DIT I S
EN OMMELANDS,
BERICHT
Op Zaterdag, 18s,er' November 1899.
5 centimen 'i blad.
34ste jaar. Talmerk 1701.
Zielmis
Stad Yper Gemeenteraad
Te trekken bij den UitgeverTk 36, in de Boter*tra'te
n',f
7 h'iodxehapiwxen fte post, tegen 3 frank 's jaar».
't Nieuwsblad van Yper verschijnt 's Vrijdags, en 's Zaterdags na tp
de markt, tegen 3 f. 's jaars; 3 f. en den vrachtloon buiten Belgenland.
Het blad en is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt
op voorhand betaald.
Alies moet vrachtvrij ingezonden worden naar de Boterstrate,
Tk 36, te Yper.
Echt en recht, 't oud Volk indachtig;
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
De bekendmakingen kosten ü.fr.lö de reke binnen 'i blad is 't
0.C.30 van 's Rechters wegen f. 1; overdruk, S fr. 't honderd, teder
ooek, waarvan om. iw se afdruksels zijn gezonden, wordt b.spi-ok.m.
De Ü- "'Mi v:;ii d' Acngiï Havas. s;.-., f 32,i <iMag talen
strate, en te Parijs n°É, Place de la Bourse, oatvanéeu bekeudma
k'iigen voo r Nieuw hlvi v., bu Oosi
Westvlandcr.-ti woivn
De nieuwe inschrijvers voor 1900
op het Nieuwsblad van Yper, zullen
van nu tot Nieuwjaar de gazette koste
loos ontvangen.
I December 1899, ten 9 ure zielmis voor M.
Ch. Bruynsteen van wegens de Katholieke
Wacht.
Verslag der zitting
van Zaterdag it November 1899.
De Zitting begint ten 5 ure 33.
Tegenwoordig de heeren Colaert,
schepene-voorzitterBerghman, sche-
pene; Struye, Iweins d'Eeckhoutfe,
Boone, Begerem, Fraeijs, Fiers, De
Caestecker, Vanden Boogaerde, Van
der Ghote, D'Huvettere, raadsleden;
Gorrissen, schrijver.
't Publiek is zeer talrijk, en een
groot getal Vrouwen wonen in de
roorbehoudeue omheining de zittiug
bij. Wij bemerken onder andere
Jonkvrouw De Hem, de jonkvrouwen
Surmont de Volsbergbe, verscheidene
vrouwen of bloedverwanten van ge-
meenteraadsheeren, alsook de twee
nieuw gekozene raadsleden.
't Verslag der zitting van 23 septem
ber wordt goedgekeurd en dit der zit
ting van 28 October ter inzage der
leden op bet bureel neergelegd.
M. de Voorzitter. Aan 't dagorde
staat een enkel punt, namelijk de
inhuldiging van bet portret van onzen
achtbaren Burgemeester.
Ik stel voor dat de heer schepene
Berghman en de twee jongste leden
van den raad den heere Burgemeester
zouden binnen leiden. (Algemeene
bijtreding).
De heeren Berghman, D'Huvettere
en Vander Gbote verlaten de raadzaal
en komen eenige stonden later lerug
met den heer Baron Surmont de Vols
berghe, die door daverend handgeklap
begroet, zich naar zijne plaats begeeft.
Als de stilte hersteld is, spreekt de
heer schepene Colaert de volgende
prachtige redevoering uil, die door de
raadsheeren rechtstaande aanhoord
wordt.
Wij ïijn blijde hier de vertaling
dier treffende aanspraak te kunnen
geven
Mijnheer de Burgemeester,
De Schepenraad heeft, zonder dat gij te
genwoordig waart,den Gemeenteraad bijeen
geroepen in openbare zitting, om, zooals het
dagorde zegt, het portret in te huldigen van
M. den Burgemeester.
Ik en weet niet als deze bijeenreeping
regelmatig ismaar uwe tegenwoordigheid
in de beraadslaging zal alle misslag effen
maken, en moest er deeene of andere on
wettigheid zijn, gij zult wel willen zoo gosd
zijn uwen toevlucht niet te nemen tot de
hoogere overheid, die, van haren kant, hoop
ik, ook niet en zal van ambtswege handelen.
(Gelach).
Wat meer is, de raad zal beraadslagen
over een punt van gemeentelijk belang
Geleid door eene loffelijke beweegreden,
doet de stad Yper, sedert lange jaren, de
portretten maken der Burgemeesters, om ze
in hel Stadhuis te plaatsen, en alzoo de ge
denkenis te bewaren dergenen, die aan
't hoofd stonden van haar bestier en van
hare toekomst.
Het tegenwoordig bestier, dat eenparig
lijk deze prijsbare gewoonte heeft willen
voortzetten, heeft den Schepenraad belast
met de uitvoering barer beslissing van
September 1897. 't Is om rekening te geven
van onze handelwijze, dat wij u uitgenoodigd
hebben, M. de Burgemeester, te zelverüjde
als de heeren gemeenteraadsleden.
Gij zoudt kunnen, mijne Heeren, als gij
denkt dat wij onze take wel gekweten heb
ban, er de voltrekking van bevestigon «n
eenvoudiglijk bezit nemen van het portret
van M. den Burgemeester. Maar gij zult on
getwijfeld oordeelen, gelijk wij, dat het
betaamt dat wij bij die plichtpleging, eene
hulde voegen aan de uitmuntende kunsie
nares, onze stadsgenote, Jonkvrouw Louis»
De Hem, die bereidwillig aisnveerd heeft dit
werk uit te voeren. (Toejuichingen).
Dit portret is uit hare hauden gekomen,
hebbende niet alleen de verdieBSte van een
geschiedkundig stuk, maar al de weerde van
een kunstwerk van eersten rarig. Dat portret
is gelijkend, diep, doordringend, levende.
Onze Burgemeester is er met zijne gedachten,
zijnen aard, zijn karakter, al zijne meesterlijke
hoedanigheden.
Wij wenschen er u geluk mede, Jonk
vrouw. 't Werk doet eere aan de kunste
nares, en gij zelve doet groote eere aan uwe
geboortestad. Toejuichingen
Wij en zijn de eerste niet om het te betsi
een. Ik ben 'nier slechts de tolk der groots
kunstbeoordeelers van de tentoonstelling van
Parijs, en van den wederlandschen Salon
van Gent, waar het portret van den Burge
meester van Yper op den eersten rang werd
geplaatst der zielkundige portretten van
Vrankrijk, Duitschland en Engeland.
Jonkvrouw De Hem, in naam der stad
Yper, wien gij tot eere strekt, wij wenschen
u geluk en bedanken u (Bravosl)
Geachte Vrouwen en Heeren, ik ware on
trouw aan uwe gevoelens en aan de mijne,
indien ik, na hulde gebracht te hebben aan
de uitmuntende kunstenares, die in zoo ken
schetsende trekken, de machtige gelaats
trekken van onzen Burgemeester heeft ver
eeuwigd, de erkentenis niet uit en drukte,
die wij allen schuldig zijn aan onze eerste
Overheid, voor de uitstekende diensten, die
hij set ert acht jaar bewijst aan zijne inede
burgers. Toejuichingen
Onze jaarboeken zullen herinneren wat gij
als Bestierder van stad geweest zijt. Maar
reeds spreken de daden te luid, opdat ik ze
stilzwijgend kunne laten voorbijgaan: Onze
geldelijke toestand verbeterd en onze schuld
omgezet; belangrijke werken uitgevoerd en
ontworpen; de kwestie van het drinkwater
opgelost en die van het water voorde nijver
heid ter studie; de stad gezond gemaakt door
het leggen van talrijke waterloopen het op
richten eener nijverheidschole, door meer
dan lw#e honderd leerlingen bijgewoond, en
reeds beroemd door gansch het land; het
lager onderwijs, openbaar of bijzonder, aan
den vrijen keus gesteld van eikendeen; de
verbetering van het lot van den werkman,
door eene rechtveerdige en toenemende tus-
schenkomst in de zake der dagloonen, der
werkongevallen en der pensioenen; eindelijk
in het openbaar bestier, recht en onpartijdig
heid voor iedereen. Toejuichingen
Ik zou over deze punten breedvoerig kun
nen uitwijden en alzoo al uwe verdiensten
doen kennen. Maar gij zoudt mij kunnen op
werpen dat gij niet alles alleen hebt gedaan
de eere zou alzoo gedeeltelijk terugkeeren
op uwe ambtgenoten van Schepen- en Ge
meenteraad; maar wij zouden ons verhaasten
u te antwoorden. In alle waarheid zoudt gi.
gerechtigd zijn te zeggenquorum purs
magna fui'k heb er inderdaad het grootste
deel in gehad.
t Is gij die de opvatter, de inrichter, de
uitvoerder zijt geweest der belangrijke wer
ken of wijze maatregels, die ik daar ia
korte heb opgenoemd. Het stadsbestier, hier
meer dan elders misschien, 't is gij, M. de
Burgemeester. Altijd op uwen post, driftig
aan 't werk, geene moeite sparende, alle
moeilijkheden te keer gaande, de oogen open
langs alle kanten, spaarzaam voor de stads
penningen, veel meer dan voor uw eigen
geldwijze en beradene bewaarder, gema
tigde vooruiUtrever, vatbaar voor de nieu
were gedachten, maar u volgeepie latend*
nderwijzen door de ondervinding vai
nderen, den raad noch 't gedacht van uwt
mbtgenoten niet versmadende, en, als
t paste, die liever volgende dan de uwe,
recht voor iedereen, altijd juist en oprecht in
les, dat zijn de hoedanigheden die u ken
merken, en die van u eenen bestierder
maken, gewaardeerd zelfs van uwe tegen
strevers. Toejuichingen
Ik en heb mij hier niet bezig te houden
met uwe andere bedieningen of plaatsen tk
en zal niet spreken van den Senator van
Yper, tenzij om in deze plechtige omstandig-
icid te laten weten of te herinneren aan
onze medeburgers dat de verhevene plaatse,
die gij in België's Hoogkamer verworven
hebt, u de eere verdiend heeft aangeduid te
zijn om eene nog hoogere plaatste bekleedsn,
en zoo gij niet aanveerd en hebt in den raad
des konings te zetelen, gij hebt u alleenlijk
aten geleiden door het belang dat gij steil
in de stad Yper, die uwe moeder is gewor
den, aan wien gij al uwe werkzaamheid,
uwe verkleefdheid, aide middels van uw
verstand en van uw herte hebt verpand.
Hravos
Dank, Mijnheer de Burgemeester, omdat
gij lij ons en met ons zijl gebleven. Wij
zullen nog langen tijd uwe diensten noodig
hebben. Het werk van heropbeuring, van
vooruitgang, van bloei der stad, zoo wel be
op
onnen, en is nog niet voltrokken er blijft
elk gebied nog vele te doen Onder uw
wijs, gematigd, verstandi,. bestier gaan wij
immer vooruil traaf»».,-.-j sMAMiiiAO
is de waarborge van het welgelukken
maar zeker, 't is onze hoop en onze
innige overtuiging.
Moge de Goddelijke Voorzienigheid er ons
toe helpen en u nog lange jaren aan het
hoofd van ons stedelijk Bestier behouden
Uwe beeldtcniszal in de galerij der Burge
meesters van Yper geplaatst worden ze zal
aar prijken niet eere en begroet worden met
dankbaarheid 1 (Langdurige toejuichingen).
Eene ongemeene geestdrift ontstaat
n de zaal bij deze sehoone woorden
ie op de toehoorders een diepen in
ruk hebben gemaakt.
Mijnheer de Burgemeester, diep
ontroerd, neemt het woord, en drukt
zich uit in dezen voege
Geachte Vrouwen en Heeren,
Wal wilt gij dat ik atitwoorde op zooveel
ofbetuigingen en vooral op zooveel over
dreven lof, waaraan ik mij in 'tgcheel niet
en verwachtte.
Ik bedank uogthans uit den grond van
mijn herte, mijn achtbaren vriend, Mijnheer
Colaert, voor zijne aanspraak en u, heeren
ambtgenoten en medeburgers, voor de toe-
uichingen, waarmede gij zijne woorden hebt
onthaald.
Mijn achtbare vriend, M. Colaert, had ge
lijk de kunstenares geluk te wenschen, die
mijn portret heeft gemaal
t En betaamt niet dat ik boffe met mijne
eigene beeldtenis, maar niemand zal mij
beletten te betuigen dat Jonkvrouw De Hem
een prachtwerk gemaakt heeft, een echt
kunstjuweel, dat blijven zal. (Toejuichingen).
De feeste van vandage beeft min of meer
haren oorsproakelijken aard verloren in
plaats van enkel het portret van den burge
meester aan de stad te overhandigen, zooals
het zijn moest, hebt gij er eene betooging
van openbare hulde van gemaakt ter eere
van uwen burgemeester, en de omstandig
heid gebruikt om al te grooten lof mij toe te
zwaaien, 't ls te veel....
Gij zijt in groot getal opgekomen naar
deze zitting, ongetwijfeld om u te vervoegen
bij hetgeen er zou gezegd worden Vrouwen
zijn onder de toehoorders komen plaats ne
men ik ben er u allen zeer dankbaar over.
Wat meer is nog, al de sladsbedienden
wonen te zaïneti de zitting bij; ik weet dat zi
mij een bewijs van genegenheid willen geven,
waaraan ik zeergevoeligben.Ik bedank er hun
over. Sedert verscheidene jaren werken en
l-ven wij tezamen in -ov- is,in«
Ten allen 'ijde beniigeu -.ij de ovVrn id
bieden gehoorzaamheid, maar van burr nu
kant worden de bedienden ook behandelt
zooals het betaamten 'k ben gelukkig
het te mogen bekennen, beste vrienden
laat mij u alzoo noemen da-nk aan uwe
irouwe madewerking en uwen iever, gaan
de stadszjken goed vooruit, en de algemeen»
belangen moeten erbij winnen.
't Is acht jaar reeds geleden dat gij mij ale
Burgemeester van Yper hebt ingehuldigd
een lang tijdvak voorwaar en 'k moei
bekennen dat ik zeer ontroerd was dien dag,
omdat ik voorzag dat de taak, die ik op mij
nam, lastig en moailijk zou zijn, want het
bestier van eene stad vereischt veel door
zicht, taaie werkzaamheid en groote belang
loosheid Maar 'k steunde mij op de me
dewerking van de heeren Schepenen en
Gemeenteraadsleden, en dank aan hunne
hulp, aan hunnen raad, aan hunne medewer
king hebben wij in die acht jaar belangrijke
werken kunnen verrichten waarover de
heer Schepene Colaert heeft gesproken.
Maar de taak is verre van voltooid; veel
blijft er nog te verrichten. De werken, die
ter studie liggen, en zijn niet min lastig en
moeilijk, maar we zullen immer vooruitgaan
en zijn overtuigd dat wij ons doel zullen be
reiken.
Meer dan eens werd onze handelwijze be
knibbeld, doch als de beknibbelingen zich
maar en richten tot den polilieken man,
dan en raken zij mij niet Ik ben van
Een verwijt noglhans heeft mij pijnlijk
aangedaan, 't is als men mij als vreemdeling
heeft uitgescholden. Dat verwijtsel trof mij
in 't herte en 'k protesteer er tegen uit al
mijne krachten.
Vreemdeling en 't is vijf en-dertig
jaar dat ik onder de Yperlingen wone en
leve en dat ik de Yperlingen heb leeren
nennen en naar weerde schatten Vreemde
ling!... ik die meermaals met eene over-
aroote meerderheid tot openbare ambten
werd gekozen, die uwe belangen met
taaien wil heb verdedigd, die bijna alle in
woners kenne van geheel de stad (Bravos!)
Vreemdeling!... ik die hier in Ypei alles
gevonden heb wat mij dierbaar isdie hier
mijne kinderen heb zien geboren worden
ir wiens teergeliefde echtgenote en drie kin
deren rusten op uw kerkhof, waar ik hen
■I ns•lui/. -u 'i' :t stico-en va.» spaar nu re-u
teboa«j"S, Wij iiebb'tt de nijverneidscbole
uitnemende uitgebreid, we zouden baast
mogen zeggeu gesticht, eene inrichting, die,
voorden werkman, van het grootste belang
is 't Is daar dat de werkman zich m© i vol
maken in zijnen stiel, dat hij er de bijzon
derheden van bestudeert er, dat hij er de
moeilijkheden van l-r-er t overmeesteren. Zij
is reeds op goeden voet en door de hoogere
overneid naar weerde geschat. Maar zij
moet nog verbeteren en nog uitgebreid wor
den, opdat zij al de diensten bewijze, die
men van haar kunne verlangen.
Nergens wordt er meer gedaan voor 't
welzijn der werklieden als in Yper. Wij be
zorgen hun werk in overvloed, en voor het
oogenblik en kunnen de timmerlieden al het
werk niet verrichten,dat er inYper te doen is.
De nieuwe gestichten, die aan den gang zijn,
zullen ten minste voor vier of vijf jaar werk
verschaffen aan een groot getal arbeiders.
En dit alles heeft men aan onze pogingen te
danken.
Niet alleen trachten wij hen hier werk te
geven, maar we helpen ook mede om er hun
elders te bezorgen als er hier geen te krijgen
is, en wij en aarzelen niet desnoods al de
reiskosten te betalen, om aan de werklieden
toe te laten elders werk te vinden.
Meer dan ooit zullen wij voortwerken om
gedurig den welstand der werkende klasse
te verbeteren. Wij hebben hem het recht,
verleend dezen te benoemen,die in 't bijzon
der bciaot =ijn met zijne belangen te dom
gelden en te verdedigen in het bestier.
Ztedaar in 't korte rekening over onze
doenwijze. Wij gelooven dat wij wel gehan
deld hebben.
Reeds tweemaal hebben de Yperlingen
gelegenheid gebad hun oordeel te vellen over
onze handelwijze in het bestier van stad
in 1895 met 200 stemmen en in 1899 met
stemmen meerderheid hebben de kiezers
gezeid: gij hebt wel gedaan! doet alzoo voort!
Wij zullen daarom altijd maar vooruit gaan
opden ingeslagen weg,traagzaam,maarzeker,
net die koppigheid die den vlaming kenmerkt,
vlot Gods bulpe zullen wij trachten nog vele ie
verrichten voor hot weizijn en den bloei
>nz r liefde stad Yp r. (Langduiige toe-
uichingen begroeten deze prachtige slotrede.)
M. iweius d'Eeckhoutte. Ik heb
te eer aan den Gemeenteraad voor te
«nsdaags zal gaan vervoegen. (Ontroering!) dellen dat de schooiie redevoering van
t Is voor Yper dal mijn herte klopt, aan M. Colaert en de treffende autwoorde
an Mijnheer den Burgeineestei zouden
Yper wil ik alles toewijden wat ik bezit
verstand, geleerdheid, wilskracht, de o de
vinding die ik in het oestier heb opgedaan
Heen, ik en aanveerde niet dat men mij uil
scheldt als vreemdeling: 'kbeu Yperlmg
van hert en ziele en 'k wil het blijveu
Langdurige toejuichingen).
Bij mijne aanstelling als burgemeester be-
oofde ik uwe belangen te behertigen, te
werken voor den bloei en de grootheid van
Yper. Ik vraag u als ik mijnen plicht heb ge
daan Op voorhand aanveerd ik uwe beslis
sing. Zegt gij dat ik niet genoeg en deed,
ik zal meer doen nog in het toekomende.
Herhaalde toejuichingen.)
Ik reken voort op de ondersteuning van
Schepen- en Gemeenteraad.
Wij hebben,beloofd vrede en rechtveerdig-
heid te doen heerscben in Yper, en 'k geloove
dat wij erin gelukt zijn.
Ons programma blijft nog hetzelfde
Vrijheid en Gelijkheid voor allen! Min
politiek en beter bestierUitbreiding van
bandel en nijverheid! Geen schooloorlog
meer! De rechten van iedereen moeten
geëerbiedigd worden. De ouders zijn vrij
hunne kinders naar de scholen te zenden van
hunnen keus. Zij alleen hebben daarover te
oordeelen.
Geene geldverkwisting! Dank aan onze
spaarzaamheid zijn wij in state gesteld zulke
belangrijke openbare werken te verrichten.
Maar eene nieuwe eu uiterst belangrijke
zake is voor den dag gekomen, namelijk het
lot van den werkman te verbeteren.
gedrukt worden,
iidkeadeeu zat
ze mei voiclot nin;
bewaren ais eene ged; nkems van deze
sckoone feeste.
M. de Voorzitter. Maakt er nie
mand geene bemerkingen nopens het
voorstel van M. Iweins d'Eeckhoutte
't Is dus aanveerd.
De zittiug wordt ten 6 ure geheven.
De raadsheeren gaan na de zitting
Jonkvrouw De Hem geluk wenschen,
over het prachtig portret dat zij ge
maakt heeft van den heer Burgemees
ter, portret dat in den hoek. der
Blauwe Zaalis ten toon gestald.
Ten 6 1/2 heeft het feestmaal plaats,
aangeboden door de heeren gemeen
teraadsleden en nieuw gekozenen aan
M. den Burgemeester, in de Troon
zaal.
Het portret van M. den Burgemees
ter is nu links van de schouw gehan
gen, alzoo een tegenhanger makende
met dit van zijnen voorzaat, M. Van-
heule. Vóór de schouw is 't portret
van M. Carton en links aan den wand
de beeldtenissen van Leopold I en van
zijne zonen den Hertog van Braband
en den Graaf van Vlaanderen.
Eene verrassing Op de spijskaarte
staat op de voorzijde eene liehtprente
VAN YPE
40
;v jtjftiiH' i -■>. \«e w.
■K
v
kuraUfor »:<-• ,-at tWüjrrrof.li™ daaraan.
■V ij 10- dl. l'rtt U V -M -■<' W'M' <-