DIT IS
EN OMMELANDS,
PLAATSELIJK
Op Zaterdag, 20en Juli 1901.
5 eentimen 't blad.
86ste jaar. Taïmerk 1849,
De engelsch-transvaalsche
oorlog
let meervoudig stemrech
Een wijsgeer
Heyst
Een zeldzaam feit
Onsd,o, m slim«Weeke blad,
Katholieke Wacht
O. L. Vr# van 't Scapulier
Turnfeeste
Langs de Leie
en de Yperlee
Jezuïet en Commissaris
Te trekken bij den UitgeverTh 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's land boodschapioenen ofte posttegen 3 frank 's jaars.
't Nieuwsblad van Yper verschijnt 's Vrijdags, en 's Zaterdags na
de markt, tegen 3 f. 's jaars; 3 f. en den vrachtloon buiten Belgenland.
Het blad en is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt
op voorhand betaald.
lies moet vrachtvrij ingezonden worden naar de Boterstrate,
Tk £6, te Yper.
Echt en recht, 't oud Volk indachtig;
Kinderlijk, niet kinderachtig;
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
De bekendmakingen kosten 0,fr.l5 de reke binnen 't blad is 't
0,f.30 van 's Rechters wegen f. 1; overdruk, 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de Agenge HAVAS.te Brussel, Tk 32,in de Magdalena-
strate, en te Parijs, n° 8, Place de la Bourse, ontvangen bekendma
kingen voor 't Nieuwsblad van Ypir, van al die buiten Oost-
Westvlaanderen wonen.
Dit feestmaal zal plaats hebben in
de Halle, ten 1 ure namiddag.
Eene inschrijvingslijst berust ten
stadhuize (secretariaat).
Zij zal gesloten worden den 30 Juli.
Een feestmaal zal den Heer Gouver
neur der provincie aangeboden worr
den, den Zondag, 41 Oogst 1901te-
gelegenheid van zijn officieel bezoek
te Yper.
Engelsche wreedheden
Generaal Delarey had over eenige
weken, in het distrikt van Pretoria,
eene engelsche afdeeling van onge
veer duizend man omsingeld en zond
een onderhandelaar om hunne over
gave te vragen. De onderhandelaar
keerde niet terug, 's Anderdags werd
er een tweede gezonden, die ook niet
weerkwam. Den derden dag viel
Delarey de engelschen aan, berokken
de hun groote verliezen, en nam de
overlevenden gevangen, erin begre
pen den majoor-bevelhebber. Hij
vroeg aan dezen laatste wat er van de
twee onderhandelaars geworden was.
Ik heb ze laten doodschieten,
antwoordde de majoor, omdat ik met
geeue muiters wil onderhandelen.
Generaal Delarey was grootmoedig
jenoeg om enkel eene klacht te zenden
aan lord Kitchener, die den majoor
▼oor een krijgsraad verzond.
De legerafdeeling Carrington
Men heeft nooit geweten wat er ge
worden is van de 4 a 5,000 man
sngelsche troepen, die, onder de be
velen van generaal Carrington, over
imtrent vijftien maanden langs de
jortugeesche grens naar Rhodesia
;rokken om van daar in het noorden
an Transvaal te dringen. Een luite-
ïant van generaal Carrington zou nu
erklaard hebben dat die expeditie
iet jammerlijkste lot heeft ondergaan.
Iet meerendeel der manschappen zijn
,n de koortsen gestorven, de anderen
[waalden van het eene gasthuis naar
iet andere, totzij eindelijk naar Enge
,nd teruggestuurd werden. De af
[eeling heeft nooit de gelegenheid ge-
iad om slag te leveren tegen de
aren.
Wat de oorlog kost
De Mijnwerkersbond van Northum
erland hield dinsdag te Newcastle
bne vergadering om te protesteeren
fgen den oorlog en de belasting op de
olen. M. Burt, Parlementslid, zegde
ider ander dat de oorlogskosten
J.QOO p. st. per uur beloopen en da
lk§. gesneuvelde Boer thans reeds
,000 p. st. (425,000 fr.) aan Enge-
Ind kost. Een andere redenaar deec
"pmerken dat, na den oorlog, de
lestand der werkmansklassen vee
ll verslecht zijn, zoowel in Engelanc
Is in Frankrijk. De Bond, die onge
Ter 23,000 leden telt, heeft een
aam tegen de engelsche regeering
stemd.
INu dat de Socialisten gezworen
Ibben het meervoudig stemrecht te
en verdwijnen, al ware het ten
ijze van oproer en bloedstorting,
dat eenige liberalen onbezonnen
ioeg, die eischen en werking on
Meunen, is het merkweerdig te
tiooreu wat de Etoilebelqe daar
van zegt, zij die het orgaan is van
een talrijke groep der brusselssche
iberaien.
De kieswet van 18 April 1893, zegt de
Etoile bestaat nog. Verre van onthaald te
zijn door openbaar verzet, is zij geheel het
land door begroet geweest als eene gelukkige
overeenkomst, als een vredesverbond.
De daaropvolgende kieswetten, hebben he
vig betwist geweest, maar nooit aanleiding
gegeven tot volksoproer.
Eindelijk is het werk van 18 April in bree-
de mate verbeterd geweest door de wet op de
evenredige vertegenwoordiging, die gunstig
aanveerd wierd door de openbare denkwijze,
en die alle verstandige lieden aanzien als eene
volmaking van ons kiesstelsel.
Nu wordt de hervorming onzer kieswetten
gevraagd door de socialisten waarb.j de radi-
kale groep gekletst is die zijne kazahke ge
keerd heeft.
Die vragers van hervorming weten zeer
wel dat hunne vrage verworpen zal worden
door de meerderheid der Kamers. Zij rekenen
zeive op hunne neerlage in de Kamers
om oproep te doen tot opstand. Zij nemen
hunnen toevlucht tot hetgeen i M. Hymans
noemt, de uitbating der vreeze; en zij bewee-
ren dat het belgisch volk, indien men niet
aanstonds de Grondwet verandert naar hun
nen zin, de wapens zal opnemen om de be
staande orde omver te werpen.
Tusschen deze veronderstelling en den
toestand in 1899, en is er geene gelijkenis.
Waarom zou het belgisch volk nu opstaan
tegen het meervoudig stemrecht dat in 1901 is
hetgeen het was in 1893 Zeker de inrichting
van het meervoudig stemrecht is onder meer
dan een opzicht, beknibbelbaar. Maar, het is
niettemin waar dat, indien het een zoo mon
sterachtig stelsel ware, het algemeen gevoelen
geene acht jaar zou gewacht hebben om op
stand te maken.
Waarom zou het volk nu opstaan tegen die
wet gezeid de wet der vier eerloosheden,
vermits het niet opstond wanneer de Kamers
die wet stemden, en dat het nu die wet onder
gaat zonder oproer, sedert zeven jaar?
Waarom zou het volk opkomen tegen een
kiesstelsel dat het 1893 goedkeurde, en dat de
wet op de evenredige vertegenwoordiging
merkelijk verbeterd heeft? waarlijk, wanneer
men het volk verbeeld als t' einde gejogen,
vervolgd door het behouden van ons kies
stelsel, dan doet men ijdelen praat, en men
gekt met de menschen. Gezel Furnemont zou
dat nog vreeder zeggen.
De toestand verschilt geheel en gansch met
deze van 1893. Het volk, aan zijn zeiven
overgelaten, en zou niet opstaan tegen 't
meervoudig stemrecht. Indien er oproer
komt, gelijk de socialiste leiders dreigen, 't is
dat die leiders sedert een jaar van hier den
oproer listig bereiden. En het is die bereiding
die eene schromelijke verantwoordelijkheid
doet wegen op Mijnheer Vandervelde en zijne
vrienden.
Daarop springt Kareltje te peerde en
schreeuwt dat het eene schande is zoovele
gunsten te zien toestaan aan priesters
en kloosterlingen van alle slack, die
geld hebben bij de vleet, terwijl een
schamele werkman, een gebrekkige of
versletene grijsaard, zou verstooten
worden, en bij gebrek aan geld om
zijn vervoer te betalen, langs de baan
zou moeten drendelen, enz. enz.
Uit dit schrijven zou men moeten beslui
ten dat die twee paters kosteloos reisden
en alzoo zou Kareltjes kattekoleere eenen
schijn van gegrondheid kunnen hebben.
Maar eenige reken verder geeft Kareltje
te kennen dat hij wel weet dat het bedrag
van die kaartjes door het klooster te Brugge
betaald wordt.
Is dat zot, ja of neen
Wij moeten aan 't schrijven van zulke....
verstandige artikels twee oorzaken toeken
nen de groote hitte en de... genegenheid
van Kareltje voor de paters.
Woensdag laatst deed ons geestelijk col
lege processiewijs de bezoeken om den aflaat
van den Jubilé te- winnen. Een welgekende
geuzegaai der Boterstrate, leerlingen en
leeraars zoo godvruchtig en deftig ziende
voorbijtrekken, en kon niet weêrstaan eene
geleerde spreuke daarop te doen.
Kijk zei hij, wat e tchoone cavalcade!
't Schijnt dat het dezelfde personaadje is
die in den tijd de vlucht naar Egypte hielp
verbeelden, waarin hij noch Sint Joseph
noch 't kindeke Jesus was, maar eentwat
anders.
Hij heeft wel zijne rolle onthouden
De gazetten spreken met den meesten lof
over het Concert
Heyst.
dat is 't geen over eenige dagen in onze
Kamers komt te gebeuren met de begrooting
van het Ministerie van Nijverheid en Arbeid.
Terwijl andere ministeries hunne begroo
ting hard zien tegenkanten en met moeite
kunnen doen aannemen, heeft onze achtbare
Minister Surmont de Volsberghe het zijne
zien aanveerden met de algemeenheid der
stemmen van de 101 aanwezige Kamerleden
Dit zeldzaam feit heeft aan onze Minister
van Nijverheid en Arbeid de warme geluk
wenschingen verworven van zijne kollegas
heeft bemerkt dat twee paters Capucienen
reizende op de lijnvanYper-Veurne.in plaats
van hunne reiskosten te betalen, aan den
treinwachter een briefje bestelden van den
volgenden inhoud
Buurtspoorweg.
Kaart 2de klas van
naar Veurne.
De Minderbroeders-Capucienen,
Sinte Clarastraat, Brugge.
den19
van de Groote Fanfare te
't Is morgen avond ten 8 en half vergade
ring in het Volkshuis.
Sedert Dinsdag is er ongemeenen toeloop
n de Paterskerke, ter gelegenheid van de
plechtige octave van O. L. Vr. van Carmelus.
Morgen, Zondag, is 't de groote dag, en
ongetwijfeld zal er vele volk zijn om de
plechtige diensten te volgen.
St Michielsgilde geeft Zondag 58 Juli,
s namiddags ten ure, eene turnfeeste in
den hof van denj Katholieken kring. De
Groote Fanfare zal hare meêwerking ver-
leenen.
De leden van den kring en hunne familie
worden tot de feeste uitgenoodigd.
Verschenen
door THEODOOR SEVENS
Geschiedenis en beschrijving der
voornaamste steden en dorpen- tus
schen Meenen en Poperingheeen
boekwerk groot 8° met talrijke licht-
prenten versierd, en eene prachtige
titelplaat geteekend door Baron Gaston
de Vinck.
Prijs fr. 1.50
De volgende samensprake is In
vele dagbladen verschenen. Zij doet
wonderwel al het hatelijke uitkomen
van de fransche wet tegen de kloos
ters.
Een commissaris van policie komt
aaneen Jezuïetenklooster met zending
de paters buiten te zetten. Een der
paters komt bij in de spreekplaatse
Commissaris, Ik bid u,Mijnheer,en ware
t noodig, ik beveel u mij te verklaren, aan
mijnen persoon sprekende, of gij,ja of neen,
een jezuïet zijt?
Jezuïet. Wat is een jezuïet
Commissaris. Dat en is de zake niet,
Mijnheer.
Jezuïet. Ik vraag u verschooning,
Mijnbeer, daar is juist geheel de zake. Gij
vraagt mij of ik ja of neen, jezuïet ben. Om
beter te kunnen antwoorden, vraag ik u wat
gij verstaat door een jezuïet
Commissaris. Ik versta, Mijnheer, een
lid van geheime genootschappen
Jezuïet. Een vrijmetsslaar.
Commissaris. Een man verbonden door
geheime beloften....
Jezuïet. De vrijmetselaar.
Commissaris. aan ongekende opper
hoofden, zonder de toelating van den Staat,
en met het doel den Staat omver te werpen
Jezuïet. De vrijmetselaar, de vrijmet
selaar en niemand anders neen, Mijnheer,
ik en ben geen vrijmetselaar.
Commissaris. Zijt gij jezuïet.
Jezuïet. Hoe wordt men jezuïet Door
welken akt, bij welk verbond wordt iemand
van burger jezuïet
Commissaris. Door eene verplichting die
tot het geweten behoort.
Jezuïet. Ah zeer wel, Mijnheer. Het
geweten staat onder uw gebied. Waarom en
zeidet gij dit niet rechtuit om de zaken te
vergemakkelijken? Gij zijt priester, biecht
vader zeker, bekleed met bijrondere macht,
en gij stelt uw heilig ambt ten mijnen
dienste opdat ik mijne schuld zou bekennen
Commissaris. Geene gekscheerderij ik
ben ernstig.
Jezuïet. Het is dus gemeend dat gij
beweert in mijne ziel te lezen
Commissaris. Geheel gemeend
Jezuïet. In dit geval, Mijnheer, welk ik
niet voorzien had, uw iever wekt den mijnen
op. Dienst voor dienst, en beleefdheid voor
beleefdheid. Ik wil wel biechten aan u, maar
op eene voorwaarde gij zult mij het voor
beeld geven, en eerst aan mij biechten.
Commissaris. Ik en biechte niet
Jezuïet. Gij hebt ongelijk u kwaad te
maken.
Commissaris. Ik en geloove aan geene
biechte.
Jezuïet. Voor u zeiven, misschien,
maar voor de anderen wel. Gij eischt dat ik
biechte, en, onder ons, gij windt daar geen
doekskens aan, en legt min bescheidenheid
aan den dag dan wij in den biechtstoel
Commissaris. Haasten wij ons
Jezuïet. Zooveel gij wilt. Maar zeg mi,
eens rechtuit Zijt gij getrouwd,en getrouw
aan uwe vrouw
Commissaris. Nooit zal ik dulden dat
en alzoo mijn geweten op dwang stelle
Jezuïet. Gij vindt dus dat dit dwang is
Commissaris. Zekerlijk
Jezuïet. Zijt dus zoo goed van dit ook
niet te doen aan anderen.
Commissaris. Dat is 't zelfde niet. Ik
kome hier in name der fransche wet.
Jezuïet. Welke wet, Mijnheer? Wi
hebben er vele.Daar zijn er grondwettelijke
waaraan men niet en mag roeren, die de
vrijheid van godsdienst verklaren, de ge
lijkheid der burgers, de bescherming der
geloofsgevoelens
Commissaris. Er is sprake van de wet
die de vereenigingen aan de kloosterlingen
verbiedt.
Jezuïet. En hoe kunt gij weten dat ik
kloosterling ben
Commissaris. Op hetgeen de menschen
zeggen.
Jezuïet. Waarlijk, Mijnheer, men is
nooit te oud om te leeren. Dat is mij een
aardig bewijs om iemand niet alleenlijk te
beschuldigen, maar te veroordeelen Daar
en zijn noch processen noch enkwesten meer
noodig. Men zegt dat gij een dief zijt gij
zijt dus een dief. Men beweert dat gij mijn-
ïeer den Voorzitter der Republiek vermoord
bebt, gij hebt dus mijnbeer den Voorzitter
der Republiek vermoord, zelve al ware hij
nog gave en gezond.
Commissaris. - Hier zijn bewijzen. Gij
bewoont een huis van Jesuïeten.
Jezuïet. Neemt dat het zoo zijn zou.
Hebt gij misschien vastgesteld dat al deze die
een jesuïetenhuis wonen, jesuïeten zijn?
Hij roept) Charles (Tot den Commissaris
Cöarles ia een onzer knechten.
Charles. Gij roept mij, Pater
Jezuïet. Ja ik zou willen weten of gij
ezuïet zijt.
Charles. Oh Oh jezuïetik,
uïéi jezuïet, ja aan veertig frank te
maande, om portier te spelen, de gangen te
vagen en de misse te dienen.
Commissaris. tot Charles.) Gij dient
Mijnheerens misse
Charles. Wanneer het mijne beurt is
we9
Commissaris. Gij zijt hier geen knecht.
Gij doet de misse.
Jezuïet. Mgr. de Bisschop doet ook
misse. De Paus doet ook misse in zijn paleis
of in St-Pieterskerke. Zijn dat jezuïeten
Commissaris. Geene uitvluchtsels ja
of neen zijt gij jesuïet
Jezuïet. En als ik zegge ja.
Commissaris. Dan zet ik u buiten.
Jezuïet. Om welk schelmstuk
Commissaris. Omdat gij zegtja
Jezuïet. En als ik zegge neen
Commissaris. Dan ga ik voort maar
ij zijt een man zonder eere.
Jezuïet. Het is een schelmstuk te zeg
gen ja het is een schande te zeggen neen.
Waarom eene schande? Uwe schande en
versta ik niet.
Commissaris. Het is nogtans klaar, vol
gens eenieder weet, gij behoort tot het Ge
zelschap van Jesus, tot de Sociëteit, tot de
Orde van Jesus. Zelve die Charles, dien gij
daar zooeven geroepen hebt, deed lijk
iedereen en noemde u Pater. En gij zoudt
mij zeggen ik ken dat volk niet.
Jezuïet.Zal ik niet wel doenze nietmeer
te kennen, en weg te gaan, vermits gij ver
klaart dat zij plichtiger zijn
Commissaris. Ik verklaar niet dat zij
plichtig zijn.
Jezuïet. Gij zet ze buiten.
Commissaris. Het hedendaagsche Frank
rijk en wilt van u niet meer.
Stemmen van buiten. Leven de Paters
Leven de Paters
Jezuïet. Welk Frankrijk Er zijn er
ten minste twee.
Commissaris. Gij hoort het klerikale
Frankrijk.
Andere stemmen. Weg met de priesters!
Leve de helle
Jezuïet. Gij hoort het antiklerikale
Frankrijk waaraan gij het klerikale wilt
overleveren.
Commissaris. Ik doe met de wet.
Jezuïet. Maar uwe wet en heeft geene
oogen het bewijs, 't is dat zij de mijne
noodig heeft.Die wet is zoodanig onbekwaam
te zien door haar zeiven, dat het aan mij is
dat zij vraagt of ik jezuïet ben of niet, of zij
mij moeten veroordeelen of niet veroor
deelen.
Commissaris. GenoegWat zult gij
antwoorden
Jezuïet. Hetgeen ik wil, noch min noch
meer.
Commissaris.Weihoe,gij zoudet liegen?
Jesuïet. Ik en zal niet liegen. Liegen
is weigeren de waarheid te zeggen aan deze
die 't recht heeft de waarheid te kennen. Gij
en hebt dat recht niet, mijnheer, gij die hier
onderzoek komt doen over godsdienstige
zaken in den naam eener maatschappij die
openbaarlijk verklaart dezelve niet te willen
kennen. Gij die, belast de burgers te verde
digen in het uitoefenen van hunne heilige
rechten, zonder iets te kunnen inbrengen
ten zij het feit dat zij niet en denken gelijk
NIEUWSBLAD VAN YPER