ENGELBEWAARDER o a De H. Bloedprocessie te Voormezeele Brand te Godewaarsvelde Wytschaete Le Peuple Een slaapmiddel... Te Ptirsko Voor muziekanten Uit Leuteghem Was onder alles hoogst correct, En heeft vertrouwen op de grooten In alle kleinen opgewekt. Maar'k dank U 't meest, wijl niemand uwer 't Geschreeuw van onrecht heeft gedeerd. Terecht. Als onrecht was bedreven, Dan hadt gij wel geprotesteerd Dat spreekt van /elf. Maar uit uw zwijgen Merkte ieder die verstand bezat, Dat ik den eernaam wel mocht dragen, Dien oudtijds Aristides had. Ladrillard. O De Rechtvaardige. 't Was maandag laatst, 9 Juni, dat te Voormezeele ae groote jubelprocessie ter eere van het H. Bloed moest plaats-hebben. 't En is niet zeggelijk met welken geest drift de Voormezeelenaars hunne feest aan gelegd en voorbereid hadden ze wilden e- n prachtigen jubilé, weerdig van de onschat bare Relikwie die zij, sedert zooveel eeuwen, sedert 750 jaar, het geluk en het voorrecht hadden in hun midden te bewaren. Ja, maar hoe meer de dag naderde, hoe meer men in verlegenheid gerocht aangaan de het weder. De lucht zat gedurig zóó ziek en de eene vlage stortte neêr na de andere. Eindelijk breekt de dag aan iedereen staat twijfelmoedig naar de lucht te zien 'tisfr nog zoo duister en zoo bedreigend och! of Ons Heer toch behoor lijk weder verleende voor zijne processie I Geen hope verloren seffens maar hand aan 't werk geslagen en aan 't versieren ge vallen van huizen, straten, wegen. Rond der noen komt er wat klaarte in de lucht en op de wezens meteen ja, 't zal gaan. Eerst wat de krachten hersteld en dan maar zon der dralen de kostuimen aangepast, den stoet gevormd en gerangschikt. Ondertusschen stroomen van alle kanten de bedevaarders en de nieuwsgierigen, bij duizenden, toe. 't Wemelt van 't volk. Hier en daar bewondert men de liefgepinte buis gevels, de keurige opschriften en dichtreken, en men gaat- een oogslag werpen en een gebed storten in de parochiekerk die, voor de plechtige novene, smaakvol bevlagd, behangen en opgesmukt is. De ure waarop de stoet moet aanvang nemen nadert, 't Weder blijft gunstig. De verschillende groepen staan veerdig en trek ken langzaam naar 't kasteel van Weled Vrijheer Surmont de Volsberghe. Daar za! de optocht beginnen, de aankomst verbeel dende van het H, Bloed te Voormezeele. De H. Relikwie rust er reeds in de hofkapel waar zij zooeven heimelijk wierd naartoe gebracht. 't Geschal der bazuinen gaat op en wel haast trekt de bonte jubelstoet trage en statig uit de kasteeldreve. Voorop gaat de St Michielsharmonie van Yper, gevolgd van een honderdtal turners De stoet bestaat eigenlijk uit drie deelen een geschiedkundig, een bijbelsch en een godsdienstig deel. Het geschiedkundig deel is samengesteld uit twee groote groepen. De eerste verbeeldt de bijzonderste weldoeners van het oude MENGELWERK 21. DE VAN 'T DORP door honoré sta es Kan ik mij zeiven niet vernederen door in het openbaar uw medewerker te zijn, be schouw mij dan als de geheimen weldoener. Wanneer mag ik u aan het middagmaal verwachten Mijne dochter Leonore' ver langt vurig den voornamen beer te kenner, die gisteren avond lid geworden is van het werk baars vaders(De ware Kunstvrienden,) Mijnheer Donckers, neem niet kwalijk dat ik mijn bezoek nog eenige dagen ver schuive. Gij ziet immers dat er voor mij veel werk op banden is. Gelief aan mejuffer, uwi dochter, te zeggen dat ik mij grootelijtcs ver eerd acht om hare welwillendheid ten mijnen opzichte en de eerste gelegenheid zal waar nemen om aan haar verlangen te voldoen. Nu, dan zoo gauwe mogelijk, mort mijnheer Donckers. Tot wederziens, mijn heer Vergauwen. Hierop steekt hij den kasteelheer zijn. hand toe, en gaat, nadat zij gedrukt is, me1 opgeheven hoofd naar buiten. De volksvriend gaat met statiger) tier voort totdat hij achter eene haag is die hen het gezicht van Rasteels huisje onttrekt. Uit gekomen, verliest hij, als bij toovrrslag, zijr geleerd deftig en statig uitzicht, zijn voor komen wordt allfdaa. scb ja, min dan al ledaagsch, zijn gr-la-.t, ver weinige minui* i zoo ontzaglijk, beeft thans veel gelijkein,- met dit van ten; n gelergden a«p. Hij blijft staan kijkt goed of men hem van in het uit je van Rasteel niet meer bespeuren kan, er' wanneer hij vast overtuigd is dat de kasteel heer hem noch ziet noch hoort, opent lij Voormezeele, zooals Zal. Karel-den-Goede en Diederik van Elzaten, graven van Vlaan deren, H. Joannes van Waasten, bisschop van Therenburg, enz. enz. Hunne rijke kleedij komt teenemaal overeen met den lijd dien zij beleefden en de weerdigheid die zij droegen. Zij verwekt allenthenen de bewon dering van de menigte. De tweede groep waarvan de aankondi ging meest de nieuwsgierigheid der Yper Imgen geprikkeld had, verbeeldt het plechtig overbrengen der H. Relikwie van Yper naar Voortm zeele, op 29 Juni 1152, alles volgens de jaarboeken van Yper. Wilt gij weten waar de opvatting van dien grorp uit gezocht en gehaald wierd Ziet nier wat wij lezen in de oude chronijke van Thomas Deraeve «A°l 152, op den feestdag van den H Apostel Petrus naer middag ten drij uren waeren alle de geestelijke van de stad Yper met alle de moniken van Voormezeele, d'heeren van da wet en g'heel het gemeente van stad en van ander omliggende plaetsen, binnen en omtrent de kerke van St Maertens, om dese vervoeringe van het aenbiddelijk bloed ons heeren Jesu Cbrisii te vergesel schappen met alle bewijsteekens van eere, alle de huysen op yperleet aelstrate en zuyt- strate tot aen de poorten waeren verciert met goude lezen, tapitsen schilderien en vale cieraeten, en van aan de meessepoorte tot voor de kerkedeure van Voormezeele, was den gantschen weg door aen beyde kan ien beplant met plansoenen en aen elk plan soen een lofreden van het H. Bloed.... Vooraen gingen processiewijs verscheyde standaerden en menigvuldige borgers met lorselichten, dan alle de moniken soo va. Voormezeele als van stad, den heer Isaac proost van Voormezeele droeg dien koste lijken schat van Christus dierbaer bloet in een silver remonstrantie, onder een root zijden pavillioen, met silver kanten en fru ryen, hetwelke gedragen wierd, van vooren met twee moniken van St Maertens en van achter door Guillielmus van Ypre regensten burggraeve ende Iselmanus derden boog- bailieu van Ypre, ende opgevolgt van een ontelbare menigte van menschen tusschen de lofsangen der geestelijkheid, enz. Het bijbelsch deel herinnert de bijzonder ste gebeurtenissen uit het leven en het lijden van Christus, die zijn bloed voor de zalig heid van het menschdom vergoten heeft. Zoet ruisciit de zang der engelen voor het Goddelijk kind in de kribbe, weemoedvol klaagt de zang der v; ouwen bachten dien kruisdragenden Christus. De joodsche kle derdracht is uitnemende wel gelukt, ja, van 't beste, zoo'tons dunkt. In dit bijbelsch deel zijn vooral merk weerdig de twee pra I- wagens, voorstellende de eene de geboorte van Jesus, de andere den Calvarieberg.Geene overdrevenheid, maar echt goede smaast en deftigheid. Het godsdienstig deel geniet veel bijval onder 't volk. Drie groote groepen.Vooreerst eene heele reeks heiligen op bijzondere wijze vereerd te Voormezeele en in ornstre ken dan de Koningin van den Rozenkrans mei de 15 mysteriën daarna de 12 beloften an het H. Hert aan de Zal. Margaretha Maria. Gansch dit deel door, neemt de kleedij uit door rijkdom en sierlijkheid. Daarenbo ven zijn de aanschouwd s ingenomen van zijnen mond en iaat er de wooid n ui Dolle die mijnheer Vergauwen ongetwijfeld erger hadden getroffen dan het zien van het blik seinvuur. Zij luiden Platbroek, ach teruitkruiper, rasphuiskost Daarna steekt hij zijne handen in zijne broekzakken, gaat met boerenstap voort, en gromt middelerwijl in zichzelven Hij zal niet komen. Het wijf van Rasteel, de grootste vuiltong van geheel .Wimmel gem, zal mij in zijn oog zoo zwatt maken als een schouw veger...' Hij weet dat zij van mijne familie is... Wie heeft hem dat gezegd Zij ongetwijfeld. Ik wil schurk heeten indien zij het niet gedaan heeft... Ik zal mij bloedig over die heks wreken.... Hij zwijgt eene poos om een eendje tabak n zijnen mond te steken, en vervolgt dan De pastoor en de burgemeester, du- eeuwige vijanden mijner grootheid, zullen insgelijks niet nalaten mijne eer te bevlekken. Gillis Donckers, miskend talent, uw zoele droom, na de vermoeinissen van het staat undige leven, te kunnen uitrusten op een 'lief buitengoed, is verzwonden, ja, verzwon den als rook... De man, in wien gij eenen trouwen bondgenoot, eenen liefderijken schoonzoon hooptet te vinden, zal, door eer looze lasteraars opgehitst, uw tegenstrever worden. Gij zult gedwongen zijn hem uwen andschoen toe te werpen en tegen hem te ampen... Akelig noodlot Waartoe ben ik gekomen Nu zwijgt bij weer. Hij steskt zijnen rug ebteruit, trekt zijpen hals in kijkt scherp óór zich en grijnslacht al... Jan Klaas uii iet pappenspei. Wat of wien heeft de beroemde man be erkt Een tiental stappen verder ligt Rik Rasteel p zijnen rug, met wijd geopenden mond, in ie schaduw van eenen wilgen tronk, te sla- en. Het uur der_ gerechtigheid is versche en,» mort de volksvriend. Daarna treedt hij, om zoo weinig mogelijk den eerbied en de ingetogenheid van al de personen die er deel van uitmaken. Eindelijk verschijnt de kostbare relikwie van het H. Bloed, gedregen door den Z E. Heer Deken van Yper, omringd van een vijftigtal priesters. Alle knieën buigen en de stoet trekt langzaam vooruit te midden de godsdienstige menigte tot aan de dorpplaats, waar een prachtige autaar hoog opgetimmerd is. De H. Relikwie wordt opeen pranlkussen neirgelegd. De verschillende groepen staan geschikt rondom verder op, zoover de oogen dragen, eene zee van volk. De turners van Yper, begeleid van de St Michiels har monie, heffen het zegelied aan TriomfTriomfHel Heilig Bloed In koninklijken stoet Doorkruist ons wemelende wegen TriomfTriomfO Jesu zoet, Aan u ons bloed, Aan ons uw milden hemelzegen Heel het stuk getuigt van oprecht dichter lijke begaafdheid en werd getoonzet voor de omstandigheid door een meester in 't vak. De muziek die vol ligt van tooverkracht, begeestering en godsdienstig gevoel verrukt onwederstaanbaar de biddende ziel. Tot slot der plechtigheid beklimt de Z E Heer Deken de trappen van den autaar en geeft aan de neergebogen menigte den zegen met de H. Relikwie. De jubelfeest van Voormezeele is, voor de getuigenis van eenieder, eene feest die opperbest gelukt is. Alleen een blijde zonne straal was er te kort. De stoet geeft waren kunstzin te kennen bij zijne inrichters. Die jubeldag is een dag geweest van aan gename verrassing voor de toeschouwende vreemdelingen, een aandoenlijke dag voor den eerbiedweerdigen Herder der Parochie 't zal een heugelijke dag blijven voor alle Vcormezeelenaars. In onze tweede uitgave hebben wij de verledene week den brand aangekondigd van de kerke van Godewaarsvelde. Hier zijn nu daarover eenige nadere bi; zonderbeden De kerke werd afgebrand Vrijdag, 6 Juni in den voornoen. 't Was daaromtrent kwart voor den elven Al met eens 't geroep: Brand! Brand! weerklonk en bijna terzelvertijde stegen de vlammen op bij den hoogen autaar, bij 1) hoogzaal en bij den toren. In een oogwenk stond geheel de kerk in vlam. Min dan eene halve uur nadien lagen da en toren plat, en de klokken meteen, die in den vuurgloed smolten. Zeker is 't dat moest het ongeluk 's nachts gebeurd zijn, al de gebouwen ten oosten der kerke ook zouden afgebrand zijn. Binst dat men de naburige gebouwen trachtte vrij te houden, bekampte men den brand. De brandspuit van 't dorp werd in werke gesteld en men vroeg de hulpe van de nabu nge gemeenien. Korts daarop kwamen de pompiers van Caestre toegeloopen rond de twintig mai met deu luitenant Ein. Vannobel aan hoofd. gerucht te verwekken, op zijne teenen voor uit, bukt zich en steekt zijne handen reeds uit wanneer hij nog zes stappen van Rik vei wijderd is, gaat zoo voort totdat hij in het bereik zijner prooi is, uit nu een gebrom als een beer, en grijpt terzelfdertijde den jon gen hij de borst. Rasteel schiet wakker, en bekijkt zijner mnvaller met verdwaasden blik. De knaap -eseft echter spoedig het hochelijke van zijnen toestand en spant al zijne kl acht om zich los te wringen. Huilen doet hij even wel niet. Dat ligt niet in zijn karakter. Da deed hij nooit wanneer hij door zijne vrien den of door eenen bo-cr wiens vruchten bij zonder toelating proefde, afgeranseld werd De poging van den knaap baat echter riiet want mijnheer Donckers heeft sterke han den. De volksverlichter heft Rik van dei grond, zooals men eenen stokvisch uit de uip trekt, doet hem rechtstaan, houdt hem met zijne linkerhand vast en laat, zonde voorafgaand kuchje thans, zijn kozintje bet genot der volgende redevoering smeken. Schobbejak, nu valt gij in mijcht (Hij geeft Rik eene geduchte oorveeg.) Nu zal :k uw vei diend loon geven. Hij slingert Rik over en weder.) Ik zal u leeren deftige men schen te affronteeren, wanneer zij met eene ovatie vereerd worden. (Hij keert Rik om en geeft hem eenen geweldigen schop op het on derdeel van zijnen rug.) Zeg, wat moet ik nu met u doen, dievenjong? (Hij brengt Rik tot zijnen vorigen stand terug en geeft hem nog eene oorveeg.) Gij hebt reeds tienmaal de galg verdiend, leelijke spitsboefWil ik uwen kop inslaan Neen, ik wil mijne han den aan eenen vagebond als gij, niet vuil maken. (Hij slaat Riks hoofd tegen den wil gen tronk Dal doet van 's morgens tot 's a onds niets dan zijne weldoener tergen. Is et daarom dat mijne dochter u dagelijks u- we brokken brengt, schooier (Hij slaat zoo geweldig op Riks neus dat er bloed uitvloeit.) Ha, gij bloedt reeds. Dat zal u deugd doen, menschenterger. Heeft uw vader in het ge- 't Was twintig minuten na den noen ge heel de kerke lag platgebrand, maar het sacristie stond nog recht. Daar stond de Brandkas met de gewijde vaten en de reli- kwien van het waar Kruis, van Sint Jan Baptiste en den gelukz Gerardus Majella. M. de pastor hield er aan deze kostbaar heden te redden. De eerw. geestelijke had zijne kerke in brande gevonden, als hij kwam leering houden, ten elven reeds en Kon hij in de ke ke niet meer, en bij 't zien van die rampe, viel hij in onmacht op de kalsijde. Met hunne machtige pompe overstroom den de pompiers van Gaestre in eenige oogenblikken de sacristie. Men h.-alde de brandkas uit, alsook het tabernakel, maar de heilige hostiën waren reeds verbrand. De gebouwen waren verzekerd voor '100 duizend frank en de meubels voor 60 dui zend frank. Wat de oorzaak van den brand betreft, 't is onverstaanbaar, te meer dat het vuur op drie plaatsen te gelijk is begonnen. In 't dorp gelooft men dat er kwaadwil ligheid in 't spel is, te meer dat het op drie plaatsen te gelijk is beginnen branden en dat M. de pastor korts te voren schandalige dreigbrieven had ontvangen. Zaterdag laatst is er een pijnlijk ongeluk voorgevallen tot Wytschaete. Drie jongelingen waren gaan varen op een vlot waarvan de planken slecht verza meld waren. De onvoorzichtigen hadden reeds den grooten vijver rondgevaren, als de planken van het vlot loskwamen en de drie jongelingen in 'i water vielen. De men schen die het ongeluk zagen gebeuren liep haastig weg om hulp te roepen. Een de slachtoffers kon zich aan eene der planken vastklampen en alzoo den oever bereike; bij gelukte er ook in een kameraad te red den als deze voor den derden keer bover kwam, 't was tijd want de ongelukkige gaf bijna geen tee ken van leven meer, maa dank aan de goede zorgen kwam hij allichte weder tot kennis. Wat den derden aangaat, Isidor Lemahieu genaamd en 31 jaren oud, hij was reed dood als men hem ui: het water haalde. kondigt de verschijning aan van een nieuw blad voor de vrijdenkers, en dat hij natuur lijk ten zeerste aanbeveelt. Dat blad zi heeten le Baudet (de ezel). De titel is waar lijk goed gekozen om de soort v,n lezers te doen kennen, voor welke het blad bestemd is. voor de mannen. Als ge niet kunt slape en ge wenscht een nieuw middel te probee ren, sta dan op en scheer u. Dit is ie manier die een (natuurlijk, Anaerikaansch) genees heer zegt, gevonden te hebben, om zich van slapeloosheid te genezen. Indien hij zenuwachtig en rusteloos was en niet slapen kon, dan stond hij op en schoor zich. Vijf minuten later was hij het rijk der droomen. vang niet geleerd hoe hij u moest opvoeden Wat zou hij Hij laat u doen wat gij wilt Wanneer gij geroofd goed naar huis brengt is bij tevreden. Maar, blijft hij aan zijnen plicht te kort, ik zal u eene vaderlijke ver maning geven. (Hij heft Rik tot op een paar voeten van den grond en laat hem dan neder vallen.) Indien gij blijft voortgaan op den sl chten weg, zult gij vóór uw twintigste jaar gebrandmerkt worden. Doch, deschur ken worden heden niet meer gebrandmerkt De samenleving is om zeep. Beter u Het is rog tijd. Ik straf u enkel om u tot beiernis te brengen. )Hij slaat met zijne vuist zoo he vig op Riks mond dat twee tanden van den jon gen uit hunne rij verdwenen Zult gij deze les onthouden, booswicht zult gij mij nu nog affronteeren wanneer het dankbare volk van Wimmelgem mij eene hulde brengt Hij schudt Rik zoo geweldig over en weder dat de vest van den kleine in twee scheurt, en Rasteel kan ontsnappen.) Wat is dat nu Ha daar gaat ge loopen Blijf staan Ik heb u nog wat te zeggen. Blijf staan, zeg ik u Rik voldoet niet aan het uitdrukkelijk ver langen van mijnheer Donckers en verdwijnt in een hennepveld. De volksvriend laat het gescheurde vest op den grond vallen en kijkt' zoo ver wonderd naar het plaats waar hij Rik zag verdwijnen als een vogel liefhebber naar het vogeltje dat uit zijne kooi ontsnapt. Na eenige oogenbliken zegt hij op plechtigen toon Nu, t.u, hij zal de les niet gauw verge ten. Hij had ze noodig. Ik wil een schurk heeten indien hij ze niet noodig had. Men mag net onkruid tusschen de tarwe niet laten opwassen. Indien het gemeentebestiir en de ouders hunnen plicht verzuimen, zal ik hem in huüne plaats, volbrengen. Doarna ga hij met alledaagscben tred vooruit. Tien minuten later staat Rik Rasteel aan aan de Pruisisoh-Russisohe grens, ontstond Zondag brand in een schuur waarin 3 broe ders lagen te slapen. Twee hunner vonden den dood in de vlammen, de derde bek wam levensgevaarlijke brandwonden. Na dolce geslapen te hebben, stond ik allegro ma non tropo van mijn bed op en ging allegretto naar de ontbijtkamer, waar ik a tempo aankwam toen mijn vrouw de koffie andante grazioso zette Consetimento vroeg ik hoe ze geslagen had en zij bedankte mij motto vivo, terwijl zij me expressimo met baar helder-blauwe oogen aanzag. Plot seling hoorde ik iemand aan de deur klop pen, eerst pianissimo, daarna piano en ten laatste crescendo. De meid liep naar de voordeur en een man trad binnen in maes- troso uitroepende con tutta forzo Kan ik Mijnheer spreken Ritardo ging ik heen, opende de deur adagio en zag mijn kleermaker - KONINKLIJKE FANFARE ZONDAG 15 JUNI 1902 ten 7 ure 's avonds (na de koersen) mi op de kiosk.j Groote Markt MOEILIJKE VRAAG Hoeveel sleerten heeft onze kat Geene kat heeft twee steerten 1 kat heeft eenen steert; dus heeft onze kat drie steerten. Wat moet bewezen worden,.... Professor Ik verzeker u, heeren, dat geen antwoord dikwijls beter is dan een antwoord dat geen antwoord is. Stijn Blek stond in de tentoonstelling van Parijs te kijken naar een standbeeld, dat de dui vel verbeeldde, die eene vrouw meesleepte naar de hel. Eindelijk als Stijn langen vele gekeken hadde, hij ging voort, zijn hoofd schuddende, en zeggende Dat en is allezins mijn wijf niet, an ders ze hadde al lang de duivel zijn oogen uit gehaald. Waarom slaan op de grafzerken altijd latijn- sche opschriften Omdat het latijn een doode tale is Lord Methuen tot een soldaat in zuidafrika zeg v/at zoudt gij denken moeste tegen Christmas Kerstdag ons vaandel op Pretoria wapperen Dat het waait, generaal Sedert 'k lid ben der maatschappij tot be scherming der dieren, zei Pé Dok, heb 'k mijne voldoening telkens mij eene vlooi bijt. Een jager, die niets geschoten had, koopt in 't naar huis gaan eenen haze, die reeds aan 't bederven was. Geheel hooveerdig komt hij naar huis en geeft zijnen jachtzak aan zijnen knecïit, die den haze uithaalt, en fel zijn neuze tusschen duim en vinger nijpt. Wat schilt er' dan, Fernand Mts meester; maar't wierd hoog tijd dat gij dat beestje doodschoot net uiteide van eenen elskant, dicht bij de nsan welke mijnheer Donckers volgt. Het iangezicht van den jongen is vol bloed. Zijne rekken zijn verzwongen en zijn oog tintelt an woede. Hij houdt een stuk van eenen kasseisteen, dat hij in het hennepveld gevon den heeft, in zijne hand. Aan dit stuk steen s eene scherpe kant, en de knaap die een oed mikker is, oordeelt dat het dwars door net bekkeneel van den rijken kozijn zal ringen. Rik had geen woord tot verontschuldiging esproken toen de volksverlichter hem 00 barbaarsch mishandelde, omdat hij voor- ng dat verontschaldigingen hem geen voor- leel konden bijbrengen. Hij had zich lijd- zmm laten stampen en slaan. Onder de ver- ijzingen die naar zijn hoofd geslingerd werden, was er evenwel een woord dat hij et verkroppen kon, en dat was «dievenjong.» Rik heett zijn eergevoel. Zijn hert klopt -stuimig, en, volgens hem, kan of mag lke beleediging niet ongewroken blijven. De jongen kijkt door het elzenhout en ziet fat de rijke kozijn nog enkel twintig stappen van hem verwijderd is. Hij heft zijnen 1 m reeds op, maar schou wt, alvorens te werpen, behoedzaam rond. Plotselings laat hij verschrikt zijnen arm kken. Een eindje verder kom jufvrouw No- eken. Het meisje be?eeft zich ongetwijfeld hii Riks ouders en zal weldra haren vader ctmoeten. Zij kan echter den kleinen Ra- teel niet bemerkt hebben, daar zij met ge- hogen hoofd, gelijk iemand die in gedachten slor.d.'n is, over den veldweg gaat. Rik blijft eene poos mot angstig oog naar ufvrouw Noreken kijken. Dan zegt hij stil Hij is haar vader. Hierop smijt hij zijnen steen weg en le opt snel de velden in. XI. Wat de neerslachtigheid der groote gee- en nog vermeerdert, is de ongunstige ge- teldheid van het weder. (jVordt voor tf tut.) in in

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1902 | | pagina 2