MENGELMAREN
LU NAAR WERKEN
In 't Volkshuis
Frankrijk
CHINA
Examens
Pieter Benoit en zijne
werken
Aanbesteding
Zondag 8 Juli laatst was er algemeene
vergadering der Katholieke Wacht in 't
Volkshuisde eerweerde heer Ryckeboer,
pastor van St Niklaaskerk, gaf er eene voor
dracht over het pensioen der oude werklie
den.
Daar het niet alleen voor de leden der
Katholieke Wacht, maar ook voor alle werk
lieden noodig of nuttig is van te weten wat
de geachte spreker gezeid heeft, zullen wij
het hier in het korte trachten te herhalen.
't Eerste, zeide hij, dat gij moet weten
van de nieuwe wet van 10 Mei 1900 over
het pensioen der oude werklieden, 't is dat
voortaan alle belgische werklieden, mannen
of vrouwen, die in Belgie wonen, in nood
verkeeren, en 65 jaar vol zijn op 1 Januari
1901, jaarlijks een pensioen zullen trekken
van 65 fr.zonder dat zij er iets moeten
voor geven, op voorwaarde dat zij het op
tijd en stond en met de noodige bewijsstuk
ken door een koninklijk besluit aan te dui
den, aan de gepaste overheid afvragen.
Het tweede is dat alle soortgelijke werk
lieden die, op 1 Januari 1901, 58 jaar vol
zijn. ook jaarlijks in de zelfde voorwaarden
een pensioen van 65 fr. zullen trekken van
zoo zij 65 jaar vol zijn.
Hel derde is dat alwie den 1 Januari 1901
geen 58 jaar vol is, geen pensioen voor niets
meer kan bekomen van den Slaathij moet
er iets voor geven.
Wat moet hij geven?
Als hij 55 jaar vol is op 1 Januari 1901,
moet hij, om jaarlijks 65 fr. pensioen te
trekken van 65 jaar af, ten minste 8 jaar
3 fr. 's jaars gestort hebben in de Algemeene
Lijfrentkas, welke stortingen in het geheel
met de premiën 18 fr. ten minste moeten
uitmaken.
Als hij min dan 55 jaar vol is op 1 Ja
nuari 1901, moet hij zelf het pensioen win
nen dat hij begeert, maar hij is daarin ge
holpen door belangrijke aanmoedigingspre
miën. Als hij begint inleggen voor een pen
sioen, moet hij verklaren aan welken ouder
dom hij zijn pensioen wil trekken, en dat
moet zijn tusschen 55 en 65 jaar vol hij
moet ook zeggen hoe hij zijn geld inlegt,
met afstand of met behoud van het kapitaal
als hij afstand doet van zijne geldstortingen,
wat onwederroepelijk is, is zijn pensioen
grooter dan als hij inlegt met behoud van
het kapitaal, maar in dit laatste geval krij
gen zijne erfgenamen na zijne dood al de
gedane geldstortingen op 3 naar van de
Algemeene Lijfrentkas wederverders is
zijne verklaring van inlegging met behoud
van het kapitaal niet onveranderlijk, hij mag
altijd afstand doen van zijne geldstortingen
om zijn pensioen te vergrooten.
Wat is er het beste, storten met afstand
of met behoud van zijn kapitaal Dat is vol
gensdie noch kind noch kraai moet ach
erlaten, zal liefst afstand doen va:i zijn ka
pilaal, om, zoo lang hij leeft, het hoogste
pensioen mogelijk te trekken, tenware hij
er aan hield algelijk een kapitaal achter te
laten opdat men hem deftig begrave en voor
zijne ziele bidde.
Het meeste deel van die een pensioen be
trachten verklaren in te leggen met behoud
van hunne geldstortingen, men zorgt alzoo
voor zich zeiven en men vergeet de erfgena
men niet.
Welke zijn nu de aanmoedigingspremiën
die de Staat geeft aan de werklieden die in-
eggen voor een pensioen
Aan al die op 1 Januari 1900 min dan 40
jaar oud zijn 60 centiemen per frank tot 15
gestorte franken, zoodat hij jaarlijks 9 fr.
bij legt met afstand dier premie bij 15
gestorte franken.
Aan al' die op 1 Januari 1900, 40 jaar
vol zijn 60 centiemen per frank, tot 24
gestorte franken, zoodat hij jaarlijks
14 fr. 40 c. bij legt met afstand dier premie
bij 24 gestorte franken.
Aan alle erkende maatschappijen van
onderlingen bijstand, voor doel hebbende
de aansluiting hunner leden bij de Algemeene
Lijfrentkas, geeft de Staat daarenboven 2 fr.
's jaars voor ieder lijfrentboekje waarop bet
jaar daarvoren ten minste 3 fr. gestort
wierd.
Alle werklieden kunnen die aanmoedi
gingspremiën bekomen, zoolang het geheel
der op hun boekje geschrevene sommen
niet groot genoeg is, om een jaarlijke pen
sioen te hebben van360 fr., wat elkeen op
zijn boekje ziet, vermits de rente die ieder
storting zal opbrengen met zijnen inleg op
zijn boekje geschreven is.
Maar als de werkman nu 360 fr. pensioen
's jaars trekt, mogen zijne schuldeischers
dat niet aanslaan Neen, 't pensioen is
onaanslagbaar tot beloop van 360 fr. 'sjaars.
Mogen zijne schuldeischers of andere
geldafdoeners hem dat met zijne toestem
ming te hunnen voordeele uiet doen at
staan
Neen, 't pensioen is onafstaanbi ar lot
beloop van 360 fr. 's jaars alie tegeustrij
dige overeenkomst is nietig.
Wat kan de werkman dan geldigs inbren
gen om niet te sparen voor een pensioeuT
Dat hij niets kan sparen Maar dat is
geen waar, vermits er in 1899 66079 lijf-
rentboekjes bestonden in Belgie met een
bedrag van 95700 fr. en vermits iedereen
zekere nuttelooze onkosten kan vermijden in
drank, in koeken voor de kinders, in
St Maartensgiften en zoo voorts
Dat hij geen pensioen noodig heeft in zij
nen ouden dag, vermits de gestichten der
Burgerlijke Godshuizen van Yper hem zullen
onderhouden bij foute zijner kinders?
Is hij wel zeker van in een gesticht te ge
raken of van onderstand te vinden bij zijne
kinders? In de gestichten geraakt men maar
aan den ouderdom van 70 jaar, als hij reeds
van 55 jaar af een pensioen kan hebben
En geraakt hij in een gesticht, of woont
hij in bij 't een of 't ander kind, zal een pen
sioentje miskomen
De leden der Katholieke Wacht moeten
dus al doen wat zij kunnen om aan een pen
sioen te geraken.
Het bestuur zal de beste middels beramen
om de werklieden daarin te helpen.
M' de Minister Baron Surmont de Vols
berghe, de vader der wet over het pensioen
geeft 200 fr. om de leden der Katholieke
Wacht krachtdadig aan te wakkeren en zoo
veel mogelijk te helpen.
(Algemeene toejuichingen).
't Is niet alleen in de Kamer van
afgeveerdigden dat er gevochten
wordt, de magistraten laten zich ook
aldoor de algemeene opgewondenheid
meesleepen. Verleden week is de
voorzitter der rechtbank van Sens
ïandgemecn geworden met de rech-
ers en den prokureur der republiek,
elukkig nog dat het gevecht niet in
openbare zitting, maar in de raads
kamer gebeurde. De hevigste scheld
woorden werden gewisseld, en de
voorzitter werd zwart en blauw ge
slagen. Hij is, met bet gelaat nos
gansch opgezwollen, naar Parijs ver
rokken om zijn beklag te gaan doen
jij den minister van justicie.
Nieuwe nioorderijen
Op 5 juni zijn de katholieke bis
schop, twee priesters en twee kloos
terzusters te Moukden vermoord.
Schrikkelijke marteling van den
duitschen gezant te Peking
Een telegram van Yokohama geeft
schrikkelijke bijzonderheden over de
dood van baron de Ketteler, gezant
van Duitschlaud te Peking. De chi-
neezen rukten hem de tong uit den
mond en staken zijne oogen uit, na
hem tot aan den hals begraven te
hebben. Deze marteling duurde ver-
schillige uren. Afschuwelijk
De Belgen in China
Een telegram door eenen inwoner
van Brussel ontvangen, bevestigt dat
al de Belgen die hen te Tien-Tsin be
vonden, gave en gezond geleid wer
den de eenen naar Nagasaki, de
andere naar Shanghai.
Shanghai', 10 juli.
Uit officieele chiueesche bron meldt
men dat de keizerin den 10 juni terug
het bewind in handen genomen en
Yung Lu toteersten minister benoemd
heeft. Zij heeft een telegram naar
Nankin gezonden om de onderkouin
gen van Yang-Tsé over hunne ge
trouwheid te bedanken en zij beveel
hun le vreemdelingen ten alle prijze
te beschermen.
De vreemdelingen in zekerheid
te Peking
Tien-Tsih langs Chefou 9 juli.
Chineesche bron. De vreemde
lingen van Peking hebben bezit ge
nomen van het paleis van den 4den
prins, rechtover het eugelsch gezant
schap en de inlandsche kristenen
hebben ook eene schuilplaats.
Waarom en wordt dat te Yper niet eens
aangevangen 't Ware een merkweerdig
punt voor eene feestprogramma, en de uit
voering ervan en zou aan stadskasse niet
vele kosten.
Wie slaat er eens hand aan 't werk
M. A. Lermylte, van Proven,oud leerling
van St Vincents College, te Yper, student
aan de Katholieke Hoogeschool van Leuven,
tieeft de tweede proef doorstaan van kandi
daat in natuurlijke wetenschappen, voorbe
reidende tot de veeartsenij.
M. V. Domicent, van Yper, oud-leerling
van St Vincents College, te Yper, student aan
de Katholieke Hoogeschool van Leuven .heelt
met onderscheiding de tweede proef door
staan van candidaat in natuurlijke weten
schappen,voorbereidende tot de veeaartsenij.
M. A. Berghraan, van Yper, oud leerling
van St Vincents College, te Yper, student
aan de Katholieke Hoogeschool van Leuven,
heeft de tweede proef doorstaan van candi
daat in wijsbegeerte en letteren, voorberei
dende tot het recht.
M. F. Van Eecke, van Elverdinghe, oud
leerling van St Vincents College, te Yper,
student aan de Katholieke Hoogeschool van
Leuven, heeft de eerste proef doorstaan van
candidaat in wijsbegeerte en letteren, voor
bereidende lot hel recht.
M. P. Tavernier, van Pithem,oud leerling
van St Vincents College, te Yper, student
aan de Hoogeschool van Gent, heelt de eerste
proef doorstaan van candidaat in natuur
lijke wetenschappen, voorbereidende tot de
heelkunde.
M. L. Declercq, van Yper, oud-leerling
van St Vincents College, te Yper, student
aan de Katholieke Hoogeschool van Leuven,
heeft de eerste proef doorstaan van candi
daat in natuurlijke wetenschappen, voorbe
reidende tot de heelkunde.
De gekende cantate De wereld in, voor
kinderstemmen, van onzen Vlaamschen toon
dichter, over twintig jaar geschreven, be
komt nog altijd den meesten bijval.
Wij vernemen thans dat, overgezet in
het fransch zij is het reeds in het engelscb
en duitsch de Wereld in zal uitge
voerd worden te Quaregnon, op Zondag
29 Juli.
Achttien Jaar lijden*
Mej. de wed. Marien, 12 kosterstraat, le Bor-
gerhout, provincie Antwerpen,was sedert acht
tien jaren lijdende aan eene verschrikkelijke
zenuwziekte. Behalve de zenuwaanvallen die
haar in een volslagen toestand van uitputting
lieten, leed zij eveneens aan vreeselijke aange-
zichtspijnen. Deze reeks van pijnen gedurende
zoo langen tijd hadden hare gezondheid vreese-
lijk geschokt. Haar schoonzoon schreef ons on
langs den volgenden brief.
Ik dank U voor degenezing die mijne moeder
doorliet gebruik der Pink Pillen heeft verkregen.
lederen dag is haren toestand verbeterd, hare
ziekte langzamerhand verdwenen. Thans is zij
welvarend en kan werken. Dit resultaat is door
het gebruik van zeven doosjes Pink Pillen ver
kregen geworden. Bij deze zend ik U de dank
zegging der geheele famillie.
Zaterdag 28 Juli 1900, om 11 ure, in de
bureelen van het bestuur der bruggen en we
gen le Brugge, aanbesteding der werken
voor het vernieuwen van het kasseiwerk der
ypersche straat te Waasten. Schatting
10494 fr 22 c.
DAD1ZEELE.—Zondag avond toen het muziek
van Gheluwe op den kiosk bezig was met spe
len, is een muzikant van Gheluwe, een brief
drager, door de leuning gevallen. Hij is in be-
denkelijken staat naar huis gebracht.
OOSTENDE. Nooit was de amerikaansche
brievenpost voor Duitschland zoo aanzienlijk
als Maandag morgend. Deze koerrier, die in
Engeland op de belgiscbe postbooten overge
bracht wordt, kwam in den nacht tusschen
Zondag en Maandag te Oostende aan. De duit
sche posterijen, verwittigd van het buitenge
voon getal brieven en postpaketten, hadden zes
groote poslwagons gezonden. Deze wagons
werden aan den trein gehaakt die ten 2 u. 30 te
Brussel moest aankomen, doch die maar ten
6 ure aankwam. Deze reusachtige postwagons
waarin talrijke duitsche postbeambten de brie
ven uit zochten, verwekten de algemeene
nieuwsgierigheid. Gewoonlijk worden voor den
amerikaanschen post een of twee postwagons
gebruikt.
Na deze brief, hebben wij inlichtingen geno
men en hebben wij vernomen dat de ziekte van
Mej. Marien achttien jaren geduurd had. Zij had
oogenblikken van beterschap doch van korten
duur en het is slechts voor korten tijd dat zij
besloten heeft de Pink Pillen te gebruiken, die
op zekere wijze de krachtigste hersteller der
zenuwen zijn. De zenuwziekten worden ver
oorzaakt door eene groote verzwakking van het
zenuwstelsel. De aangezichtspijnen zijn de na
tuurlijke gevolgen dezer storingen en van dezen
ziekelijken toestand, welke levens eene groote
verzwakking van het bloed te weeg brengtmen
moet het bloed herstellen en de zenuwen ver
sterken.
De Pink Pillen hebben tegen deze aandoenin
gen eene groote werkdadigheid gelijk zij de
bewijzen geleverd hebben tegen de bloedar
moede,bleekzucht, rheumatische aandoeningen,
maag- en ingewand ziekten. De algemeene
zwakte bij man en vrouw zullen spoedig door
het gebruik der Pink Pillen verdwijnen. Zij zijn
in alle apotheken verkrijgbaar alsmede in het
hoofdepot voor BelgiëA. Derneville, 66, boule
vard de Waterloo te Brussel, Prijs: drie fran
ken vijftig de doos en zeventien franken vijftig
de zes doozen Franco toezending postwissel.
SAFFELAERE. Moord. Dinsdag avond
bevond zich zekere Frans Van Acker in de
herberg van Eduard Serraes, op de wijk Oude
Veldstraat. De baas was afwezig en er waren
alleen in de herberg deechtgeuoote Serraes, de
dochter van eenen gebuur en Louis Van Acker,
oom van den herbergier, die bij zijnen neef in
woonde. Rond 10 ure ontstond er twist. Frans
Van Acker zegde dat zijn uurwerk verdwenen
was en zinspeelde op Louis. Deze laatste wilde
zijn naamgenoot, die geenszins zijn bloedver
want is, aan de deur zetten. Doch Frans, aan de
achterdeur gekomen, greep een zwaren stok en
bracht twee geweldige slagen op het hoofd van
den ouden Van Acker toe. De arme man viel
met gekloven schedel ten gronde en stierf zon
der tot het bewustzijn teruggekomen te zijn.
Woensdag morgend heeft de dader zich gevan
gen gegeven. Het is een jongeling die zich tot
hiertoe goed gedragen heeft; bij is ongeveer
35 jaar oud en was de steun zijner 78jarige
moeder. Het slachtoffer as 65 jaar oud.
Toen Dinsdag avond de zoon van het slacht
offer bij het lijk gebracht werd, hadden er hart
verscheurende tooneelen plaats. Het lijk lag op
den dorpel der achterdeur, liet hoofd buiten en
de beenén binnen het huis. Wat zonderling
mag heeten is dat men 't lijk daar zoo geheel
den nacht heeft laten liggen, tot 's morgends.
Dan zijn er vele personen uit de buurt naar den
verslagene gaan zien.
MENGELWERK 23
door
NIEK BROZEN
Pier Blommaert smeet het in 't drinken, en geduren
de vijf jaar leefden wij veeleer van stelen dan met de
vrucht van onzen arbeid.
T'einden 't jaar wierden de eindekens nog slechts
met moeite aaneengeknoopt.
De zaken stonden alle dage slechter toen Blommaert
op zekeren dag in zijn hoofd stak naar Cladzand, zijn
geboortedorp eenige voorstellingen te gaan geven.
Ik had hem schoone voor oogen te stellen dat nie
mand profeet in zijn land is hij en wilde geene redens
verstaan,
Op de eerstvolgende kermisse was onze barakke te
Cladzand opgeslegen.
Hetgene ik voorzien had gebeurde wij en verrichten
niets en wij zouden welhaast hel dorp van armoe
moeten ontvluchten.
Pier Blommaert was dan rond de achttien jaar oud
ik telde er twintig.
Blommaert, door de herinnering aan zijne kinder
jaren geboeid en kon het dorp niet verlaten hij doolde
geheele dagen rond, al de plekjes bezoekende waar hij
als klein kind gespeeld had.
Hij ontmoette de dochter van Mattheus Vongel, een
wildige rentier.
Diedochtor omtrent zeventien jaar oud heette Martha.
Beminnelijk en lief zoo zij was wierd ze door Blom
maert opgemerkt.
Hij wierd er letterlijk op verzot.
Hij had de verwaandheid hare hand te vragen*
Met misprijzen wierd hij door Mattheus Vongel afge
wezen.
Wij verlieten Cladzand met de lanteern aan den
dijssel, schreeuwende schulden achterlatende.
Een ontzaggelijke haal was in 't herte van Blommaert
onsteken.
Het jaar nadien stonden wij met onze barakke te
Biaesvierle.
Mattheus Vongel was er met zijne dochter ter ker
misse gekomen. De vrouwe van den notaris was zijne
halve zuster.
De kermisse liep op heur uiterste, onze zaken gingen
altijd even slecht, en wij waren op het op le breken,
toen Mattheus Vongel, met zijne dochter en Hilda, de
dochter van den notaris onze barakke voorbij kwamen.
De oogen van Blommaert vonkelden als karbonkels,
en volgden het drietal, tot zo >verre mogelijk.
Aan den valavond keerde Mattheus Vongel terug.
Martha was eenige stappen achter.
Zij bleef eenige stonden de schilderingen onzer
barakke bezien, eene splette van het lijnwaad ging
openMartha Vongel, was met eene prop in den
mond, in de rollende woninge van Blommaert, op eenen
hoop vodden neêr geworpen.
Eenige uren later stond Biaesvierle gansch in roere
Martha Vongel was spoorloos verdwenen. Onze karre
rolde reeds verre over de hollandsche grenzen.
Twee volle dagen en nachten reden wij voort, altijd
meer ruimte latende tusschen ons en Biaesvierle.
Wij verschaften ons geldmiddels met stelen, en vijf
dagen na onzen laffen aanslag, scheepten wij te Rotter
dam in.
Martha en was nog tot het bewustzijn niet terugge
keerd. Blommaert had ze als zijne zuster laten inschrij
ven.
Twee maanden nadien landden wij in Algeriën.
Een hevige koorts hield Martha op haar bedde ge
kluisterd.
Blommaert en dierf het niet wagen zijn slachtoffer
aan vreemde handen ter verzorginge «ver le laten.
Met de opbrengst van eene nieuwe stoute diefte, die
wij samen pleegden, kocht hij eene nieuwe karre, en
alzoo rolden wij, alle dage dieper Afrika in.
Wij waren te weinig geteerd om ons regelmatig te
kunnen rekeninge geven van de plaatse waar wij ons
bevonden.
Op zekeren nacht dat Martha er veel slechter uit zag,
hielden wij stil in een uitgestrekt woud. Ik haalde
Martha uit de karre en lei ze op het most neêre.
De avondkoelte deed haar deugd, hare ademhalinge
wierd regelmatiger.
Blommaert was vermoeid en lei hem te slapen na
mij geboden te hebben op zijn slachtoffer te waken.
Ik viel ook weldra, door de vermoeidheid overmand,
in slape, en toen wij beide wakker wierden, was
Martha verdwenen.
De gramschap van Blommaert was schrikkelijk.
Hij beschuldigde mij de vlucht van zijn slachtoffer te
hebben bevoordeeligd.
Wij gingen aan 't kijven, daarna aan 't vechten.
De strijd duurde lange 't ging er om teven of dood.
Ik moest eindelinge het onderspit delven. Ik hoorde
Blommaert zich verwijderen, vloekende dat de grond er
van daverde, en ik verloor het bewustzijn.
Toen ik tot mijn zeiven terugkeerde lag ik, gansch
verminkt, in eene armzalige hutte uitgestrekt. Vier
zwarlhuiden dansten rondom mij heen met zonderlinge
gebaren en ijzingwekkende geschreeuw.
Ik wenschtte dood te zijn.
Ik bekwam eventwel, en na eenige maanden rusten
wierd ik door mijne zwarte beulen voortgedreven,
altijd gebonden, verder het land in.
Dat duurde twee jaar. Ik wierd van markt tot markt
gesleept, nu eens te lande, dan eens op water verder
gedreven, totdat ik eindelijk, achttien jaar geleden
door grave de Nobele aangekocht wierd.
Hij vaarde met mij naar het eiland dat hij sedert
eenigen lijd bewoonde.
Ik wierd door mijnen nieuwen meester veel zoeter
behandeld, maar mijn herte en was voor geene dank
baarheid meer vatbaar
Hoe groot en was mijne verwonde inge uiet toen ik
den eersten keer de vrouwe van grave de Nobele ont
moette Ik erkende immers in haar de dochter van den
notaris van Biaesvierle....
Benige dagen nadien ontmoette ik de vrouwe van
Victor, een andere slave van de Nobde, en ik eu-nde
in haar het slachtoffér van Blommaerl Martha Voi.gel.
Had Hilda hare nichte erkend li denke ja, want
alles wat zij als lotsverbeteringe voor haar doen kon,
deed ze.
Ik denke eventwel dat zij haren man niet verwittigd
en heeft. De Nobele, schoon hij in den grond goed en
meedoogende was, schoon hij zijne Hilda als de pitten
zijner oogen beminde, was zeer streng en om zijnen
edelen oorsprong zeer ingenomen.
Wal Martha betreft, zij en heeft voorzeker hare
nichte niet erkend. Volgens de inlichtingen welke ik
genomen hebbe, heeft zij verscheidene jaren in eene
soorte van zinsverbijsteringe geleefd ten gevolge van
den schrik dien zij tijdens hare oplichtinge geleden had,
en toen zij tot haar verstand gansch teruggekomen was,
Hilda was dood
Verschillige jaren heb ik onder de bevelen van grave
de Nobele geleefd zonder ooit mijnen oorsprong en
mijn voorgaande leven te verraden.
Op zekere meiavond, nu zeven of acht maanden ge
leden waren al de slaven van de Nobele in hunne lente
vergaard Ben, eene oude oproermaker stookte ons op
om onzen meester le vermoorden, zijn geld te stelen,
en met een in de haven liggende schip, onze vrijheid te
wagen.
Ik nam dion moord op mij.
De onderneminge mislukte eventwel. Victor, de man
van Martha, had, 'ken weetniet hoe, te weten geko
men dat wij de dood van de Nobele besloten hadden.
Hij hield mijnen arm logen, op hetoogenblik dat ik
ging slaan.
Het volk van den grave bracht mij in eenen kerker,
in afwachtinge dat er over mijn lot zou beslist
worden.
ft MTVoJft.)