ENGELBEWAARDER MENGE LM AREN Letteren, wetenschappen en schoone kunsten 9rr s* Rechtbanken Op de foore leden der luisterrijke Sint Joorisgilde, waar van hij de standdaarddrager was, vergezeld van het nieuwingericht muziekkorps waar van hij het eerste overleden eerelid was. De statige, ingetogene houding der muzie kanten, hun rasse vooruitgang in de kunst, onder het wijs en onvermoeibaar bestier van den heer Eugeen Goulier, heeft straf be merkten bewonderd geweest. Op het graf wierd de volgende lijkrede door den heer Notaris Van Eecke uitgespro ken Mijn heer en, 't Is onder den indruk eener diepe ontroe ring dat ik, als hoofdman der Sint-Jooris- gilde, eenen laatsten vaarwel kom zeggen op het te vroegtijdig geopend graf van onzen beminden en betreurden gildebroeder en standdaarddrager Jozef Debeir. Het afsterven van dezen dien wij heden ten grave laten zinken, is voor onze gilde een ware rouw, een verlies dat men te recht onherstelbaar moet noemen, want niemand ooit als hij droeg voor haar zoo innige liefde en verkleefdheid. Met moeite te Boesinghe neêrgevestigd, wierd hij als lid der maatschappij aanveerd. Hij was van deze die meenden dat het van hunne plicht waseene gilde in stand te h u den wier oorsprong verloren is in de vorige eeuwen, wi' r geschiedenis gepaaid met de geschiedenis van Boesinghe. Gedurende 27 jaren heeft hij ervan deel gemaakt en zoo den laatsten als den eersten dag, telde hij steeds onder de ijverigste, de zorgvuldigste, de getrouwste harer leden. Jozef Debeir, Mijnheeren, was een recht schapen karakter, eerlij* in handel en wan del, behulpzaam en goedhartig jegens een ieder, voorstaander van al wat strekken kon tot een eerlijk en vreedzaam verzet. In Sint-Joris vooral bevond hij zich geer- ne. Alles zou hij verlaten hebben om aan onze wekelijksche oefeningen deel te nemen, en geldde het een uitstapje voor prijsschietin- gen in andere gemeenten, hij was de eerste om, ten pujze van alle zelfopofferingen, d jongere en kveudigsie gildebioeders aan te wakkeren, met hem op te trekken. Als ge tuigen van zijnen vlijt en grenzelooze ver kleefdheid aan de gilde, mag ik de talrijke eermetalen aanwijzen die daar prijsen aan onze prachtige banrnere en aan den halsband van den gildekoning. Menigeen van ons mag zich roemen dat hij het een of het ander dier eermetalen heeft helpen verdieuen, maar, ik geloof het met zekerheid te mogen bevestigen, van alle degene sedert 27 jaar gewonnen is er niet eene die Jozef Debeu niet beeft helpen verdienen. En niet welke trotsche blijgeestigheid brachte hij ze dart naar het lokaal tot versiering onzer stan- daardkroone Voor ons, leden der Commissie, is het verlies bijzonder gevoelig nooit riepen wij vruchteloos zijne behulpzaamheid pii dienst veerdigheid in. Dikwijls vervangde hij ons allen, soms vertegenwoordigde hij geheel de Maatschappij en daar waar Jozef bij was, wierd alles in orde en wel gedaan. Ook wij zullen steeds het geheugen bewa ren van onzen geliefden bannierdrager, van onzen verkleefden makker die daar nu mach teloos ligt in de schaduwe van dat vaandel dat hij zoo bemind heeft, van dat vaandel dat hij zoo menigmaal, aan het hoofd van onzen stoet, fier als een krijgsman ten velde trekkende, inde lucht heeft doen zweven. Andere maatschappijen, 'k mag zeggen al de maatschappijen der gemeente, verliezen in u een ijverig lid de vloerbolgilde haren voorzitter en behendigsten speler; de muziek maatschappij, pas ter stand gekomen, eet: harer mildste eereleden, haar van den eer sten dag met herte en ziele genegen. In naam van allen bied ik u eene laatst hulde van achting en dankbaarheid. Vaarwel, beminde makker en gildebroe der, 't is met de trannen in de oogen en een eemoedig herte dat wij dit graf vei laten dat zoo straks op u zal gesloten worden. Ontvang hierboven de belooning die de Opperheer aan de rechtschapenen voorbe houdt. Vaarwel, Jozef, vaarwel Vijfjaarlijksche prijs Guinard Art. 1. Een zevende wedstrijd wordt geo pend voor het begeven van eene erfgift van 10.000 frank, ingest 'ld door den doktei Guiriard en bestemd om overgemaakt, te worden, zoo er redenen toe zijn, aan den maker van het beste werk of van de beste uitvinding, ten doel hebbende de beooging door den erflater aangetoond te verwezen lijken. Art. 2. De personen die begeeren aan dezen wedstrijd deel te nemen, moeten vóór I" Juli 1902, naar bet ministerie van Nij verheid en Arbeid, hetzij het werk of het handschrift in den gcdachtengang geschre ven door den erflater aangewezen, hetzij het model of het toelichtingsschrift der uitvin ding tot hetzelfde doel bijdragende, laten geworden. (Medegedeeld). zich stoutmoedig toonen en ging zich d< n 10 September 1901 ie Toerkonje gevangen ^eveo. Mee wist dat Debaere den avond van 8 September doorgebracht had in g-zelsch p van zekeren J. B. Taint, 25 jaar oud, dag- looner, geboren en wonende te Toerkonje. en van zekeren Desmedt, en dat zij te Ris quons-Tout verscheidene herbergen bezocht hadden. Thint droeg dien avond elastieke bottienen. Tuint werd aaiigehoud-n. De twee betichten moesten eindelijk bekenm n dat de schoenen en de bottienen op de plaats der misdaad gevonden, hun inderdaad p is sen. Zij loochenden nogtans alle pliehtig heid aan de moord. De twee betichten ston den zeer slecht geboekt Thint heeft reals eene veroordeeling voor diefstal ondergaan, en Debaere, alhoewel nog maar 21 jaar oud heeft reeds di rtien veroordeelingen onder gaan voor smokkelarij, slagen, verwondin gen, enz. Voor het assisenhof hielden zij hunne onschuld staande en verklaarden de schoenen niet te herkennen. De jury zag af van de beschuldiging van diefstal en van voorbedachtheid en verklaar de de twee betichten pliehtig aan vrijwillige moord Het hof veroordeelde J. B Debaere tot 20 jaar dwangarbeid, enJ.B. Thint tot 15 jaar der zelfde straf. De zaak der moord van Risquons-Tout werd dinsdag voor het assisenhof van hei Noorden opgeroepen. Den 9 September 1901rond 4 1/2 ure 's morgends, te Moes kroen (Belgie) gehucht Risquons-Tout,kwam mad. Dumoulin op den koer harer woning eri zag licht in de keuken van Lemenu, die eveneens op den koer uitkomt. Zij naderde het venster en zag twee mannen door eene pelrollamp verlicht. Een der mannen zat in eenen zetel nabij het vensier, en ondei zocht papieren die de andere hem overgaf. Mad. Dumoulin verschrikte buitenmate en liep hare woning binnen, roepende Dieven dieven De twee onbekenden vluchtten het huis uit. M. Dumoulin, die aan zijn venster geko men was, zag de kerels vluchten in de rich ting van Risquons Tout en kon hunne opper vlakkige persoonsbeschrijving opgeven. Hij zag dat zij geene schoenen droegen en dat de pijpen hunner broek in de kousen geste zen waren. Degeburen van Lemenu drongen in huis en vonden dezen laatste vermoord liggen. Al de meubelen waren opengebro ken. De policie werd oogeublikkelijk ver wittigd. Middelerwijl vonden Deschauraes, vader en zoon, in eene gracht nabij bet huis Lemenu, onder een brugje, eeti paar geel lederen schoenen en een paar elastiek bot tienen staan. De policie en hel parket van Kortrijk kwamen ter plaats en bestatigden dat de moordenaars Lemenu met hunne banden verwurgd hadden. De bandieten waren langs eene zoldervenster, die Lemenu gewoonlijk open hield, in huis gedrongen. De misdaad werd rond 2 1/2 ure s nachts gepleegd, want op dit uur hebben de eebtgenooten Üuaiou- lin hunnen gebuur Lemenu hooren jammeren. De gele schoenen werden herkend als toeb. hoorende aan een grensschuimer, Jan Baptist Debaere, 21 jaar oud, geboren te Toerkonje, daglooner in deze stad. Debaere, wetende dat de policie hem opzocht, wilde MENGELWERK 9. DE door HONORÉ STAES De spotlach wordt meer zichtbaar op de lippen van den bezoeker. De jonge heer trachi er echter spoedig ernstig, en insgelijks def lig uit te schijnen en zegt nu Mijnheer Donckers, ik mag u in de meening niet laien dat ik een baron ben. Mijn naam is Hendrik Vergauwen. Het stadsleven werkte nadeelig op mijne gezondheid. Daarom heb ik het buitengoed aangekocht dat in uwe gemeente sedert een paar jaren onbewoond was Ik hoop dat de fussche buitenlucht en het ge Zt-lsebap der brave lieden van Wimtaelgem mij zullen verkwikken Darr ik nu loch ui woner dezer gemeente geworden ben, ver lang ik de menschen te leeren kennen in wier midden ik voortaan zal leven. Is deze be weegreden van mijnen kant ernstig genoet om er u in uwe bezigheden voor te stooren Gillis Donckers oordeelt dat de formaliteit der kennismaking volbracht is. Hij herneemt zijne gewone houding, duwt den bezoeker vrij onzacht in eenen zetel en roept lachend lk noem u welkom in onze gemeente, mijnheer Vergauwen. Er zijn hier mannen noodig met eene ijzeren wilskracht, om er op te slaan dat de spaanders afvliegen. Ver mits ik de eerste ben, wien gij met een be zoek vereert, koester ik het voile vertrouwen dat gij eendier mannen zult zijn, mijnheer Vergauwen. De heer met de zwarte kneveltjes trekt wijd, zeer wijd zijne oogen open, als wilde hij vragen aanziet gij mij voor eenen vechtersbaas Hij zegt echter niets. Mijn heer Donckers vervolgt Er moet hier een spook bestreden wor den, mijnheer Vergauwen, het spook des achteruitgangs. Er moet op gehamerd en gebeukt worden, zonder vtirpoozing, totdat het terug zal kruipen naar zijne donkere krochten. De jonge heer zegt nog niets, doch steekt zijne hand uit om aaoden vurigen apostel der beschaving te toonen, dat zij te zwa?. is om er iets geweldigs mede te ver richten. De verlicbter van Wimmeigem let op die beweging niet. Hij is schielijk in vlam en vuur geraakt. Onder hei maken van hevige gebaren en met eene stem die uit eene ledige ton schijnt op te stijgen, roept hij De gemoederen zijn hier in vollegisting, mijnheer, Wimmeigem is een vuurberg, die, eerlang zijne vreeslijke lava uit zal spuwen.» Mijnheer Donck trs, zou het dan niet ge vaarlijk kunnen zijn voor mij hier te blijven?» vraagt de bezoeker met schijnbaren angst. Wees niet bevreesd, mijnheer Vergau wen, roept da verlichter ik koester het volle vertrouwen dat mijn woord machtig genoeg zal zijn om de onstuimige volkszee die wraak eischt, tot kalmte te brengen.» Doe er toch uw best toe, mijnheer Donckers De apostel der beschaving lacht. Zijne zwaarmoedigheid is geheel verdwenen. De bewondering welke de heer met de zwarte kneveltjes voor hem schijnt te gevoelen, de smeeking welke hij hem toegestierd heeft, doen zijn oog schitteren van geluk. Hij klopt gemeenzaam pp den schouder van den be zoeker en zegt op eenen toon die mijnheer Vergauwen moet overtuigen dal hij de waar heid, de zuivere waarheid hoort Heb vertrouwen in mij, mijnheer. Warei gij gisteren te Wimmeigem geweest gij haddet kunnen waarnemen dat'het volk van Wimmeigem mij waarlijk aanbidt. Eerbe wijzingen ontvangen, is lastig, mijnheer, wanneer men enkel werkt voor het welzijn van het volk en op geene eerbewijzingen uit is. Ik heb gisteren moeilijke stonden moeten doorworstelen, vooral wanneer men uuj als begraafde onder eenen berg van bloemruikers en men in ons lokaal De BEROEPSHOF VAN GENT Dure kiekens. In den nacht van 1 tot 2 December 1901, na 3 ure 's morgens,wer den 3 hanen en een vijftiental kiekens gesto len bij den landbouwer Lambelio, te Lede- ghem. Het kot was opengebroken. Lambelin ging onmiddelijk naar de markt van Kor trijk, en hij vond er zijne kiekens in de mand van Leopold Delval, kiekenkoopman. Deze verklaarde dat hij de kiekens gekocht bad van Pieter Scheldeman, die ze zou gestolen hebban met de hulp van zijnen broeder Jules en Cyriel Gardoen. Zekere Prosper Demeyet had eenen haan verkocht, bij Lambelin ge stolen, en dien hij van Delval had gekregen Hij had ook een deel der gestolen kiekens meegevoerd. Te Kortrijk werden veroordeeld Pieter Scheldeman, tot een jaar gevang Jules Scheldeman, tot 15 maanden Pieter Gar doen tot 6 maanden voorwaardelijk voor dief te; Prosper Demeyer, 15 dagen en 26 fr. Leop. Delval, 5 maanden en 50 fr. wegens verheeling. Hei Hof heeft geoordeeld dat die straffen niet streng genoeg waren voor sommigen. Jules Scheldeman krijgt 3 jaar in plaats van 15 maanden Demeye C maanden in plaats van twee weken Delval, 1 jaar in plaats van 5 maanden. Delval die ook tot 6 ma n- den was verwezen geweest wegens verhee ling van kalkoenen, krijgt hiervoor ook een jaar. Die straffer: zullen de kiekendieven en de verhelers eens doen nadenken. YPER. Dinsdag namiddag waren werklie den in de statie bezig met de barakken der foore op wagons te laden, toen een werkman van den wagon op den stuilblok en van daar op den grond viel. Men zegt dat hij in 't vallen eene ribbe gebroken heeft. Ken kerel, die reeds een - uk of acht proces verbalen op dt ii nek heeft wegens dieften en aftruggelarijen, liet zich maandag laatst in St-Maartenskerk binst den noen opsluiten, en heeft er eenige offerblokken opengebroken. Daarvoor ook zal hij met het gerecht af te reke nen hebben. Zondag vertelde men hier de volgende schrik kelijke gebeurtenis, die Zaterdag plaats had o Merville in Frankrijk, tegen Bette. Een pachter was eene koeibeest gaan leveren en kwam naar huis met het geld. Onderweg trok hij eene her berg binnen, waai' hij wat vertoefde. Daar de avond aankwam, zegde hij aan zijn dochterken van dertien jaar, dat medegegaan was: Kind, ga met het geld naar huis en zeg dat ik achter kom. Het meisje vertrok, maar onderweg werd het bang; gelukkiglijk kwam het twee gendarmen tegen, aan welke het zijne vrees en de reden ervan te kennen gaf. Deze geleidden het tol aan de dreef die naar de hofstede leidt, alwaar het meisje de gendarmen bedankte, zeggende dat zij niet meer bevreesd was. Nauwelijks waren de gendarmen wat verder, of zij hoorden eenen schreeuw, snelden toe en vonden 't lijk van het meisje waarhij een brood mes lag. Zonder aarzelen keerden zij met hel mes naar de herberg terug. Zij vroegen een glas bier en legden het mes op de vensterbank. Daarna vroegen zij eenen boterham de bazin vond haar mes niet, maar herkende weldra dat mes, dat de gendarmen toonden. Etnige oogen- blikken later kwam de baas thuis, die aange houden werd en op wien men drie honderd franken vond. (N. v. d. dag). Hoevele nachten lijden hoevele dagen van pijnen zou men vermijden door zich buiten het bereik te stellen van eenen aanval van rhuma- tism of jicht, door het gebruik van eenige glaasjes Elixir Vincent. Depots te Yper Libotte te Poperingha Mon- teyne. Prjjs3 fr. de flesch. BRUGGE.—De zaak der kiekendieften neemt eene groote uitbreiding. Het schijnt dat men te doen heeft met eene bende, bestaande uit een veertigtal personen, mannen en vrouwen, zoo dieven als verheelers. Zij stolen verkens, kie kens, konijnen, eenden, enz. De kwaaddoeners z:jn bijna allen verkensslachters, kiekenhande laars, enz. Dagelijks komen er nog bij het par ket klachten van landbouwers, die over twee of drie maanden bestolen werden. De vergadering dei' dievenbende geschiedde bij een der aangehoudenen, te Assebroucke, wiens koer uitkomt op de Gentsche vaart, eene plaats waar het steeds stikdonker en eenzaam is. Verscheidene verdachte kerels en.vrouwen worden streng bewaakt door de gendarmerie. Een hunner, van Brugge, is onder storting van eene borgsom van 1000 frank op vrije voeten gelaten, doch mag zich uit de stad niet verwijderen. Eene vrouw heeft hare kinderen moeten uitbesteden, omdat zij op het punt staat aangehouden te worden. Hel gerucht was in omloop dat er in de Scheerstraat eene moordpoging gepleegd was. De zaak was gelukkig zoo erg niet. Maandag avond, rond 9 3/4, kwam een bediende uit ge melde straat, op 't policiebureel verklaren dat hij, tijdens een twist, een revolverschot op zijn schoonvader, die in hetzelfde huis woont, ge lost had. De man gaf aan den policieofficier van dienst een revolver die nog met vijf kogelkar- doezen geladen was. Agenten begaven zich naar het huis en bevonden dat de schoonvader geens zins gekwetst was. De bediende is niet in hech tenis genomen. OOSTENDE. Sinds maandag namiddag heerscht op de belgische kust een ongemeen dikke mist. Men kan de voorwerpen op een meter afstand niet zien. Het kanon van het staketsel buldert onophoudelijk en de noodklok wordt geluid om de schepen van het gevaar te verwittigen. groote Pintgedurende vijt uren onophoude lijk toasten deed aan mij. Om den wille van net verdrukte volk. dat ik uit de slavernij wil helpen, getroostte ik mij met liefde al die loftuitingen en gezondheidsleugen doch ik was waarlijk verheugd toen ik mij terug in mijne slaapsamer bevond te midden der lieve eenzaamheid, en verre van het koortsach tige gewoei der wereld. De nederigheid is eene deugd die ik al tijd bewonderd heb, mijnheer Donckers. Dan komen wij goed met elkander over een, mijnheer Vergauwen. Ik benijd waar lijk de menschen die hun leven kunnen slijten zonder door iemand bespied te worden. Ook heb ik lang geaarzeld voor aleer ik er in toestemde de kandidateur te aanveerden van burgemeester van Wimmel gem die mij door het volk is aangeboden. Ik was, om zoo te zegen, onder den aandrang bezweken, toen ik mijne toestemming gaf En thans, mijnheer Vergauwen, is er eene iweede zaak die mij dag noch nacht gerust laat. De hoofden der volkspartij des lands willen mij een zetel doen aanveerden in de kamer van volksvertegenwoordigers. Hei spreekt van zelfs dal ik hun aanbod ge weigerd heb, deels omdat ik overtuigd ben zeer weinig kennissen te bezitten, deels om dat zulke hooge bediening mij vaarwel zou doen zeggen aan mijn verborgen leven. Men dringt echter aan, mi n zegt dat mijne talen ten in de duisternis niet mogen blijven, men schrijft mij brief op brief, de postbode ver slijt om zoo te zeggen den drempel mijner woning, lk bevind mij waarlijk in eenen moeilijken toestand, mijnheer Vergauwen. Ja, ja, gelukkig degenen wier begaafdheden door niemand opgemerkt worden. Mijnheer Donckers zwijgt gedurende een ige oogenbluken. Hij is echterin zijne hoop ttedrogen de bezoeker beziet hem met geene bewondering meer, en zegt hem niet dat hij zijne talenten moet laten schitteren in de kamer van voiksvertegenmoordigers. Hei schijnt zelfs dat mijnheer Vergauwen nies aandachtig naar hem geluisterd heeft, want de oogen van den jongen man zijn op eene schilderij gevestigd waar iemand op eene nrandende houtmijt zit. De verlichter van Wimmeigem geeft echter den moed niet op. Dat is een tafereel uit de geschiedenis, mijnheer, zegt hij. Zoo, zoo, mijnheer Donckers. Kent gij de geschiedenis, mijnheer Ver gauwen Ik mag mij niet vleien haar geheel te kennen mijnheer Donckers, Dan zal ik u gewis genoegen verschaffen met u de beteekenis van die schilderij uit te leggen, mijnheer Vergauwen. a Inderdaad, mijnheer Donckers. De man die daar zit, was een apostel dei- beschaving die de stem dierf verheffen tegen de slavarnij van Rome. Het is gebeurd in de jaren 1600. Alsdan was er een Paus, Inkwi sitie geaeeten, die d t oom was van de konin gin van ons land, Margareiha van Parma. Deze Margaretha van Parma, was de dochter van den keizei', Karei den Groote. Zij was getrouwd met eenen zekeren hertog van Al vr. De Paus Inkwisitie, vreezende dat de Vlamingen hun slavenjuk zorden afwerpen, verzocht aan zijnen kozijn den hertog van Alva. al degenen te verpletteren die nogover de misbruiken van Rome zouden durven I spreken De Vlamingen echter die altijd leeuwenbloed in hunne aderen hadden gre pen naar de wapens om tegen hunne' ver- d ruk kers te strijden. Aan hun hoofd stonden twee beroemde mannen. Pieter de Goninck en Jan Breidel. Eilaashun moed mocht niet oaten. Zij streden als leeuwen, maar wer den door de overmacht verpletterd. En het is na de overwinning dat de hertog van Al va, al de overgeblevenen ten getslle van twin tig duizend,op brandstapelsdeed verbranden De man of liever, de martelaar van het va' OOI bij.' dlar °P d,e sc'lilJmï ra ta l?u'T' m'inl"!er DoTCk'"'» te' weder is veel te schoon om ons met zulke akelige vertelsels bezig te houden. Steken wij d*ie De postboot van Dover is Dinsdag morgend zonder ongevallen, doch slechts met de uiterste voorzichtigheid en met vertraging aangekomen Geen enkel schip durft in de haven landen' Dinsdag morgend rond 5 uiv, heeft men nood seinen gehoord in de richting van het noord oosten. Men vreest dat er eene aanvaring tus schen twee schepen heeft plaats gehad De reddingsbooten konden onmogelijk te water gelaten worden. MEI ASSE TURF brevet Schwanz,?6/400/0 Si-is vo-ds T van Ieorde voor paaiden en vee Beaudoin en Bolly, Borgworm Scheikundige meststoffen. Vei legen woordigd door Leleup-GietElver dingh. stra >t, 12, te Yper. AFLOOP DER KALVERS Landbou wers, ik waarborg de genezing van den sch ik kelijke li afloop der Kalvers en Kachtels ifi 4 uren door het gebruik van het ameri- kaansch poeder Depratere. D ze die het gebruiken, verliezen geea een dier meer. Prijs l frank de doos. Te bekomen te Yper, apotheek Socquet. ROUSSELAERE. De genaamde Joseph I Aernout, die op 24 februari laatstleden, door een stuk. ijzer van 1600 kilos aan dm rug ge troffen werd, is maandag avond in het gasthuis aan zijne wonden overleden. De ongelukkige laat eene weduwe met vijf kinderen achter. Vraagt bij uwe leveraars de suiker in pakken van de Tier.sche maalderij. Verschillige belangrijke gestichten staan nog op ons Fooreplein; 't is dus niet mogelijk dat er bevel gegeven zij dal alleman tegen carnaval moest weg zijn. Zondag spelen nog la filense de verre de glasspiuster, de dool hof, panoptikuna, enz., enz. Die nog de glasspinster niet heeft gezien, ga er naartoe; bij zal waarlijk wondere dingen zien verrichten! BORGERHOUT. Vrijdag nacht hoorde notaris Dekkers, wonende op de Turnhoutsche haan, gerucht in zijn huis, eti onderstellende dat het dieven waren, loste hij revolverschoten door 't venster, om de aandacht der policie gaande te maken. Policie en voorbijgangers kwamen toegesneld het huis werd doorzocht, en weldra werd bestatigd dat er een dief in huis was geweest. Eeue klopjacht werd inge richt. Toen men den dief bemerkte, zette hij het op een loopen naar de Reuzenpoortdaar stond een nachtwaker met nog eenen anderen per soon, en toen zij den dief zagen komen, gingen zij ook loopen. De dief kon ontsnappen. DE OUDSTE DER EEUWELINGEN. - De wed. Marin, van Haine-St-Paul, in Henegouw, zal den 8 April aanstaande haar 103 jaar bereikt hebben. Het gerucht was in omloop dat de eeuwelinge zeer ziek is. Dit gerucht is volkomen valsch. De honderdjarige woont met hare vier kinderen, 84, 76, 71 en 60 jaar oud, en is goed gezond. Met drie harer kinderen trekt zij het pensioen van 63 fr. NOG DE SPOORWEGRAMP VAN HEULE.— Een nieuw proces komt ingespannen te worden ter oorzaak van de spoorwegramp van den 9 Maart 1901. Een steenkappers-meesterknecht, Louis Destrebecq, wonende te Basècles, vraagt 150,000 fr. schadeloosstelling aan de naamlooze maatschappij der ijzerwegen van West-Vlaan- dereri. Blauwbaard geschiedenis in den hoek om over zaken te spreken die min duister zijn. Ik ben immersnaar Wimmeigem gekomen om mij te verheugen. Wanneer ik van moorden en branden hoor spreken, gevoel ik altijd pijnaan mijn hert. 1 Gij hebt gelijk, mijnheer Vergauwen!» mept de verlichter van Wimmeigem. Ik ookben geenliefhebber van bloedige toonee- len.Ik heb u die geschiedenis eukel verhaald oo u te toonen dat de Vlamingen eindelijk uit den slaapder verdrukking zijn opgestaan Spreken Wlj liever over de maatschappelijke kwestie die stof is thans aan de orde van den dag en is zoo droog niet als de geschie denis. Doch, ik heb tot hiertoe vergeten u een glas morgenwijn aan te bieden Wacht een oogenblik. Ik loop naar mijnen kelder Onder het drinken van een lakker glasje Por- m, zullen wij op ons gemak de voornaamste punten der maatschappelijke kwestie eens overzien. Boehei en Liebknecht zijn groote wijsgeeren mijnheer. In hunne schriften heb ik vele philozofische gedachten ontmoet, die vij sti aks zullen bespreken. Tot straks, mijn- neer Vergauwen. J En zoo traag en statig hij er was binnen gekomen, zoo vlug en los stormt de volks verlichter uit de kamer. Wanneer bij verdwenen is, grijnt de be zoeker haastig hoed en wandelstok en treedt snel naar de deur. Hij bezint echter en mort Het ware niet beleefd de plaat te poet sen. k moet mij schikken in mijn lot. Waar- »tn volgde ik toch den inval, metden zonder lingen man in nadere kennis te willen ko nen Vei mits ik van nu af bijna verzekerd oen dat ik hem zal moeten bestrijden, kan er niets bij winnen lange'- naar praat te luisteren. Wij zullen het dus tort mogelijk trekken in dit huis. Daar hoort hij de stem van den apostel der beschaving roepen Baptist, ga de jufvrouw opzoeken en zeg oaardat weledelen hooggeleerde heer Hen drik Vergauwen, eigenaar van het kasteel van vimmelgetn, ons met een bezoek vereert. {Wordt voortgetut.) zijnen zoo - - —ff*—

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1902 | | pagina 2