MENGELMAREN
Tegen de vliegen
Rechtbank van Brussel
Verbrekingshof
Rechtbank van Leuven
Ongeluk in de zwemplaats
Priesterlijke Benoemingen
Tuindag
Een bijzondere commissie wordt aange
steld, bestaande uit de heeren Fraeijs, voor
zitter Begerem, Decaestecker, Vanderghote
en Bouquet, leden en buiten den gemeen
teraad, de heeren Charles Baus, Jules An
tony en Jules Baus.
M. D'Huvettere. 't Ware te wenschen
dat die commissie algauw hare programma
zou vaststellen, opdat we nog den tijd vin
den om te onderzoeken.
Pompiers
Een hulpgeld van 500 fr. wordt gestemd
om de kosten te dekken van de deelneming
der pompiers aan het Bondsfeest te Namen.
Wedstrijd van orde
M. Struye wordt lid benoemd van den
bijzonderen keurraad. M. de Voorzitter denkt
dat het goed ware in 't toekomende damen
te noemen als lid van den keurraad. De
damen zijn beter in staat om over orde en
netheid in een huishouden te oordeelen.
Brug over de Rijselpoorte
Een krediet van 400 fr. wordt beschikt
om de brugge te vermaken.
Meenenpoorte
M. Iweins d'Eeckhoutle klaagt over den
slechten toestand van het metselwerk van de
vestingen bij den uitgang der Meenenpoorte,
alsook over de onbetamelijkheid van de twee
waterplaatsen bij die poorte.
M. de Voorzitter. We zullen zien dat
metselwerk te herstellen, en onderzoeken
meteen als er middel is om die waterplaatsen
behoorlijk elders te zetten, misschien rond
eene lanteern op de buitenwandeling.
Schietplein
M. Boone vraagt als er geen middel en
ware om het schietplein eenige meters te
verlangen, ten einde het weder te laten die
nen. De «stand» van Rousselare en is a
niet veel beter dan dien van Yper, volgens
het schijnt.
M. de Voorzitter. De heer stadsbouw
kundige zal in T korte naar Rousselare gaan
om den stand te onderzoeken.
M. D'Huvettere vraagt dat er ook water
plaatsen zouden beschikt worden bij de
statie.
M. de Voorzitter. We zullen dat trach
ten te schikken,te zamen met de veranderin
gen aan het statieplein. Een bijzondere hof
bouwkundige zal komen zien naar het statie
plein en ons dan plans voorleggen.
De openbare zitting eindigt ten 0 u. 15
kookteen half dozijn ajuinen in een halven
iter water. Als het zocht koud geworden
is, strijkt men het met eenen zacbten borstel
over de vergulde voorwerpen, pendulen,
enz. en het vliegenbezoek blijft achter.
Aldus deelt een fransch blad mede. Of
het helpen zal? In elk geval is het gemakke
lijk te beproeven.
Met het warme zomerweer komen weer
de kwelgeesten, de vliegen, in onze kamers
die menig huismoeder ergeren door de
sporen die zij achterlaten, als ze zich op
blinkende voorwerpen, verguldsel, hebben
neergezet.
Een eenvoudig middel om deze vliegen
plaag te bestrijden is het volgende: Men
Eene fopperij. De rechtbank van Brus
sel heeft eenen winkelier voor eene zonder
linge zaak veroordeeld tot 400 fr. boete en
000 fr. schadevergoeding.
De winkelier was in onderhandeling voor
het overlaten van zijnen handel en de per
soon, die de zaak wilde overnemen, had ge
durende eenige weken een vertrouwd per
soon in den winkel geplaatst om de zaak na
te zien en te oordeelen of zij de ge
vraagde som weerd was.
De klanten waren zeer talrijk en de som
5200 fr. werd betaald.
Maar toen de nieuwe baas in de zaak was,
jleven eensklaps de klanten weg,en nu bleek
dat de oude baas die menschen geld had
gegeven om verschillige voorwerpen in
zijnen winkel te komen koopen en die dan
s avonds ongemerkt weêr terug te brengen.
De rechtbank heeft die handelwijze met
recht als een bedrog aangezien en bij gevolg
hooger gemeld vonnis uitgesproken.
De lijfstraffelijke kamer vari het verbre
kingshof heeft Dinsdag morgen uitspraak
gedaan over de voorziening in verbreking
gedaan door Jan-Baptist Sipido en zijne me
debetichten Arthur Meert, Gaston Peuchot
en Julien Meire, betrokken in den aanslag
tegen den prins van Wales, tegen het besluit
van de kamer van inbeschuldigingstelling
die hen voor het eedgerecht van Braband
verzonden heeft. Het hof heeft de voorzie
ning verworpen.
In deze voorwaarde heeft M. Jamar,
voorzitter van den aanstaande zittijd van het
eedgerecht, besloten dat de zaak den 2 Juli
zal opgeroepen worden. Het proces zal drie
of vier zittingen innemen. De zetel van het
openbaar ministerie zal bekleed worden
door M. den advokaat generaal Servais
Sipido zal verdedigd wordendoor MM" Henry
en Spaak Meert, door MM" Roger en
Gheude Peuchot en Meire, door MM" Van
dermoeren, Meysmans en Swalue.
Zekere M. Edouard Beernaert, van Leu
ven, had in een weekblad /!ar Ie scandale,
lasterlijke aantijgingen ingebracht tegen
den E. H. Maes, onderpastor van Sint Jaak
op Coudenburg, te Biussel. De E. H. Maes
spande een proces in, en M. Beernaert is nu
voor laster veroordeeld tot 1000 fr. schade
vergoeding en voor 500 fr. inlasschingen
van hel vonnis.
Godspenning. Zekere Pieter Aug. V
G., van Gheel, had zich als knecht ver
huurd bij eenen landbouwer, te Lichtaert,
en bijgevolg ook den godspenning van 5 fr.
ontvangen. V. G. kwam ev nwel niet naai
_ichlaert wo' en en zond evenmin den g"ds
lenning terug, alhoewel hij dit geld niet
mocht houden. Voor dit feit werd hij ver-
olgd onder betichting van misbruik van
vertrouwen. Hij kreeg 15 dagen gevang.
Eerlijk volk, schels uit een werk
manslenen en /.oo nalot men va
der, twee verhalen van Alfons Sevens,
gediukt bij Callewaert De Meulenaere, Boter
straat, 36, te Yper. (Prijs per boek 0.50
cent,
Deze twee verhalen van onzen jongen en
jegaafden Vlaamsehen verteller, boekdeel
tjes uitmakende van 60 tot 70 bladzijden,
zijn sierlijk, in volkschen en tevens gemoe
d e I ij V c r i (rant |p schreven en vooral gericht
lot de jeugd, welke er een aangenaam en
nuttig tijdverdrijf en volstrekt niets aansloo-
telijks in zal aantreffen.
Daai door zelf en vooral door de uiterste
geringheid der prijzen, voorde boekjesin
getal bij den drukker genomen, zijn deze
verhaaltjes, netjes ingekleed, gebrocheerd ot
in prachtband naar keus, uitmuntend ge
schikt voor prijsboeken in de aanstaande
prijsdeelirigen.
De bestuurders van scholen welke, om
zich te verontschuldigen voor het uitdeelen
van Fransche prijsboeken, zich gewoonlijk
verschuilen achter het voorwendsel dal de
Vlaamsche prijsboeken zoo zeldzaam als
duur zijn, terwijl men de Fransche in massa
en aan spotprijzen aantreft, zullen voortaan
van die schijnreden moeten afzien.
Om daarvan overtuigd te zijn wende men
zich tot bovengetioemderi drukker die, dank
aan de vruchtbare en kundige pen van den
heer Sevens, in staat is de moeilijksten te
bevredigen en bij wien alle schoolbestuur
ders zich met weinig kosten dergelijke prijs
boeken kunnen aanschaffen. Fondsenblad
Dinsdag stond de stad nog eens geheel in
rep en roer. 's Achternoens waren de s Mda
ten van de rijschole voor den eersten keer
naar de zwemplaalse gegaan onder 't geleide
van Luitenant Leroy. Kapitein Bosschaerts
in burgerskleereu was aanwezig.
Ondanks het herhaald en uitdrukkelijk
verbod hunner overheden, sprongen ver
scheidene mannen in den grooteri bassin
Een van hen, zekere Tasseroul verdween a
met eens in de diepte.
Alle opzoekingen en pogingen om den
ongelukkigen uit te halen, waren vruchteloos
M. de Burgemeester, die ter plaatse was
deed den bassin afloopen, maar men kreeg
Tasseroul maar terug na een kwartier in 'l
water gelegen te hebben.
Alle mogelijke zorgen werden de onge
lukkige toegediend en alle pogingen aange
wend door de geneesheeren der rijschool
maar 't was al vruchteloos de soldaat had
opgehouden te leven.
't Is het derde jaar achtereen dat dit ge
beurt en telkens met soldaten. En nogthans
de overheden doen al het mogelijke om on
gelukken te vermijden. Men gelooft dat
Tasseroul sedert 's noens alreeds geëten
badde. Geheel zijn wezen was vervrongen en
het voedsel liep uit zijnen mond.
De jongeling was goed gezien. Hij behoort
tot eene deftige familie van Dave bij Namen
en is de oudste van negen kinderen.
M|>r. de Bisschop van Brugje heelt lie-
noemd
Onderpastoor te Meulebeke, E. H. tai-
mentier, onderpastoor teBisseghem.
Zaterdag laatst «ijn de volgende Heeren
gewijd
Priesters MM. Br utsaert Jeróme Prosper,
>operinghe; Dechièvre Ferdinand, Yper;
Declercq Pieter, Iseghcm; De Jaegher Leo,
irugge; Depuydt Charles, BoerstDesa-
gher Aimé, Poperinghe Ghys Louis, Brug
ge Hollebecq Richard, Ooleghem Joyr
Anloine, Rumbeke; Nevejan Ernest, lse
ghem Vanden Weghe Jeróme, Moorslede
Vermersch Maurice, ElseneVermeulen
Floribert, Kortrijk.
Diakens: MM. Kesteloot, Albert, Meule
beke Leleu, Joseph, Ten Brielen Ameye,
iené, Bisseghem Banckaert, Alexandre,
Aalst Beyne, Auguste, Houcke Boedt,
ules, Snaeskerke Caesens, Arthur, Kort
rijk Callens, Honoré, Dessel;hem; De
Keyser, Alphonse, Iseghein Desmet, Char
les, Meulebeke Louwaege, Jérome, Noord
schote Moncarey, Prosper, Haringhe
Sotebaert, Richard, Maldeghem Souvagie,
Camille, Leffinghe Tanghe, Henri, Alve
ringhem Tanghe, Richard, Swevezeele
Van Kemmel, Charles, Moorslede Van
fyekeghem, Joseph, LophemVcrvaeke,
Michel, Cortemarcq, en de Paters Passion
nisten Alexis en Clément.
Subdiakens MM. Colons, Louis, Brugge
Bittremieux, Joseph, SysseeleClaeys,
Léon, Brugge DeCuypere, Henri, Kortrijk
De Lcu, Léon, Meenen De Meester, Alfred,
Brugge Dugardyn, Jean, Brugge ;Lauwers,
Achille, Oostende Lowyck, Franpois, Brug
ge Loyette, René, Veurne; Roose, Aubert,
Sweveghem Soetart, Arthur, Moorslede
Veranneman, Louis, Iseghem Vermeire,
^olydore, Oostende.
BRUGGE. DE DRANK. De ongelukkige
drank was Zaterdag morgend oorzaak dat men
andermaal bijna een doodelijk ongeval te be
treuren had.
Een zekeren landbouwerszoon van Zuyen
kerke kwam Zaterdag morgend, gezeten op een
ledigen wagen, bespannen met een koppel
sterke peerden, uit de Steenstraat, den westkant
derGroote Markt opgereden; volgens gewoonte
was hij sterk, aangeslagen; al met eens kwam
van den anderen kant insgelijks een rijtuig aan
gereden. De eerste het verstand niet meer heb
bende zijn rijtuig op zijden te trekken, botsten
beide rijtuigen op elkander, met het ongelukkig
gevolg dat den landbouwerszoon van zijnen
wagen stuikte en onderdewielen terecht kwam
Gelukkig dat beide rijtuigen noch weg noch
weer konden, anders ware hij voorzeker ver
pletlerd geweest; nu kwam hij er echter van
af met eene kleine schram aan het voorhoofd
een nieuw bewijs dat er een God is voor de
dronkaards. Het zal nochtans een duren drup
pel zijn dat hij gedronken heeft, want hij werd
door den toezienden agent Coorens niet min
dan drie overtredingen toegepast. Eene voor
dronkenschap, eene omdat er geene plakke op
zijnen wagen was en eene om zonder dijssel
gereden te hebben. Van een briefken van 50 fr
zal hij niet veel terug ontvangen.
SINT-DENIJS-WESTREM. - Geheimzinnig
moord. De gemeente St-Denijs-Westrem bij
Gent is door eene schrikkelijke misdaad in ver
slagonheid gedompeld. Op Maltebrugge, recht
over de herberg de Drie Koningen, langs de
groote baan op Deinze en Kortrijk, woont dg
landbouwer Do Sutler. Zaterdag morgend zug
men de dochter Marie, 21 jaar oud, niet te
voorschijn komen.
De ouders maakten zich daarover niet ei-g
ongerust; zij dachten dal Marie weer het ouder
lijk huis had verlaten,gelijk zij nog eens gedaan
had. Zij hebben ook eene dochter, die getrouwd
en in de Maltebrugstraat te Gent woont.
Deze ontving Zaterdag morgend eenen brief
waarin te lezen stondGa spoedig naar huis,
naar de kamer van uwe zuster, misschien is ze
dood, misschien kan ze nog gered worden.
De brief droeg denstempel van 9 Juni, en
was te Gent in den post gestoken. Het meisje
liep spoedig naar huis, en deelde hare ouders,
die nog niets kwaads vermoedden, den brief
mede. Men liep naar de kamer van Marie, en
inderdaad men vond haar te bed liggen, geheel
bedekt met een slaaplaken. Zij had eene prop
n den mond en in het aangezicht vele blauwe
plekken, liet meisje was dood.
De moordenaar moet langs de deur in huis
gedrongen zijn, want in de kamer is er maar
een klein vensterken, dat met dichte ijzeren
staven is bezet. Seffens werd de policie alsook
het parket verwittigd. Waarschijnlijk zal de
brief hel middel geven om op het spoor van den
misdadiger te geraken.
Vrijdag nog had Marie De Sutter eten gedra-
geu aan het volk op het land, ze was wederge
keerd en 's avonds naar bed gegaan als naar
gewoonte. Sedert weten de ouders van niets
meer. Een der zonen der echlgenooten De Sut
ler, is Zondag naar Frankrijk vertrokken om er
te gaan werken.
De vermoedelijke moordenaar van Marie De
Sutter is Maandag aangehouden. Het was de
verloofde van het slachtoffer, zekere Parez; hij
heeft bekentenissen gedaan.
Ziehier in welke omstandigheden die aanhou
ding plaats had.
Het slaeh toffer had dikwijls haar hart geopend
aau Mad. Fossard, wonende Kortrijkschen
teenweg, te Gent, wier echtgenoot een oud be
diende van de policie is. Dikwijls had het meisje
haar bekend dat zij zooveel moeilijkheden te
huis had door haar verkeeren met een jonge
ling uit Gent,Karei Parez genaamd,en wonende
Prinsenhofplaats.
Hare broeders hadden haar steeds verzocht
van die betrekkingen af te zien. Eindelijk zou
het meisje er toe besloten hebben niet meer te
verkeeren, doch dat ging zoo gemakkelijk niet,
had zij aan anderegebuorvrouwen bekend, daar
Parez veel van haar hield.
Zondag avond nu had mevrouw Fossard den
jongeling,dien zij wel eens op het hof van Marie
had ontmoet, in hare buurt zien ronddwalen.
Toen hij de dame aan de deur zag staan,waagde
hij het de dame aan te spreken. Hij zegde haar
dal hij de minnaar was van het vermoorde
meisje, dat hij naar Brussel was gegaan en
daarna naar Charleroi, waar hij in de dagbladen
de gausche toedracht der zaak gelezen had. Hij
zou zoo geerne, zegde hij, Marie hebben terug
gezien, want hij kon niet gelooven dat zij dood
was.
Daarop kwam juist M. Fossard te huis.
Gij zijt plichtig, zegde hij, of gij zijt het
niet.
Ik ben onschuldig, was het antwoord.
Goed, maar dan moet ge u toch veront
schuldigen. Ware ik in uwe plaats, ik ging on
middellijk bij den policiekommissaris.
Dan sprak Parez van zelfmoord.Eindelijk liet
hij zich door M. Fossard, die het gerecht zoo
doende een groote dienst bewees, leiden tot bij
M. Coppine. Deze deed Parez in de stadsgevan
genis opsluiten en Maandag morgend werd bij
ondervraagd.
Na eerst geloochend te hebben, begon Parez
teweenen,en hij deed eindelijk volledige beken
tenissen. Marie wilde van mij scheiden. Zij
was in eenen toestand die zulks niet meer toe
liet. Ik was in hare kamer sinds acht dagen en
hoorde dikwijls ruzie tusschen haar en hare
broeders om mijnentwille. Daar Marie aandrotf
om elkander te verlaten, stemde ik toe, doch ik
moest mijne brieven en mijn portret, dat zij op
MENGELWERK 20
door
NIEK BROZEN
Ik kreeg welhaast eenen brief, waarbij men mij ver
zocht de geheele somme die ik geleend, en reeds terug
betaald had, daaromtrent vijf miljoen, over bestaande
en niet gelichte bezetten, uit te keeren.
Die slag trof mij diepe, doch ik had regelmatige
kwijtbrieven. Ik en wilde die bewijzen van regelmatige
betalinge aan niemand anders dan aan eenen trouwen
dienare toevertrouwen.
Ik schreef dus naar Parijs dat mijn gevolmachtigde
zich met mijne bewijsstukken zou aanbieden, en ik
zond Joseph
Judith verbleekte bij het hooren van dien name,
maar zij overmeesterde hare aandoeninge, en 't was
met eene ijskoude, vaste stemme dat zij zei
Vader, ik luister.
Dat en was niet alles wat ik Joseph meêgaf,
hernam de grave ik had hem daarenboven eene
somme van ongeveer vijf honderd duizend frank behan
digd welke hij aan eenen anderen bankier moest uit
betalen. Ik blijve dus die somme schuldig. Dat is te
zamen vijf miljoen en half. Dat is daaromtrent zoovele
als wij nog bezitten....
Wanneer wij al die sommen zullen uitgekeerd hebben
'ten zal ons niets meer overblijven; wij zullen arm
zijn Judith, doodarm
ls het al vader, vroeg Judith kalm,
Het is al ja, Judith, sprak de grave met
spijtige spottende stemme, en 't dunkt mij dat het
genoeg is
Ach zuchtte hij verder, wat zullen wij aau
Arm en gelukkig zijn vader, antwoordde
udith arm omdat wij niets meer en bezitten, geluk
kig omdat wij elkander liefhebben.
Ten anderen ging zij met buitengewonen drift
oort, wie zegt er ons dat Joseph aan de rampe niet
ontsnapt en is De brieven uit Antwerpen welke gij
daareven hebt gelezen zeggen men waant dat de
gansche manschap verloren is. Maar is dat wel zeker
Zie vader, iets daarbinnen, en zij wees naar heur
herte, «zegt mij dat Joseph leeft, en dat wij hopen
moeten.
Die hope is broos, kind, zeer broos. Nu, ik zal
eveneens over die moeilijkheid met baron Von Daver
gaan spreken.
Waarom met hem vader, vroeg Judith, op
schier onhoorbaren toon....
Omdat baron Von Daver een man van onder-
vindinge is, kind, en daarenboven een man van eere I
God gave, vader, dat gij het betrouwen welk
gij in hem stelt, nooit en moest betreuren
Wat beteekent Luister, Judith, baron Von
Daver is mijn gast. Zoolange hij onder mijn dak woont,
wille ik dal hij geëerbiedigd zij. Vergeet dat nietEn
nu ga, ik moet aan 't werk.
Arm omdat wij niets en bezitten, gelukkig
omdat wij elkander lief hebben heeft zij gezeid. Arm
begeesterd meisje
Arm, ja dat zullen wij zijn.
Maar gelukkig
Welja, vader, mompelde Judith, terwijl zi
naar hare kamer trok, vraag raad aan baron Von
Daver En zeg hem bovenal dat wij nu arm zijn
Als 't schip water drinkt, dan vluchten de ralten
Onverwacht bezoek.
Grave de Nobele had den ganschen nacht aan zijn
bureel overgebracht, in drukke, onophoudende cijfe
ringen. Zijn gansch uitzien getuigde van buitengewone
•ermoeinisse en van kommervolle verlegenheid
Hij zal sprakeloos tegen over zijne dochter zijn
oubijt te nemen.
Eene pijnlijke stilte heerschtte dwers door't gansche
huis.
Baron Von Daver had zich dezen morgend niet ver
toond grave de Nobele, in zijne onuitlegbare kort
zichtigheid schreef zijne afwezigheid toe aan welge-
voeglijkheid. Von Daver, een fijngevoelige, welopge
voede edelman en wilde niet onbescheiden zijn.
Judith integendeel schreef de afwezigheid van den
baron aan zijne baatzuchtigheid toe de vogel dien
bij gewenscht had te vangen, was gepluimd, dus 'l
vangen niet meer weerd. Judith verheugde zich.
De pijnlijke, prangende stilzwijgendheid die in de
eetzale heerschtte was hoe langer hoe drukkender
geworden, toen het oude Treesje zich aanbood, eene
lezoekkaarte op een schenkbord dragende.
Grave de Nobele las
Karei Braband, priester-zendeling.»
Treesje, zeg aan dien heere dat ik hem vol
strekt niet en kan ontvangen, gebood de Nobele,
tei wijl hij de kaart aan zijne dochter overhandigde.
- Dat heb ik reeds gezeid, liet er het oudje
dadelijk op volgen, maar die geestelijke, die eene
brave ziele schijnt, heeft aangedrongen om u te mogen
spreken, en dat nog zonder uitstel, er bijvoegende dat
hetgene hij mijnheer de grave te zeggen had van het
grootste en het dringensle belang was.
Nu, het zij dan zoo, zuchtte de Nobele,
ik ga
Judith, sprak hij verder tot zijne dochter, wacht
mij een oogenblik, ik zal dien onbescheiden bezoeker
maar dadelijk de deure wijzen
Vader, hernam de dochter, die intusschen
de bezoekkaarte van den zendeling gelezen had, «ont
vang liever dien zendeling hier. Gewis komt hij enke
eene almoes afsoaeeken, en tot nu en ging er nooit nie
mand van hier ijdelhands weg.
«Ga dan, Treesje, en breng dien heere naar
bier.
Eenige oogenblikkengingen nog stilzwijgend voorbij,
toen de deure andermaal openging en doorgang leverde
aan Karei Braband.
Mijnheer de grave, sprak hij, buigende en
hoffelijk groetende, ik vrage u versefmoninge als ik e
in uwe drukke bezigheden kome stooren, maar de zen-
dinge welke ik bij u te vervullen hebbe is zoo dringende,
dat ik het mij verwijten zou, zoo ik u maar een enkel
oogenblik liet wachten.
Gij moogt spreken in tegenwoordigheid mijner
dochter, heer missionnaris. zei de Nobele, die be
merkte dat Braband zich inhield. Wij hobben geene
geheimen voor elkander.
Ik vreeze dat onze samensprake wat lang zij0
zal, zegde Braband, en ik had ze liever met 0
onder vier oogen afgesponnen. Ik ben bereid onze on
derhandeling tot morgen te verschuiven, als gij bel
verkiest, zooveel te meer dat ik nog een ander huisge
zin op dees eiland gerust te stellen heb....»
Een ander huisgezin gerust te stellen
vroeg Judith angstig, a Vader, ik voel het, mijnheel
brengt ons nieuws van ons....ons verdronken schip-
Laat hem spreken.
Ja jufvrouwe, wedervoer Karei Braband-
als had hij hel laatste deel van Judith's onderbrekinge0
niet gehoord, ik moet ook het huisgezin van uvve°
gewezen slave Victor geruststellen.
Spreek heer missionnaris, ik ben gansch °al1
u, zei de Nobele, zichtbaar ontroerd.
Luister dan, mijnheer de grave, en doe
het genoegen mij niet te onderbreken. Ik herhaal hel
hetgene ik u te zeggen heb is van het grootste belang-
Grave de Nobele, sprak de priester voort, °vet
ongeveer negen maanden hebt gij de dood van nabij
gezien. Een uwer slaven, met name Alep, had op he®
genomen u te vermoorden. Gij wierdt van de doo
gered door eeneopwellinge van de dankbaarheid die g'l
had weten te ontsteken in het herte van eenen ander611
slave.... Victor, is het niet zoo t
Ja I zoo is het 1 ga voort.
('t imvolgt.)
X