ENGELBEWAARDER
o a
De H. Bloedprocessie
te Voormezeele
Brand te Godewaarsvelde
Wytschaete
Le Peuple
Een slaapmiddel...
Te Ptirsko
Voor muziekanten
Uit Leuteghem
Was onder alles hoogst correct,
En heeft vertrouwen op de grooten
In alle kleinen opgewekt.
Maar'k dank U 't meest, wijl niemand uwer
't Geschreeuw van onrecht heeft gedeerd.
Terecht. Als onrecht was bedreven,
Dan hadt gij wel geprotesteerd
Dat spreekt van /elf. Maar uit uw zwijgen
Merkte ieder die verstand bezat,
Dat ik den eernaam wel mocht dragen,
Dien oudtijds Aristides had.
Ladrillard.
O De Rechtvaardige.
't Was maandag laatst, 9 Juni, dat te
Voormezeele ae groote jubelprocessie ter
eere van het H. Bloed moest plaats-hebben.
't En is niet zeggelijk met welken geest
drift de Voormezeelenaars hunne feest aan
gelegd en voorbereid hadden ze wilden e- n
prachtigen jubilé, weerdig van de onschat
bare Relikwie die zij, sedert zooveel eeuwen,
sedert 750 jaar, het geluk en het voorrecht
hadden in hun midden te bewaren.
Ja, maar hoe meer de dag naderde, hoe
meer men in verlegenheid gerocht aangaan
de het weder. De lucht zat gedurig zóó ziek
en de eene vlage stortte neêr na de andere.
Eindelijk breekt de dag aan iedereen
staat twijfelmoedig naar de lucht te zien
'tisfr nog zoo duister en zoo bedreigend
och! of Ons Heer toch behoor lijk weder
verleende voor zijne processie I
Geen hope verloren seffens maar hand
aan 't werk geslagen en aan 't versieren ge
vallen van huizen, straten, wegen. Rond der
noen komt er wat klaarte in de lucht en op
de wezens meteen ja, 't zal gaan. Eerst
wat de krachten hersteld en dan maar zon
der dralen de kostuimen aangepast, den
stoet gevormd en gerangschikt.
Ondertusschen stroomen van alle kanten
de bedevaarders en de nieuwsgierigen, bij
duizenden, toe. 't Wemelt van 't volk. Hier
en daar bewondert men de liefgepinte buis
gevels, de keurige opschriften en dichtreken,
en men gaat- een oogslag werpen en een
gebed storten in de parochiekerk die, voor
de plechtige novene, smaakvol bevlagd,
behangen en opgesmukt is.
De ure waarop de stoet moet aanvang
nemen nadert, 't Weder blijft gunstig. De
verschillende groepen staan veerdig en trek
ken langzaam naar 't kasteel van Weled
Vrijheer Surmont de Volsberghe. Daar za!
de optocht beginnen, de aankomst verbeel
dende van het H, Bloed te Voormezeele. De
H. Relikwie rust er reeds in de hofkapel
waar zij zooeven heimelijk wierd naartoe
gebracht.
't Geschal der bazuinen gaat op en wel
haast trekt de bonte jubelstoet trage en
statig uit de kasteeldreve. Voorop gaat de
St Michielsharmonie van Yper, gevolgd van
een honderdtal turners
De stoet bestaat eigenlijk uit drie deelen
een geschiedkundig, een bijbelsch en een
godsdienstig deel.
Het geschiedkundig deel is samengesteld
uit twee groote groepen. De eerste verbeeldt
de bijzonderste weldoeners van het oude
MENGELWERK 21.
DE
VAN 'T DORP
door honoré sta es
Kan ik mij zeiven niet vernederen door in
het openbaar uw medewerker te zijn, be
schouw mij dan als de geheimen weldoener.
Wanneer mag ik u aan het middagmaal
verwachten Mijne dochter Leonore' ver
langt vurig den voornamen beer te kenner,
die gisteren avond lid geworden is van het
werk baars vaders(De ware Kunstvrienden,)
Mijnheer Donckers, neem niet kwalijk
dat ik mijn bezoek nog eenige dagen ver
schuive. Gij ziet immers dat er voor mij veel
werk op banden is. Gelief aan mejuffer, uwi
dochter, te zeggen dat ik mij grootelijtcs ver
eerd acht om hare welwillendheid ten mijnen
opzichte en de eerste gelegenheid zal waar
nemen om aan haar verlangen te voldoen.
Nu, dan zoo gauwe mogelijk, mort
mijnheer Donckers. Tot wederziens, mijn
heer Vergauwen.
Hierop steekt hij den kasteelheer zijn.
hand toe, en gaat, nadat zij gedrukt is, me1
opgeheven hoofd naar buiten.
De volksvriend gaat met statiger) tier
voort totdat hij achter eene haag is die hen
het gezicht van Rasteels huisje onttrekt. Uit
gekomen, verliest hij, als bij toovrrslag, zijr
geleerd deftig en statig uitzicht, zijn voor
komen wordt allfdaa. scb ja, min dan al
ledaagsch, zijn gr-la-.t, ver weinige minui* i
zoo ontzaglijk, beeft thans veel gelijkein,-
met dit van ten; n gelergden a«p. Hij blijft
staan kijkt goed of men hem van in het uit
je van Rasteel niet meer bespeuren kan, er'
wanneer hij vast overtuigd is dat de kasteel
heer hem noch ziet noch hoort, opent lij
Voormezeele, zooals Zal. Karel-den-Goede
en Diederik van Elzaten, graven van Vlaan
deren, H. Joannes van Waasten, bisschop
van Therenburg, enz. enz. Hunne rijke
kleedij komt teenemaal overeen met den lijd
dien zij beleefden en de weerdigheid die zij
droegen. Zij verwekt allenthenen de bewon
dering van de menigte.
De tweede groep waarvan de aankondi
ging meest de nieuwsgierigheid der Yper
Imgen geprikkeld had, verbeeldt het plechtig
overbrengen der H. Relikwie van Yper naar
Voortm zeele, op 29 Juni 1152, alles volgens
de jaarboeken van Yper.
Wilt gij weten waar de opvatting van dien
grorp uit gezocht en gehaald wierd Ziet
nier wat wij lezen in de oude chronijke van
Thomas Deraeve
«A°l 152, op den feestdag van den H
Apostel Petrus naer middag ten drij uren
waeren alle de geestelijke van de stad Yper
met alle de moniken van Voormezeele,
d'heeren van da wet en g'heel het gemeente
van stad en van ander omliggende plaetsen,
binnen en omtrent de kerke van St Maertens,
om dese vervoeringe van het aenbiddelijk
bloed ons heeren Jesu Cbrisii te vergesel
schappen met alle bewijsteekens van eere,
alle de huysen op yperleet aelstrate en zuyt-
strate tot aen de poorten waeren verciert
met goude lezen, tapitsen schilderien en
vale cieraeten, en van aan de meessepoorte
tot voor de kerkedeure van Voormezeele,
was den gantschen weg door aen beyde kan
ien beplant met plansoenen en aen elk plan
soen een lofreden van het H. Bloed....
Vooraen gingen processiewijs verscheyde
standaerden en menigvuldige borgers met
lorselichten, dan alle de moniken soo va.
Voormezeele als van stad, den heer Isaac
proost van Voormezeele droeg dien koste
lijken schat van Christus dierbaer bloet in
een silver remonstrantie, onder een root
zijden pavillioen, met silver kanten en fru
ryen, hetwelke gedragen wierd, van vooren
met twee moniken van St Maertens en van
achter door Guillielmus van Ypre regensten
burggraeve ende Iselmanus derden boog-
bailieu van Ypre, ende opgevolgt van een
ontelbare menigte van menschen tusschen
de lofsangen der geestelijkheid, enz.
Het bijbelsch deel herinnert de bijzonder
ste gebeurtenissen uit het leven en het lijden
van Christus, die zijn bloed voor de zalig
heid van het menschdom vergoten heeft.
Zoet ruisciit de zang der engelen voor het
Goddelijk kind in de kribbe, weemoedvol
klaagt de zang der v; ouwen bachten dien
kruisdragenden Christus. De joodsche kle
derdracht is uitnemende wel gelukt, ja, van
't beste, zoo'tons dunkt. In dit bijbelsch
deel zijn vooral merk weerdig de twee pra I-
wagens, voorstellende de eene de geboorte
van Jesus, de andere den Calvarieberg.Geene
overdrevenheid, maar echt goede smaast en
deftigheid.
Het godsdienstig deel geniet veel bijval
onder 't volk. Drie groote groepen.Vooreerst
eene heele reeks heiligen op bijzondere
wijze vereerd te Voormezeele en in ornstre
ken dan de Koningin van den Rozenkrans
mei de 15 mysteriën daarna de 12 beloften
an het H. Hert aan de Zal. Margaretha
Maria. Gansch dit deel door, neemt de kleedij
uit door rijkdom en sierlijkheid. Daarenbo
ven zijn de aanschouwd s ingenomen van
zijnen mond en iaat er de wooid n ui Dolle
die mijnheer Vergauwen ongetwijfeld erger
hadden getroffen dan het zien van het blik
seinvuur. Zij luiden Platbroek, ach
teruitkruiper, rasphuiskost
Daarna steekt hij zijne handen in zijne
broekzakken, gaat met boerenstap voort, en
gromt middelerwijl in zichzelven
Hij zal niet komen. Het wijf van Rasteel,
de grootste vuiltong van geheel .Wimmel
gem, zal mij in zijn oog zoo zwatt maken
als een schouw veger...' Hij weet dat zij van
mijne familie is... Wie heeft hem dat gezegd
Zij ongetwijfeld. Ik wil schurk heeten indien
zij het niet gedaan heeft... Ik zal mij bloedig
over die heks wreken....
Hij zwijgt eene poos om een eendje tabak
n zijnen mond te steken, en vervolgt dan
De pastoor en de burgemeester, du-
eeuwige vijanden mijner grootheid, zullen
insgelijks niet nalaten mijne eer te bevlekken.
Gillis Donckers, miskend talent, uw zoele
droom, na de vermoeinissen van het staat
undige leven, te kunnen uitrusten op een
'lief buitengoed, is verzwonden, ja, verzwon
den als rook... De man, in wien gij eenen
trouwen bondgenoot, eenen liefderijken
schoonzoon hooptet te vinden, zal, door eer
looze lasteraars opgehitst, uw tegenstrever
worden. Gij zult gedwongen zijn hem uwen
andschoen toe te werpen en tegen hem te
ampen... Akelig noodlot Waartoe ben
ik gekomen
Nu zwijgt bij weer. Hij steskt zijnen rug
ebteruit, trekt zijpen hals in kijkt scherp
óór zich en grijnslacht al... Jan Klaas uii
iet pappenspei.
Wat of wien heeft de beroemde man be
erkt
Een tiental stappen verder ligt Rik Rasteel
p zijnen rug, met wijd geopenden mond, in
ie schaduw van eenen wilgen tronk, te sla-
en.
Het uur der_ gerechtigheid is versche
en,» mort de volksvriend.
Daarna treedt hij, om zoo weinig mogelijk
den eerbied en de ingetogenheid van al de
personen die er deel van uitmaken.
Eindelijk verschijnt de kostbare relikwie
van het H. Bloed, gedregen door den Z E.
Heer Deken van Yper, omringd van een
vijftigtal priesters. Alle knieën buigen en de
stoet trekt langzaam vooruit te midden de
godsdienstige menigte tot aan de dorpplaats,
waar een prachtige autaar hoog opgetimmerd
is. De H. Relikwie wordt opeen pranlkussen
neirgelegd. De verschillende groepen staan
geschikt rondom verder op, zoover de
oogen dragen, eene zee van volk. De turners
van Yper, begeleid van de St Michiels har
monie, heffen het zegelied aan
TriomfTriomfHel Heilig Bloed
In koninklijken stoet
Doorkruist ons wemelende wegen
TriomfTriomfO Jesu zoet,
Aan u ons bloed,
Aan ons uw milden hemelzegen
Heel het stuk getuigt van oprecht dichter
lijke begaafdheid en werd getoonzet voor de
omstandigheid door een meester in 't vak.
De muziek die vol ligt van tooverkracht,
begeestering en godsdienstig gevoel verrukt
onwederstaanbaar de biddende ziel.
Tot slot der plechtigheid beklimt de Z E
Heer Deken de trappen van den autaar en
geeft aan de neergebogen menigte den zegen
met de H. Relikwie.
De jubelfeest van Voormezeele is, voor de
getuigenis van eenieder, eene feest die
opperbest gelukt is. Alleen een blijde zonne
straal was er te kort.
De stoet geeft waren kunstzin te kennen
bij zijne inrichters.
Die jubeldag is een dag geweest van aan
gename verrassing voor de toeschouwende
vreemdelingen, een aandoenlijke dag voor
den eerbiedweerdigen Herder der Parochie
't zal een heugelijke dag blijven voor alle
Vcormezeelenaars.
In onze tweede uitgave hebben wij de
verledene week den brand aangekondigd
van de kerke van Godewaarsvelde.
Hier zijn nu daarover eenige nadere bi;
zonderbeden
De kerke werd afgebrand Vrijdag, 6 Juni
in den voornoen.
't Was daaromtrent kwart voor den elven
Al met eens 't geroep: Brand! Brand!
weerklonk en bijna terzelvertijde stegen de
vlammen op bij den hoogen autaar, bij 1)
hoogzaal en bij den toren. In een oogwenk
stond geheel de kerk in vlam.
Min dan eene halve uur nadien lagen da
en toren plat, en de klokken meteen, die in
den vuurgloed smolten.
Zeker is 't dat moest het ongeluk 's nachts
gebeurd zijn, al de gebouwen ten oosten der
kerke ook zouden afgebrand zijn.
Binst dat men de naburige gebouwen
trachtte vrij te houden, bekampte men den
brand.
De brandspuit van 't dorp werd in werke
gesteld en men vroeg de hulpe van de nabu
nge gemeenien.
Korts daarop kwamen de pompiers van
Caestre toegeloopen rond de twintig mai
met deu luitenant Ein. Vannobel aan
hoofd.
gerucht te verwekken, op zijne teenen voor
uit, bukt zich en steekt zijne handen reeds
uit wanneer hij nog zes stappen van Rik vei
wijderd is, gaat zoo voort totdat hij in het
bereik zijner prooi is, uit nu een gebrom als
een beer, en grijpt terzelfdertijde den jon
gen hij de borst.
Rasteel schiet wakker, en bekijkt zijner
mnvaller met verdwaasden blik. De knaap
-eseft echter spoedig het hochelijke van
zijnen toestand en spant al zijne kl acht
om zich los te wringen. Huilen doet hij even
wel niet. Dat ligt niet in zijn karakter. Da
deed hij nooit wanneer hij door zijne vrien
den of door eenen bo-cr wiens vruchten bij
zonder toelating proefde, afgeranseld werd
De poging van den knaap baat echter riiet
want mijnheer Donckers heeft sterke han
den.
De volksverlichter heft Rik van dei
grond, zooals men eenen stokvisch uit de
uip trekt, doet hem rechtstaan, houdt hem
met zijne linkerhand vast en laat, zonde
voorafgaand kuchje thans, zijn kozintje
bet genot der volgende redevoering smeken.
Schobbejak, nu valt gij in mijcht (Hij
geeft Rik eene geduchte oorveeg.) Nu zal :k
uw vei diend loon geven. Hij slingert Rik
over en weder.) Ik zal u leeren deftige men
schen te affronteeren, wanneer zij met eene
ovatie vereerd worden. (Hij keert Rik om en
geeft hem eenen geweldigen schop op het on
derdeel van zijnen rug.) Zeg, wat moet ik nu
met u doen, dievenjong? (Hij brengt Rik tot
zijnen vorigen stand terug en geeft hem nog
eene oorveeg.) Gij hebt reeds tienmaal de
galg verdiend, leelijke spitsboefWil ik
uwen kop inslaan Neen, ik wil mijne han
den aan eenen vagebond als gij, niet vuil
maken. (Hij slaat Riks hoofd tegen den wil
gen tronk Dal doet van 's morgens tot 's a
onds niets dan zijne weldoener tergen. Is
et daarom dat mijne dochter u dagelijks u-
we brokken brengt, schooier (Hij slaat zoo
geweldig op Riks neus dat er bloed uitvloeit.)
Ha, gij bloedt reeds. Dat zal u deugd doen,
menschenterger. Heeft uw vader in het ge-
't Was twintig minuten na den noen ge
heel de kerke lag platgebrand, maar het
sacristie stond nog recht. Daar stond de
Brandkas met de gewijde vaten en de reli-
kwien van het waar Kruis, van Sint Jan
Baptiste en den gelukz Gerardus Majella.
M. de pastor hield er aan deze kostbaar
heden te redden. De eerw. geestelijke had
zijne kerke in brande gevonden, als hij
kwam leering houden, ten elven reeds en
Kon hij in de ke ke niet meer, en bij 't zien
van die rampe, viel hij in onmacht op de
kalsijde.
Met hunne machtige pompe overstroom
den de pompiers van Gaestre in eenige
oogenblikken de sacristie. Men h.-alde de
brandkas uit, alsook het tabernakel, maar
de heilige hostiën waren reeds verbrand.
De gebouwen waren verzekerd voor '100
duizend frank en de meubels voor 60 dui
zend frank.
Wat de oorzaak van den brand betreft,
't is onverstaanbaar, te meer dat het vuur
op drie plaatsen te gelijk is begonnen.
In 't dorp gelooft men dat er kwaadwil
ligheid in 't spel is, te meer dat het op drie
plaatsen te gelijk is beginnen branden en
dat M. de pastor korts te voren schandalige
dreigbrieven had ontvangen.
Zaterdag laatst is er een pijnlijk ongeluk
voorgevallen tot Wytschaete.
Drie jongelingen waren gaan varen op
een vlot waarvan de planken slecht verza
meld waren. De onvoorzichtigen hadden
reeds den grooten vijver rondgevaren, als
de planken van het vlot loskwamen en de
drie jongelingen in 'i water vielen. De men
schen die het ongeluk zagen gebeuren liep
haastig weg om hulp te roepen. Een de
slachtoffers kon zich aan eene der planken
vastklampen en alzoo den oever bereike;
bij gelukte er ook in een kameraad te red
den als deze voor den derden keer bover
kwam, 't was tijd want de ongelukkige gaf
bijna geen tee ken van leven meer, maa
dank aan de goede zorgen kwam hij allichte
weder tot kennis.
Wat den derden aangaat, Isidor Lemahieu
genaamd en 31 jaren oud, hij was reed
dood als men hem ui: het water haalde.
kondigt de verschijning aan van een nieuw
blad voor de vrijdenkers, en dat hij natuur
lijk ten zeerste aanbeveelt. Dat blad zi
heeten le Baudet (de ezel). De titel is waar
lijk goed gekozen om de soort v,n lezers te
doen kennen, voor welke het blad bestemd
is.
voor de mannen. Als ge niet kunt slape
en ge wenscht een nieuw middel te probee
ren, sta dan op en scheer u. Dit is ie manier
die een (natuurlijk, Anaerikaansch) genees
heer zegt, gevonden te hebben, om zich van
slapeloosheid te genezen.
Indien hij zenuwachtig en rusteloos was
en niet slapen kon, dan stond hij op en
schoor zich. Vijf minuten later was hij
het rijk der droomen.
vang niet geleerd hoe hij u moest opvoeden
Wat zou hij Hij laat u doen wat gij wilt
Wanneer gij geroofd goed naar huis brengt
is bij tevreden. Maar, blijft hij aan zijnen
plicht te kort, ik zal u eene vaderlijke ver
maning geven. (Hij heft Rik tot op een paar
voeten van den grond en laat hem dan neder
vallen.) Indien gij blijft voortgaan op den
sl chten weg, zult gij vóór uw twintigste
jaar gebrandmerkt worden. Doch, deschur
ken worden heden niet meer gebrandmerkt
De samenleving is om zeep. Beter u Het is
rog tijd. Ik straf u enkel om u tot beiernis
te brengen. )Hij slaat met zijne vuist zoo he
vig op Riks mond dat twee tanden van den jon
gen uit hunne rij verdwenen Zult gij deze
les onthouden, booswicht zult gij mij nu nog
affronteeren wanneer het dankbare volk van
Wimmelgem mij eene hulde brengt Hij
schudt Rik zoo geweldig over en weder
dat de vest van den kleine in twee
scheurt, en Rasteel kan ontsnappen.)
Wat is dat nu Ha daar gaat ge loopen
Blijf staan Ik heb u nog wat te zeggen.
Blijf staan, zeg ik u
Rik voldoet niet aan het uitdrukkelijk ver
langen van mijnheer Donckers en verdwijnt
in een hennepveld.
De volksvriend laat het gescheurde
vest op den grond vallen en kijkt' zoo ver
wonderd naar het plaats waar hij Rik zag
verdwijnen als een vogel liefhebber naar
het vogeltje dat uit zijne kooi ontsnapt. Na
eenige oogenbliken zegt hij op plechtigen
toon
Nu, t.u, hij zal de les niet gauw verge
ten. Hij had ze noodig. Ik wil een schurk
heeten indien hij ze niet noodig had. Men
mag net onkruid tusschen de tarwe niet laten
opwassen. Indien het gemeentebestiir en de
ouders hunnen plicht verzuimen, zal ik hem
in huüne plaats, volbrengen.
Doarna ga hij met alledaagscben tred
vooruit.
Tien minuten later staat Rik Rasteel aan
aan de Pruisisoh-Russisohe grens, ontstond
Zondag brand in een schuur waarin 3 broe
ders lagen te slapen. Twee hunner vonden
den dood in de vlammen, de derde bek wam
levensgevaarlijke brandwonden.
Na dolce geslapen te hebben, stond ik
allegro ma non tropo van mijn bed op en
ging allegretto naar de ontbijtkamer, waar
ik a tempo aankwam toen mijn vrouw de
koffie andante grazioso zette Consetimento
vroeg ik hoe ze geslagen had en zij bedankte
mij motto vivo, terwijl zij me expressimo
met baar helder-blauwe oogen aanzag. Plot
seling hoorde ik iemand aan de deur klop
pen, eerst pianissimo, daarna piano en ten
laatste crescendo. De meid liep naar de
voordeur en een man trad binnen in maes-
troso uitroepende con tutta forzo Kan ik
Mijnheer spreken
Ritardo ging ik heen, opende de deur
adagio en zag mijn kleermaker
-
KONINKLIJKE FANFARE
ZONDAG 15 JUNI 1902
ten 7 ure 's avonds
(na de koersen)
mi
op de kiosk.j Groote Markt
MOEILIJKE VRAAG
Hoeveel sleerten heeft onze kat
Geene kat heeft twee steerten 1 kat heeft
eenen steert; dus heeft onze kat drie steerten.
Wat moet bewezen worden,....
Professor Ik verzeker u, heeren, dat geen
antwoord dikwijls beter is dan een antwoord
dat geen antwoord is.
Stijn Blek stond in de tentoonstelling van
Parijs te kijken naar een standbeeld, dat de dui
vel verbeeldde, die eene vrouw meesleepte
naar de hel.
Eindelijk als Stijn langen vele gekeken hadde,
hij ging voort, zijn hoofd schuddende, en
zeggende Dat en is allezins mijn wijf niet, an
ders ze hadde al lang de duivel zijn oogen uit
gehaald.
Waarom slaan op de grafzerken altijd latijn-
sche opschriften
Omdat het latijn een doode tale is
Lord Methuen tot een soldaat in zuidafrika
zeg v/at zoudt gij denken moeste tegen
Christmas Kerstdag ons vaandel op Pretoria
wapperen
Dat het waait, generaal
Sedert 'k lid ben der maatschappij tot be
scherming der dieren, zei Pé Dok, heb 'k mijne
voldoening telkens mij eene vlooi bijt.
Een jager, die niets geschoten had, koopt in
't naar huis gaan eenen haze, die reeds aan
't bederven was. Geheel hooveerdig komt hij
naar huis en geeft zijnen jachtzak aan zijnen
knecïit, die den haze uithaalt, en fel zijn neuze
tusschen duim en vinger nijpt.
Wat schilt er' dan, Fernand
Mts meester; maar't wierd hoog tijd dat
gij dat beestje doodschoot
net uiteide van eenen elskant, dicht bij de
nsan welke mijnheer Donckers volgt. Het
iangezicht van den jongen is vol bloed. Zijne
rekken zijn verzwongen en zijn oog tintelt
an woede. Hij houdt een stuk van eenen
kasseisteen, dat hij in het hennepveld gevon
den heeft, in zijne hand. Aan dit stuk steen
s eene scherpe kant, en de knaap die een
oed mikker is, oordeelt dat het dwars door
net bekkeneel van den rijken kozijn zal
ringen.
Rik had geen woord tot verontschuldiging
esproken toen de volksverlichter hem
00 barbaarsch mishandelde, omdat hij voor-
ng dat verontschaldigingen hem geen voor-
leel konden bijbrengen. Hij had zich lijd-
zmm laten stampen en slaan. Onder de ver-
ijzingen die naar zijn hoofd geslingerd
werden, was er evenwel een woord dat hij
et verkroppen kon, en dat was «dievenjong.»
Rik heett zijn eergevoel. Zijn hert klopt
-stuimig, en, volgens hem, kan of mag
lke beleediging niet ongewroken blijven.
De jongen kijkt door het elzenhout en ziet
fat de rijke kozijn nog enkel twintig
stappen van hem verwijderd is. Hij heft zijnen
1 m reeds op, maar schou wt, alvorens te
werpen, behoedzaam rond.
Plotselings laat hij verschrikt zijnen arm
kken. Een eindje verder kom jufvrouw No-
eken. Het meisje be?eeft zich ongetwijfeld
hii Riks ouders en zal weldra haren vader
ctmoeten. Zij kan echter den kleinen Ra-
teel niet bemerkt hebben, daar zij met ge-
hogen hoofd, gelijk iemand die in gedachten
slor.d.'n is, over den veldweg gaat.
Rik blijft eene poos mot angstig oog naar
ufvrouw Noreken kijken. Dan zegt hij stil
Hij is haar vader.
Hierop smijt hij zijnen steen weg en le opt
snel de velden in.
XI.
Wat de neerslachtigheid der groote gee-
en nog vermeerdert, is de ongunstige ge-
teldheid van het weder.
(jVordt voor tf tut.)
in
in