
kust nog altijd booten gebruikt met
platten bodem. Hoewel die gestadig
afnemen en zelfs te Oostende, Nieuw
poort, De Panne, Oostduinkerke en
Coxyde niet meer bestaan, komt men
ze nog tegen te Blankenberghe en te
Heyst. Te Blankenberghe zijn er maar
3 meer, doch te Heyst' zijn er 61 te
gen 2 met kiel voorzien.
Sterfgeval.
Woensdag 16 Juli 1913, om 11 ure 's mor
gens, had plaats, in de O. L. Vrouwkerk te
Nieuwpoort; de lijkdienst van wijlen M.
Jan-Emmanuel-Frans Callier, in leven rus
tend Zeecommissans, Lid van het Bureel
der Staats-Middel bare scholen, van de Com
missie der Zeevaartschool en van de gezond
heidscommissie der Haven. Er was een
groote toeloop van volk. Onder de aanwezi
gen bemerkten wij Z. H. Mgr. Callier, Bis
schep van Haarlem, broeder van den dierba
ren overledene, zijn anderen broeder M.
Edouard Callier of Eerw. Pater Cornelius
van de Minderbioeders, zijn kinderen, M.
Aspéslag, Waterschout, enz.
M. Jan Callier was, in zijn leven, een zeer
rechtschapen man, die op een verdienstelij
ke wijze al de ambten of mandaten uitoefen
de, waarmede hij was belast.
Zijn nagedachtenis zal te Nieuwpoort in
eere blijven en zijn talrijke vrienden zullen
zijn ziel in hun gebeden niet vergeten.
Het Nieuwsblad biedt de achtbare familie
zijnen rechtzmnigen rouwgroet.
de kolossale massa kernen 135 millioen Ton
of 135 milliards kgr. zout, welke jaarlijks
door de monding dezer twee Amerikaan-
sche rivieren de zee zouden instroomen.
Nu wij gezien hebben hoe het komt dat
het rivierwater zout bevat, zullen wij nagaan
hoe het zout zich gedraagt, eens in de zee
gekomen.
Gelijk ik hooger zei, is het noodig dat de
zee zich van den overvloed van haar zout
ontlast, zooniet zou de hoeveelheid welke
zij bevat het leven in haar schoot onmoge
lijk maken.
Om dit laatste te beletten gebruikt de na
tuur voornamelijk twee middels.
De wind, en de binnenlandsche zeeën.
Menigen lezer van het Nieuwsblad is
het reeds voorgevallen, langs de zeekusten
te wandelen wanneer het water onstuimig
was.
Na eenige oogenblikken is men op het
heele wezen een soort van spanning gewaar
en op de lippen heeft men een zoutsmaak.
De baren die al schuimende strandwaarts
komen, worden door den wind gestreeld,
die uit hun schuim de onvoelbare zoutgrein-
tjes medeneemt en naar het land voortjaagt.
Om een voorbeeld te geven van de hoe
veelheid zout welke op een tempeest door
den wind kan medegevoerd worden, haal ik
enkel het volgende feit aan. Bij een oage-
weerte op de Noordzee met oosteischen wind
waren op de kust van Engeland de telefoon
draden met zulk eene laag zout bedekt, dat
ze ’s anderendaags 's morgens zoo wit eruit
zagen als de takken der boomen, na een
nacht feilen rijm.
De wind echter kan maar een schier niet-
stellend gedeelte van het zout medenemen
dat in de zee toekomthet gaat er echter an
ders toe in de binnenlandsche zeeën.
Het voornaamste voorbeeld, niet door zij
nen omvang of grootheid, maar door zijne
algemeene bekendheid, is de vermaarde Ka-
rabogas der Caspische zee.
('t Vervolgt).
Ook buiten zijn korst is de aardbol het
tooneel van allerhande bewegingen, en on
der deze wil ik er enkel eene aanwijzen, om
dat zij hier van pas komt, deze van het water
Het water doet een eeuwigdurenden kring
van de zee naar het land, en van het land
naar de zee.
De zon verdampt het water, dat in wolken
opgaatde wind drijft de wolken over het
land, duizende kilometer ver, de wolken
verdichten en verzwaren en vallen neder on
der den vorm van regen.
Het regenwater dat op het land is toege
komen, stroomt af naar beken, rivieren en
stroomen en trekt weder naar de zee.
Wanneer het op den grond is gevallen,
dringt er een gedeelte van het water in den
grond, en lost er de oplosbare bestanddeelen
op welnu in den grond is er zout,veel zout
het meerendeel der rotsen toonen bij micros
copisch onderzoek ontelbaaar veel greintjes
zoutzoo b. v. de gewone kasseisteenen oe-
vatten per vierkanten centimeter duizenden
zulke greintjes en zoo is het gelegen met bij
na al de andere vaste rotsen, alsook met de
aarde welke wij in Vlaanderen gewoon zijn
te zien.
Wie ooit te Namen op de citadel geweest
is, heeft daar met eigen oogen kunnen vast
stellen welke verbazende macht aan ontbin
ding het water bezitdaar kan men immers
zien hoe het water de stevigste rotsen door
boort, vergruist en in stof en zand doet ver
gaan, na alle oplosbare bestanddeelen ervan
te hebben medegenomen.
Het is dus gemakkelijk om verstaan dat
het water na zijn doorgang door de aarde,
zout zal medegevoerd hebben, dat het door
de rivieren en stroomen naar de zee sleept.
Overigens is het door proefnemingen, ge
daan in alle landen der wereld, bewezen ge
weest dat al de stroomen die men onderzocht
heeft, zout bevatten, en als men nadenkt dat
stroomen 'lijk de Mississipi en de Amazone
vijf duizend maal meer water storten dan de
Maas, dan zou men, indien de hoeveelheid
zout in evenredigheid is van den vloed, tot
De Zeevisscherij in België.
De Provinciale Kommissie der Zee
visscherij, van West-Vlaanderen, komt
haar eerste jaarverslag uit te geven.
Verschillende punten daarin dienen
aangestipt te worden, en laten wij dan
ook hieronder volgen
De optelling der zeevisscherij, in
1905 door het Ministerie van Nijver
heid en Arbeid gedaan, deed het be
staan bevestigen van 329 ondernemin
gen, waarvan het personeel naargelang
der zeevaartwetten was aangemonsterd.
In 1905, op 329 ondernemingen, zijn
er 8 die met stoomsloepen werken en
321 met zeilsloepen. Er bestonden, de
open bootjes niet medegerekend, 416
schepen.
Op 31 December 1912, volgens de
inlichtingen verschaft door zeekomnais-
sariaten, was het getal ondernemingen
gevallen op 304, waarvan 6 met den
stoom en 298 met het zeil. De vermin
dering was dus 25 ondernemingen,
waarvan 2 op den stoom en 23 op het
zeil.
Die vermindering laat zich bijzonder
gevoelen te Blankenberghe waar er
maar 17 ondernemingen meer zijn tegen
34 in 1905 ook te Heyst, waar men
daalt van 50 op 31.
Integendeel, te Nieuwpoort en op
De Panne is er weinig verandering te
Oostende wint men 4, en te Coxyde 9.
Het getal schepen (van dak voorzien)
is geklommen tot 447, ’t zij 21 meer
dan in 1903. 2 daarvan zijn stoomsloe
pen en 19 zeilsloepen.
De zeilsloepen zijn aangegroeid van
10 te Blankenberghe, 9 te Coxyde en
10 te Zeebrugge. Te Nieuwpoort, De
Panne en Heyst nagenoeg hetzelfde
getal, en Oostende verliest er 9.
Deze laatste vermindering is gansch
ten nadeele der zeilsloepen boven de
25 ton groot. Deze laatste inderdaad
hebben, gedurende de laatste 10 jaren,
gestadig verminderd, teiwijl deze, on-
de 25 ton groot, toenamen in de vol
gende verhouding
Meer dan 25 ton Mln iai 25 ton
127
118
112
103
102
100
91
88
78
70
In 1905 bestonden er
open bootjes. Op einde December 1912
Met het Amerikaansch Scheermes kan
eenieder zich zelf scheuren op vijf minuten
tijds. Ónmogelijk xlch te kwetsen.
Prijs 7 frank. Lemmersmerk (La
Gillette) Bijzondeie scheerzeep (Schaving-
stick) bij
COIFFEUR
78, Langestraat, Nieuwpoort.
Lijst der jongelingen ingeschreven voor
de Militielichting van 1914
Cavereel Cyrillus Devacht Julius
Decat Camiel Devlamynck Achiel
Deceunynck Medard Torrelle Paul
De Keuninck Sabinus Vandamme René.
De Kimpe Mauricius
Het Loodswezen.
Het Beheer van Zeewezen zal geheel
in het kort een maatregel in voege stel
len dewelke zonder twijfel door vele
belanghebbenden met vreugde zal ver
nomen worden.
Er is kwestie van het overbrengen
naar Terneuzen van den hoofddienst
van het Loodswezen, die tegenwoordig
te Vlissingen is ingericht. Men zou in
deze laatste stad enkel nog eenige on
dergeschikte diensten behouden.
Men weet dat al onze Belgische zee-
loodsen hun brevet hebben tot aan
Terneuzen én dat er bijgevolg geen
reden kan bestaan om ze te beletten
tot daar hunnen dienst uit te oefenen.
Vérders zijn er ernstige voordeelen
aan dezen maatregel verbonden. Zoo
zullen wij doen opmerken dat, in te
genstelling met Vlissingen, het te Ter
neuzen zal mogelijk zijn te allen tijde,
zelfs bij de felste zee, een zeeloods te
geven aan de schepen die Antwerpen
verlaten. Thans is het onmogelijk zulks
te verrichten, en de schepen zijn ver
plicht op anker te liggen op de reede
van Vlissingen, die niet tegen de woes
te zee beschut is.
Terneuzen, integendeel, offert alle
waarborgen voor het geval dat een ge
vaarlijke storm den kapitein tot ankeren
dwingt.
Er is ook spraak dat de loodsrechten
op de handelsschepen zullen herzien
worden en merkelijk verminderd.
Ook het loonstelsel der loodsen zou
veranderd worden en voor verschillen
de kleine bedienden zouden merkelijke
verbeteringen toegepast worden.
Laat ons hopen dat onze wakkere
minister Paul Segers eerlang deze ont
werpen in voege zal stellen.
Haven van Oostende.
De statistieken die in sommige dag
bladen verschenen zijn over den toe
stand der havenbeweging in Oostende,
laten een merkelijken vooruitgang blij
ken diewij niet mogen nalaten aandach
tig te onderzoeken, ten einde er eene
mogelijks profijtige les uit te trekken.
Volgens die opgaven, die niet offici
eel zijn, zouden er in Juni laatstleden
te Oostende 69 schepen ingevaren zijn
metende 46.995 ton. Dat beduidt,voor
êëne enkele maandeene vermeerde
ring van 35 schepen met 28.500 ton,
of omstreeks 65 meer.
Laat ons vlakaf bekennen dat die
uitslag zoodanig is dat nooit een Oost-
endenaar het had mogen verhopen.
Immers, Oostende, doet sinds 4 jaar
van hier, niets dan achteruitboeren,
en opeens komt een enkele maand het
verlies van 2 jaar terugschenken dat
noemen wij meer dan geluk hebben.
Evenwel, die vermeerdering ligt
aan een dezer redens die wij hi«r over
twee maanden reeds behandelden in
ons artikel Is Nieuwpoort voor den
handel geschikt? namelijk De
Nijverheid
Wij deelden alsdan mede dat er te
Oostende, langsheen de vaart «aar
Gent, eene groote fabriek weldra hare
poorten zou openen, dewelke, door
het invoeren van groote hoeveelheden
kolen en het uitvoeren van cokes,
aanzienlijk de haven van Oostende zou
vooruithelpen.
Wat wij als voorbeeld gaven voor
Oostende, en als aanwakkering voor
Nieuwpoort, draagt reeds zijne vruch
ten.
De machtige, onweerstaanbare,groo
te nijverheid heeft Oostende opge
drild, en, in dien spoorslag van -nieuw
leven en heropgewekte bedrijvigheid,
vinden de Oostendeaaars van den eer
sten dag reeds bate om reklaam te
maken voor hunnen winkel.
Daarin hebben zij voorzeker gelijk,
en zoo is het dat wij in de groote ga
zetten reeds den eisch ontwaren van
wege Oostende, opdat de diepte der
havengeul, thans 6 meters, nog lager
Bericht.
Ter gelegenheid van de Nationale feest
dagen zullen de postbureelen van Nieuw-
poort-Stad en Nieuwpoort-Bad op 21 dezer
van af 12 uur gesloten zijn.
O die Slimmerikken I
Het Weekblad matigt zich aan ons de
les te lezen over de taal van ons artikel over
den 11 Juli. Het ziet den splinter in
dersoof-
niet.
begaan te hebben door de vermaarde
at de eerste betreft, waaruit het meent te
kennen, we weten maar al te wel dat het een
fouten noodzakelijk binnen
nummer van
27-31, Oud-Kleerkoopersstraat,
BRUGGE, 22, Steenstraat.
O
OOSTENDE, 9, Kerkstraat.
T T** V 1 11