In 't Walenland
Priesterlijke Benoemingen
Bravo Watou.
den,zoodat de plannen van de Boeren
verijdeld werd"n.
De luitenant ontdekte ook een paar
kisten dynamiet, die hij met de hulp
van zijn manschappen binnen de en
gelsche linie bracht.
Hoewel de Boeren met gr veren op
hen vuurden, kwamen de mannen
veilig met de ontploffiingsmiddelen in
het kamp.
Den volgenden nacht haalde kapi
tein Grant, van de genie, heimelijk de
dynamietladingen uit de gaten in de
brug en wierp die in de riv ier.
Tegelijk verwijderde hij de verbind -
ingsdraden, die nog over gebleven
waren. De spoorbrug hadden de Bot -
ren juist laten springen, toen de En-
gelschen den oever van de rivier na
derden.
Berthuliëbrug, 15 maart, 4 u. 's av.
Generaal Gatacre is over de riviet
getrokken.
De vijand vluchtte zonder de brug
of de wegen te vernielen.
Te Aliwal-North
Uit Aliwal-North wordt geseind dat
de Boeren eeue sterke verschanste
stelling bezetten op drie mijlen over
de rivier. Generaal Olivier is naar
Rouxyville achteruit getrokken.
De gevangenen te Bloemfontein
Veldmaarschalk Boberts hoopte Ie
Bloemfontein eeni e (luizende engel
schen te vinden,in de eerste gevechten
aan de grens van den Oranje-Vrijstaat
door de Boeren gevangen genomen.
Hij vond in het gasthuis slechts 67
gekwetste officiers en soldaten, meest
allen behooreud tot het Sulfolkregi-
ment, van de afdeeling Frenseh-Cle-
menls,dat door de Boeren nabij Coles-
berg verslagen werd. De andere
engelsche krijgsgevangenen zijn naar
Pretoria gebracht.In het gasthuis be
vinden zich ook eenige gekwetste
Boeren; veldmaarschalk Boberts heeft
hun beloofd dal zij aanstonds na gene
zing, naar hunne heerdstedeu zullen
mogen weerkeeren.
De avondbladen bevatten een tele
gram uit Vanzijl van 15 Maart, mel
dende dat de overtocht over de Oranje
rivier dien ochtend met goeden uit
slag was geforceerd (vermoedelijk door
generaal Clements). De Boeren op de
heuvels waren verrast en boden geen
wederstand. Cr werd nu een schipbrug
gebouwd om de zware kanonnen over
te brengen, en men zou dadelijk met
de volle macht oprukken.
In den Vrijstaat
Bloemfontein, 16 Maart.
Men mag zeggen dat alle verzet in
den Vrijstaat, ten Zuiden van Bloem
fontein, totaal ten onder is gebracht
Tot hiertoe hebben, in antwoord op
de proclamaties van lord Boberts,
400 Vrijstaters zich onderworpen.
Een patroelje ruiterij heeft eene ver
kenning naar het noorden gedaan,
tot aan de Modderri vier.
De brug over de rivier is onbescha
digd.
Lord Boberts heeft het bestuur over
een dagblad aan een komiteit van
Engelsche dagbladschrijvers toever
trouwd, teneinde het publiek op de
hoogte der gebeurtenissen te houden.
i)e «neening in (1e kaapkolonie
Londen, 16 Maart.
Ons landv an Kaaps tad, klaagt bitter
over Cronjé's verbanning naar St-
Helena. De engelsche regeering, zegt
zij, kou geen beter middel vinden om
de gevoelens der Hollanders Ie grieven.
De bezetting van Bloemfontein ver
rast Ons land niet, omdat zij het ver
wachtte. Bloemfontein heelt ook geen
stralegische weerde.
De South African News betoogt dt
er twee wegen voor de republikanen
openstaan: Engelsche onderdaden ol
uitgeroeid worden. Het blad is over
tuigd dat de Boereu door zullen vech
ten, zoolang zij proviand en schiet
voorraad hebben.
Verliezen der Boeren in het eerste
tijdperk van den oorlog
Pretoria, 111 Maart.
De dieustoversle der inlichtingen
meldt dat, voor de insluiting van
Kimberley en Ladysmith, de verliezen
der verbondenen waren als volgl
dooden, 677 gekwetsten, 2129 ge
dood bij toeval, 24 gekwetst bij on
geluk, 171 gestorveu ten gevolge van
ziekte, 99 zieken in behandeling,
125ü dit is een totaal 4350.
17000 KngeLche gewonden
Dr Bykersou, hoofd van de Caua-
deesche Boode Kruis-ambulaneie,
seinde den 16 Maart uit Kimberley:
Er liggen hier duizend zieken en ge-
wouden.
Volgens andere berichten worden
er in de verschillende hospitalen (in
Zuid-Afrika) in het geheel l7,ÜÜÜman
van alle rangen, ziek of gewond, ver
pleegd.
Te Lorenco Marquez
Pretoria, 15 Maart.
De transvaalsehe regiering betaalt
groote bezeudingcu met goud in sta
ven, waarvan tegenwoordig voor een
aanzienlijk bedrag te Lorenzo Marquez
ontvangen wordt.
Te Bei ra heelt de overheid verbo
den, groote hoeveelheden levensmid
delen, muilezels en wagens, voor
Biiodesië bestemd,aan wal te brengen.
i)e toestand in den Vrijstaat
Volgens den correspondent van
Beuter te Bloemfontein, hebben een
aantal burgers eeue deputatie aau M.
Eraser gezonden, hem vragende wat
hun te doen stond. M. Eraser raadde
hun, kalm naar hunne hoeven terug
le keeren.
Het rollend materieel dat de Engel-
schen te Bloemfontein hebben over
meesterd, bestond uil 25 locomotieven,
waaronder 17 zware sneltreinmacbie
tien, 13 rijtuigen en ruim 130 goede
renwagens. I e EJeuburg maakten zi,
nog twee locomotieven en dertig wa
gens buit.
De gevangenen, die de Engelschen
te Springfontein hebben gemaakt,
waren meest Duitschers en Grieken
van het Johahnesbiirg-commando.
Deze zijn met den Irein naar Bethulië
gezonden.
Juiiaau Ralph, de corresponden
van de Daili/ Mail, seint uit Bloem
fontein dat langs den geheelen Vrij-
siaalschen spoorweg, van Springfon
tein tol Bloemfontein, de Boeren aai
elke statie Mausers, Martini Henry's
en pistolen komen inleveren. Den 16
Maart alleen zij n 2500 geweren en
andere wapens ingeleverd.
De Times verneemt uit Aliwal Noon
dat 250 opstandelingen zich Vrijdag
overgaven; 150 slaan nog buiten de
slad. Zoo goed als alle opstandelingen
latende Vrijstaters in den steek, be
halve de aau voerders die zich nog
voorbij Rouxvilie ophouden met
Olivier.
Vijf honderd Boeren uit Wepener,
ouder Fouché en Zaslrow wachten,
zegt ineu, op Roberts proclamatie om
de wapens neeY te leggen.Waarschijn
lijk zullen Ladybrand, Ficksburg en
Bethlehem het voorbeeld van Roux
vilie volgen.
Tegen de verwachting blijkt de brug
le Bethulië niet erg beschadigd te zijn
zes spanningen van de negen zijn ver-
uield, maar de pijlers blijven staan.
Commandant Olivier
trekt af op Kroonstad
De tweede uitgaaf van de Times be
vat een telegram uit Aliwal Noord van
bede meldende dat commandant
Olivier naar Kroonstad terugtrok, na
eerst te Rouxvilie alle beschikbare
levensmiddelen in beslag genomen en
de ingezetenen daar in diepe ellende
achtergelaten te hebben.
Mafeking nog altijd beschoten
De beschieting duurt nog voort,
maar tieel zwak.
Donderdag hebben wij de overgave
van Cronje vernomen en nummers
van de Mafeking Mail,met het nieuws
er in, werden, in een pak, met lood
bezwaard, in de Boerenschansen ge
worpen.
Het gerucht liep dat de Boeren de
belegering gingen opgeven en het
verzwakte bombardement gaf daar
u'acht aan.
Niettemin zitten de Boeren ons nog
dag en nacht op den rug.
Londen, 19 Maart.
Uit Boeloewayo verneemt de limes
dat dc spoorweg en de telegraaf her
stel i iijn lot aan Pilsani.
In Natal
De «Times» verneemt uit Ladysmith
dat het Engelsche kamp thans aan de
Sunday River opgeslagen is.
De stellingen der Boeren zijn hel
sterkst aan den straatweg naar New
castle, waar op de Biggarsbergen
schansen aangelegd zijn en geschut
opgesteld is.
De stellingen aau den slraatweg
naar Dundee zijn minder sterk.
De spoorweg is her told tot aan
Modderspruit,maar verderop zijn vier
tamelijk groote spoorwegbruggen ver
nield, en het zal lang duren voordal
die weer in orde gebracht zijn.
Tusschenkomst des Pausen
Naar de «Temps» verneemt, heeft
volgens den correspondent van de
Daily Chronicle te Rome het Vali-
kaau gëéu verzoek ontvangen, om in
den Zuid-Afrikaanschen oorlog tus-
schen te komen.
Het gerucht dat de Paus een ency
cliek zal uitveerdigen ten bate van
den vrede, wordt gelogenstraft.
Lagerhuis
Londen, 19 Maart.
Het Lagerhuis neemt bij tweede le
zing de financieele wet aau met 182
tegen 30 stemmen.
Daarna wordt zij ook bij derde le
zing aangenomen.
5 commandos zouden zich reeds
onderworpen hebben
Londen, 20 Maart.
De Doily Chronicle verneemt uit
Bloemfontein dat 5 Boeren comman
dos zich reeds overgegeven hebben.
Kaapstad, 19 maart.
Sir A. Milner, vergezeld door zijne
twee secretarissen, is dezen avond ver
trokken, men weet niet wurrheeu.
't Midden van 'i Walenland of gemeen
ijk gezeid 't center van 't ILnegouwsche
lat over eene halve eeuw nog bijna onbe
need was, is nu de wereld door beroemd
voor zijne nijverheid en zijnen uitgebreider»
handel.
Ouder den invloed van handel en nijver
heid en dank aan den algemeenen welstand
is de bevolking aldaar in korten tijd zoo
dapper aangegroeid dat de vroegere kleine
dorpen nu volkrijke gemeenten zijn gewor
den en niet zelden tien, vijltien tot twintig
duizend inwoners tellen. Nieuwe wijken zijn
gesticht en tot volkrijke gemeenten aange
groeid, alzoo bijvoorbeeld La Louvière.
Met den aangroei der bevolking is oor
den algemeenen rijkdom vermeerderd: d
daghuren zijn opgestegen, de winste, de
voeding, de kleederen 't he.:ftalles dezelfden
weg gevolgd. Maar 'tgeen dien algemeenen
aangroei niet en heeft gevolgd in 't ge-
heele niet dat is hel geestelijk voedsel.
Het goede woord van 't evangelie, de
zalige invloed van den godsdienst en is bij
die bevolking niet meer op voldoende wijze,
vandaar de vermindering, zooniet degeheele
verdwijning van alle dsdienstig gevoel
Maar helaas hoe daarin voorzien T Hoe
dien toestand verbeterd 1
Voor elke wijk behoorde er eene kerk,
eenen herder, met de werken die gewoonlijk
medegaan, christelijke scholen, godsdien-
tige instellingen.
Het getal kerken moet dus eerst en vooral
vermeerderd worden. De priesters van de
sireke hebben het begrepen en in eenen om-
ii i k van min dan eene ure zullen vijf nieuwe
kerken aangelegd worden, waarvan drie op
net grondgebied van La Louvière.
D( schrijver dezer regelen is belast met
er twee te houwen voor zijn deel, en met
angst vraagt hij zich af hoe hij er eens zal
toe geraken om de noodige gel Jen bijeen te
Krijgen voor dit zoo noodzakelijk werk.
God betere 't
Feeste
Naar we vernemen zal er den 24 April,
dat is den Dijssendag na Belokeu-Paschen,
eene tooneelfeeste gegeven worden in do
Iwi inszaal, ten voordeele van twee kerken,
die te La Louvière moen n gebouwd worden.
Mgr. de Bisschop van Brugge beeft be
noemd
E. H Ollivier, pastor ie Bisseghem is
pastor benoemd te Vlamertinghe.
E. H. Decuypere, onderpastor te Wervick
is pastor benoemd le Bisseghem.
Watou. een der volkrijkste gemeenten van
ons bestuurlijk arrondissement, komt eene
spaar- en leengilde in le richten. Bravo't Is
eene samenwerkende maatschappij van laud-
bouwcrediet, waarvan al de leden elkheel
en onbeperkt verantwoordelijk zijn, en die
voor doel beefi geld mits intrest aan te
nemen en te sparen, en met dat geld uitlee-
ningen te doen aan hare leden, die crediet
noodig hebben en verdienen.
De algemeene vergadering stelt het bedrag
van den intrest vast voor ont- en uitleenin-
gen. Alle uitleeningen moeten zonder uitzon
dering gewaarborgd worden ofwel door
borgstelling ofwel door een landbouwvoor-
recht overeenkomstig met de wet van
15 april 1884. ofwel door grondpand, ofwel
nog door bewaargeving van papierweerden.
Behalve het betaalvermogen zal ook dezede-
lijkh-id, decredielweerdigh id en de bestem
ming alsook het gebruik van 't ontleende
geld in acht genomen worden bij elke ont
leening.
De algemeene vergadering kan beslissen
lat de deelgenoten verplicht zijn den Boeren
bond bij te treden.
De maatschappij zal mogen aandeelen
nemen hij de Midden credieikas van den
Boerenbond van welke zij dan hulp en hij-
stand verwachten mag.
De spaar- en leengilde is gt-sticht voor
29 jaren
MENGELWERK tl
door
NIEK BROZEN
Karei llraband.
Het was te Blaesvierle, een dorp in Oostvlaanderen
koekezondag.
Op de dorpplaats zag men wijds enzijds speelkramen
met rood en wit, met zonnen en ankers, verder kegel
spelen, en meuletjes inet houten peerdjes. Men zag er
ook neringdoeuers met suikerbollen en peperkoek,
met macarons en spekken, met lekkers en bapkenkap
die de kleine bengels welke nog eenige centen te ver
beuren hadden, ongeduldig schenen aftewachten.
De godsdienstige plechtigheden waren in de kerke
geëindigd. Wij hoorden daareven de laatste toonen van
den orgel, klagende onder de verkleurde vingers van
den ouden koster wegsterven.
Een eerbiedweerdige grijzaardvan halfwege de zestig,
trad langzaam de sakristij uit.
Het was de pastoor van het dorp.
De kinderen knielden, en ontvingen van den ouden
geestelijke den zegen. De jongelingen lichtten eerbiedig
hunne wollen mutse op. Gewis, o neen, daar en woon
den nog geen; kaloten vreters
Een jonge priester volgde den ouderling op de Lie
len.
De vreemde bezoeker, zou hem willichte als onder
pastoor te recht gewezen hebben dat en was bij
eventwel niet.
Karei Braband, zoo heette hij, was een eenige
Weeldige boerenzoon, waarvan de ouders nu in 'l dorp
waren komen rentieren, oil die pas veertien dagen ge
leden te Blaesvierle, zijn geboorte dorp, zijne eeremis
gezongen had.
Het was een echt gelukkige dag geweest voor vader
en moedor Braband, maar helaas, niets en is bestendig
op onze arme wereld.
De twee geestelijken waren druk aan 't spieken.
Zij waren al kouten voorigestapi toi rechtover een
nieuwopgebouwd woonhuis. De pastoor groette den
jongen geestelijke.
In een kwart ben ik daar, had de oude man
gefluisterd.
In de voorkamer van het nieuwe huis, die met
smake, doch eenvoudig gemeubeld was, zat een stok
oude man, in eenen wijden grootvaders zetel te
rusten.
Recht over hem, in den anderen hoek van den heerd,
zat eene reeds bejaarde vrouwe.
Het waren de ouders van Karei Braband.
üp beider gezichte lag er eenen nevel van smertvolle
angste. Beide hielden eene veelbeduidende, pijnelijke
stilzwijgenheid.
Eu ook niet zonder reden.
Karei, bun einig kind, de troost eu de steun van
hunnen ouden dag zoo zij meenden, wilde hun verlaten,
oin verre, over zee hel geloove te gaan pre
diken,
De pastoor hield woord.
Een kwart was nauwelijks verloopen, toen hij bij
vader Braband aanklopte.
Moeder Braband was op zijne komste voorbereid en
gewapend, want de oude pastoor was nauwslij&s neêr
gezeten, toen zij, al in eenen adem, zei
«Mijnheer pastoor, 'ken kan, 'k en mag niet
toestemmen in 't vertrek van onzen Karei. Verleden
nacht heb ik gedroomd dat hij op zee verging. De
gausche morgen tierden de eksters op de hoornen van
onzen hof, en te morgen, toen ik opstond zag ik eene
groote, afgrijselijke spinnekobbe, en,
De kobbe die men 's morgens ziet
Brengt ons altijd groot verdriet.
Hoe is het mogelijk Sophie, sprak de oude
pastoor, dat eene vrouwe die een zoo vurig geloovr
heeft als moeder Braband, haar met zulke dwaze bijge-
loovigtieid kan bezighouden
Bijgeloove of riiet, gromde moeder Braband,
indien Karei vertrekt zal er hem een ongeluk over
komen een moederherte bedrieg zich zeldeu.
En moest mij nu een ongeluk overkomen,
moeder, zei Karei met geestdrift, en moest ik nu
nog stei ven op mijne reize, ware het niet om God ons
aller meester Ik voele ging hij driftig voort, dai
God mij wenkt naar de ongelukkige streken waar de
nevel van ongeloove en afgoderij den geest van duizen-
de ongelukkigen omsingeld. En is er een grooter geluk
dan, om zijnen schepper te dienen, vermoeinissen te
onderstaan, gebrek te lijden, hinderpalen door strijd
en door moed uit den weg te ruimen, en ja. als 't nood
doet om Hem te sterven Welke dood is schooner ei
verhevener in Gods oogen dan de marteldood
Moeder Braband schudde het hoofd. Een traan,
wolken vader Braband met den rug van zijne ruwe hand
wilde wegvagen, rolde over zijne wangen.
De grijze pastoor had medelijden met de oudjes.
Mijn geweten van priester, sprak hij, ver
biedt mij Karei tot die reize aan le sporen, even als het
mij niet toe en laat hem er van af te houden, als dat
waarlijk zijn roep is. Daarom, mijn zoon,richtte hij tot
Karei, bid, bid vele en vurig om den wille Gods te
kennen. En dan, dan slechts als gij de overtuiginge
gekregen hebt dat gij derwaarts moet, ga dan in Gods
name. Wat God bewaard is wel bewaard. En gij moe
der Braband. onderwerp u dan als eene ware, kristelijke
vrouwe aan dien wille, en bid opdat uw kind zijne
zend in ge weerdig moge volbrengen eu u nog eens moge
wederzien.
Hetzij dan zoo, zuchte de overhaalde moe
der, maar t zal in 't ander leven zijn.
Het behoort aan God alleene daarover te be
slissen, hernam de oude pastoor ernstig. Op Hem
moogt gij rekenen, op hem moet gij betrouwen J
Het pijnlijk gesprek duurde alzoo nog eenigen tijd
voort het nam toch eindelijk een einde, en loen de
oude pastoor met d»n jongen geestelijke vertrokken
was, weend' ri de oudjes om ier meest.
Vader Braband echter beurde zich eerst op.
Vrouwtje, sprak hij, en hij poogde zijnen
loon luimig temaken, laten wij ons maar aan Gods
wille onderwerpen, beter en kunnen wij niet. Hij gaf,
Hij neemt, hel is zijn recht. Overigens, zoo Karei hier
bleef, er kon hem ook een ongeluk over het hoofd
draaien, en 't is gelijk of het mijnheer pastoor zegt, wat
God bewaart is wel bewaard
Het is verloren gezeid, er zal hem toch een
ongeluk overkomen indien hij vertrekt, meende de
moeder.
Het was dertig dagen later een schoone November
dijsendag.
De jonge Karei Braband zat in eenen wagen van
tweede klasse, rechtover eenen anderen geestelijke
van daaromtrent dezelfden ouderdom.
Blijkbaar ondernamen de beide priesters dezelfde
reize.
Noglans, bij alwiede opgeruimdheid huns gemoeds,
het stille lachje dat hunne lippen omzoomde, de zorge-
looze kalmte hunner blikken zou ontledigd hebben, en
ware hel gedacht nooit opgekomen, dat die twee jonge
priesters het lieve vaderland verlieten, om verre over
zee, in wilde en woeste streken den boom des kruises,
het teeken van verlossinge te gaan planten
En noglans het was zoo
«Mij -ri kunnen van Antwerpen niet verre meer
afzijn, vroeg de eene, die wij Veris zullen heeten.
Een scherp gt,fluit van den ruisscbenden vuurwagen
spaarde Karei Braband zijne anlwoorde.
Het was ruime drie m den namiddag, toen zij op het
dek van den Atlas een kloeke driemaster, hun lieve
vaderland aan den gezichthinder zagen verdwijnen.
MTMtfi.)
^wm<nassxMaaeasMms%+. ji mi nu m m
mÊ/mÊmÊÊÊimiÊÊmmaÊÊÊimmmiaacm'-'r