van NIEUWPOORT KANTON. DAT HANGT AF.... Geloofsverdediging. Over Se nooizakelijïiieifl van See jods- dienst veer ieder nieiiscli ii ’t bijzonder. Elfde Jaargang Nr 30. Zaterdag 26 Juli 1913. God voor bake Recht voor stake Vlaamsch voor sprake. Weekblad verschijnende eiken. Zaterdag. Inschrijvingsprijs op voorhand te betalen 3 fr. per jaar voor België. Prijs per nummer 5 centiemen. Fafckeltoclit. De Vrienden van t Onderwijs. DAAR MOET EEN EINDE AAN KOMEN. Hoogstraat, 97, Nieuwpoort. Stad poort. Fanfaren de verscheidene maatschappe- MAANDAG om 8 1/2 28n JULI 1913, uur ’s avonds, op de Kaai, CONCERT door de van het Davidsfonds Daarna L^uwfig'. dat de professors der Hoogeschool de kunst van valsche munt te vervaardigen aanleeren maar zulks bewijst toch dat het niet voldoende is de rechtsge leerdheid te bestudeeren om recht in zijne schoenen te leeren gaan. Dat geen enkel woord van 't boven staande gezegd is om de onwetendheid op te hemelen, dat spreekt van zelfs. Doch men moet den moed hebben de zaken in te zien gelijk zij zijn, zelfs als zij nog zoo hard tegenvallen. De wetenschap 1... dat is iets gelijk de tong, gelijk de pers, gelijk de cine ma in haar eigen genomen is zij iets onverschillig vermits zij enkel een middel is. Alles hangt af van degenen die haar gebruiken. Zijn zij goed... de wetenschap is goed. Zijn zij slecht... door haar worden ze zooveel te groo- ter deugnieten BEHEER OPSTEL Hoogstraat, 97, NIEUWPOORT. In Henegouwen, waar de liberalen en socialisten baas spelen, is er geen cent toelage te verkrijgen voor de kinderen der katholieke huisvaders Te Brussel, door een bestuur van dergelijke dweepers, wordt een kom- meken soep geweigerd aan de noodlij dende katholieke schoolknapen. Te Luik insgelijks, worden onze ka tholieke schaapkens uit de rangen ge schopt bij de inhaling van Koning Al bert. Overal waar die onmenschen aan 't roer zitten, worden onze kleinen be handeld als bastaards. Dat heeft te lang geduurd 1 Wij, katholieken, wij maken de meerderheid uit in ’t land, wij dulden niet langer, dat men ons als verworpe lingen blijve behandelen, dat men ons in onze kinderen blijve tarten Om wraak roepen wij niet, maar om gelijkheid En die gelijkheid moet de schoolwet ons, stukken of geen, gedu rende deze tegenwoordige Kamerzit ting nog verleenen 1 Van voorrechten willen wij niet,doch vrijheid en gelijkheid eischen wij Zevende Voordracht. »)O(«— »)o(«- Inleiding. Tot nu toe hebben wij slechts voorafgaande vraagstukken be handeld i) Gods bestaan, natuur en eigenschappen (IP, IIP, IVs voor dracht) 2) 's menschen aard (Ve en VP voordracht). Nu echter moeten wij het verband vaststellen dat tusschen die twee wezens bestaat, verband welk len troef te geven 1 Zekerlijk niemand van ons betwist dat de nieuwe schoolwet voor eenige verbeteringen vatbaar zijn kan, doch 't is dat niet wat onze tegenstrevers het minste ontrust ef tegen houdt. Omdat de nieuwe schoolwet eerlijk is, 't is te zeggen omdat zij het vrii onderwijs niet meer als bastaard behan delt en het, bet recht aan Staatstoela- gen toekent, verbranden de blauwen en rooden alles waar zij zoo lang reeds hebben mede te koop geloopen Alles laten zij schieten en fluiten... om hunnen godsdiensthaat. Geene handelwijze kon beter dan deze de antiklerikale dubbelzinnigheid ontmaskeren. Klaar als de zon blijkt het nu dat al wat zij op schoolgebied vroegen enkel voor doel had scholen zonder God te spijzen en rijk te maken 1 Doch hoe ze ook krinkelen en spar telen, hoe ze ook huilen en duivelen, het land dat in 1912 met meer dan' honderd duizend stemmen meerderheid uitspraak heelt gedaan, eischt voldoe ning. Te lang reeds is er getalmd en ge draald geweest, het beslissend oogen- blik is geslagen. De nieuwe schoolwet moet er door stukken of geen Dat een geleerde geen oneerlijk man zijn kon of beter nog dat de zedelijke vooruitgang onafscheidbaar en onhaal baar met den v er standelijken vooruit gang, gepaard ging, dat hebben ze, ’t is nog geene eeuwigheid geleden, ge zongen op alle toonen, gezworen bij hoog en bij laag. Deze in ’t roosgekleurde gedachte vond zelfs hare uitdrukking in een zin- nèken waarmede onze ouders hoog op liepen en was eene school openen, is een gevang sluiten Sedert heeft men ondervonden dat er eene brok mocht afgedaan. Scholen zijn opgerezen met de macht, maar of die vermeerdering onze ge vangenissen onnuttig heeft gemaakt, that is the question, gelijk de En- gelschman zegt. Hoe groot ook onze ontgoocheling en ons verdriet wezen mogen, wij moe ten toch bekennen willen we de zon in klaren dag niet loochenen dat alle bandieten geene onwetenden zijn. Herinner u nog Ferrer, Bonnot, Garnier en Raymond de Wetenschap, wiens toenaam alléén reeds als eene onrustwekkende spotternij klinkt. Tegenwoordig is men bezig in Frank rijk met Doby, den valschmunter, te oordeelen. Die Doby bezit zijn diploma van doktor in de rechtsgeleerdheid 1 Wie weet hebben het zijne rechters allen zoover kunnen krijgen Dat wil nu natuurlijk niet zeggen wij godsdienst of religie noemen. Tegenover de goddeloozen beweren wij dat de godsdienst noodzakelijk is aan den mensch d.w. z. dat de mensch j zedelijk verbonden is d. i. verplicht, godsdienstig te zijn. i° Bewijs. De noodzakelijkheid van den godsdienst is eene gevolgtrekking uit hetgeen wij weten nopens de natuur van God en van den mensch. God is a) de werkende oorzaak van den mensch, veeleer dan de ouders het zijn ten opzichte van hunne kinderen b) Hij is onze regeerder om meer re dens dan de meester het is tegenover zijnen onderdaan c) Hij is ons einde, noodzakelijker wijze dan de bestem ming van een gebouw, een meubel, enz. het einde ervan is. Vandaar vol ledige en volstrekte afhankelijkheid des menschen van God. Daarbij de mensch is a) een ver standig wezen, hij kan God. kennen b) hij is een vrij wezen, hij kan naar God streven. Vandaar voor ’s menschen verstand en vrijen wil volledige af hankelijkheid van God, m. a. w. zede lijk verband tusschen den mensch en God- GODSDIENST. Bijgevolg gelijk de andere schepsels, elk volgens zijnen aard, op noodzake lijke wijze Gods lof verkondigen, zoo is het redelijk schepsel, ook volgens eigen aard, verplicht in Godes dienst te treden, godsdienstig te zijn. Zoo is het dat men godsdienstig noemt, wie werkelijk zijne afhankelijk heid van God erkent en belijdt, en godsdienstden samenhang der waar heden die het verband tusschen God en den mensch uit maken en der ver plichtingen die eruit voortvloeien. 2° Bewijs De noodzakelijkheid van den godsdienst blijkt klaar uit s men schen noodwendigheden. De mensch, als mensch, heeft bijzon re noodwendigheden in zijn verstand en in zijnen wil. Welnu ’t is de gods dienst die aan ’t verstand zijn voedsel, aanhet hert zijne bevrediging verschaft. 1) Aan 't verstand, a) God is de oneindige Waarheid. (Zie IIP voordr.) Wat kent ons verstand, geschapen voor de waarheid, indien het God niet kent? b) God is de eerste en het laatste einde van ai wat bestaat. Wat kent dus het verstand van al wat bestaat, indien het God niet kent Wat weet ik van mijzelven indien ik niet weet van waar ik kom, waaiheen ik ga 2) Aan het hert, a) God is ons op perste goed. Zonder godsdienst zou ons hert moeten'tevreden zijn met tij delijke goederen hetgeen onmogelijk is. (Zie IV“ voordracht). b) God is onze Heer en Regeerder zonder godsdienst geen gedacht van wetten, van verplichting, van oprechte deugd. Aanschouwen wij dien heilzamen in vloed van den godsdienst op 's men schen wil in de verschillende tijdstip pen van het leven bij het kind, den jongeling, den huisvader, den ouder ling in d ------- Dat de godsdiensthaat veel vermag, dat weten we allen, daar we allen er reeds menig staaltje van [in onzen zak dragen, doch dat de godsdiensthaat zoozeer den mensch verlagen kon om hem zijne eigene woorden te doen eten, zijn eigen leven en striven te doen logenstraffen, zijn eigen pro gramma te doen verraden, om dat te weten hebben we moeten wachten op liberalen en socialisten. Herinner u nog met welken over vloed van woorden en beelden de blau wen en de rooden, onlangs nog, kwa men afgestooten welke heilige en gloedvolle geestdrift zij, onlangs nog, aan den dag brachten om in stad en dorp de schoolkwestie te verdedigen. Partijgangers, gelijk zij zich noem den, van ’s menschen vooruitgang, van ’s menschen ontvoogding, verklaarden zij zich bereid alles te offeren tot ver betering en uitbreiding van ’t onder wijs. Waar zij ook kwamen of gingen, overal rolde het van hunne tong, dat zij niet eerder rusten zouden vooraleer de hervorming bekomen te hebben, die het hoofdpunt was van hun programma, en tevens, naar hun zeggen,- de toe- komstsleutel van België's geluk en grootheid 1 En die hervorming omsloten zij in deze eischen Verplichte doch kostelooze school- bijwoning Instelling van den vierden graad in voorbereiding van het vakkundig on derwijs Verbetering van het lot der onder wijzers Inrichting van de schoolscep en van een degelijk geneeskundig toezicht Volledige bescherming der jeugd. Nu is ’t enkel voldoende geweest dat ons katholiek ministerie aan die doel matige eischen gehoor heeft gegeven, ’t is voldoende geweest dat minister Poullet ze punt voor punt in een wets ontwerp heeft samengevat om ze ter bespreking en ter stemming over té le veren, om al de liberalen en socialisten kazak te doen keeren en als duivels op Geeraard op hunne vroegere voorstel- Aankondigingen 15 ct. den drukregel. Rechterlijke bekendmakingen 50 ct. den drukr. jVerkooper KAMIEL HILLEBRANDT, -o- Oostduinkerkscben bteenweg, 38, Drukker L 0 I S LAMMEN Hoogstraat, 97, Nieuwpoort. NIEUWPOORT. <1 NIEUWSBLAD ■eq——«mboimi ■mm i n llll 1 1 'I Pllll II BIIP' H I

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Nieuwpoort & Kanton (1902-1914) | 1913 | | pagina 1