MENGELMAREN
EERLIJK VOLK
PLAATSELIJK
Het herstellen
van den Lombaard
Locre
Allerbeste nieuwsmare
voor de Lijnvisschers
Jacht en Socialisten
Li-Hu ng-Chang
Priesterlijke Benoemingen
Boekennieuws
Dionysius a Nalivitate
Redemptus a Cruce
Ambtelijke besluiten
gendarmen, volgden hem op een af
stand, maar geheel toevallig.
Eensklaps zagen zij, dat de lan-
faars van het rijtuig uitgingen
daarop weerklonken geschreeuw en
dreigementen. Snel toegesprongen
zagen zij dat een man, dien zij in
do duisternis niet herkenden, zich
door Tareilo geld liet geven.
Zij trachtten denroover te grijpen,
maar hij was sterk gewapend en
vluchte in zijn huis, waar hij zich
verschansde. Hij werd nu regelmatig
belegerd en het gelukte den cara-
binier, na verscheidene uren het
huis binnen te dringen, waar zij
eerst den hevigen tegenstand van
den man, zijne vrouw, een bediende
en zelfs van een klein meisje, dat hen
met flesschen bombardeerde, hadden
te overwinnen, vóór zij de heelc
bende gevangen konden nemen
In het huis vond men geld, linnen
goed, juweelcn, enz. Alles was in den
omtrek en op den staatsweg gestolen.
De roover heet Pietro Mocco, en
is een der rijkste mannen van Aze-
glio, wiens vermogen geschat wordt
op eenige honderdduizende lire. Hij
beweerde dat vermogen in Amerika
te hebben verworven.
De herstellingswerken van den Lombaard,
een stuk van onzen middeleeuwschen bouw
trant, gaan snel vooruit.
Na korte weken zal bet binnenwerk op
gedaan zijn, en de afdeeling van 't Weezen-
huis voor wien bet gebouw beschikt is, zal
er zijnen intrek kunnen nemen.
Men werkt ook zeer dapper aan het dak.
Daar is nog de gevel. Wij hopen dat zijne
herstelling door eene behendige hand zal ge
daan worden. Daar zijn bijzonderlijk de la
gen witsel weg te nemen. Maar dit moei
voorzichtig gedaan worden. Men moet bij
zonderlijk alle kleenijes eerbiedigen.
Onze gelukwenschen aan 't Beslier der
Burgerlijke Godshuizen voor 't besluit dat
het genomen heeft den ouden Lombaard te
herstellen en to doen dienen.
Wij zeggen ook blijde en waarlijk
de gevoelens van vreugde, van eerbied en
genegenheid voor den nieuwen herder
waren meer nog te lezen op de wezenstrek
ken der Locrenaren dan op die menigvuldige
jaarschriften en dichten, nogtans zoo scho >n
zoo knoddig soms, en allen zoo deftig.
Dit en is niet te verwonderen. Al wie
Locre kent, en den nieuwen pastor, za
volgens 't woord van Zeer Eerw. Heer
Deken Huys, Locre proficiat wenschen met
zijnen pastor, en den pastor met zijn Locre
Eene graote eere is den pastor en de
parochianen le beurt gevallen de inhulding
is vereerd geweest met de tegenwoordigheic
van den heer Minister van Nijverheid en
Arbeid, baron Surmorit de Volsberghe.
De inhulding van Locre is eene der schoon
steen gulhertigste die wij gezien hebben.
Donderdag laatst was geheel Locre in
fcpste.
Het was de plechtige en blijde inhulding
van den nienwen pastor, Eerw. Heer De
Ruylter.
Plechtig zeggen wij, en inderdaad
het bevallig dorp, zoo schilderachtig gele
gen, was bevlagd, en smaakvol versierd met
groen en bloemen eene rijke ruiterstoet,
gevolgd van een geestelijke stoet zoo lief en
zoo deftig, kwam den nieuwen pastor op
zekeren afstand inhalen, terwijl eene hel
dere zonne dit alles met hare gulden stralen
overgoot.
Eindelijk, de zake is effen, do zake van
hetPeuren
Onze achtbare Burgemeester en Kamer
heer, Mijnheer Golaert, heeft de goedheid
gehad ons de volgende nieuwsmare mede te
deelen, welke hij komt te ontvangen van
wege 't Bestier van bosschen en wouden.
Men is er in gelukt u voldoening te
geven. Het Bestier komt de Opzieners der
beide Vlaanderen en van Antwerpen te
vermanen hunne onderhoorige Bewakers
te laten weten dat de dragers tener toela
ting van 2 frank, zelve in de voorbehou
dene loten mogen visschen met de peur
in de vaarten en waterloopen die de Staat
het recht heeft te verpachten. Gij moogt
dus aan de belanghebbenden aankondigen
dat gij uw geding gewonnen hebt.
Alle lijnvisschers zullen dank wijten aan
M. Colaert, voor al de moeite welke hij hem
gegeven heeft om die belangrijke zake van
bet peuren verkregen te hebben.
Overtredingen waren bestaligd geweest
ten laste van verschillige visschers die m
dit tuig gevischt hadden en Mijnheer Co
laert had den dag zijner ontvangst op 't Stad
buis beloofd de overtreders voor de recht
banken te verdedigen, overtuigd zijnde die
wijze van visschen toegelaten was.
Nu lijdt de zake geenen twijfel meer, en
't is met eene ware voldoening dat de lijn
visschers zullen vernemen dat, gelijk het
bericht van 'l Bestier zegt. Mijnheer Colaeri
hun geding gewonnen heeft.
Daar en zal maar M. P. D. van Comen
zijn die nog zal meeuen dat hij gefopt is.
Er is aan een der zonen van baron Walt
her de Sélys Longchamps, socialistisch
Senateur van Namen, een betreurenswaar
dig avontuur overgekomen.
De jonge baron en zijne drie broeders wa
ren op jaebt op de eigendommen van ci-
toyen hunnen papa, toen zij wildstroopers
ontwaarden.
De jonge heeren, die de aanmatiging der
stroopers wat al te groot vonden, zetten
hen achterna en een der kerels verbitterd
dat de jonge barons hun plezier kwamen
bederven, schoot M E. de Sélys met een
geweerschot neer,
De gewonde, op zijne beurt, loste ver
scheidene revolverschoten op zijnen aanval
Ier, zonder hem te treffen.
De gendarmerie spoort nu de wildstroo
pers op.
Papa de Sélys zal natuurlijk wenschen
en wij wenschen het met hem dat de
brave gendarmen den kerel vinden, die zij
nen zoon heeft neergeschoten; maar wat
gaat citoyen de Sélys doen
Baron de Sélys bezit een jacht
maar citoyen de Sélys weet toch wol
dat, in zijne partij, bet jachtrecht wordt
uitgemaakt als een der schandaligste voor
rechten die de kapitalisklas nog bezit.
Volgens zijne partij zijn er immers geen
wildstroopers? Het wild behoort immers
aan iedereen toe? Wie het anders verstaat is
een afschuwelijken reactionnair.
't ls daarom dat de socialisten in de Ka
mer een voorstel neet legden tot afschaffing
van liet jachtrecht en, telkenmale er een
wildstroopersdrama voorvalt, zijn de soci
alistengazetten er tnee weg om te bulderen
tegen het jachtvermaak en om verzachtende
omstandigheden te pleiten voor de wild
stroopers.
We zullen nu met belangstelling hunne
beschouwing lezen over het drama op hei
jachtgoed van baron de Sélys
'l Was over vier jaar, te Moscou, tijdens
de f esten der kroning van keizer Nikolaas
II. Eene groole luisterlijke vertooning bad er
plaats in den keizerlijken opera. Da verte
genwoordigers van den hoogen Russischeii
adeldom en de gezanten van al dc landen dei-
wereld waren daar tegenwoordig, benevens
de groot hertogen en de groot-hertoginnen
allen in groot gewaad.
Al met eens heft het orkest de Boje Tzara
Krani aan (God behoede den Czaar). Aide
tegenwoordigen stonden onmiddelijk recht
om het nationaal lied te aanhooren, en bij
het einde van het muziek was het een gejuich
zonder weêrgd.
Een enkel man, een aleen, bleef dezen
avond zitten en voor overdaad van oribe-
eefdheid en stoutmoedigheid hield hij op het
hoofd zijne kleine zijden muts. Men kwam
hem zeggen dat hij moest recht staan lijk
eenieder. Maar zeer koel en half ksvaad ant
woordde hij dat hij lijk iedereen niet was en
dat men hem met vrede mocht laten. Li-
lung Cbang bleef zitten in zijnen zetel en de
kleine zijdeti muts verliet dezen avond zijn
hoofd niet.
Eene maand later verandert het schouw
spel wij zijn te Brussel aan 't Hof van den
koning. Z. M. ontvangt Li op aller gulher
tigste wijze. Hij noodigt hem uit om te di
neeren Li aanveerdt, maar hij eischt dat
men hem Chineesehc kost, met rattepooten
en zwaluwnesten opdiene! Dan, met het eten
in den mond,vraagt hij zijne pijp, sniooren-
de op zulke wijze dat de rook de damen van
t Hof die tegenwoordig waren, deed weg-
loopen. 't Was een oprecht schandaal, want
men smoort niet aan 't Hof.
Wat daarmeé gedaan Da koning, als
slimoor die hij is, geeft bevel dat men de
genoodigden cigarelten zou aanbieden en
dezen avond, om des wille van Li-Hung
Chang, werden de onverbiddelijke regels
van het hof overtreden.
Dat was een loer van den ouden Li. H
zal er nog vele spelen aan de Europeanen.
De mart die weigert recht te staan als
wanneer de keizer van Rusland toegejuicht
wordt en die zijne pijp rookt aan het Ho
van Belgie, de oude Li, is heel eenvoudig de
zoon van een arme geleerde die de grootste
moeite van de wereld had om zijne vijf kin
deren op te kweeken.
Zeer slim en werkzaam onderging Li a
zijne examen met de grootste onderschei
ding en hij werd in 1848 aanveerd in de
school voor hooggeleerden van Hanlin.
Li wordt in China aanzien als de slimste
staatsman die er ooit bestaan heeft. Vee
heeft hij gedaan voor zijn land, dat anderen
niet hadden kunnen doen, want hoe slim zi_
zijn, zijn de Chineezen nog zoo rap niet als
den fameuzen Li die meermalen ervaren
Europeesche diplomaten in den zak gesteken
heeft.
Bijzondere vriend van de oude keizerin
beeft Li op die wijze weten te werk gaan dat
er van hooger hand niets tegen hem kan ge
daan worden. Hij telt nogtans veel vijanden,
de keizer zelfs is hem niet genegen, maar
telkens er een onweêr tegen hem opkomt,
is hij weg en eenigen tijd nadien komt hij
glorieus weer te voorschijn, omdat de keizer
ben noodig heeft voor het oplossen eener
moeilijke kwestie welke Li alleen tot goed
einde kart brengen.
In 1895 werd hij van zijnen hoogen post
afgesteld, al zijne titels en dekoraiien met
de pauwpluim en zijnen zijden gelen
mantel werden hem ontnomen; eenige
weken later was 't hij die geroepen werd
om den vrede met Japan te onderhandelen.
Li gelukte erin den vrede te bekomen en al
zoo de inneming van Peking te beletten.
Dc fortuin van Li Hung Chang is over
groot. De New Yoik World zegde onlangs
dat bij vijf honderd miljoen dollars bezit,
'l zij 2 millards en half frank, 't Is veel en
men kan zich afvragen waar hij dat al ge
haald heeft; kwi tongen, en er zijn er vele
in China, zeggen dal die fortuin niet heel
zuiver is.
In China zijn ze nogtans zoo eet lijk
Mgr de Bisschop van Brugge heeft be
noemd
Tot professor in het collegie van Tnielt,
denE. H. Ed. Comeyne, landbouw ingenieur
der Hoogeschool van Leuven.
Almoesenier van 't vlaamsch gasthuis le
Madrid (Spanje) den E H. Dassonville, lee
raar van rbetoiika in 't collegie van Korlrijk.
Leeraar van 't 5e en G' lalijn in het collegie
te Dixmude, den E. H. Vermersch, leeraar
in 't zelfde collegie.
Leeraar van de 4" koers in het collegie tp
Dixmude, in vervaaging van den E. H. Aimé
De Sagher, den E. H. Debacker, bewaker
aldaar.
Bewaker in het collegie van Dixmude, den
E. H. Jules Boedt, diaken in het Seminarie.
Muziek. Hel huis Bcyer, 14, Brabarid
dam te Cent, heeft eene Trouwmarsch
uitgegeven voor piano, (opgedragen
llll. KK. HH. Jonkvorst Albrecht van Belg
en Jotikvorstin Elisabeth in Beieren) van
Fr. Van Aveimaete Als gewoonte is de
gave uiterst wel bezorgd en doet eere
het gekend talent van den Componist.
PRIJS fr.
Om in 't korte te verschijnen
'f Leven van de
G o 1 (i k a 1 i g o
uit de Orde van de
ONGESCHOEIDE KARMELIETEN
en MARTELAARS
op 't eiland Sumatra,
naar de stukken, die tot hun
zaligverklaring dienden,
en naar andere oorkonden, door
uil de zelfde orde.
Met zorg en nauwkeurigheid opgesteld
zal dit boek een aangename lezing zijn voor
hen, die een echt en stichtend verhaal ver
kiezen boven den dwazen rijmram van zoo
veel liedendaagsche boeken.
Het boek is met prachtige lichtdrukken
versierd, die de aantrekkelijkheid er van
nog vermeerderen.
Het is te koope bij don drukker, Ueer
Callewaert De Meulenaere, in de Boterstraat
t'Yper, tegen l.JiO fr. Men kan het werk
ook verkrijgen bij den schrijver, in de
Mondstraat, 3, l' Yper.
Ministeriele besluiten keuren goed de
plans van grotidinnemingen noodig voor het
aan eggen 1° van den buurtspoorweg Veurne-
Yp.r; 2' Yper-Nieuwkerke, met vertakking
naar Waasten; 3° Wacken Korlrijk Moes
ereen Meenen
4° Hooglede-Thielt.
Een koninklijk besluit van 24 juli heeft
de beraadslaging goedgekeurd, waarbij de
gemeenteraad van Poperinghe rooiingsplans
tanceemt voor de doorgangen dier stad,deel
makende van de banen van Rousbrugge naar
Yper en van Pop-ringhe naar Locre.
Een koninklijk besluit van 24 juli heeft
de beraadslaging goedgekeurd, waarbij de
gemeenteraad van Yper een rooiingsplan
aanneemt voor de toegangen der spoorweg-
statie io gezegdo stad.
KOMEN. Smokkela ar verdronken.
In den nacht van zaterdag tol zondag heeft M.
Dumon, luitenant der douanen, vergezeld van
verschillende douaniers, een boolje aangesla
gen dat 1 -so kilos tabak inhield. Een huoner
sprong in de Leie om aan de tolbeambten te
ontsnappen, doch verdronk. Zijn gezel werd
aangehouden. Hel is een genaamde Paul
Combel, van Komen. Hij is naar liet gevang
le Rijssel overgebracht. De verdronkene is een
MENGELWERK 5
door
ALFOM8 SEVENS
Zoo dat is ergerantwoordde Charlotte.
Te zelfder tijd trad zij het kamertje nevens de keu
ken binnen, 't Was daar, dat Pitten lag.
Gaat het niet dan, Pitten vroeg Charlotte
aan haren schoonbroeder, dio bleek als de dood en
ineengekrompen onder do sargiëo te huiveren lag.
Pitten poogde te glimlachen en sprak
Charlette, jong, 'k geloof dat het zal voor lang
zijn.
Waar houdt het u dan
Ik heb verschrikkelijk pijn in mijne zijde.
zuchtte de schoenmaker. En ik heb zoon'n koude.
Zoo'n koude, zegde Charlotte. En ge ligt
gedekt met twee wollen sargiën en eene katoenen
daarbij hebt ge twee kussens op uwe voeten.
Ik weet niet, klaagde Pitten, Maar ik kan
mij niet verwarmen.
Leonline stond met de tranen in de oogen aan het
voeteinde van het bed, en verlegde de kussens om haren
echtgenoot wat vaster toe te dokken, terwijl dat Slant
in de keuken het gesprek met geopenden mond en
kloppend hart stond af te luisteren.
Wel, zei Charlotte na eene korte poos, ik
zou eens den dokter doen komen. Gij zijt toch in de
ziekenbeurs.
Hiermede trok ze terug naar de keuken. Leontine
volgde haar cn sprak met ontroerde slem, na de deur
van het kamertje toegetrokken te hebben
Hewel, Charlotte, wat peinst ge ervan
lk vrees, dat hot zal de fleuruszijn,
antwoordde Charlotte treurig.
God spare ons daarvan zuchtte vrouw Heb
belinck. Dc fleurus», maar dat kan maanden aansle
pen, eer mijn man het werk mag hernemen.
Laat ons niet te vroeg kermen, Leontine. Begin
met Slant aanstonds om den dokter te zenden.
Stant liep haastig de deur uit. Hij moest om den
dokter gaan Dat woord dokter deed zijn hart kloppen
van schrik De dokter gaat maar naar de huizen, waar
de menschen erg ziek zijn, waar de menschen dood
gaanWie zou er dan geld verdienen om brood te
koopen en kleederen voor hem en zijne zustertjes
Toen Stant weg was, zegde Charlotte tot hare
zuster
Leontine, hoeveel trekt ge van de zieken
beurs
Wij hebben dokter en medecijnen voor niet.
Naluuilijk, viel Charlotte in de tede, maar
in geld, wat krijgt gij in geld
Wel, Charlotte, aangezien Pitten meer dan vijf
jaar in de ziekenbeurs is, zal hij de twee eerste maan
den één frank en half daags hebben, dan de twee vol
gende maanden één franks daags, en eindelijk zestig
centiemen.
«En gij hebt daarbij nog alle maanden tien
frank van Julma en tien frank van Marie, nietwaar
vroeg Charlotte. Er is dus niet te vreezen voor
armoede.
Als er maar geen sterven van komt, zuchtte
vrouw Hebbclinck, en twee tranen rolden langs hare
magere kaken.
Och, zwijg toch, Leonline, berispte Char
lotte, met al uw droevige vooruitzichten. Ik zal
dezen middag eens komen hooren wat de dokter verteld
heeft.
Met die woorden keerde Charlotte naar haar werk
terug. Gansch den morgend stond het brave mensch
aan hare waschkuip te peinzen, in de plaats van,
zooals gewoonlijk, te tateren, te lachen en te zingen.
En pas had zij 's middags eene brok geêten, of zij
liep in eenen trek naar de woning der Hebbelink's,
Toen zij in huis trad, zaten de kinderen zwijgenc
rond de stoof, en Leontine liep gejaagd weg en weder.
Is de dokter geweest vroeg Charlotte.
Ja, Charlotte, luidde het antwoord. Hij is
nog maar een goed half uur weg.
«En wat zegt hij
Vader moet te bed blijven, en heel warm ge
houden worden. Hij zal in langen tijd op geen werk
meer mogen peinzen. Dezen namiddag moet hij bloed
lakens gezel worden.
Het is dus waarlijk de.... en Charlotte ha
perde een oogenblik.
Ja, het is de fleurus, zuchtte Leonline.
't Was Sint Niklaas-avond gerocht.
Voor kinderen komt die dag altijd langzaam, heel
langzaam maar voor niemand had het zoo lang ge
duurd als voor Stant, Jules, Gustje en Valentientje
Hebbelinck.
Te huis was het immer zoo droevig.
Sedert drie weken, dat vader in zijn bed lag, hadden
ze te huis, niet alleenlijk niet meer mogen zingen ter
eere van Sint-Niklaas, maar ze hadden zelf niet luide
mogen vertellen onder malkander.
Moeder werd van dag tot dag treuriger, de dokter
kwam meer en meertante Charlotte, als zij maar
een oogenblikje tijd had, stond bij moeder stillekcns te
klappen, of ging bij vader aan bed zitten Stant moest
dagelijks naar den apotheker om fleschkens, metleelijk
vuil water in.
Van geheel de week zagen ze geen vleesch meer op
tafel, en de boterhammen werden dunneren dunner
gespreid.
Julma en Marie kwamen alle zondagen naar huis,
en weenden als ze bij moeder stonden.
Als zij van school kwamen, was hel droevig. Zij
moesten te huis blijven zitten in de keuken, zonder een
woord te spreken.
Sedert vader in zijn bed was blijven liggen, sprak
niemand riog luide in huis. Moeder vezelde heel stil.
De stoof stond altijd te gloeien, en verspreide een
hevige hitte in huis.
Ze hoorden dan niets, dan het tikken der horloge, en
het loeien van den wind, die de jachtsneeuw tegen de
vensters sloeg.
Toch, Ja wel, ze hoorden somtijds iets, ze hoorden
somtijds de stem van vader. En vader riep dan, en
gilde dan, dat hij niet wilde dood gaan, dat hij moeder
niet wilde alleen laten, dat zijne kinderen niet zouden
sterven van honger
O vader had nooit zoo aardig gesproken!
Dan rilden de kleinen op hunne stoelen in de keuken
nevens de warme stoof. Het zweet brak hen uitze
keken malkander aan, en ze begonnen le schreien zon
der het te durven toonen. Haastig vaagden zij de opwel-
lende traantjes uit hunne oopjes.
Den eet sten keer, dat vader alzoo lag te roepen in
zijn bed, was Valentientje luidop aan het weeneh en
aan het snikken gevallen.
Moeder kwam seffens binnengeloopen, en zei tegen
Valentientje
- Wat beteekent datGaat ge nu een stout kind
zijn. Wilt ge dat vader kwaad worde op u Schoon
zwijgen moet ge, Valentientje.
Valentientje had moeder nog nooit alzoo legen haar
hooren spreken. Het kind was verschrikkelijk aange
daan. Zn snikte nog wel een halve uur lang, maar ze
verdoofde de snikken in hare borst.
Haar broérkens bezagen ze dan'treurig en snikten
mede. doch heel, heel stil.
Nogtans, ze beefden nog meest van al, als vader riep,
a or een duive' van achter op zijn bed zat. Dat was
reeds tweemaal voorgevallen.
Dan voelden ze plotseling eeno huivering gansch bun
haam door onnon
Vader w.fd verschrikkelijk bleek, en alle dagen Dan voelden u ptoaeling eene huivering g.nscb bun
J' dle a"!ld 200 P'eizierig was, had nu allijd llchaam doorloopcn. Hel was, also! men een emmer
een weemoedige plooi op zijn gelaat. Alle dagen zagen *ou<1 waler ÜVer hen wierp.
zij hem tweemaal, 's morgens en 's avonds, als zij een i 813111 ha<i eens bemerkl «iet door het spleetje der
kruisken gingen vragen, en dan scheen het als stonden wffwal on S dat mTAor dan met een palmtakje
er tranen in zijne oogen. wijwater op het voeteinde strooide.
i
(t vervolg h)
EN
p, pb. mmm a s. famia,
V a H /l ai J I ia
"*j "'v/quci aiunutJil.