MENÓELMAREN
THEE CHAMBARD
0| VOLLEDIGSTE GEZONDHEID I
PINK PILLEN VOOR PLEKKE LIEDEN
Pink Pillen voor bleeke lieden
AANGENAME VERRASSING VAN EENEN REPORTER
DE VERGULDE
Een proces
Bij een indischen fakir
In de ïweinszaal
Mededeeling
Wij vernemen dat de heer Maurits Vei-
gracht een proces komt in te spannen tegen
ons liberaal stadsblad de Strijd, wegens
hevige aanvallen ter gelegenheid van zijne
benoeming als onderluitenant van de Pom
piers van stad.
Bovengenoemde heer zal voor het ge
recht eene schadevergoeding eischen van
1000 franken, alsook inlasschingen in dag
bladen van de veroordeeling ten beloope van
1000 franken.
Een engelschman, die verleden zomer
India bereisde, |had het genoegen eens op
een groot feestmaal bij een rijken indischen
radjah in de binnenlanden tegenwoordig te
zijn. Des middags zou een iridisclie fakir op
de groote binnenplaats eene voorstelling
geven, en wat hij daarbij zag, verhaalt de
reiziger op de volgende wijze
Na eenige goocheltoeren met kaarten,
ballen en ringen, die tot de gewone kunst
stukken ook van den westerschen gooche
laar behooren, kondigde de fakir aan, dat
hij den groolen toer met de mand ging ver
richten. In tegenwoordigheid van het ge-
heele gezelschap bond hij zijn eenigen hel
per, een jongen van acht of negen jaar, die
waarschijnlijk zijn zoon was, aan handen en
voeten en plaatste hem zoo in eene groote
vierkante mand, welke daarna meten gioot
wit kleed werd toegedekt.
Dan nam de fakir een lang indisch zweerd
en stak dit midden door de mand, waarin
de jongen zat. Een pijnlijke kreet weerklonk
en daarna was alles stil. Wat later stak d'
fakir opnieuw zijn zweerd recht door de
mand om het bebloed, weer terug te trekken
Dit werd zoo vier of vijt maal herhaald, zoo
dat het zwaaid in alle hoeken der mario
moest geweest zijn. Vei volgens legde de man
zijn wapen neer, trek het kleed van de mand
en voor het verbaasde publiek-vertoonde
zich niets dan eene ledige ruimte, terwijl d.
knaap van onder den stoel van een der aart
wezigen te voorschijn kroop Hoe de jongen
onder de oogen van Int publiek, van irice
dan honderd toeschouwers, uit de mand
die bovendien nog gesloteu was, kon out
snappen, bleef een raadsel.
Doch we zouden nog andere dingen zien
De fakir nam een groeten bal in de hand,
van den touw, welken hij, na een der einden
in zijn zak te hebben gestopt, met alle
krachtin de lucht wierp. Niettemin rees de
bal langzaam in de hoogte in tot hij in d<
wolken verdwenen was. Daarna beval de
fakir den jongen op het touw te klimmen,
wat deze aanstonds deed met al de vlugheid
vaneen aap. Langzamerhand werd de knaap
kleiner, totdat hij ook voor onze oogen ver
dwenen was.
Eenigen tijd duurde het, alvorens de fakir
zich weer met den verdwenen jongeling be
moeide, daar hij in dien tusschentijd eenig<
toeren van minder aanbelang verrichtte.
Maar dan begon hij den knaap bij zijn naam
te roepen ert hem te bevelen naar beneden
te komen. Er kwam echter als antwoord
van boven, dat hij niet wilde. Na verschei
dene herhaalde vergeefsehe pogingen te
hebben aangewend, riep de fakir uit, dat,
zoo hij niet naar beneden kwam, hij zou ge
dood worden, doch weer kwam er een out
keM-erid ant woord De schijnbaar woedende
man greep daarop een lang mes, hield dat
lusschen de tanden eri klom met handen en
voeten tege i hel touw op Ook hij verdween
spoedig voor onze oogeri en aanstonds daar
op klonk er een afgrijselijke k reet door de
lucht eo begonnen er, tot groote ontzetting
der toeschouwers, langzaam bloeddruppels
te vallen.Seffens daarna tuimelden achtereen
volgens de bpeneri, de lomp en het hoofd
naar beneden, eu ghed de fakir met hel be
bloede mes weer langs het touw naar om
laag.
Vervolgens legde hij de overblijfselen
van den jongen met hei touw onder een
Kleed, eri toen hij dit weder wegtrok, kwam
de knaap gezond eri 'wel, zonder eenig
zichtbaar leeken van geweld, te vooischijn
In onze barakken heeft men het nog zoo
ver niet gebracht.
\icuvvjnar nadert en 't wordt
tijd van op de naamkaartjes te peizen. Vraagt
ze van nu af in de drukkerij van 't Nieuwsblad
van Yper. Daar zijt gij zeker van netten druk,
spoedige en goedkoope bedieningm
OM HANDSCHOENEN van leder schoon te
maken, zet men ze eerst in water te weeken,
wascht ze dan in zeepsop, doet ze vervolgens
in een gesloten potje en overgiet ze met wijn
geest. Hierin blijven ze dan 24 uren staan en
worden dan in de schaduw gedroogd.
DAT HEET VOLHOUDEN. Een tooneel-
speler van een rondreizend gezelschap treedt
in een reeds dikwijls uitgefloten stuk op en
houdt een ellenlange alleenspraak. Men fluit,
werpt met noten, appelen, eieren, alles te ver
geefs, hij spreekt en speelt rustig voort. Als
hem echter een vertwijfeld toeschouwer met
eenen schoen bombardeert, wil hij van 't too-
neel vluchten.
Doorspelen! roept de directeur, tol dat
de tweede schoen komt
MENSCI1ENVRETERIJ. Op de duitsche
Samos-eilanden heelt onlangs een tooneel van
kanibalism plaatsgehad. De duitsche kapitein
Kohlshon, die met zijn schooner Sea Ghost
voor eigen rekening handel dreef, wilde van
Queensland naar den Samoa-archipel, om daar
eene lading kopra in te nemen.
Op den Bismarck-arehipel evenwel verander
de hij van gedacht en besloot, trots de waar
schuwingen die hij ontvangen had en de herin
nering van de slachterij der oostenrijksche
expeditie onder vrijheer Norbeck, doch het
eiland Buka aan te doen, om daar te pogen
handel te drijven.
De schooner kwam te middernacht voor het
eiland aan. Men wachte tot den volgenden mor
gen om eene geschikte aanlegplaats te vinden.
Daar het nevelig weer \vas klom de kapitein
zeifin de takelage om uit te zien. De oudste
maat, stond op het voordek, de tweede aan het
roer. De overige manschappen waren inboorlin
gen van de Bismarck-eilanden.
Plotseling kwamen eenige booten van in
boorlingen in 't zicht, die het eiland verlieten
eu spoedig, onder allerlei betuigingen van
vriendschap langszij aanlegden. In een omme
zien waren zij aan boorden drukten het ver
langen uit ruilhandel te drijven. De manschap
pen meenden juist naar beneden te gaan om
waren te halen, toen er weer talrijke booten
bij het schip aanlegden. Op hetzelfde oogen-
blik hielden de eerstaangekomenen reeds hun
ne messen in handen en weldra waagden zij
eenen woedenden aanval.
De blanken vochten als leeuwen twee van
de zwarte matrozen waren spoedig neergeveld,
terwijl de kapitein door verschillende speer.
worpen getroffen was, alvorens uit den mast
te kunnen neerdalen. Hij gelukte erin eene bijl
te grijpen en nog twee wilden neer te vellen,
eer hij zelf, met talrijke speren doorboord,
neerviel.
Met de lijken der gesneuvelde bemanning en
twee zwarten als gevangenen, gingen de in
boorlingen aan land. De gevangenen wierden
gebonden in eerie boot geworpen, de dooden
naar al de regelen der kunst gereed gemaakt
en... opgeëten. Het lijk van den kapitein was
er niet bij. Het was na den strijd overboord
geworpen.
Intusschcn keerden de inboorlingen aan
boord terug, van waar. zij spoedig meteen vat
jenever weerkeerden.' Inkorten tijd waren al
len stomdronken. De twee zwarte matrozen
gelukten er nu'in hunne boeien los te maken
en de boot, die hen tot gevangenis diende, le
ontkomen. Natwee dagen rondzwerven wer
den zij door een handelschip opgenomen, die
hen naar Queensland bracht. v
GEZANG IN HET LEGER. - De minister
van oorlog heeft beslist dat voorlaan alle weken
de manschappen van de regimenten voetvolk,
door eenige muzikanten in zangoefeningen
zullen begeleid worden.
Wanneer de zangstukken goed gekend zijn,
zullen zij met begeleiding van de muziek worden
aangeleerd.
RUPSENPLAAG. - .Een tuinbezitter had de
opmerking gemaakt dat zijne planten in de na
bijheid van een kalkhoop niet door rupsen
lastig gevallen werden, terwijl elders alles kaal
gevreten werd. Deze omstandigheid deed hem
de proef nemen met kalk tot rupsenverdelging
en wel met gunstig gevolg na drie dagen was
geen rups mede te vinden. Daar nu de kalk
het gewas niet benadeelt, maar in vele geval
len als een uitstekende verbetering van den
bodem is, is dit middel de 'proef zeker wel
weerd.
Een ander middel is in Frankrijk beproefd
en doeltreffend bevonden het beslaat in de
besproeiing met eene oplossing van 3 decagr.
melasse'iri 2 liters'water. De besproeiing moet
plaats hebben als de rupsenpiaag begint.
MOESKROEN. Dinsdag avond heeft de
gendarmerie alhier twee deserteurs aangehou
den Jules Tanghe, geboortig van Schuyffers-
kapelle-bij-Thielt, 21 jaar oud, deserteur van
net 1° regiment jagers te peerd, en Charles
Dhondt, geboren te Sinaai, deserteur sinds
Februari 1892 van het 3e regiment lansiers in
garnizoen te Brugge.
Woensdag morgend rond 10 ure heeft de
policie een deserteur van het 2° regiment'jagers
te voet aangehouden, zekeren Arthur Decotti-
gnies, die zich in dronken toestand in, eene
herberg der Toerkonjestraat bevond De drij
deserteurs werden ter-beschikking der krijgs-
overheid in het gevang van Kortrijk opgesloten.
De avondfeeste van Zaturdag was uitne
mende welFanfare en Symphonic hebben
er eere van gehaald. De heeren Weru sen
Derudder zijn knappe pianisten en de h ei
Derudder is zoowel als heer Joseph Don-
deyne een bekwaam zanger. Voor dezen
laatste nogthans begeerden wij wat
klaardere uitspraak"!*'
De heer Goethals heeft zijn kluchtlied op
recht koddig afgedopt. 't Stond het volk aan
en als hij nog op de planken komt, hij is
van nu at wellekom
De jonge'Luciaan Verhaeghe heeft aanleg
jom een kundig vioolspeler te worden. Hoe
orig ook bezit hij talent, die, 'tis te hopen,
hem later eenen naam zal maken.
Eere aan zijnen leeraar heer Alb. Van
Eegroo. Ut D
Het aangenaamste purgeermiddel
Het üeste middel tegen verstopping
Ter gelegenheid van de Kerstmis die orn
middernacht plechtiglijk gedaan word' i
de kapel der Ierlandsche damen ter sterf.
zal dit jaar de kapel toegankelijk zijn alleerie
lijk aan de personen die eene ingangskaart
hebben.
D.e begeeren in die plecbtigh -id tegen
woordig te zijn kunnen eene kaart verkrijgen
in de spreekplaats der abdij ten prijze van
2 franken: de opbrengst derzelve zal opge
zonden worden naar de zending der Eer-
weerde Paters Benediciyuen in Bcaziliën.
is aan jonge lieden, ouderlingen, aan mannen en vrouwen door d6
her schonken.
kar) Dr. Willianj?
MDIEN GI<J ZIEK ZldT7 ep Ipcfiep gfj plet gepezep
j dien gij als ongeneesbaar aanzien wordt, DAH
SGHï^Idp 0^(5 1 Wij zülfep U rpet gepoegep aptWoordep.
AiVij QeF^oopep opze piüep alfeep aap de zieker) die
door f)üp gebruik tyüppep gepezep Wordep. /Idre?
- GAB LI N Gie, APOTHEKERS, 3GITÊ TRÉVISE, PARIJS
MAjtlrtule personen, rrtniegl ons raad.
GelichttcekegHi zonder het te weten
Uit het Petit Journal Parijs.
Wat mij voorgevallen is, is aardig. Mijn portret is genomen geworden
zonder ik het wist.
Ik was door mijne courant bij den welbekenden lichtteekenaar M. Pierre
Petit gezonden om hem sommige uitleggingen te vragen aangaande eenen
door hem geschreven brief.
Sedert vier jaren gevoelde M, Pierre Petit, die ik altoos aan 't werk
gezien heb, zijne krachten verminderen. Zijnen iever om zijne kunst te
verhoogen en te verbeteren, daalde zien-baar, hij
gevoelde zich ziek. Eene langdurige ontsteking der
luchtpijptakken nam hem zijne krachten, en zijnen
moed weg, elk jaar met de terugkomst van het
slecht weêr. Zwaarte aan de maag, versmachtingen
die stellig uit den onlust die hem zijnen toestand
gaf, voortkwamen, verergerden zijne gesteltenis.
Zinkingspijnen waren in den kniën aanwezig en
hielden hem uit zijn laboratorium. Hij gebruikte al
de gekende geneesmiddels en kon zelfs geene tijde—
hjke verbetering bekomen.
Eens ontving M. Pierre Petit een bundeltje met een kunstig uitzien dat
zijne aandacht aanlokte. Hij las en hoopte op eens weêr ter gezondheid te
kunnen komen. Dit bundeltje gaf voorbeelden
van ongelooflijke gevallen van genezing door de
Pink Pillen voor bleeke personen van Dr. Wil-
hams bekomen. Hij aarzelde niet een oogenblik
en begon dadelijk eene verpleging met dit wel-
geprezen geneesmiddel. Eenige dagen waren
pas over en hij ondervond eene oneindige ver
zachting in zijn geheel stelsel, de ontsteking
zijner luchtpijptakken verminderde, de maag-
zwaarte was verdwenen en de pijnen bleven weg
als bij tooverslag. Na eenige doozen genomen te,,
hebben, was M. Pierre Petit volkomen genezen.
Uit erkentelijkheid schreef hij een getuigschrift
dat de grootste erkentenis uitdrukt. Hij zegt,
als slot, dat hij hoopt lang nog zelf te kunnen
werken.
M. Pierre Petit heeft mij lang over zijne
ziekte gesproken en gezegd hoe hij genezen
werd hij blijft verwonderd en dankbaar.
En het was op dit oogenblik van het gesprek dat zijn zoon de vreugde
op he* aangezicht zijns vaders ontdekte en ons beiden, den lichtteekenaar
en den "interviewer", de afbeelding nam. Yves {reporter).
de Maarblü-
van Dr. Williams
door Honor<3 §tae».
Het was bet ongeluk dat mij vervolgde,., maar niet
tegenstaande ik onplichtig was, heeft mijn geweten mij
altoos gefolterd, ijslijk gefolterd,... en heb ik mij zei
ven immer voor booswicht aanzien. Buizende malen
heb ik mijn eigen bestaan vervloekt. Hebt gij mijne
vrouw ook gekend?
Ik herinner mij niet haar ooit gezien té hebben,
doch dikwijls heb ik van haar hooren spreken als van
eenen engel van liefde.
Zij is gestorven van schaamte terwijl haar man
naar het gevang gesleurd werd Ongetwijfeld moeten
hare laa'sle woorden eene vermaledijding geweest zijn
voor mij.
Uwe smart doet u de nagedachtenis eener heilige
onteeren. Gij, die hare eindelooze liefde voor u moei
gekend hebben, moet ook kunnen begrijpen dat hare
laatste woorden niet anders kunnen geweest zijn dan
woorden van vergiffenis voor haren beklagenswaardi-
gen echtgenoot.
De oude Bochten buigt het hoofd en zegt op doffen
toon
Inderdaad, ze was goed voor mij, zeer goed. En
daarna schielijk het hoofd opnieuw opheffende, vraagt
hij, terwijl een genster vuur in zijn oog tintelt
En hebt ge mijnen kleinen Godfried ook gekend
Ja.
Leeft bij nog
Ja.
Gewis is hij een doodarme drommel
Hij is arm aan goederen maar rijk aan geluk.
Te kunnen hooren dat hij gelukkig is, verzacht
een weinig mijne smarten. Zijt gij zijn vriend
Ja.
Heeft hij u nooit van zijnen vader gesproken
Gaarne zou hij den levensavond van zijnen vader
genoeglijk maken, Verlangt gij niet hem te zien?
De zwerveling antwoordt niet op deze vraag. Hij moet
ten prooi zijn aan eene hevige ontroering, want zijne
borst gaat koortsachtig op en neder geweldige zenuw
trekkingen bewegen zijne leden, en tranen rollen over
zijne gerimpelde wangen.
Die ontsteltenis overtuigt den boschwachter dat de
rampzalige speler zijnen zoon nog bemint. Bevend van
blijdschap herhaalt de jonge man zijne vraag.
Nu schudt delandlooper het hoofd on antwoordt op
dorren toon
Neen, ik wil hem niet zien, en ik bid u hem niet te
zeggen dat gij mij gezien en gesproken hebt. Indien ik
hem de fortuin terug konde schenken welke hem recht
matig toekwam, zou ik tot hem gaan; nu ik echter bij
hem niets kan gaan verrichten dan... bedelen, is het
best dat ik onbekend blijve voor hem... Mijn lijdens-
tocht loopt ten einde. Gewis zal ik morgen of over
morgen hier of daar, nedervallen om niet meer op te
staan, eri dan zullen er wel liefdadige handen gevonden
worden die den onbekenden zwerver in een vergeten
hoekje grond zullen stoppen. Dat mijn zoon gelukkig
blijve en nooit wete wat het einde zijns vaders is ge
weest.
Uwe armoede zal voor u geen hinderpaal wezen
om de liefde uws zoons te verwerven. Ik herhaal u dat
hij vurig verlangt zijnen vader gelukkig te kunnen
Hiaken.
De oude Bochten zit eene poos le denken en mort
dan
Lk blijf bij mijn besluit: lot mijnen zoon ga ik niet
wanneer ik hem geene fortuin kan aanbieden.
Uw zoon weet bij ondervinding dat het geld geen
geluk bijbrengt.
Schielijk begint het oog van den bedelaar geweldig
te fonkelen en, terwijl hij krampachtig de hand zijns
zoons ineen nijpt, zegt hij met krachtiger stem
Kunt ge mij niet eenige stukken van vijt frank
verschieten? Binnen eenige dagen zal ik hier terug-
keeren en u het driedubbele terugschenken van wat ge
mij zult geleend hebben. Wat meer is, indien ge mij
dien kleinen dienst bewijzen wilt, zult ge mij de ge
legenheid verschaffen terug te keeren bij mijnen God
fried.
Watzoudt ge met dit geld aanvangen vraagt de
boschwachter met treurige verbaasdheid. Ik ver
zeker u dat uw zoon het niet verlangt.
Altijd met dezelfde gejaagdheid spreekt de bedelaar
Ik heb u gezegddat ik onder de oogen van mijn zoon
niet wil verschijnen dan met eene fortuin in de handen.
Welnu, terwijl ik in het bedelaarsgesticht verbleef, heb
ik het onfeilbaar middel gevonden om al de speelban
ken van Europa te doen springen. Hadde ik, sedert ik
terug in de wereld gekomen ben, eenige ellendige
vijffrankstukken kunnen krijgen om er mijn kunstmid
del mede te beproeven, ik ware reeds millioenrijk ge
worden.
Die woorden snijden als een mes door het hart van
Godfried, die treurig spreekt Arme man, zijt ge nu
nog niet genezen van uwe zucht naar het spel Aan
dien drift hebt gij op geofferd al wat u duurbaar was
hij is de schuld geweest dat ge sedert zoovele jaren
geenen te huis hebt gehad en als een doler uwe dagen
hebt moeten slijten. Het spel heelt u beroofd van uwe
fortuin, van uw huisgezin, van uw geluk, en nog wilt
ge niet bekennen dat het bedrieglijk is. Denk aan dien
duivel niet meer, goede vriend. Uwzoorien zijne vrouw
zullen er insgelijks niet meer aan denken. Ge zult in
uwen ouden dag bemind en geëerbiedigd, en daarbij
verzorgd worden als waret ge een rentenier.
Uwe kinderen zullen al hunne krachten inspannen
uit uw voorhoofd de rimpels te wisschen welke de
smart en de wroeging er in gegraafd hebben. Uw ge
luk zal het hunne vergrooten, en gij zult al te zamen
zoo genoeglijk door het leven wandelen dat uw bestaan
een voorsmaak zal zijn van,het heil des Hemels.
De vagebond, nog altijd ten prooi aan eene hevige
vervoering, schudt het hoofd, en terwijl eene waan
zinnige begeestering zijne trekken verlevendigt, roept
hij
Gij vergeet dat ik, hoe arm ik ook moge wezen, nog
eergevoel in het lijf heb. Ik zeg nog dat ik enkel als een
rijk man onder de oogen van mijnen zoon wil verschij
nen. Kan ik dit niet, dan heb ik liever als een landloo-
per op de straat te sterven dan het genadebrood te
moeten ontvangen uit de handen van hem dien ik, alhoe
wel onvrijwillig, toch in de ellende heb gestort. Maar,
indien gij mij eenige vijffrankstukken wilt verschieten,
kan er geene vrees bestaan dat ik op zulke ongelukkige
wijze aan mijn einde zal komen. Gij zegt dat het spel
bedrieglijk is. Dit weet ik reeds lang bij ondervinding.
Het heeft mij bedrogen, eerloos bedrogen, zonder het
minste medelijden met mij te gevoelen. Maar heden
ben ik slimmer geworden in het spel. Ik wil
wederwraak nemen en het ook bedriegen. Bergen
goud zal ik het afpersen... Leen mij vijftig frank,
en zoo ik er u binnen vier dagen geene vijf honderd
in plaats breng, moogt gij zeggen dat ik een schurk
ben.
Uw zoon zou veel liever hebben u de vruchten van
zijnen arbeid te mogen schenken dan van u geld te ont
vangen, zegt de boschwachter treurig. Wanneer hij
zijn brood, in het zweet zijns aanschijns gewonnen,
met zijnen vader zou mogen deelen, zou hij zich vol
maakt gelukkig rekenen.
Gij weigert dus Dwaze Gij kunt veel geld
verdienen en gij verstoot de kans die u toelacht... Ik
zal u het twintigdubbele wedergeven...
Ik zou het als eene zware misdaad aanzien in u de
zucht te voeden die u zoo ongelukkig heeft gemaakt.
De bedelaar uit een dof gemor en laat het hoofd op
de borstzakken. Zijne begeestering is voorbij, en nog
maals is het enkel wanhoop die zich op zijne verslenste
trekken afteekent.
Wordt voort/tut)
--tö""-
TP Ifflfin ter oorzaak van vertrek
IJb iUJfJr schoon RENTENIERSHUIS
met veranda en hof, staande op de Oude
Houtmarktstraat, 18, te Yper. 155
Pierre PETIT
DE VOLGENDE ZIEKTEN GE
NEZEN Bioed.ge.brek, zinicing-, heup- en
zenuwpijnen, lamheid, onregelmatigheid
der voortbeweging, St. Veitsdanshoofd
pijnen, zenuwkwalenkliergezwellenenz.
Zij geven de mooie kleuren aan de bleeke
personen terugwerken in al de gevallen
van verzwakking bij de vrouwen en verwek
ken bij de mannen eenen krachligen strijd
tegen al de ziekten die door overdrevenheid
der natuur of des geestes veroorzaakt zijn.
Koopbaar bij al de apothekers en ook ter
stapelplaats in België, bij ADerneville
apotheker66, Waterloolaan, te Brussel,
voor j fr. <o per doos of ij jr. yo per
6 doozen, franco tegen postmandaat.
MENGELWERK 17