r
da» 4. j: oSipioAee|,e -»r.rdn«
**-«•"» i830'7
EERLIJKHEID
ZONDER GODSDIENST
De Onvermoeibaren
Oil Poperinghe
Ehwel, piester Daens
Iets over de Solferstekjes
ofte Zwavelstokjesl
Alpha Van Ooreghem Twee onzer leden> arme werk
en de Vi^ehers \mmSkinierm
onv innoeibaar
16 Juni) af to aohaffen, aanvoerd geweest. I Luis,eri. Ien.ru. I
Hij heeft zich dail onthouden, 'tis te zeggen:! Ooze volksvertegenwoordiger. M. Iweinsltoc ie ennen at i geen„ iou.j.
noch voor nocli tegen gestemd. d'Esckhouii,. heef, in on» _K.rn.rn m I sunder doornen.
Welke zijn die ,erklurin8en, die zoo ge Loord gesprotao»«r den |..me, hel schoomle (>I1 al. dut ie deler
„iclilig waren om M. Coiaerls «edueht Ie w»»"* rri„„„i„e>,eet. hij Be8leund opL de„ frak „ndienUezeiden Ondermoei
nZtZoote eu bijzondere, waamn de eene der grool. oorzaken ,an hel verdwijnen haren de voering uil va» ceneu harden
eerste is len voordeele van al de lijuviascberslvan den M. lewelen: he, jehruik uun Ualis,noeh non ,oclsmeer
•'I oiirumnnn Pn dp tweede ten voordeel .■Letten mei kleene mazen. Wat de schal,e betref zegt j,
van de iiinvisschers der werkende klas van Trouwens, benevens den groeten viscl.het ware veel te klachelijk om daar-
Ynersch kiesomtrek of gouw, of liever omI vangen de visschers op die wijze nog vele|ooer te handelen. Wij zouden eerst
het te namen gelijk ieder zegt in onze stad I visselkons ten noodelooze. «-«-f-» hoe ef
van Het arrondissement van Yper. Als ze die visselkens nog weder werpen
De eerste bestaat in dit: dat de vaart van in de zee, ztjn er reeds eenige verpletterd,
Yp6r naar Nieupoort en Diksrauide, langs andere doodelijk gewond en vele zijn m
Boesinghe, niet meer begrepen zijn zal, in kwijnenden staal.
de waters waarin het visschen met netten Z<l\ Het gebeurt zelve dat men ze niet weder-
toegelaten zijn, het kruisnet uitgezonderd. werpt, maar gebruikt tot landvette.
In twee, drie jaar ten hoogsten, zal bet I Iedereen verstaat dat die handelwijze
zoodanig krielen van de visch, in die vaan grootelijks nadeel doet aan de bevolking
die zoowel de visch kweekt, dat het genoeg- onzer zee, en dus aan de Visschenj.
zaamzijn zal zijne lijn te werpen om l et Iedereen ja, maar Alpha heelt dit
kork te zien ondergaan en een visch te van-1 kwalijk verstaan
gen- zoo dat geen een lijnvisscher zijnen Die duts, in zijne verstrooidheid, heelt
dubbelen frank om alle daag, ofzijn enkelen verstaan dat M. Iweins wilt zeggen hoe
frank om slechts 's Zondags en de feestda- minderde mazen zijn, hoe min visch gij ui
gen te visschen, beknibbelen zal. ééne vangste zult opdoen.
Want de visschers met netten roeiden Trouwens, Alpha riskeert een spetter
netteliik al de visch uit de vaart. Zij zaten I nietje en zegt
er dag en nacht op met hunne schuiten, zon- Visschers, nu weet ge waarbij het komt
der te reken dat zij alle soort van verboden dat gij armer en armer wordt en wat er
alaam gebruikten. Over twee of drie jaar, moet gedaan worden om uwen toestand
i„ éénen nachtje er een dier visschers, te verbeteren: Neemt netten met mazen
boven de 400 tinken in zijne puikels. waar een walvisch door kan.
Niet te verwonderen dus, dat onze vaart Als wij zulke verstandige redens van 0cb Heere) ;och
zoo verarmoedde in visch. Alpha hooien, voelen wij ons genegen Nu verslaan wij wurom de politie
De tweede groote verklaring gedaan door I zeggen
de Ministet op aanvraag van M. Golaert, is Heer Alpha, moest ge t ongeluk hebben
dat de peur 't is te zeggen de paling- in zee te vallen, men zou u gemakkelijk met
viscbvangst met een duts tellingen, nu vrij hulk een net kunnen ophalen gij zoudt er
en vrank zal toegelaten zijn. I ten minste met uwe ooren in blijven haperen
't Is het werkvolk van Yper, en bij onder
Zaterdag laatst gaven wij aan Sus vol
doening met te antwoorden op de vragen die
I hij ons gesteld had, om hem alzoo tedwin
gen op de onze te antwoorden.
Op dienzelfden oogenblik verscheen in het
Weeke blad eenen brief van eenen zooge
zeiden Onvermoeibaren.
Die brief is doorweekt met tranen van
(spijtden spijt van eenen droeven jongen I ke[1 om zjjnen besta vriend te gaan vervul
1 op heeter daad betrapt, en aan wien men I iekome[1-
eene duchtige en welverdiende oorrekking I gus slon(j (jaai. tkroonhalzen en te lekke-
I gegeven heeft. baarden en te glblachen dat gij er zelve
Eene uitgeleseiie eer *M>^
.uiiogie van Poperinglie en
de parochie van Reninjlielat ie Oenri wta.
De Eerw. Heer Achiel Camerlynck, oud iet.
ling van ons zoo uitmuntend kol! -gie '*n in
hoorling der voormelde parochie /.al op U
15 en 17 Juli aanstaande, ter Hoogeschoo
van Leuven, de proef als Doctor in Godsge-
Hel öti is vooi'waai
l) jr 7/iCii11vll!S bauri'i hól (i die
zooveel moest bijdragen tot het gemakkelijk
onbruik van vuur en licht
Zijn vader, te midden der genuchten van
,ene wel verdiende rusi, had den jongen Ghar-
ps in het kolit-fcie un Hóle geplaatst. De
vo,«deren van de scheikundige vielen Heel
gansehinden smaak van den jongen
riin leeraar.eeD oud leerling v.» de Normaal-
Nicole geheeten, deed vooi zijne
mige proefnemingen op de ont-
Hij hield een stamper
in de hand. Gelijk hij zooëten eene onb.dui-
polassium chloraat er-
leerdheid onderstaan. Heten 1S
veen gemakkelijke taak van tot zulkeenen school
vooral moeien order zoeken, hoe en 0i'|il00gen graan van geleerdheid op t» klimmti I ilm en
welke manier, oe rijke kasteelheer AAN Tot bewijs van 01, gezegde verneme de e Effende mengelen
Roosjes «ut IS. I «r dal sedert eene lange reek, va» jaren
Bah
Indien die woonen iets beteekenen da' mu
wilt zeggen wij halden zoovele recht
die roosjes als de evenaar zelve I Augustin nouweu, dó boo-1 «.„«nsiiande dit verschijnsel sleepte den
ons bisdom van Brugge, enkel vier uit (dende laag solfere" kwam
mende mannen tot dien verheven graad Ude in den grond van het s
nl zullen opgeklommen zijn, te weten Doctoi te wrijven, deed zich .-en. oi p
Augustin Houwen, van Poperinghe, leerhui Er was geene vla te zien g- - -
Sauria in eene droomerige
1 u. Reninahelst op 13 December i860, inI opvatting mede De gedachte, dat zulke
gedweo^en le bèketnen dal gij u.ineme.,de zijn» Doorluchtiee Hoogweeidisbeid Mo»Jk0„ a,„le,d,og geven, had ah r
matig zijt gewees vermits gij maar twee Liguor Gustavus Waffelaert, bissc top v, i
roosjes genomen hol, wanneer gij, volgens Brugge.
u recht hadtgeherlbet kasteel te pluimen. Doctor A Van Hoonacker, van i u
1 Uitgeknipt en wegerlijk weggeleid: 't zal hoogleeraar ter universiteit van Leuven en
later nog te passé bmen.
leermeester van onzen vierden Doctor te
wege, E. H. A. Camerlynck, leeraai in
zijnen geest veroverd. Met bij het po. issium-
chloi aal eene zekere hoeveelheid fosfoor te
mengelen, dacht hij, kan het mogelijk zijn de
.ui te doen ontstaan
In zijne studeerkamer teruggekeerd, spe/-
de die gedachte zoodanig in zijn hoofd, dat
vla
Of liever, wij zoden misschien beter doe'
wat door de vingen t( zien.
Immers, gij zegt tel ve in volle letters dal
oij onschuldige a weerlooze kinderen
'i Groot Seminarie van Brugge. Later verba Lj ()Iim0gelijk zijne gewone bezigheden kon
len wij welke bereiding er vandoen is omhernemen en voortzetten.
als Doctor ter Hoogeschool van Leuven be
kroond te worden.
lijk van de gemeenten Boesinghe, Zuyd
schote, Reninghe enz. enz., gelegen langst
de vaart, die meest die manier van visscheri
gebruiken.
Men zal hun dus geen processen meer
mogen aandoen, zooals het geschiedde over
tijd, wanneer eenige arme visschers om ter
wille dat zij hun vreedzaam tijdverdrijf en
liefhebberij voldeden, moesten verschei
dene dagen kot doen, ofwel eene zware
boet betalen;en dit op klacht van den eenen ot
anderen grooten visscher, die zelf, en onge
lukkiglijk straffeloos,veel meer dan zij visch
ten tegen wetten en reglementen
gevoe
I tig geweest is aan e suieekirigen van uwen
I Voorzitter en u ongdeerd heeft laten gaan.
AUons, kinders zijl voortaan fraai en
doet wel uw beste
P. S. Men zegüat de Onvermoeibaren
[voortaan hunnen ptroondag zullen
[den 28"" Decembe.
't Is een goe gedcht
Priester Daens beft ze nog nen keer vaste
gehad
Sus verzekerde ij hooge en bij leege dai
(hij ging komen Zojlag laatst.
Daarom was Sutnaar de statie opgetrok
a tegen wettenen reglementen. Het eerste dat gij in zulk geval krijgt, bet I deugd zoudt van gaad hebben
Dat is alle maal te - r-Ws - - en' valscne aantijgin-1 verte. r''schuifelt de trein
Hij komt sgt Sus
HelaasCharles Sauria bad geen geld
en boe hij zich de tol zijne proefnemingen
noodige grondstoffen aanschaffen
Zijn vad r, die nooit iets anders dan oor-
logs urn geweest was, lachte hem vierkant
Uil, als hij aeld vroeg om zijne opvatting op
Wie heeft nog hier of daar gelezen of jde proef te stellen. Dan dacht hij zijn uur-
hooren zeggen, 'dat een prijskamp wei d geo werk naar den Berg van bermhartigheid te
pend, om solferstekjes, allumetjes, sulfertjes dragen maar dat mocht hij niet, daar deze
ofte zwavelstokjes te vervaardigen zonder (reeds met eene hypotheek belast was
vieren fosfoor Door de noodzakelijkheid vooruitgedreven,
De prijswinnaar zal eene premie van had bij eene subliem - stout moedigheid. Hij
50.000 frank voorde nieuwe uitvinding I ging geld leetien aan. zijuen leeraar, ja aan
bel(0meil. M Nicole die hem de noodige muntstuk-
Welnu, dat konkoers werd den 1" Mei II.(ken ter hand stelde
"esloten. Welhaast was Charles Sauria nu in 't be-
Omstreeks 50 fabrikanten hebben er deel I zil van de noodige grondstoffen, en deproef-
aangenomeu, en volgens bet programma nemingen gingen goed van de hand
moest ieder deelnemer een miljoen sulfertjes\ Welhaast ook weérklonk door zijn stu-
vervaardigen, hetgeen rond de 50.000.000 deerkamerken het begeesterde Eurêka!....
siaaltj s zou uitmaken. 'i Is gevonden dat vuurslag, zwam en
Nu reeds zijn de scheikundigen van de vuursteen naar de tnaau zou zenden Charles
onderkommissie bezig melde voorgeschreven (Sauria kwam de ontvlambare solferstekjes
proefnemingen le doen op de sulfertjes, en I uit ie vinden
op het deeg waarmede zij gemaakt zijn. Ongelukkiglijk voor den uitvinder, hij kon
Volgens genomen inlichtingen zijn l92Lijue 18 jarige tong niet houden, en zijne
«taalkeus.1 onderzoeken^ hetgeen 400 ont Kameraden waren seffens met het ge-
noodzakelijt imim van de solfertjes ucKtiiü ais uij d,»n
ledingen (af sobertjes, b/ deer
bekomen heeft van M. de Minister Debruyn \gen;.. onbeschaamde broodschrijver
Proficiat, M. Colaert, het werkvolk va n I schelm l.domper I... lafaard!... I Na eenige oogenlikken kwam de trein de I IDaa^G zonder van de bijkomende protfu
Yper en alle andere lijnvisschers zullen ulenz. (statie ingestoomd.iij staat stil, de porlels m'"gei te spreken,
dankbaar zijn Daarna, lusschen snikken en tranen, enlgaan open, daar omen eenige menschenl ia afwachting, dat wij den naam van den
terwijl het fraaie manneke met beide handen I uit
hem
m m Q p f J I zijne beide ooren beschermt, zal het
zoowel welen te verschoonen.
lijke opgeruimdheid elk een roosje ge
plukt toebehoorend aan den rijken
de ontleende muntstukjes aan zijn leeraar
Nicole terugbracht, zegde bij hem ook welk
gebruik hij van hel geld gemaakt had.
Door de schuld van den leeraar, die op
zijn leerling fier was, moest de onvoorzich-
elukkigen en vernuftigen verwinnaar mo
Sus kijkt en lonl en zoekt en vraagt... I gen bekend maken, zal het misschien niet ,vvlllIlj.
Pastor Daens envas niet meê, zelve geen I °"6ePas' heeten, een oogslag te werpen op I jigheid van den laatste hem te schade keeren
va i zijne luitenarjes. Hij had niet andersIuitvinding of den oorsprong van d#»l
zwavelstokjes.
't Is algemeen geweten dat heer Alpha
geern spreekt van zaken die bij niet eri kent
Niet meer wetende waarvan gepraat, ris
keert hij een woordje over de Visschers.
En ziet! hij is waarlijk voor 'i ongeluk
geboren 1
Met de beste meening van de wereld be
zield, slaat hij er geheel nevens.
kasteelheer... Wij werklieden, hebben
niet altijd hel geluk roosjes te bezitten.
't Is net de historie van Jan die biechtte
ddt hij een ende koorde gestolen had, maar
die niet en zei dal er t' enden die koorde
eene... koe was.
dan... zijne katte geonden
Non-de mille otinerre de kat soe
zei Sus, en hij wierirooden bleek en groene
van kwaadheid.
En daar stond nvens hem een manneke
die er scheen zijnedeugd in t' hebben en
't riep dat het helmti geheel de statieplaatse
door
Mieroo
Deze uitvinding dagteekent van 't jaar
1830 Zij komt van een armen student Cha<
tes Sauria geheeten, die zijne uitviedi
nooit ten nutte heeft kunnen maken.
Charles Sauria was de zoon van d u
franscben generaal Sauria, djp na den veld
slag van den Rijn te Poligny, aan den voeil
van de eerste steile afhellingen van hei Jura Zulk nieuws viel m
gebergte was gaan wonen. en het duurde niet
Inderdaad, rofessor Nicole werd op dien
;ijd in Duilschland uitgenoodigd om in eeni
ge steden openbare conferemïen ofie weten
schappelijk" voordrachten te geven; eu in
eene dez r v rdrachten, kwam hij op de
vernuft/e ontdekking van zijn leerling,
ontde King wel e hij op theoret'schen en
prac isciie grond nan zijne toehoorders
deed kennen
een duovemaus ooren;
lang, of Over Rijnsche
MENGELWERK 12
door HONORÉ STAES
Al deze vragen, duurbare echtgenoote, zweven mij
gedurig voor den geest. Zij verwarren soms mijne'
hersens, zij doen mij de samenleving vervloeken, en
daar er geen loon voor den eerlijke, geene straf voor
den oneerlijke bestaat, komen er soms oogenblikken ge
durende welke ik er berouw over gevoel toen ik nog vrij
was, niet gedaan te hebben zooals er velen doen. In het
oog der menschen zou ik er niets door verloren hebben,
de wetten zouden mij niet hebben kuunen treffen, ver
mits ik geheimen bij de hand had die mij buiten hunne
macht konden stellen, en thans zou ik niet moeten
zuchten van angst bij het denkbeeld hoe ik u en onze
kinderen een redelijk bestaan zal verschaffen wanneer
ik los zal gelaten worden.
Maar, ik voorzie het, deze woorden zullen u be
droeven, omdat gij liever zoudet sterven dan u plichtig
te maken aan eene daad die strijdig is met uw geweten,
omdat gij verkiest in den afgrond der ellende te vallen
boven te kunnen schitteren door oneerlijke middelen.
Uit eerbied voor uwe gevoelens herroep ik wat ik
hierboven heb nedergeschreven, alhoewel ik niet weet
waartoe braaf zijn leiden kan. Ja, later, wanneer ik bij
u zal teruggekeerd zijn, zal ik handelen zooals vroeger,
en mijn grootste wensch is dat ik met den stiel van
stroovlechter, welken ik hier gedwongen word aan te
leeren, u geld kunne verschaften waaraan geene
bloeddruppelen van weduwen en weezen kleven.
Omhels voor mij onze lieve kleinen en wacht niet
lang mij te schrijven hoe gij allen het stelt.
Uw Marcel.
't ls Meimaand. De stralen der ondergaande zoi
werpen eenen vuurkleurigen glans op de ruitjes va
het bovenkamerker) dat vrouw Van Hoeck in eene mor
sige steeg vari het stadje bewoont.
Beneden in het stratje vechten, springen, dansei
een twintigtal halfnaakte kinderen, zitten de vrouwei
vóór hunne deur kant te werken, waggelen er een pa r
dronkaards ann aan arm, boven de dakpannen zwevei
millioenen mugjes, motjes en kevers gonzend door di
raalsche avondluchthoog, zeer hoog aan het firma
ment pinkt reeds eenesterre, als voorbode barer ontel
bare zusters die straks, wanneer de zonne zal verdwe
nen zijn, den hemel in eenen onraeetbaren donker
blauwen mantel met tallooze zilveren vonken zullei
herscheppen.
Lena opent haar venster, ziet eens in de straat, doe.
met wijdgeopenden mond eenige teugen aan de onuit
putbare bronne der frische avondlucht, trekt dan he
hoofd terug naar binnen en naait vlijtig voort aan he
linnen dat op hare knieën ligt.
Ze bloost niet meer zooals voorheen, de arme vrouw
en het levensgeluk dat eertijds op hare trekken straaldi
en in hare oogen blonk, heeft plaats gemaakt voot
eene uitdrukking van stille, lijdzame smart.
Rondom haar ziet er alles zindelijk, doch armoedig
uit. Van de prachtige meubelen, welke wij in liare
vorige woning bemerkten, is er hier geen enkel h
bemerken, dan het kruisbeeld dat haar moed en krach
ten schonk toen de tegenspoed haar voor den eersti
maal kwam bezoeken.
Veel, eindeloos veel heeft zij geleden sedert zes
maand, en telkens eene nieuwe smart zich bij de vorige
kwam voegen, werd hare kleur bleeker, doch telkens
ook werden de kenteekens harer gelatenheid in haat-
ongeluk meer en meer zichtbaartelkens was het bij
haar op te merken dat de Heer die sloeg, nieuwe sterkte
schonk om de slagen te verdragen.
Het spreekwoord «Een ongeluk komt nooit alleen»
was bij de echtgenoote Van Hoeck ten volle waarheid
geworden. Eenige dagen nadat de dagbladen heinde
en verre verkondigd hadden dat de fabriekbestuuider,
Marcel Van Hoeck, voor inbraak en moordpoging tot
vier jaar opsluiting was veroordeeld geworden, was de
nijveraar Gunnaert in failliet gegaan.
De man had een ontstuimig verleden achter den rug.
Jaren lang had hij eene verkwist nde levenswijze ge
leid. Hij was steeds een hartstochtelijke speler geweest;
een onvermoeibare bezoeker van badplaatsen, een on
overtrefbare wedder bij de paardenkoersen, een aller
beste kenner van fijne wijnen, een echte buikdienaar,
en, hoe kon het anders, een mensch van uiterst slechte
zeden. Met volle handgrepen had hij het geld in den
maalstroom der verkwisting geslingerd, en reeds lang
zoude hij zand gepompt hebben, hadde zijn ervaren en
ievervolle bestuurder, Marcel Van Hoeck, de belangen
van zijnen patroon niet behartigd, als waren het de
zijne geweest. De private levenswijze van Gunnaert
had echter zooveel onkosten gevergd dat de woeke
raars, tot wie de verkwister, om zijne handelszaken
niet te kort te doen, immer zijne toevlucht had ge
nomen, eindelijk geoordeeld hadden dat het hoog tijd
was, de handen op de goederen van hunnen schulde
naar te leggen oui geerie verliezen te ondergaan.
De gieren van woekeraars, die altijd zeker zijn van
bunnen slag, hadden er weinig bij verloren, maar vele
kleine bandelaars, die met Gunnaert in betrekking ge
weest waren,en een aantal geringe burgers, die de los
bandigaard hun kapitaaltje hadden toevertrouwd,
waren door het bankroet tot den bedelstaf gebracht.
Wat Gunnaert zeiven betrof, de kerel die door zijrie
schuldeischers verrast was geweest en dus geenen tijd
had gehad om, gelijk vele andere bankroetiers te vallen
en daarna weer omhoog te vliegen, had zich, hoe kon
het weer anders, eenen kogel door de hersens gejaagd
en door dit feit had hij de eer genoten door de wereld
waarin hij geleefd lv;d, den naam te ontvangen van
slachtoffer van misbruik van vertrouwen, terwijl uit
dezelfde wereld niemand een woord had gerept over de
arme lieden die door den krach waren ten onder
gebracht.
Men had den ongelukkige, die de hand aan zichzelven
had gesla ien omdat hij geene kans zag zijne verkwis
tende levenswijze van eertijds voort te zonen, met veel
luister ter aarde besteld men had bij zijn graf hart-
oerende redevoeringen uitgesptoken waarin hij afge
schilderd werd als een eerlijk man, een groot burger,
een apostel der verlichting, een milde weldoener der
armen en toen men heenging had men tot elkander
gefluisterd dat Marcel Van Hoecit, wanneer hij hel ge
vang zou verlaten, zich ergens een buitengoed zou
koopen en in eene koets zou rijdenEn dit geflui
ster had zich meer en meer uitgebreid, en weldra wist
heel de stad dat de fabriekbesiuurder van den bekla-
geuswaardigen heer Gunnaert als millioenbezitter uit
het gevang zou komen.
Lena had gezwegen toen zij die lasterende gesprekken
over haren echtgenoot boorde, zooals zij gezwegen had
wanneer zij Marcel hooide beschuldigen van inbraak en
moordpoging. Zij wist immers dat al de pogingen
welke zij aanwenden zou om de onschuld van haren
man te bewijzen, geen het minste uitwerksel zou gehad
hebben op de booze wereld, en daarom had zij gezwe
gen en verstroosting gezocht bij haar kruisbeeld.
Gedurende de eerste dagen na de aanhouding van
Marcel had zij zich zoo weinig mogelijk op de straat
begeven, maar met kloppend harte van achter hare
deur of hare venster afgeluisterd hoe de merischen daar
op de straat, eerst twijfelden aan de schuld van den
fabriekbesiuurder en spoedig eindigden met vast te
stellen dal Van Hoeck inderdaad schuldig was aan het
afschuwelijk wanbedrijf dat geheel de stad in opschud
ding had gebiacht.
De eene dag was op de andere gevolgd en weldra
was het gerucht der misdaad uitgestorven, zooals alles
wat van de merischen komt, wegsterft. De naam van
Lena's echtgenoot, gedurendeeenigen tijd zoo vrees
lijk door den modder gesleurd, was vergeten geraakt,
en vrouwe Van Hoeck had zich op de straat mogen
vertoonen zonder te moeten vreezen uitgescholden te
worden.
Vescheidene maanden lang had Lena met hare
kinderen in eene volstrekte eenzaamheid geleefd.
('f Vervoift)
qp—Mafia, sa
w
in
rr o "v/" I *9 J
I U*J aVUik i l^t^UUO. I