KATHOLIEK ORGAEN YAN HET ARRONDISSEMENT.
HET OOG VAN
Zaturdag 18 September 1875.
10° jacr. N° 507.
VERSCHYNENDE DEN ZATERDAG VAN ELKE WEEK.
De aenkondigingsprys is van 15 centiemen den regel. De reklamen en reglerlyke aenkondiginyingen betalen 30 centiemen den regel. Men komt overeen voor de aenkondigingen van een jaer.
Een nummer genomen op het bureel 10 centiemen. De bygevoegde N» voor Artikc.», Reklamen of Aenkondigingen kosten 10 franken voor 100 afdruksels.
De aenkondigingen van verkoopingen voor hel Journal dYpres bestemd, worden kosteloos in hel A leuivsblad opgenomen, op voorwaerde dat zy voorden Vrydag noenen loegt zonden zjn.
Y SK fi5 BS W K li E I¥. 17 July.
Yperen, 18 September 1875.
Wat verschil, ïiberhaters
Volgens de solidaire gazetten, groeijen de
reglerlyke veroordeelingcn van de Broeders
der chrislelyke leeringdagelyks in gelal aen.
De cyfers zullen daerop antwoorden. AVy
Jezen in den Echode Namur
De liberale drukpers kan niet onbewust
zvn dal de statistiek die zich met alles be
moeit, den gerégtelyken bilan der Broeders
en dezen der wereldlyke onderwyzers heeft
opgemaekt. Welnu, ziehier wal ze ons leert
Sedert 1838, dat is sedert byna 40 jaer,
opeen totael Broeders dat wel lot tien duizend
beloopt, zyn er zes veroordeeld geweest.
Zyn de wereldlyke onderwyzers zoo
talryk in België? Welnu,gedurende hot zelfde
lydverloop zyn er in België vier en dertig
veroordeelingen legen wereldlyke onderwy
zers uitgesproken.
Deze cyfers door eenen achI baren advo-
kaet dezer .stad, M. Doucet, in een welspre
kend pleidooi aengehaeld en doorde drukpers
overgenomen zyn niet betwist geweesl. Hoe
komt bet dan dal de laster in al de liberale
papieren voortgezet wordt
lieve «Ie vcyheitl
Leve de vrijheid' In Frankryk, dank aen
den onverpoosden moed der katholieken is
er eene specie van vryheid gegeven aen 't
onderwysde katholieken maken er gebruik
van om universiteiten op te richten De
liberalen met alle hunne mildheid staen
daer verstomd op te kyken Of wel
schreeuwen er tegen. Men heeft professors
noodig en gelyk de studiën in België sterk
naer het fransch van Adolf Favre.
Verboden nadruk.
zyn zoekl men ze hier!... Jamaer, leve de
vyheid! dal slaet hun ook niet aen. Daer
zyn er die voorenslellen die Belg sche pro
fessors hunne nalionalileit, hun naem en regt
van Belg af Ie nemen. Leve de vryheidMen
zon voorlaen in vreemde landen den naem
van Belg niet meer in roem en achting mo
gen doen aengroeijen
Leve de vryheid De cerw. heer Pastor
van F.... was by eenen zieken geroepen.
Gekomen le midden de plaets len 4 uren na
middag sprong de Burgemeester der ge
meente H... met zyn geweer en zynen hond
uit eene herberg, nam den eerw. lieer Pastor
by de keel en braekte alle slacli van walge-
Iyke en smadelyke woorden uit. Doch de
Pastor, een man van fieri, bleef kalm en kon
door zyne edele houding den woesten en
dronken Burgemeester beschaemd doen ach
teruit wyken. Leve de vryheid
Leve de vryheid! 0 in l ren t Coblenz heersch t
den typhus zoo geweldig dat alle man
wegvlugl de zieken m den brand latende.
Zelfs de familiebanden schynen gebroken...
De broeders en zusters van Liefde alleen bly-
ven op hunnen post, vermenigvuldigen zich,
ontzeggen zich rusten slaep om met dringend
gevaer van 'l leven de zieken op te passen
en de dooden te begraven.... In name van
de vryheid wil men die menschenvrienden
verjagen en vervolgen. Leve de vryheid
Met vry «itih'i'zock cn 't
iiSicnsiifcimiM.
De Ïiberhaters roemen gedurig bet vry
onderzoek, den vryen redetwist, en de vrve
concurrentie in znke van onderwys die zy,
zoo ze zeggen, bovenmate liclhebben cn voor-
slaen.
Doch, de daedzaken bewyzen ten duide-
lykste dat zy die woorden in het hert niet
dragen en ze slechts op de hppen hebben,
gelyk de phariseën. 'T is cent woordenkra-
mery oin de kleingeestige» te foppen en te
verleiden. De uilroeping der vryheid van 'l
liooger onderwys in Frankryk levert ons een
nieuw bewys op van de zonderlinge liefde
die de ïiberhaters voor het vry onderzoek en
de vrye concurrentie in zake van onderwys
koesteren.
En inderdaed, niet eenen onzer ïiberhaters
tolken beeft zich verheugd getoomd over den
valdesmonopolititns van 't ho-£cr f'iderwys
in handen van den Slacl, gelyk het lot hier
toe in Frankryk bestaen heeft. Integendeel,
allen, zonder uilzondering, hebben, in min
of meer bittere woorden, hunspyt uitgedrukt
liet fransche volk een princiep in zyne wet
ten te zien opnemen 't welk, in ons land, lot
groot genoegen van al wie eenig belang in
T geluk des vaderlands en der familien stelt,
de beste uitslagen oplevert.
Voor weinig dal men de libcrhaterstolkcn
met eenigc aendacht leest, ziel men dat de
zonderlinge liberale voorslaenders van 'l vry
onderzoek met schrik en angst zyn bevangen,
by de gedachte alleen dal de katholieken en
de Jesuiten nu ook Universiteiten zullen mo
gen openen in concurrentie met deze van
den Slaet.
Wat bewysl dit?... Dit bewyst eenvoudig
lyk dat de liberalen de vryheid van 'l hooger
onderwys vreezen en dat zy hunne zooge
zegde liefde voor 't vry onderzoek en vrye
concurrentie op de lippen en niet in het hert
dragen. En noglhans de nieuwe welgeving
erkent slechts aen de katholieken hel alge-
meene regt, 't is le zeggen, dat men ben
geene_ voorregten geeft of loestaet. Waerom
dun, heeren ïiberhaters, zyt gy zoo bevreesd
en beangst voor de vryheid van 'l hooger
onderwys
Wy begrypen het, heeren Ïiberhaters!
Uwe groote vrees, uwe razende woede be
wyzen de gegrondheid der grieven die de
fransche katholieken legen de wetgeving,
welke gclukkiglyk komt te verdwynen, in-
bragten... Gy betreurt den val van hel mo-
nopolium des hooger onderwys in handen
van den Staet, omdat dit monopolium uil-
sluiteiyk ten uwen profyle werkte, met aen
de loerende jeugd de goddeloosheid en on
godsdienstigheid in le boezemen, aldus eene
samenleving van vrydenkende godhaters te
vormen en uwejieerschappy^des le beter te
vestigen.
Nulheden len minste, zuilen'de katholieke
huisvaders, bezorgd met de opvoeding, 't
geluk en de welvaert hunner kinderen, ze
aen 't verderf, aen de goddeloosheid kunnen
onttrekken cn er nuttige leden der maet-
schappy, in plaets van communards en revo
lutiemannen, kunnen van maken.
'T is die geestelyke en godsdienstige ont
voogding der fransche katholieken, die her
stelling aen de ware vryheid van geweten
gegeven, die verovering der onafhankelyk-
heid der familie, eindelyk 't is de slag die 't
liberalismus in Frankryk komt le treffen
welke de gramschap en de razende woede
der maconuieke liberhaterskliek ontsteken.
Hopen wy dus dat, ondanks al de liberale
vervloekingen cn vermaledydingen, de vry
heid van 't hooger onderwys weldra in
Frankryk de besie vruchten zal voortbrengen
en dal dit zoo geteisterd en beproefd land
uit dc klauwen van liet helsche maconniek
gebroed voor altyd zal gerukt worden.
•fnvrlykscS&c klopping
van '4 wcj'cltSSyk oiitlcrtvys
4e IParys.
Sedert verscheidene jaren kloppen de leer
lingen van T geeslelyk onderwys telken jare
deze van 't wcreldlyk onderwys in dezen
kampstryd, by zoo verre dat wy te regt aen
't boold van ons artikel als opschrift mogen
scbryven: Jaerlyksche klopping van t wc
reldlyk undei tvys te Parijs.
Wy kondigen dus mei waer genoegen den
uilslag van dien kampstryd af, byzondcrlyk,
omdat het ons een nieuw bewys oplevert
dal de liberalen oneindig veel beter zouden
doen de spotwoorden van lichtdompers,
nielwetersdomoorenenz., enz., naer 't
hoofd hunner eigene mannen te werpen die
ons jaerlyks lootten dat zy ze verdienen.
Zielhier den uitslac;:
«505 leerlingen namen deel acn den
kampstryd waervan 233 lol de wereldlyke
en 272 lol de hrocdersseholen behooren.
Na de eerste proeven werden 292 mede
dingers acn kant gesteld, waervan 174 dor
wereldlyke scholen en 118 van deze dooi
de Broeders bestuerd. Zoodanig dat er van
de 213, lol de eindelyke proeven aenveerd,
153 leerlingen van de Broeders en slechts
CO der wereldlyke scholen waren.
cc
cz
O
C/3
UZ
52
O
cc
Ui
O
SS
H
u
cc
H
C/3
CC
w
O
CQ
O
Ch
Cr
Si
-3
4»
Poperirighe-Yper, 5-15, 7-00, 9-30, 10-88, 2-15, 0-05,9-20. Yper-Poperinghe, 6-40,9-07,12-05, 3-57, 0-50,8-43,9-50.
Poperinghe-llazebrouck, 7-03, 12-23, 4-17, 7-13, 1 lazehrouck-Poperin-gtio-Yper,8 33, 9-50,4-10,8-23.
Yper-Rousselaere, 7-30, 12-23, 6-45. liousselaere-Yper, 9-23, 1-50, 7-30.
Kousselaere-R/w/jre, 5,44 8-45, 1 1-34, 1- 13, 4,39, 7-30, (9-35 Liehterv Lichtervelde-Thourout, 4-25 m. naer Ostende.
Thourout Lichtervelde 12-02 van Ostende.Brugge-/iotM!seL7-23,8-2ö, 12-30 5-00,0-42,8,45. Lichiei ve\&a-Korlryk, 3-25
m. 9,01, 1,30, 5,37, 7,21.
Yper Korlryk, 5-34,9 49, 11-15,2-35, 3-23,7-15. (I-en 2" kl.) Kortryk-Yper, 7-00 (1' en 2' kl.) 8-08, 11-02, 2-36, 5 40, 8-49.
Yper-Thourout, 7-18, 12-06, 6-20, (den Zaturdag ten 5-50 's morgens tol Langiiemaick.)Tliourout-Yper, 8 40, 1 10, 7 00,
(den Zaturdag ten 6-20 's morgens van Langheinarck naer Yper).
Coinen-Waesten-Le Touquel-Houplines Annentiers, 6-00, 10,15, 12,00, 6,25. Armentiers-IIouplines-Le Touquet-AA aeslen-
Comen 7,23, 10,50, 4,10, 8,40. Comen-Waesten 8-45 m. 9-30 s. Waes-ten-Comen 5-30, 9,50.
Kortryk-Brugge, 8-05, lt-00, 12-35, 4-05, 6-33, (9 00 Licht.) Brugge-Konrvk, 8-25, 12-50, 5-00,6-42.
Brugge, Blankenkerghe, Ileyst, (statie,) 6-50, 7-25, 9 20 exp den Zond 9-50, 1*1-08, 2 25, 2 30, 5-35, ex. 3-50 exp. den Zalurd.
7-35 exp 8-55.— (bassin) 7-00, 7-319 26 den Zond.-9-56, 11-14, 2 312 56, 3 41ex. 5-56exp. den Zat. 7 41 exp. 9-01
Beyst, Blankenb. Brugge, 3-45,7-15 exp. den Maend. 8 23,11 23,1 25,2 43, exp 4 10,5 30, 7 25 exp. den Zond. 7 33, 3"*''.
Ingelmunster Deynze-Gent, 5-00, 9-412-15, Ingelmunster-Deynze, 6-05 2" kl, 7-13. Gent Deynze, ingeluninsler, 6-58,
11-20,4-41, Deynze-lngelmunsler, 1,00. 2' klas 8-20.
Ingelmunster-Anseghem, 6-05, 12-55, 6,13.Anseghein-lngelmunster, 7-42. 2-20, 7-45.
Lichtervelde-Dixinude-Veurne en Dunkerke, 6-30, 9-08, 1-35, 8-00. Dunkerke-Veurne-Oixmude en Lichtervelde, 6-33,
11-10, 3-40, 5-00.
Dixmude-Nieuport, 9-50,2-20, 8-43. Nieuporl-Dixmude, (bains) 7-20, 11-30, 4-18, (Stad) 7,30 12,00 4,20.
Thourout-! Istende, 4-50. 9-13, 1-30, 8-05, Ostende-Thourout, 7-35, 10-10, 12-23, 6-15.
SelzaeteEecloo, 9.05, 1.25, 8.23. - Eecloo-Selznete, 3,35, 10.15, 4 22.
Gent-Teiheuzen, (statie) 8.17, 12.13, 7,23. (Antwerppoort) 8 30, 12 40, 7.45. Ternouzen-Gent, 0.00 10.30, 4.40.
Selzaete-Lokeren, 9.04, 1.3t), 8.30 (den Woensd. 3.10 m.) Lokeren-Selzaete, 6.00, 10.23, 4.43 (den Dyssendag 9.30).
CORR1S
KORTRYK BRUSSEL.
6.37 10,53 12.33 3.47
I 33 2.23 0.14
DOOR.NYK RYSSEL.
10.36 2.54 5.34
11.47 3.48 6.39
12.08 4.00 0.33
KORTRYK GKNT
v. 6.42 12.31 3 44 6
a. 8.01 1.51 5.04 7
BRUGGE GERT BRUSSEL.
Brugge v. 6.49ex. 12 34 2,52 3,43ex. 6.43
Gent a. 7.34 1.49 4,07 4.28 7.58
Brussel a. 8,30 4.00 6.02 9.31.
Korlryk v.
Brussel a. 9.20
KORTRYK
Korlryk v. 6.37
Doorn yk a. 7 28
Ryssel a. 7.38
Kortryk
Gent
spoariJEif tibw,
BRUSSEL KORTRYK.
Brussel v. 3 22 8.28 12.21 5.33 6.47
Kortryk a. 8.02 10.46 2.44 7.56 8.44
RYSSEL DOOR.NYK KORTRYK.
Byssel v. 3.15 822. 1 1.05 2 22 3.20
Doornyk v. 5.42 8.36 11 29 2 40 5.39
Korlryk a. 6.34 9.47 12.20 3.38 6 33
GENT KORTRYK.
I Gent v. 5.15 9.38 1.28 4.24 7.21
I Kortryk a6.34 10 51 2.49 5.31 8.42
BRUSSEL GENT BRUGGE.
Brussel v. 8.14 11.53 3.12ex. 4,30ex 5.33
Gent a. 0.00 9 41 1.13 3,25 4.20 6,37 7.28
Brugge a. 7.15 10.34 2.38 4,37 5.11 7,22 8.33
0.35
8.54
8.47
9.41
10.00
.40 I
.56
1
De twee broeders kwamen van hot Tornooi cn
keerden naer hunne woonplaels terug zy reeden
stillekens voort in den zelfden veelweg 'l was op
het uor dat de natuer als levenloos scliynt te zyn
onder de brandende hitte van den dag men hoorde
geen ander gerucht dan du hunner wapens die hy
geval tegen elkander slootten, of hot gehricsch der
dravers die livgende hunne manen schuddeden
Broeder, sprak«eindelyk de jongste, Otho, de
dappere ridder, wier arm zwaer is als lood en liet
oog zoet als honing broeder, waerom is uw aenge-
zigt bleek, en waerom dat somber vuer in uwe
oogen, die de koorts der vermoeidheid niet is? Wat
ontbreekt u Zyt gy niet ovcrwinnacr, en hebben
<le edele vrouwen en de princesscn haren ruiker cn
bare liefde vóór uwe voelen niet geworpen
Ulrie antwoordde niet.
Spreek, broeder, hernam de jonge ridder,
welk groot verdriet kwelt u indien O'ga, de jonge
verloofde die my in hel kasteei verwacht, deze is
wier bevalligheden uwe oogen verleid hebben, ik
zal u verlaten en ik zal de ongcloovigen geen bcslty-
don, Lol dat gy haer hebbel kunnen behagen en dut
ik liebbe kunnen sterven of haer vergeten.
Dat gy de ongcloovigen gael beslryden en dat
gy-de blonde ülga vergetet, zuil gy maken dal zy
geene hoop meer hebhe en dut zy uwe gedachtenis
uit haer hert verdry ve
Olho zwoeg cu boog hot hoofd macr in don grond
zyns herten verblydde hy zich over de woorden
zyns broeders, een zaIiy gepeis ontstond in zynen
boezem even als de bloemen onder de mei zon.
By gaf zyn peerd de spoor, en reed vooruit om
zynen broeder niet te bedroeven door de blydsehop
die in zyne oogen vonkelde.
Alles zwygt de ingesluimerde natuer gist in
stilte men hoort niets dan de schellere stappen der
niet schuim bedekte peerden, en de masthoornen die
kraken onder de brandende zonnestralen.
Eensklaps glinstert een zwoerd, weergalmt een
kreet, Olho wankelt op zynen verschrikten draver
die zyne hand niet meer gevoelthy steigert on
vlugl.
Otho blyfl ten gronde uitgestrekt zieltogend, hy
regt zich op door eene maglige pooging, en in zyn
laeislen zucht
Ulric, zegt hy, gy zyt maer een laffe ntoorde-
naer ik sterf, maer liet oog van God is op u om u
nimmer te verlaten ik sterf, maer ik zal gewroken
worden, al had ik geene andere getuige dan de zon
die glinstert cn uwe schaduw.
ily valt, hel leven vloeit uit zyne aderen in eenen
stroom bloods dal liet zand bevochtigtzyne oogen
sluiten zicli Ulric sleept hem cn werpt hem in de
diepte die langs den weg is en in dewelke een stioom
bruist dien men nooit gepeild heeft.
11
Ulric komt in bet slot zyncr vaderen aen, zyne
leenmannen begroeten bom met vreugdekreten de
blonde Oiga, de verloofde van Otho, begroet hein
met ceneri glimlach.
Olho is dood,hy is verdronken in eenen stroom
toen wy van hel Tornooi wederkeerden, en het is ik
die de ovcrwinnacr ben.
De vreugdekreten veranderden in zuchten de
jonge Olga alleen bleef stilzwygend, onbewegelyk,
do oogen verwilderd men zou meenen een stand
beeld te zien welhaesl vloeijen bittere tranen over
haer ongevoelige wang cn op hare lippen die zich
voor eenen heilkreet geopend hadden
De klok, in hare steenen scfiuilplacts, laet hare
droevige slem hooren de leenmannen door den
eersten weersehyn des dageraeds ontwaekt, konten
naer de kapel voor de ziel huns meesters hidden
de aelmoesenier beklemt den autaer, hy reiht Zynen
zegenden arm over Ulric en zyne vassalen.
Maer de druppel water, die op gloeijende kolen
valt, vergael in damp, en de zegen van God die op
den pligligen valt verandert in eenen vloek.
Ulric, voor het allaer neergeknield, buigt zyn
misdadig huofd onder de hand die den hemelschen
zegen geeft j eensklaps glinstert de zon schiet
schuinsche stralen door de kerkvensters, en leckent
op den vloersteen liet schaduwbeeld of van den
bruedermoorder.
Ily wil zyn hoofd koeren maer hot oog van God
vorlact hem niet, liet is altyd daer, altyj j
lil
En de dagen zyn vcrloopen Ulric Wcct njet meer
waer ziclerust vinden wanneer do zon opstaoi, hy
zadelt zyn peerd en rydt vooruit, den blik ten heme|
gericht.
Als hy de zon te gcntoel gael, zyn Kezjg( WQrjt
jjiet vcrgeesligd door do eerste stralen des dage
raeds, he'laes hy wil zyne schaduw vlugten, maer
zy verlaet bent niet; hy voelt altyd dien onverzoen
bare!) last die hom volgt, gelyk de vissclierdie
naer buis wederkeert, bukt onder het zwaer net
dal hy op het strand sleept.
Keert hy zich om, hy ziet zyne schaduw die hem
stap voor slap volgt, of die springt en huppelt vol
CJ
gensden draf van zyn peerd; welhaest loopt zy
vooruit, springt over hagen en braembosschen, en
dreigt liern altyd.
'S middags, wanneer de zon hoven zyn hoofd
den hemel verlicht cn met hare gelyke stralen de
aerde overdekt, hy herlcefi, zy is niet meer daer;
de zendelinge der hel is onder de aerde gekropen
om hel oog van God te vermyden. Maer dal de
ridder zich buige by eene beweging van zyn peerd,
zy rysl eensklaps uit den grond; verlengt zich ge
lyk de onmeetbare vleugel eener vledermuis, en
verdwynl.
De zon gael baren loop eindigen; Ulric keert
zich om om aen bet monster te ontsnappen die reeds
voor zyn peerd ging, en eene gids van bel helsche
verblyf sebeen om hem naer den gapenden afgrond
des wegs te leiden.
'S nachts alleen heeft hy rust; 's nachts slaept
alles, de aerde en de hel, tenzy noglhans de maen
niet hare blceke stralen de duisternis komc door-
booren, en dat hy zyne schaduw terugvindc wan
neer hy zyne foliering in den hol van 't kasteel wil
vergeten.
Keert hy zich om, hy ontwaert een mismaekten
dwerg in de hoeken der muren, die staet als hy
staet, en hen) met eenen spot schynl uit te dagen.
En dag en nacht, verlaet heil) het oog van God
niet, het is altyd daer, altyd
IV
Ziedaet, zegt hy, ziedaer de wreker en de
getuige van Olho.
En zyn geest brengt hem voor zynen broeder dien
by vermoord heeft en die in het diepste des af-
gronds ligt.
Dit gedacht kwelt hem; hy staet op cn gael hy
dc schoono Olga, wier oogen zoo zool zyn, wier
CJ
hert zoo vrolyk is; maer dc zoele Olga heeft geene
liederen noch geene vrolykheid meer; hare oogen
zyn uiigedoofd, de tranen hebben bare wangen ge
rimpeld en zy voedt haer met hare sniert; op haer
bed uitgestrekt, wacht zy slilzwygenl, zy verwacht
den troost van dezen die geene hoop meer hebben:
de dood.
Uliic nadert, hy spreekt haer aen, by neemt hare
zwakke hand in zyne hand zy staert Item aen met
oogen die in de ruimte zweven, cn slaet eensklaps
hare blikken ten gronde.
Ily volgt dien blik, cn ziel te midden van den
lichtslrael die door de venster dringt, zyne zwarte
schaduw als eene wroeging.
En zyn gedacht vervoert hem hy zynen broeder
die begraven ligt in den afgrond welkers bruisehen-
de waters eeuwig de wonde wasschen.
Die herinnering foltert hein om haer te ontsnap
pen verlaet hy O.ga en gaet in de velden de een-
zaemheid zoeken. Hy vliegt; zyn draver doet de
keijen onder zyne hoefyzers vliegen en verbryzelt
bramen cn struiken. Endtlaps, by de bogte des
bergs, steigert en stuit hy, hy gehoorzaemt niet meer
acn,de knie, hy icgt zich onder de spoor die hem
verschouit, en schudt zyn gebreidelden kop, zyn
zwart en vonkelend oog schiet bliksemstralen, zyne
ooren, die to vooren naer de kim gericht waren,
vallen met verlegenheid.
Ulrie vleit hem met de hand en zoekt liet gevaer
dat hom dreig,I; aen zyne zyde ziet hy zyne schaduw
die zich op hel zand afschetst in eerie zwarte en mis-
maekte gedacnle, die springt en huppelt, zich ver
lengt, verkort, rolt en sluit gelyk een verdoemdo
der hel.
En zyn geest brengt hem nog eens terug by zynen
broeder die in den afgrond ligt, en wier lichaem
verscheurd is door den hoek dor rotsen.