ENGELBEWAARDER MENG EN In de Iweinszaal In de Kamer Waarschuwing Spoorwegabonnement De landelijke policie Kerkelijke Kronijk Lachkruid Cailewaert-De Meulenaere E. H. Mets is ingenomen van Dr Schaep- man, omdat hij zoo ridderlijk de Katholieke Kerk. verdedigd heeft en blijft verdedigen, den Paus zoo kinderlijk bemind heeft en doet beminnen, zijne geloofsgenoten den eerbied van andersdenkenden en den ton gang der staatsbedieningen verkregen beeft en Holland verbeterd en verheerlijkt heeft; hij is verrukt en preusch over D' Schaep man's taal en toon en klank en zang, en roept na't lezen van menig meesterstuk lier en zegevierend uit is dat geert taal Ja, E. H. Mets, uw groote landgenoot spreekt en schrijft en dicht eene schoone taal, onze taalen wij, Vlamingen, dienden haar en hem beter te kennen en te waardeere Dank voor het oor- en voorbeeld dat ij voor onze oogen in een stralenkrans hebt doen schitteren mocht uwe lezing, als de lente die botten, bloei en bloemen brengt, dertfg een kogel met bloed beplekt die Zon De Kamerheeren, van hunnen kant, be slisten Woensdag de zage over 'talgemeen stemrecht te staken en 's lands begrootingen te bespreken en te stemmen. Jamaar, Donderdag waren die goede voornemens al weder vergeten zelfs is de zitting te midden een algemeen geharrewar geheven. En dit omdat Minister Da Smet de Naeyer kort en klaar zei dat hij tegen de uerziening der grondwet is. Het land en verwachtte geen ander woord van den Minister, en had hij anders gespro tten, hij ware het opperbestier onweerdig geworden. Dinsdag hebben de Kamerheereu eens uertelijk gelachen Eedje Aoseele was van den eenen af den anderen kluchtenaar bij vier gezet geweest en toonde preusch lijk de liefde voor Godsdienst, Taal en Vaderland in onze herten doen groeien en bloeien De reeks winterfeesten van de Koninklijke Fanfare is Zaterdag op weerdige wijze ge sloten. 't Programma was wel geschikt om de moeilijksten te bevredigen. Twee flink gespeelde stukken van de Fanfare en twee van de symphonie Onder Ons die allen getuigen van kunst en ken nis bij de muziekanten. De heer Jules Janssens van Gent heeft grooten bijval verworven met zijn kundig gezang. Hij bezit, benevens eene prachtige slem, een waar talent. Zijn Moederspraak van den onsterfeltjken Peter Benoil h eti bijzonderlijk zijn talent doen uitschijnen. Wij zeggen hem benevens een hertelijken proficiateen welgemeenden tot weder- ziens De heer Fonteyne had zich belast met het kluchtig gedeelte, dat bij de toehoorders altijd welkom is. Eerie verrassing verwachtte de toehoor ders de heer Senator lweins d'Eeckhoutte, geheel en gansch hersteld, woonde de feeste bij. Zijn intreden werd begroet door het Thuyndaglied, gespeeld door de symphonie. De heer Callewaert,schrijver der Fanfare, wenschte namens Raad en leden den heer Voorzitter geluk over zijne genezing en bood hem een prachtigen bloemtuil aan, onder de toejuichingen der geestdriftige toehoordeis. De heer Senator was diepontroeid dooi dit bewijs van genegenheid en bedankt» hertelijk al de aanwezigen voor dit nieuw bewijs van verkleefdheid' Wij voegen onze wenschen bij deze van de leden der Fanfare en hopen dat de Voor zitter der Fanfare, die ook Voorzitter is van den Katholieken Bond met verjongde krach ten de katholieke partij m Mei aanstaande ter zegepraal zal geleiden De beeren Senators zijn bezig met de legerwet te bespreken. Alles gaat daar zalm en deftig en, al verschillen die heeren van gedacht over vele punten, ze zijn toch noch 'takkoord over het voornaamste, namelijk dat de besprekingen van 't lands wetten in geene herbergtwisten en mogen overslaan dag te Meenen gehaald was uit de wonde van eenen gekwetste voor 't algemeen stem recht Nu, een der agenten had in de lucht ge schoten en de betoogers waren verschrikt weggevlucht Zoo, die kogel is uit de iucbt gebaald en was geheel in bloed Ge moet daarvoor socialiste Kamerheer zijn, om u alzoo te laten vangen van Mteroo MENGELWERK 10. DE ,rr DOHF door HONORÉ STAES b Die jufvrouw moet ongetwijfeld Note ken zijn van wie ik met zooveel lof heb hooren spreken, mompelt de jonge man voort. Ik beken dat de hoop den engelbe waarder van Wimmelgem te zien, meriege werkt heeft om mij naar hier te doen komen. Nuik echter Gillis volkomen meen te kennen, begrijp ik dat de vader zijne dochter zeei moeilijke stonden zal doen beleven wanneer zij in mijne tegenwoordigheid is. Best zal het zijn, hei meisje niet te doen blozen over de dwaasheid van Gillis, en hier spoedig schu van kant te steken. Op dit oogenblik komt Donckers binnen geloopen met eene flesch en een paar roo mers. Hij trekt een uiterst verbaasd gezich wanneer hij zijnen gast met hoed en stok it de handen ziet staan en vraagt Mijnheer, gij gaat toch niet vertrekken zeker Wij moeten eerst deze flesch ledig drinken op uwe kostbare gezondueid en op deze der beschaving. Die wijn zal u ver frisschen, mijnheer Vergauwen. Wij moeten met elkander een paar aangename uuitj doorbrengen. Ik zal u de eerste redevoering eens vóórlezen welke ik in de kamer van volksvertegenwoordigers zal uitspreken. Zij ligt sedert twee maand geschreven. Kom, zet a, wij zullen zulken dichterlijken voormid dag slijten. Zijt gij bewonderaar van hm oude stelsel der collectivisten, mijnheer Ver gauwen Ik vind dat deze heeren die den adel bevoorrechten, naar den zolder mogen verhuizen, en zal u bewijzen dat hunne ma nier van handelen geenen stand meer kan houden in onze hedendaagsche maatschap Maandag hielden de socialisten betooging e Gent. 's Anderdaags, daar verslag over gevende, schreef Vooruit Wij zijn zeker dat geen enkele nobillon >p den Kouter op zijn gemak was. Wij waren nu nog niet om de koflerforts ge komen. Weldra zullen de poppen dansei en zij zuilen omver gedanst worden. Hebt gij het vast, menschen 't ls van lgemeen stemrecht dat de socialisten spre ken, maar 't is op de kofterforts, 't is te zeggen op een andermans goed, 't zij klein of groot, dat zij het gemunt hebben. Nu nog niet zegt Vooruit, maar eei beetje later. En 't zijn met zulke gasten dat liberalen en christene democraten band in hand gaan Daarvoor moet gij van uw zinnen beroofd zijn of uw zinnen verbijsterd hebben, door den haat. De minister Liebaert beeft besloten dal de statieoversten voortaan den opzeg mogen aannemen van de spoorwegabonnementen waarvan de bezitters zich niet meer kunnen bedienen, en aan deze laatsten den prijsv - het nog te loopen abonnement terugbetalen zonder tusschenkomst van 'l middenbestuu De commissie tot herinrichting der ian delijke policie heeft dinsdag hare eerst vergadering gehouden. Al de leden waren het eens om te verklaren dat het personneel der landelijke policie onvoldoende is. De maatregelen om daar in ie voorzien, zullen in eene volgende zitting besproken worden. Men had er reeds van in de eerste kun nen aan beginnen, dunkt ons, want dat de landelijke policie onvoldoende is, geheel het and weet dat en meli had geene commissie noodig om bet vast te stetlen Kerk van den H. Martinets Woensdag 19 Maan feestdag van den H J >sepfa. Solemnele Mis ten 8 uren. Solemneel Lof ten 5 1/2 uren. Pier Lappers komt zijnen advokaat tegen en doet bitter zijn beklag - De buis van de waterleiding is gesprongen en het kiekenkot is overstroomd, zoodat mijn kiekens schier onder water zitten. Wat moet ik daar mee doen Advokaat. Pier, schrijf naar den water- dienst. Pier. Dat heb ik gedaan, meester, en weet gij wat zij inij zeggen houd aanden in plaats van hennen Pier en Fijte Bollekoorde en gerochten nooit t'akkoord contra 't laatste woord in 't menage en van daar dat z'elkander altemets ne keer t nauwste zeiden. - Maar Pier, zei Fijte, hoe is 't mogelijk, eer vij trouwden, gij beloofdet mij liefde tot in der jcuwigheid, en 't is al verdriet dat ik met u tegenkome - Jamaar, Fijtje, 'k. en wist toen niet dat die eeuwigheid zoo lang zou duren Lange lans wijf lag op sterven en van de vijf en dertig jaren dat ze getrouwd waren en had den ze eigentlijk nooit gevonden wie van de twee meester en baas was, en bijgevolge mal- kanders lesse dikwijls in grof latijn gespeld om die lastige vrage op te lossen. Maar nu 't op een scheên kwam, Jan als ne goê christen willende hand over herte leggen, gedenkende die woor den vergeef als gij wilt vergiffenis bekomen kwam tot bij zijne wettige met een gebroken herte en tranen in d'oogen. Wantje, zei hij, Wantje, eer gij voor goed uwen Jan verlaat, zeg hem een zoet woordeke. Si rope, zei Wantje, en het blies den adem uit. Een engelsche Dominé, die gemeeneiijk zijne preèken samenstelde van uiiknippitigen, out leend aan beroemde redenaars, beklom op ze keren dag het gestoelte in eenen grooten protes- (antschen tempel. Vlak voor hem zat een def tige oude heer, die zeer aandachtig naar zijne woorden luisterde. De predikant had nauwe lijks de eerste volzin geëindigd, of de oude heer zei half luidop bij zich zeiven Dat is van Scherloch De Dominé wreef eens aan zijne wenkbrau wen, maar ging voort. Hij was al niet veel ver der gekomen of hij hoorde de oude heer duide lijk zeggen Dat is van Tillotson De predikant beet zich op de lippen en zweeg een oogenblik, doch begreep nogmaals dat hij verstandig zou doen den draad van zijne redt, niet te breken, en hij vervolgde. Bij een derden uitroep van den lastigen toe hoorder: Dat is van Blair» wierd hij zijne gramschap geen meester,en hem buigende over den preekstoel, riep hij kerel, als gij de muil niet en houdt, doe ik u buiten zetten. Kalm en bedaard als altijd, lichtte de deftige oude heer even het hoofd op, zag den predikan in 't aangezicht en zeiDat is van 't zijne Om profijtig te leven 's nuchtens niet eten, 's noetis niet koken en 's avonds de restjes verwarmen. Drie pond klaarklinkende kraaipluimen zegt dat drie maal rap te reke als ge kunt, of wel Vaders bloêroó leeren broekband brandt Een zerkopschrift Hieronder ligt in 't graf die nooit aan iemand iet te geven plag, en die toch, blij of niet zijn laatsle snikken gaf, Zondagavond stond op de Houtmarkt te Rous- selare.een man met een stekske langs den grond te lichten. Wat zoekt gij vroeg een voorbijganger. Een goudstukske. De voorbijganger begon meê te zoeken. Wat zoekt men hier vroeg een derde. Een goudstukske Zelfde vraag van een vierde, een vijfde, en telkens 't zelfde, antwoord. - Wat zoekt men hier vroeg een policie- agent. Een goudstukske. De agent begon ook al meê te zoeken. Maar, vroeg deze laatste eindelijk, zijt ge wel zeker dat ge het hier verloren hebt Ik heb er geen verloren. Ik zoek maar of er geen ligl. P'J- Deheermet.de zwarte kneveltjes voelt ons gesprek over de wetenschap en de rnaat- eene rilling door zijne leden loopen bij het vernemen van al bet aangename dat hij zal aoorcaindien bij nog een paar uurtjes in dii buis wil verblijven. Hij trekt een ezicht als ware hij schielijk onpasselijk geworden en spreekt op den toon van iemand die de koorts heeft. Beste heer Donckers tot mijn groot spijt ben ik gedwongen ons onderhoud dat zoo genoeglijk begonnen was, af te breken. Ik hoopte dezen morgen van mij ne gewone ont steltenis bevrijd te zijn, en gevoel dat zij mij weer aangrijpt. Ik ben verzekerd dat eene wandeling in hel veld mij goed zai doen Mag ik u verzoeken mij heen te laten gaan Ik herhaal dat deze wijn u zal verfris sehen. mijnheer Vergauwen, roept de volks verlichter geestdriltig. Hij is veertig jaar oud Een graat uil Brussel, die verleden maandag mij was komen spreken over de Renaissance en de Restauratie in de maat schappelijke kwestie en te dier gelegenheid, Dij mij net middagmaal nam, verzekerde mij dat hij nooit beteien wijn geproefd had dan mijnen Porto. a Welnu, mijnheer Donckers, gelief dan de flesch weUe gij in uwe hand houdt, op zijde te zetten totdat mijne gezondheid mij toe zal laten, er een paar roomers van op uw geluk te drinken. Thans echter moet ik d veldlucht hebben Ik ben duizelig. Zoohaast het mij mogelijk is, zal ik mijn bezoek her nieuwen. Goeden dag, beste heer. En Ver gauwen treedt buiten de deur der kamer Gillis zet haastig flesch en roomers op de ta fél, springt den bezoeker achterna en roept voort Het spijt mij oprecht, mijnheer op uwe gezondheid niet te kunnen drinken. Ik zal aan uw verzoek voldoen, in de hoop dat wij zoo spoedig mogelijk de flesch zullen mogen kraken. Mijn hootd draait ook een weinig tengevolge der outelbare toasten die ik gister en heb moeten hooren. Mij ook zal eene veldwandeling deugd doen. Wij zullen dus te zamen een uitstapje doen en middelerwijl I dien gij lijdt aan jicllt Indien gij lijdt aan rhumatism Indien gij alle middelen beproefd hebt Indien gij alle vryvingen aangewend hebt; Indien gij, ondanks dit alles, geene verlich ting ondervindt, gebruikt dan den Elixir tegen jicht en rhumatism Vincent, uit Brussel, die u in weinig tijd zal genezen. Prijs 3 fr. de flescn, 33, rue de la limite Wordt verzonden na ont vangst van het bedrag in postzegels. MEENEN. Vlucht van eenen notaris. - Te Meenen en omstreken en is er j'an niet an ders sprake dan van de vlucht van Mr Ernest Vanackere, notaris te Meenen. Vrijdag avond heeft Mr Vanackere Meenen verlaten vergezeld van zijne dochter heeft hij ten 5.45 den trein voor Brugge genomen. Zijne vrouwe is Zater dag ten 5.35 naar Brussel vertrokken. Ziehier de omstaudigheden die de notaris aangezet hebben zijne matten op te rollen te Meenen Over veertien maanden stierf aldaar een oude rentenier, M. Michiel Maerlens. Zijne fortuin die omtrent de 90.0D0 fr. beliep, zat in handen van M. Vanackere; een deel was reeds aan de erfgenamen uitbetaald er bleef nog omtrent 40.000 fr. te vereffenen. T'akkoord met den testament-uitvoerder, M. Hector Hollevoet, ge meenteraadslid, had de notaris besloten dat de verdeeliug Zaterdag zou plaats hebben, maar Donderdag, in een gesprek met M. Hollevoet bekende de notaris dat bij geen geld meer en had. De testament-uitvoerder verwittigde M Lagae, notaris te Ledeghenu, syndic van de Kamer der notarissen van Kortrijk, die, na onderzoek, op zijne beurt het parket verwittig de. Dat gebeurde Zaterdag morgen, en daar M. Vanackere, ten 3 van den achternoene nog in zijne stadie niet verschenen was,besloot het parket van Kortrijk ter plaatse een onder zoek te gaan doen. Ten 5 ure stapten M De Busschere, procureur des Koning, M.De Haene onderzoeksrechter, M. David, greffier, te Mee nen af. Na eene huiszoeking wierden de zegel gelegd op de studie van den gevluchten riolaris Zijn signal ment is overal rondgezonden, en een bevel van medebrenging is tegen hem uit geleverd. M. Vanackere was ook een van de kopstuk ken der liberale partij. Moord te Meenen. In den nacht van Zon dag tot Maandag, een weinig voor middernacht kwam Vanruymbeke Henri, 27 jaar oud, jong man, kloefkapper, wonende te Halewijn, met vier gezellen uit de herberg AuMiroir, Rijs selstraat, aan de Barakken, waar zij in twisl geweest waren met eenige gemaskerde kerels diekort voor hen de herberg verlaten hadden Woedend en huilend liepen deze vijf jonkhedeu ie Rijsselstraat op naar Halewijn toe zij vielen ersl tin wist met personen die aan dmi hoek Ier Pachlhofstraat rond het kraam der pata- tesfrites stonden van daar kwamen zij ver der tot rechtover de herberg Het Damberd, in de Rijsselstraat, geheel nabij Hal wijn. Opdat oogenblik kwam Jozef Joye, wever, wonende Halewijn, Turbicoslraat, langs daar voorbij, op weg van Meenen naar zijn huis; hij was bezig met patates-frites op te smullen. Van- uymbeke met zijne vier gezellen sprongen aar Joye toe, en een hunner riep liet is u dat wij moeten hebben. Zij begonnen op hem slaan en Ie stampen. Terwijl zij daar aan 't vechten waren, spron gen de vier gezellen van Vanruymbeke weg en vielen op drie gemaskerde mannen, die, van Halewijn afkomend, langs den anderen kant der straat voorbijtrokken. Intusschen bleef Vanruymbeke alleen staan tegenover Joye, en sloeg naar hem toe, zooals geluigen beweeren oye sprong achteruit, trok zijn mes en voor uitspringend plofte hij zijn wapen vlak in het hert van Vanruymbeke. Deze laatste slaakte eenen vreeselijken kreet en vluchtte in de her berg Het Damberd, waar hij aanstonds in de berbergzaal dood nederzakte. De policieagent Nouls, aanstonds ter plaats, hield Jozef Joye aan rechtover Het Damberd, op het oogen blik dat deze laatste zijn bebloed mes uit zijne handen liet vallen. De vier gezellen van Vanruymbeke zijn ook aangehouden en in het stedelijk gevang van Meenen opgesloten. Het zijn de genaamden Viaene Alfons, 23 jaar oud, schoenmaker Du- vaux Cam., 26 jaar, werkman in de weverij Vanhove Victor, 26 jaar, timmerman en Van- houe Polydor, 23 jaar schrijnwerkeralle vier woonachtig te Halewijn. Een wever, Aneca Gustaf, woonachtig te Thourout en op logement n Halewijn, werd ook nog aangehouden. Het lijk van Vanruymbeke werd naar het dooden- huis van Meenen overgebracht en is dinsdag geschouwd geworden. Het parket van Kortrijk is Maandag ten 1 uur namiddag te Meenen afge tapt en heeft zich met de zes aangehoudenen ter plaats begeveu. schappelijke kwestie voortzetten. Ik zal u den toestand afschilderen waarin de werkende Klas van Wimmelgem zich heden bevindt. Ons gesprek zal zeer hartroerend zijn, wam ik zsl moeten g ïwagen van uitgemergelde grijsaards, in lompen gehulde vrouwen, halt naakte kinderen, en mannen in den bloei des ievens die. als slachtoffers der verdruk king, stervend van honger langs de straten dwalen. De koning van den dag van gisteren heeft zijnen bezoeker bij de mouw genomen, als vreesde hij hem te zien wegvluchten, en treedt nu met hem ovar den vóórhof. a Mijnheer Donckeis, gij zijt bloots hoofd, zucht Vergauwert, die naar eerie idegenheid zoekt om te ontsnappen. De zonnestralen zijn reeds machtig en zouden u <unnen schaden. Geef daar geene acht op, mijnheer Ver gauwen, antwoordt de volksverlichter lachend. Wanneer ik niet gedwongen ben deel te nemen aan plechtigheden, draag ik gewoonlijk geen deksel op mijn hoofd. Wat dunkt u van het Schaliën Hof, mijnheer Vergauwen Het is een oud kasteel. In de archieven mijner familie heb ik ontdekt dat het hier gebouwd werd door eenen mijner voorouders die kapitein was in het leger van Christ offel Columbus toen deze de Amerika nen ging overwinnen. Reeds dikwijls was ik voornemens er eene prachtige warande rond te maken, doch dit zouovergroote som men eischen, en, mijnheer Vergauwt n, ik denk dat ik beter doe met die sommen op te offeren aan de maatschappelijke kwestie Wat meer is ik zou geerne aan mijne doch ier eenen bruidschat schenken die haar toe zou labn in de hooge wereld te schitteren. Hoe gaat het met de gezondheid van me vrouw Vergauwen «Ik ben niet gehuwd, mijnheer Donckers Trouwen is eene zaak van het allergroot ste belang, mijnheer Vergauwen. Dat geloof ik, mijnheer Donckers. ik heb eenen jongeling gekend die meer dan e n millioen bezat Hij huwde met eer juffer uit de stad. Zijne vrouw kleedde zie, als eene vorstin, hield gedurig feest, reisde van do eene badplaats naar de andere, en na verloop ran eenige jaren was het miliio van haren man geheel verkwist. Sedert dien tijd heb ik nooit iemand die mij raad kwam vragen over huwelijkszaken, kunnen aanra den met eene juffer uit de stad te trouwen Steeds zegde ik Huw met een braai meisje van den buiten, die in geene overtol lige weelde opgevoed is. Die raad was voorzeker kostelijk, mijn heer Donckers. «Mag ik nu op mijne beurt eenen raad vragen, mijnheer Vergauwen? Kan een onervaren jongeling wel raad geven aan eenen man die zooveel ondervin duig tieeft o vraagt de bezoeker, met een fijnen spoilach. Uw uitzicht zegt mij dat gij, alhoewel jong in jaren, oud ;n kennissen zijt, mijn neer Vergauwen. Ik geloof dat gij te gunstig zijt in uw oordeel, mijnheer Donckers. Evenwel zal mij gelukkig achten ueenen dienst te kunnen bewijzen. Welnu, mijnheer Vergauwen. Ik bezit in dit dorp een aantal akkers en weiden, dit te zamen eenige honderd duizenden frank weerd zijn. Zou ik niet goed doen al die landerijen te verkoopen om de opbrengst e van eene grooie fabriek te bouwen Zoo doende zou ik een groot aantal werklieden bezigheid kunnen verschaffen en d .ar de nijverheid een zeer winstgevend vak is, zou het mij mogelijk zijn een grooteren bruid schat aan mijne eenige dochter te geven. Mijnheer Donckers ik moet bekennen niet bevoegd te zijn om op uwe belangrijk vraag te kunnen antwoorden. De beide mannen zijn dicht bij de poort van het «Schaliën Hof gekomen. Schieüj oemerkt de jonge heer een vuil jongensaan gezicht dat buiten de poort in het zand ligt en af loert wal er op den voorhof gebeurt. Hoort gij geerne zingen, mijnheer Ver £iH biedt kosteloos aan, aan allen -uï Ilïjjusl die aangetast zyn van eene huidziekte, haarwormen, eczemas,puistjes,huid- utslag, chronische bronchieten, borst- maag- en blaasziekten, rheumatism, een onfeilbaar middel te doen kennen om zich spoedig te ge nezen, zooals hij zelf volkomen genezen is ge weest na alle mogelijke geneesmiddels vruchte loos te hebben doorstaan en beproefd. Dit aan bod, waarvan men het menschlievend doel zal n zien, is het gevolg eener belofte. Per brief of postkaart schrijven aan den Heer Vincent, 8 place Victor Hugo, te Grenoble, die kosteloos en vrachtvrij per post antwoorden en de gevraagde inlichtingeoopsturen zalso Verkrijgbaar bij öoterstraat 36 te Yper Langs de Leie e>; de Ypcrlée, door TheodoorS wens 1 50 De Lotgevallen van Paulus Wuytack, door Hono'é SnesI 25 Karei de Blauwer, of eene Schets uit het Bi,-u wei steven do, r Eer weerde Heer Julius Leroy 1.50 Weg met de biecht, of antwoord op al het geen mep tegen de biecht inbrengt 0.25 A bas la confessionréponse h tout ce qu'on débitesur la confession 0.25 Quo Vadis in vkamsch 3.50 Huwelijksafkondiging Henricus Marescaux, wever te Komen (Frank- rijkjen Marie Sohier, waschvrouw te Yper. gauwen? vraagt mijnheer Donckers. Heel geerne, antwoordt, de bezoeker, l ichend naar de jongensoogen kijken, die op de twee mannen gericht zijn. Willen wij terugkeeren Mijne dochter zal weldra tehuis zijn. Zij zingt wonder schoon. Mijnheer Donckers, is herhaal a dat ik de frissche veldlucht noodi? heb. U hoop later liet genoegen te hebben, mejuffer, uwe dochter te hooien zingen. Kijkt die kleine jongen naar ons En mijnheer Vergauwen steekt zijnen vinger uit naar dat aangezicht dat onder de poort ligt. Mijnheer Donckers bemerkt de zandkleur- i ,e wezenstrekken en witte haarborstels van Bik Rasteel. Hij blijft schielijk stilstaan, de gians blijdschap verdwijnt van zijn gelaat, diepe rimpels verschijnen op zijn voorhoofd, zijne leden beven, hij steekt zijne vuist naar Rik uit en buldert. Schelm, gij zult niet lang de schrik der brave menschen van Wimmelgem meer zijn. Het aangezicht van Rik verdwijnt, en de heer van hel Schaliën Hof, zegt mistroostig tot zijnen jongen gezel Mijnheer Vergauwen, wij zijn op eenen grond die dicht met onkruid bewasson is. Blijven de lamlendige mannen die hier het volk bestieren, nog eenige jaren aan het be wind, Wimmelgem zal een waar moorde- naarsnest mogen genoemd worden. Mijnheer Donckers, gelief de poort te openen, Hertelijk dank voor uw gu| onthaal Tot wederziens De. volksvriend trekt met zijne linker band de poort open en houdt met zijne rech ter den jongen heer vast. De beide mannen treden in de straat. Gedurende eenige oogenbltkken gaat mijn beer Donckers denkend voort. Vervolgens spreekt hij op krachtdadigen toon Wordt voortgezet.) A m-Jk 4.® }■-.

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1902 | | pagina 2