ENGELBEWAARDER
MENG
EN
In de Iweinszaal
In de Kamer
Waarschuwing
Spoorwegabonnement
De landelijke policie
Kerkelijke Kronijk
Lachkruid
Cailewaert-De Meulenaere
E. H. Mets is ingenomen van Dr Schaep-
man, omdat hij zoo ridderlijk de Katholieke
Kerk. verdedigd heeft en blijft verdedigen,
den Paus zoo kinderlijk bemind heeft en
doet beminnen, zijne geloofsgenoten den
eerbied van andersdenkenden en den ton
gang der staatsbedieningen verkregen beeft
en Holland verbeterd en verheerlijkt heeft;
hij is verrukt en preusch over D' Schaep
man's taal en toon en klank en zang, en
roept na't lezen van menig meesterstuk lier
en zegevierend uit is dat geert taal
Ja, E. H. Mets, uw groote landgenoot
spreekt en schrijft en dicht eene schoone taal,
onze taalen wij, Vlamingen, dienden haar
en hem beter te kennen en te waardeere
Dank voor het oor- en voorbeeld dat ij
voor onze oogen in een stralenkrans hebt
doen schitteren mocht uwe lezing, als de
lente die botten, bloei en bloemen brengt, dertfg een kogel met bloed beplekt die Zon
De Kamerheeren, van hunnen kant, be
slisten Woensdag de zage over 'talgemeen
stemrecht te staken en 's lands begrootingen
te bespreken en te stemmen.
Jamaar, Donderdag waren die goede
voornemens al weder vergeten zelfs is de
zitting te midden een algemeen geharrewar
geheven. En dit omdat Minister Da Smet de
Naeyer kort en klaar zei dat hij tegen de
uerziening der grondwet is.
Het land en verwachtte geen ander woord
van den Minister, en had hij anders gespro
tten, hij ware het opperbestier onweerdig
geworden.
Dinsdag hebben de Kamerheereu eens
uertelijk gelachen Eedje Aoseele was van
den eenen af den anderen kluchtenaar bij
vier gezet geweest en toonde preusch lijk
de liefde voor Godsdienst, Taal en Vaderland
in onze herten doen groeien en bloeien
De reeks winterfeesten van de Koninklijke
Fanfare is Zaterdag op weerdige wijze ge
sloten.
't Programma was wel geschikt om de
moeilijksten te bevredigen.
Twee flink gespeelde stukken van de
Fanfare en twee van de symphonie Onder
Ons die allen getuigen van kunst en ken
nis bij de muziekanten.
De heer Jules Janssens van Gent heeft
grooten bijval verworven met zijn kundig
gezang. Hij bezit, benevens eene prachtige
slem, een waar talent. Zijn Moederspraak
van den onsterfeltjken Peter Benoil h eti
bijzonderlijk zijn talent doen uitschijnen.
Wij zeggen hem benevens een hertelijken
proficiateen welgemeenden tot weder-
ziens
De heer Fonteyne had zich belast met het
kluchtig gedeelte, dat bij de toehoorders
altijd welkom is.
Eerie verrassing verwachtte de toehoor
ders de heer Senator lweins d'Eeckhoutte,
geheel en gansch hersteld, woonde de feeste
bij.
Zijn intreden werd begroet door het
Thuyndaglied, gespeeld door de symphonie.
De heer Callewaert,schrijver der Fanfare,
wenschte namens Raad en leden den heer
Voorzitter geluk over zijne genezing en bood
hem een prachtigen bloemtuil aan, onder de
toejuichingen der geestdriftige toehoordeis.
De heer Senator was diepontroeid dooi
dit bewijs van genegenheid en bedankt»
hertelijk al de aanwezigen voor dit nieuw
bewijs van verkleefdheid'
Wij voegen onze wenschen bij deze van
de leden der Fanfare en hopen dat de Voor
zitter der Fanfare, die ook Voorzitter is van
den Katholieken Bond met verjongde krach
ten de katholieke partij m Mei aanstaande
ter zegepraal zal geleiden
De beeren Senators zijn bezig met de
legerwet te bespreken. Alles gaat daar zalm
en deftig en, al verschillen die heeren van
gedacht over vele punten, ze zijn toch noch
'takkoord over het voornaamste, namelijk
dat de besprekingen van 't lands wetten in
geene herbergtwisten en mogen overslaan
dag te Meenen gehaald was uit de wonde
van eenen gekwetste voor 't algemeen stem
recht
Nu, een der agenten had in de lucht ge
schoten en de betoogers waren verschrikt
weggevlucht
Zoo, die kogel is uit de iucbt gebaald en
was geheel in bloed
Ge moet daarvoor socialiste Kamerheer
zijn, om u alzoo te laten vangen van
Mteroo
MENGELWERK 10.
DE
,rr DOHF
door HONORÉ STAES
b Die jufvrouw moet ongetwijfeld Note
ken zijn van wie ik met zooveel lof heb
hooren spreken, mompelt de jonge man
voort. Ik beken dat de hoop den engelbe
waarder van Wimmelgem te zien, meriege
werkt heeft om mij naar hier te doen komen.
Nuik echter Gillis volkomen meen te kennen,
begrijp ik dat de vader zijne dochter zeei
moeilijke stonden zal doen beleven wanneer
zij in mijne tegenwoordigheid is. Best zal het
zijn, hei meisje niet te doen blozen over de
dwaasheid van Gillis, en hier spoedig schu
van kant te steken.
Op dit oogenblik komt Donckers binnen
geloopen met eene flesch en een paar roo
mers. Hij trekt een uiterst verbaasd gezich
wanneer hij zijnen gast met hoed en stok it
de handen ziet staan en vraagt
Mijnheer, gij gaat toch niet vertrekken
zeker Wij moeten eerst deze flesch ledig
drinken op uwe kostbare gezondueid en op
deze der beschaving. Die wijn zal u ver
frisschen, mijnheer Vergauwen. Wij moeten
met elkander een paar aangename uuitj
doorbrengen. Ik zal u de eerste redevoering
eens vóórlezen welke ik in de kamer van
volksvertegenwoordigers zal uitspreken. Zij
ligt sedert twee maand geschreven. Kom, zet
a, wij zullen zulken dichterlijken voormid
dag slijten. Zijt gij bewonderaar van hm
oude stelsel der collectivisten, mijnheer Ver
gauwen Ik vind dat deze heeren die den
adel bevoorrechten, naar den zolder mogen
verhuizen, en zal u bewijzen dat hunne ma
nier van handelen geenen stand meer kan
houden in onze hedendaagsche maatschap
Maandag hielden de socialisten betooging
e Gent. 's Anderdaags, daar verslag over
gevende, schreef Vooruit
Wij zijn zeker dat geen enkele nobillon
>p den Kouter op zijn gemak was. Wij
waren nu nog niet om de koflerforts ge
komen. Weldra zullen de poppen dansei
en zij zuilen omver gedanst worden.
Hebt gij het vast, menschen 't ls van
lgemeen stemrecht dat de socialisten spre
ken, maar 't is op de kofterforts, 't is te
zeggen op een andermans goed, 't zij klein
of groot, dat zij het gemunt hebben.
Nu nog niet zegt Vooruit, maar eei
beetje later. En 't zijn met zulke gasten dat
liberalen en christene democraten band
in hand gaan Daarvoor moet gij van uw
zinnen beroofd zijn of uw zinnen verbijsterd
hebben, door den haat.
De minister Liebaert beeft besloten dal
de statieoversten voortaan den opzeg mogen
aannemen van de spoorwegabonnementen
waarvan de bezitters zich niet meer kunnen
bedienen, en aan deze laatsten den prijsv -
het nog te loopen abonnement terugbetalen
zonder tusschenkomst van 'l middenbestuu
De commissie tot herinrichting der ian
delijke policie heeft dinsdag hare eerst
vergadering gehouden. Al de leden waren
het eens om te verklaren dat het personneel
der landelijke policie onvoldoende is. De
maatregelen om daar in ie voorzien, zullen
in eene volgende zitting besproken worden.
Men had er reeds van in de eerste kun
nen aan beginnen, dunkt ons, want dat de
landelijke policie onvoldoende is, geheel het
and weet dat en meli had geene commissie
noodig om bet vast te stetlen
Kerk van den H. Martinets Woensdag 19
Maan feestdag van den H J >sepfa.
Solemnele Mis ten 8 uren.
Solemneel Lof ten 5 1/2 uren.
Pier Lappers komt zijnen advokaat tegen en
doet bitter zijn beklag
- De buis van de waterleiding is gesprongen
en het kiekenkot is overstroomd, zoodat mijn
kiekens schier onder water zitten. Wat moet ik
daar mee doen
Advokaat. Pier, schrijf naar den water-
dienst.
Pier. Dat heb ik gedaan, meester, en weet
gij wat zij inij zeggen houd aanden in plaats
van hennen
Pier en Fijte Bollekoorde en gerochten nooit
t'akkoord contra 't laatste woord in 't menage
en van daar dat z'elkander altemets ne keer t
nauwste zeiden.
- Maar Pier, zei Fijte, hoe is 't mogelijk, eer
vij trouwden, gij beloofdet mij liefde tot in der
jcuwigheid, en 't is al verdriet dat ik met u
tegenkome
- Jamaar, Fijtje, 'k. en wist toen niet dat die
eeuwigheid zoo lang zou duren
Lange lans wijf lag op sterven en van de vijf
en dertig jaren dat ze getrouwd waren en had
den ze eigentlijk nooit gevonden wie van de
twee meester en baas was, en bijgevolge mal-
kanders lesse dikwijls in grof latijn gespeld om
die lastige vrage op te lossen. Maar nu 't op een
scheên kwam, Jan als ne goê christen willende
hand over herte leggen, gedenkende die woor
den vergeef als gij wilt vergiffenis bekomen
kwam tot bij zijne wettige met een gebroken
herte en tranen in d'oogen. Wantje, zei hij,
Wantje, eer gij voor goed uwen Jan verlaat, zeg
hem een zoet woordeke.
Si rope, zei Wantje, en het blies den adem
uit.
Een engelsche Dominé, die gemeeneiijk zijne
preèken samenstelde van uiiknippitigen, out
leend aan beroemde redenaars, beklom op ze
keren dag het gestoelte in eenen grooten protes-
(antschen tempel. Vlak voor hem zat een def
tige oude heer, die zeer aandachtig naar zijne
woorden luisterde. De predikant had nauwe
lijks de eerste volzin geëindigd, of de oude heer
zei half luidop bij zich zeiven Dat is van
Scherloch
De Dominé wreef eens aan zijne wenkbrau
wen, maar ging voort. Hij was al niet veel ver
der gekomen of hij hoorde de oude heer duide
lijk zeggen Dat is van Tillotson
De predikant beet zich op de lippen en zweeg
een oogenblik, doch begreep nogmaals dat hij
verstandig zou doen den draad van zijne redt,
niet te breken, en hij vervolgde.
Bij een derden uitroep van den lastigen toe
hoorder: Dat is van Blair» wierd hij zijne
gramschap geen meester,en hem buigende over
den preekstoel, riep hij kerel, als gij de muil
niet en houdt, doe ik u buiten zetten.
Kalm en bedaard als altijd, lichtte de deftige
oude heer even het hoofd op, zag den predikan
in 't aangezicht en zeiDat is van 't zijne
Om profijtig te leven
's nuchtens niet eten,
's noetis niet koken
en 's avonds de restjes verwarmen.
Drie pond klaarklinkende kraaipluimen
zegt dat drie maal rap te reke als ge kunt, of
wel
Vaders bloêroó leeren broekband brandt
Een zerkopschrift
Hieronder ligt in 't graf
die nooit aan iemand iet
te geven plag,
en die toch, blij of niet
zijn laatsle snikken gaf,
Zondagavond stond op de Houtmarkt te Rous-
selare.een man met een stekske langs den grond
te lichten.
Wat zoekt gij vroeg een voorbijganger.
Een goudstukske.
De voorbijganger begon meê te zoeken.
Wat zoekt men hier vroeg een derde.
Een goudstukske
Zelfde vraag van een vierde, een vijfde, en
telkens 't zelfde, antwoord.
- Wat zoekt men hier vroeg een policie-
agent.
Een goudstukske.
De agent begon ook al meê te zoeken.
Maar, vroeg deze laatste eindelijk, zijt ge
wel zeker dat ge het hier verloren hebt
Ik heb er geen verloren. Ik zoek maar of
er geen ligl.
P'J-
Deheermet.de zwarte kneveltjes voelt ons gesprek over de wetenschap en de rnaat-
eene rilling door zijne leden loopen bij het
vernemen van al bet aangename dat hij zal
aoorcaindien bij nog een paar uurtjes in dii
buis wil verblijven. Hij trekt een ezicht als
ware hij schielijk onpasselijk geworden en
spreekt op den toon van iemand die de koorts
heeft.
Beste heer Donckers tot mijn groot spijt
ben ik gedwongen ons onderhoud dat zoo
genoeglijk begonnen was, af te breken. Ik
hoopte dezen morgen van mij ne gewone ont
steltenis bevrijd te zijn, en gevoel dat zij mij
weer aangrijpt. Ik ben verzekerd dat eene
wandeling in hel veld mij goed zai doen
Mag ik u verzoeken mij heen te laten gaan
Ik herhaal dat deze wijn u zal verfris
sehen. mijnheer Vergauwen, roept de volks
verlichter geestdriltig. Hij is veertig jaar
oud Een graat uil Brussel, die verleden
maandag mij was komen spreken over de
Renaissance en de Restauratie in de maat
schappelijke kwestie en te dier gelegenheid,
Dij mij net middagmaal nam, verzekerde mij
dat hij nooit beteien wijn geproefd had dan
mijnen Porto.
a Welnu, mijnheer Donckers, gelief dan
de flesch weUe gij in uwe hand houdt, op
zijde te zetten totdat mijne gezondheid mij
toe zal laten, er een paar roomers van op uw
geluk te drinken. Thans echter moet ik d
veldlucht hebben Ik ben duizelig. Zoohaast
het mij mogelijk is, zal ik mijn bezoek her
nieuwen. Goeden dag, beste heer. En Ver
gauwen treedt buiten de deur der kamer
Gillis zet haastig flesch en roomers op de ta
fél, springt den bezoeker achterna en roept
voort
Het spijt mij oprecht, mijnheer op uwe
gezondheid niet te kunnen drinken. Ik zal
aan uw verzoek voldoen, in de hoop dat wij
zoo spoedig mogelijk de flesch zullen mogen
kraken. Mijn hootd draait ook een weinig
tengevolge der outelbare toasten die ik gister
en heb moeten hooren. Mij ook zal eene
veldwandeling deugd doen. Wij zullen dus
te zamen een uitstapje doen en middelerwijl
I dien gij lijdt aan jicllt
Indien gij lijdt aan rhumatism
Indien gij alle middelen beproefd hebt
Indien gij alle vryvingen aangewend hebt;
Indien gij, ondanks dit alles, geene verlich
ting ondervindt, gebruikt dan den Elixir tegen
jicht en rhumatism Vincent, uit Brussel, die u
in weinig tijd zal genezen. Prijs 3 fr. de flescn,
33, rue de la limite Wordt verzonden na ont
vangst van het bedrag in postzegels.
MEENEN. Vlucht van eenen notaris. -
Te Meenen en omstreken en is er j'an niet an
ders sprake dan van de vlucht van Mr Ernest
Vanackere, notaris te Meenen. Vrijdag avond
heeft Mr Vanackere Meenen verlaten vergezeld
van zijne dochter heeft hij ten 5.45 den trein
voor Brugge genomen. Zijne vrouwe is Zater
dag ten 5.35 naar Brussel vertrokken. Ziehier
de omstaudigheden die de notaris aangezet
hebben zijne matten op te rollen te Meenen
Over veertien maanden stierf aldaar een oude
rentenier, M. Michiel Maerlens. Zijne fortuin
die omtrent de 90.0D0 fr. beliep, zat in handen
van M. Vanackere; een deel was reeds aan de
erfgenamen uitbetaald er bleef nog omtrent
40.000 fr. te vereffenen. T'akkoord met den
testament-uitvoerder, M. Hector Hollevoet, ge
meenteraadslid, had de notaris besloten dat de
verdeeliug Zaterdag zou plaats hebben, maar
Donderdag, in een gesprek met M. Hollevoet
bekende de notaris dat bij geen geld meer en
had. De testament-uitvoerder verwittigde M
Lagae, notaris te Ledeghenu, syndic van de
Kamer der notarissen van Kortrijk, die, na
onderzoek, op zijne beurt het parket verwittig
de. Dat gebeurde Zaterdag morgen, en daar
M. Vanackere, ten 3 van den achternoene
nog in zijne stadie niet verschenen was,besloot
het parket van Kortrijk ter plaatse een onder
zoek te gaan doen. Ten 5 ure stapten M De
Busschere, procureur des Koning, M.De Haene
onderzoeksrechter, M. David, greffier, te Mee
nen af. Na eene huiszoeking wierden de zegel
gelegd op de studie van den gevluchten riolaris
Zijn signal ment is overal rondgezonden, en
een bevel van medebrenging is tegen hem uit
geleverd.
M. Vanackere was ook een van de kopstuk
ken der liberale partij.
Moord te Meenen. In den nacht van Zon
dag tot Maandag, een weinig voor middernacht
kwam Vanruymbeke Henri, 27 jaar oud, jong
man, kloefkapper, wonende te Halewijn, met
vier gezellen uit de herberg AuMiroir, Rijs
selstraat, aan de Barakken, waar zij in twisl
geweest waren met eenige gemaskerde kerels
diekort voor hen de herberg verlaten hadden
Woedend en huilend liepen deze vijf jonkhedeu
ie Rijsselstraat op naar Halewijn toe zij vielen
ersl tin wist met personen die aan dmi hoek
Ier Pachlhofstraat rond het kraam der pata-
tesfrites stonden van daar kwamen zij ver
der tot rechtover de herberg Het Damberd, in
de Rijsselstraat, geheel nabij Hal wijn. Opdat
oogenblik kwam Jozef Joye, wever, wonende
Halewijn, Turbicoslraat, langs daar voorbij,
op weg van Meenen naar zijn huis; hij was
bezig met patates-frites op te smullen. Van-
uymbeke met zijne vier gezellen sprongen
aar Joye toe, en een hunner riep liet is u
dat wij moeten hebben. Zij begonnen op hem
slaan en Ie stampen.
Terwijl zij daar aan 't vechten waren, spron
gen de vier gezellen van Vanruymbeke weg en
vielen op drie gemaskerde mannen, die, van
Halewijn afkomend, langs den anderen kant
der straat voorbijtrokken. Intusschen bleef
Vanruymbeke alleen staan tegenover Joye, en
sloeg naar hem toe, zooals geluigen beweeren
oye sprong achteruit, trok zijn mes en voor
uitspringend plofte hij zijn wapen vlak in het
hert van Vanruymbeke. Deze laatste slaakte
eenen vreeselijken kreet en vluchtte in de her
berg Het Damberd, waar hij aanstonds in de
berbergzaal dood nederzakte. De policieagent
Nouls, aanstonds ter plaats, hield Jozef Joye
aan rechtover Het Damberd, op het oogen
blik dat deze laatste zijn bebloed mes uit zijne
handen liet vallen.
De vier gezellen van Vanruymbeke zijn ook
aangehouden en in het stedelijk gevang van
Meenen opgesloten. Het zijn de genaamden
Viaene Alfons, 23 jaar oud, schoenmaker Du-
vaux Cam., 26 jaar, werkman in de weverij
Vanhove Victor, 26 jaar, timmerman en Van-
houe Polydor, 23 jaar schrijnwerkeralle vier
woonachtig te Halewijn. Een wever, Aneca
Gustaf, woonachtig te Thourout en op logement
n Halewijn, werd ook nog aangehouden. Het
lijk van Vanruymbeke werd naar het dooden-
huis van Meenen overgebracht en is dinsdag
geschouwd geworden. Het parket van Kortrijk
is Maandag ten 1 uur namiddag te Meenen afge
tapt en heeft zich met de zes aangehoudenen
ter plaats begeveu.
schappelijke kwestie voortzetten. Ik zal u den
toestand afschilderen waarin de werkende
Klas van Wimmelgem zich heden bevindt.
Ons gesprek zal zeer hartroerend zijn, wam
ik zsl moeten g ïwagen van uitgemergelde
grijsaards, in lompen gehulde vrouwen, halt
naakte kinderen, en mannen in den bloei
des ievens die. als slachtoffers der verdruk
king, stervend van honger langs de straten
dwalen.
De koning van den dag van gisteren heeft
zijnen bezoeker bij de mouw genomen, als
vreesde hij hem te zien wegvluchten, en
treedt nu met hem ovar den vóórhof.
a Mijnheer Donckeis, gij zijt bloots
hoofd, zucht Vergauwert, die naar eerie
idegenheid zoekt om te ontsnappen. De
zonnestralen zijn reeds machtig en zouden u
<unnen schaden.
Geef daar geene acht op, mijnheer Ver
gauwen, antwoordt de volksverlichter
lachend. Wanneer ik niet gedwongen ben
deel te nemen aan plechtigheden, draag ik
gewoonlijk geen deksel op mijn hoofd. Wat
dunkt u van het Schaliën Hof, mijnheer
Vergauwen Het is een oud kasteel. In de
archieven mijner familie heb ik ontdekt dat
het hier gebouwd werd door eenen mijner
voorouders die kapitein was in het leger van
Christ offel Columbus toen deze de Amerika
nen ging overwinnen. Reeds dikwijls was
ik voornemens er eene prachtige warande
rond te maken, doch dit zouovergroote som
men eischen, en, mijnheer Vergauwt n, ik
denk dat ik beter doe met die sommen op te
offeren aan de maatschappelijke kwestie
Wat meer is ik zou geerne aan mijne doch
ier eenen bruidschat schenken die haar toe
zou labn in de hooge wereld te schitteren.
Hoe gaat het met de gezondheid van me
vrouw Vergauwen
«Ik ben niet gehuwd, mijnheer Donckers
Trouwen is eene zaak van het allergroot
ste belang, mijnheer Vergauwen.
Dat geloof ik, mijnheer Donckers.
ik heb eenen jongeling gekend die meer
dan e n millioen bezat Hij huwde met eer
juffer uit de stad. Zijne vrouw kleedde zie,
als eene vorstin, hield gedurig feest, reisde
van do eene badplaats naar de andere, en na
verloop ran eenige jaren was het miliio
van haren man geheel verkwist. Sedert dien
tijd heb ik nooit iemand die mij raad kwam
vragen over huwelijkszaken, kunnen aanra
den met eene juffer uit de stad te trouwen
Steeds zegde ik Huw met een braai
meisje van den buiten, die in geene overtol
lige weelde opgevoed is.
Die raad was voorzeker kostelijk, mijn
heer Donckers.
«Mag ik nu op mijne beurt eenen raad
vragen, mijnheer Vergauwen?
Kan een onervaren jongeling wel raad
geven aan eenen man die zooveel ondervin
duig tieeft o vraagt de bezoeker, met een
fijnen spoilach.
Uw uitzicht zegt mij dat gij, alhoewel
jong in jaren, oud ;n kennissen zijt, mijn
neer Vergauwen.
Ik geloof dat gij te gunstig zijt in uw
oordeel, mijnheer Donckers. Evenwel zal
mij gelukkig achten ueenen dienst te kunnen
bewijzen.
Welnu, mijnheer Vergauwen. Ik bezit
in dit dorp een aantal akkers en weiden, dit
te zamen eenige honderd duizenden frank
weerd zijn. Zou ik niet goed doen al die
landerijen te verkoopen om de opbrengst e
van eene grooie fabriek te bouwen Zoo
doende zou ik een groot aantal werklieden
bezigheid kunnen verschaffen en d .ar de
nijverheid een zeer winstgevend vak is, zou
het mij mogelijk zijn een grooteren bruid
schat aan mijne eenige dochter te geven.
Mijnheer Donckers ik moet bekennen
niet bevoegd te zijn om op uwe belangrijk
vraag te kunnen antwoorden.
De beide mannen zijn dicht bij de poort
van het «Schaliën Hof gekomen. Schieüj
oemerkt de jonge heer een vuil jongensaan
gezicht dat buiten de poort in het zand ligt
en af loert wal er op den voorhof gebeurt.
Hoort gij geerne zingen, mijnheer Ver
£iH biedt kosteloos aan, aan allen
-uï Ilïjjusl die aangetast zyn van eene
huidziekte, haarwormen, eczemas,puistjes,huid-
utslag, chronische bronchieten, borst- maag-
en blaasziekten, rheumatism, een onfeilbaar
middel te doen kennen om zich spoedig te ge
nezen, zooals hij zelf volkomen genezen is ge
weest na alle mogelijke geneesmiddels vruchte
loos te hebben doorstaan en beproefd. Dit aan
bod, waarvan men het menschlievend doel zal
n zien, is het gevolg eener belofte.
Per brief of postkaart schrijven aan den Heer
Vincent, 8 place Victor Hugo, te Grenoble, die
kosteloos en vrachtvrij per post antwoorden en
de gevraagde inlichtingeoopsturen zalso
Verkrijgbaar bij
öoterstraat 36 te Yper
Langs de Leie e>; de Ypcrlée, door
TheodoorS wens 1 50
De Lotgevallen van Paulus Wuytack, door
Hono'é SnesI 25
Karei de Blauwer, of eene Schets uit
het Bi,-u wei steven do, r Eer weerde Heer
Julius Leroy 1.50
Weg met de biecht, of antwoord op al het
geen mep tegen de biecht inbrengt 0.25
A bas la confessionréponse h tout ce
qu'on débitesur la confession 0.25
Quo Vadis in vkamsch 3.50
Huwelijksafkondiging
Henricus Marescaux, wever te Komen (Frank-
rijkjen Marie Sohier, waschvrouw te Yper.
gauwen? vraagt mijnheer Donckers.
Heel geerne, antwoordt, de bezoeker,
l ichend naar de jongensoogen kijken, die op
de twee mannen gericht zijn.
Willen wij terugkeeren Mijne dochter
zal weldra tehuis zijn. Zij zingt wonder
schoon.
Mijnheer Donckers, is herhaal a dat ik
de frissche veldlucht noodi? heb.
U hoop later liet genoegen te hebben,
mejuffer, uwe dochter te hooien zingen.
Kijkt die kleine jongen naar ons En
mijnheer Vergauwen steekt zijnen vinger uit
naar dat aangezicht dat onder de poort ligt.
Mijnheer Donckers bemerkt de zandkleur-
i ,e wezenstrekken en witte haarborstels van
Bik Rasteel. Hij blijft schielijk stilstaan, de
gians blijdschap verdwijnt van zijn gelaat,
diepe rimpels verschijnen op zijn voorhoofd,
zijne leden beven, hij steekt zijne vuist naar
Rik uit en buldert.
Schelm, gij zult niet lang de schrik der
brave menschen van Wimmelgem meer zijn.
Het aangezicht van Rik verdwijnt, en de
heer van hel Schaliën Hof, zegt mistroostig
tot zijnen jongen gezel
Mijnheer Vergauwen, wij zijn op eenen
grond die dicht met onkruid bewasson is.
Blijven de lamlendige mannen die hier het
volk bestieren, nog eenige jaren aan het be
wind, Wimmelgem zal een waar moorde-
naarsnest mogen genoemd worden.
Mijnheer Donckers, gelief de poort te
openen, Hertelijk dank voor uw gu| onthaal
Tot wederziens
De. volksvriend trekt met zijne linker
band de poort open en houdt met zijne rech
ter den jongen heer vast.
De beide mannen treden in de straat.
Gedurende eenige oogenbltkken gaat mijn
beer Donckers denkend voort. Vervolgens
spreekt hij op krachtdadigen toon
Wordt voortgezet.)
A
m-Jk 4.® }■-.