DIT IS EN OMMELANDS, m PÜTÏELBERG Op Zaterdag, 22en Oogst 1902. 5 centimen 't blad. 37ste jaar. Talmerk 1906 De nieuwe Minister van Arbeid en Nijverheid De kerkvervolgingen in Frankrijk DE PAIS SEN Te trekken bij den UitgeverTk 36, in de Boterstratete Yper, en bij 's land boodschap mezen ofte posttegen 3 frank s jaars 'T Nieuwsblad van Yper verschijnt 's Vrijdags, en 's Zaterdags na de markt, tegen 3 f. 's jaars; 3 f. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad en is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. /.lies moet vrachtvrij ingezonden worden naar de Boterstrate, Tk £6, te Yper. Echt en recht, 't oud Volk indachtig: Kinderlijk, niet kinderachtig; Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen zal De bekendmakingen kosten 0,fr.l5 de reke binnen 't blad is 't 0,f.30 van 's Rechters wegen f. 1; overdruk, 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de Agence Havas te Brussel, Tk.32,in de Magdalena- strate, en te Parijs, n° 8, Place de la Bourse, ontvangen bekendma kingen voor 't Nieuwsblad van Yper, vanj al die buiten Oost- tk Westvlaanderen wonen. Hetgeen wij sedert lang ge vreesd hebben, is gebeurd ML de Minister Surmont de Volsberghe, uit reden van gezondheid, heeft zijn ontslag gegeven, en wordt vervangen in het Ministerie, dror M. Gustave Francotte, volksverte genwoordiger van Luik. Het weg gaan van M. den Baron Surmont de Volsberghe als minister van ar beid en nijverheid, wordt zeer beklaagd niet aileene door de ka tholieke partij van 't land, maar ook door de liberalen en de socia listen. De slag is pijnlijk voor de katholieken in 't algemeen, en voor de Yperlingen in t bijzondei doch wij moeten ons onderwer pen, en wenschen dat M.de Baron Surmont de Volsberghe spoedig zijne gezondheid weer bekome om te meer goed te doen aan de stad en het arrondissement van Yper. M .Gustave Francotte,de nieuwe minister van arbeid, is een ovei - tuigde kristen,en een geleerd man in den bloei des levens. Ad mul tos annos 't Land in gevaar 't Kadikaal orgaantje van Yper komt voor den dag met een artikel uit denBrugschen Beyaard dat spreekt van... k en weet niet wat...van «aelc» soorten Maar als 't u belieft toch, als ge een artikel wilt overnemen uit eene ande re gazette, schrijf ten minste een u t dat eentwat inhoudt. De opsteller van dat artikel levert bewijs op dat hij noch politieke ken', uoch geschiedenis, noch tale. En 't is daarbij een oprechte hutse pot, zijn artikel. Hij drukt er zijn bewondering uit voor Dreyfus ('t is op tijd!) voor Dreyfus, den jood, die tweemaal ver oordeeld wierd als snoode landsverra der. Hij geeft er Paul Déroulède uit voor klerikalen zot, Déroulède die nimmer klerikaal noch zot geweest en is, maar een krijgsheld van 't jaar 70 en een gevierde dichter,die zijn vader land altoos hertstochtelijk beminde en den Bond der patriotten stichtte Hij spot er met Francois Coppée, dat uitmuntend lid der Fransche Akade- mie, den wereldberoemden vinder ofte dichter, die nu ja, met het kruis van het eerlegioen op de borst, voor uittreedt om met hooge welsprekend heid zijne verontweerdiging lucht te geven over de walgelijke bestierwijze van Combes den geloofsverzaker. Hi spuigt er op den verdienstelijken se nator Keesen,die bij ons volk zeei be mind en in onze Hoogkamer door iedereen, zelfs door zijne tegenstrevers geacht en geëerbiedigd is en hij noemt hem...den abt Keesen!... Vbtl? zeg eens, waar ligt de abdij van Mgr Keesen Sukkelaar, leer vlaamsch Kijk, wij zullen u helpen. Sla de Gallicismen open van Willem De Vreese die, weet wel, geen klerikaa is maar leeraar op de hoogschool te Gent en wiens werk bekroond wierd door de Viaamsche Akademie. BI. 18, zult gij daar de echte en eenige betee ken is leeren van 't woord abt, kijk maar. Abt Keesen Nu, nu, dat is a! a propos van de... fransche nunnen Oooooo roept de fijne schijvelaar uit, ziedaar wat het vaderland der Franschen in groot ge vaar brengt In groot gevaar 't Moet algelijk waar zijn in den tijd zag men het Fransche leger oprukken tegen de Duifschers, en nu doet men het te velde trekken tegen... de nonnebei s Hoe 't in Bretanje gaat Te Roscoff is de volksbelooging aller prachtigst geweest, 't Stonden 3 duist men schen vóór de schole, de mannen van voren, de vrouwen van achter. De afgeveerdigden M. de Mun en M.de Guébriant bleven aan 't hoofd. Drie wielrijders komen aangespou terd en berichten dat de bijzondere trein toe gekomen is met de soldaten. Men wacht ze af in stilte.... Ze zijn daar! Eerst gendar men en achteraan twee compagniën soldaten onder't bevel van twee kapiteins en eenen luitenant. Zij naderen... wanneer zij op een dertig stappen van de volksmenigte gekomen zijn, blijven zij staan. M de Mun en M. de Guébriant gaan vooruit en verheffen beurte lings hunne stem tegen den aanslag die zal gepleegd worden. En het juichend geroep van 't Bortoensche volk breekt los als een donder LEVE DE VRIJHEID LEVE DE ZUSTERS ENLEVE HET LEGER Een der kommissarissen, bleek lijk de dood, verzoekt de betoogers, met bevende stem, hem zijne zending te laten volbrengen. Een gemor van verontweerdiging loopt d or de rangen des volks. M. de Mun zegt luid op Voor de macht alleen zullen wij wij ken. Spreek de vermaningen uit. Drie tamboers gaan tusscben de rangen der gen darmen staan. Een geroffel... en de kommissaris ver wittigt voor de eerste maal dat hij de macht zal gebruiken. Leve de Vrijheid zoo luidt weeral 't geroep des volks, maar nie mand roert en 't wordt alles doodstil.... Een tweede geroffel met de tweede vermaning. In nog eens stijgt de kreet Leve de Vrij heid maar niemand wijkt één duim )erde geroffel, zwaar en lang en de kom missaris stamert zijn laatste vermaning uit. Het volk roept met volle stem dat 't lundert door de lucht Leve de Vrijheid Leve de Vrijheid Daarop volgt eene plechtige stilte, maar niemand die den voet verzet de volksschare staat vast als een ijzeren muur. De twee kommissai issen kijken naar mal kaar en weten niet wat doen. De onderpre lekt van Morlaix komt bij de heeren de Mun en de Guébriant en spreekt schoone opdat zij al hunnen invloed op het volk zou den gebiuiken eD vragen dat het niet langer zou weêrstand bieden. De heeren de Mun en de Guóbriant doen het niet geerne, want hun hert is met het volk, maar zij doen het toch om alle bloed vergieten te beletten. Vergenoegt u, zeggen zij, met deze prachtige tegenbetooging en stelt u zeiven niet bloot noch de soldaten die gij bemint,aan eene onvermijdelijke botsing. Maar 't volk en wilt met geen middels. We zullen niet toegeven, is de antwoord wi willen vrijheid, wij willen de zusters dat men ze gerust late en we zullen stille voort gaan, anderszins we 'n roeren niet. 't Stond om slecht te gaan. De gendarmen doen eenige slappen vooruit. Iemand roept uil het volk Geen gendarmen Geen gen darmen De troepen Leve hel Leger M. de Mun krijgt een gedacht. Zet do gen darmen van achter, zegt hij aan den onder prefekt, 't zal beter gaan met de soldaten, met ziet ze geerne. 't Wordt gedaan, en t volk roept i Bravo, Bravo, leve het leger Maar niemand, niemand die roert. De sol daten staan daar, dicht tegen het volk, met de beionnette op het geweer, bleek van aan zicht en zienlijk bewogen M. de Mun doet eene nieuwe poging. Onder die soldaten, zegt hij, zijn er van uwe broeders, van uwe vrienden, van uwe zonen Als 't u belieft, en laat toch die schroomelijke botsing niet plaats hebben, waarvoor ons landbeheer verant woordelijk is Leve het leger weder oertmeri, «wij willen de vrijheid! Van bier en gaan wij niet roeren vrijheid En 1 met eens uit duizenden monden stijgt het nationaal lied, de Marseillaise, op Langzamerhand komt de ontzaggelijke olkszee in beweging 't is een onweder staanbaar gedromsel om vooruit. De man nen geven malkander den arm eri zijn lijk ineengevlochten. De soldaten wijken stap voor stap, verwonderd en niet wetende wat hun te doen staat. En 't volk maar altijd voort aan 'i roep n Vrijheid Vrijheid De Zusters De Zus ters En weerom overluid den zang der Marseillaise. Maar niemand die eenig wapen draagt allen staan zonder het minste erweer. Wat gaat er gebeuren Een volksvriend M. de Kerdrel stelt voor dat de soldaten hunne baïonnetten zouden afdoen en zes stap. en achteruittrekken, dat men het volk zou verzoeken insgelijks zes stappen achterwaarts te gaan. De onderprefekt aariveerdt het voorstel. M. de Mun roept uit Beste lieden, gij hebt door uw krachtdadigen weêistand be komen drt men de onmogelijkheid erkend beeft u te doen plooien tenzij all en voor het geweld; ik smeek u van stii te houden. Ditmaal roept men Bravo en heel de bende staat. De kapitein doet de baïonnetten wegste ken, de soldaten gaan eenige stappen achter uit en 't volk bedaart eenigszins. Mr de Mun die kost wat kost het bloedver gieten wilt vermijden, maakt van dit oogen blik gebruik om aan de Zusters den raad te geven de schooldeur te openen. Diepe stilte, dotseling komt de Overste te voorschijn aan den arm van Mw de gravin de Guébriant. Al de zusters volgen, elkeene opgeleid door eene Dame. Machtig dreunt de toejuiching door de lucht Leve de Zusters Leve de Zusters! Eenieder staat met ontdekten hoofde, zelfs de onderprefekt. Een reuzen- stoet wordt aanstonds gevormd en trekt zegevierend door de stad naar de kerk. Daar zingt heel de menigte, met bevende stem en tranen in de oogen, den miserere, den Par ee Domine en den ouden lofzang der Bre toenen. Wanneer al het volk uit de kerk is, klimt graaf de Mun op den muur van 't kerk hof en doel eene aanspraak tot het volk Mannen van Bretanje, zegt hij, ik bewon der uwen heldenmoed heel het katholieke Frankrijk staart verbaasd op u door uwe edele houding hebt gij heden de vrijheid ge red. En aan u, nederige en heilige Dochters, zeg ik niet vaarwel, maar tot weder- ziens De zusters worden alsdan opgenomen bi, de voornaamste familiën van stad. Prachtig, niet waar Edele boeren van Bretanje, wij groeten u eerbiedig en bewonderend 't Is eenigszins lang, waar wij kunnen niet nalaten u nog te berichten boe 't afge loopen is in drie andere plaatsen van Bre tanje te Ploudatiiel, te St Meen en te Fol goët. 't Zijn de laatste uitdrijvingen die in Bretanje gebeurden. Zondag nacht hebben duizenden boeren in die drie plaatsen de wacht gehouden. Maandag in de vroegte werd het alarm ge klept. Ten 6 ure kwam een automobielrijder uit Landerneau berichten dat de gendarmen in aantocht waren naar Ploudaniel de boeren drongen in massa op de speelplaats en de laaiste verdedigingswerken werden ingericht. Voor de voornaamste deur was een diepe gracht aangelegd, met water gevuld daai achter verhief zich eene barrikade van kar en. Op de schoolmuren zalen boeren mei hunne stokken in de hand. Boven eene kleine deur der school waren op eene stelling emers water geplaatst. Ten 9 ure kwamen te Ploudaniel 23 gen darmen te peerd en 25 te voet aan; te St Meen, 40 gendarmen te peerd en 15 te voet. en te Folgoët 25 gendarmen te peerd en 25 e voet. Zij bleven staan aan den ingang dei dorpen, en werden aanstonds omringd dooi eene groote menigte volks die riep Lever de Zusters Leve de vrijheid De bevel hebbers hielden aanspraken tot het volk, om de kalmte aan te raden. Te Ploudaniel. Ten 11 u. kwamen drij bijzondere kommissari;sen, met' unne sjer pen omgord,en vergezeld van een slotmaker uit Brest, naar de school van Ploudaniel. Twee kompagnies koloniale infanterie waren ondertusschen ook aangekomen en samen met de gendarmen beschermden zij de ofïi- cieele inbrekersDaar er op hun geklop niet geantwoord werd, gaven de kommissarissen bevel de schooldeur open te breken Toen de slotmaker zijn werk begon, stortten de hoeren de eemers water op hem uit en bego ten hem ook met eene soort van ander vocht hoe zou ik dat zeggen met onwel iekend aelbroekzop, zoo lat hij druipend en ostgeverfd moest wegtrekken te midden van het spotgelach der menigte. De boeren begonnen daarna een lofzang ter eere van O.L. Vrouw en vervolgens het Paree Domine te zingen. Het regende bij plassen L)e kommissaris sen gingen de school rond drong» n op een hij onderen eigendom, en bevolen aan de soldaten, voorzien van sc uppen pn hou wielen, eene bres in den muur te maken. Zij werden ook >p verschillende stortbaden onthaald. Een kommissaris ert twee gendar men klommen op den schoolmuur, doch hoeren sloegen hen met hunne stokken, en de indringers moesten wijken. De muur werd opnieuw aangevallen, doch nu staken de boeren brandende bussels strooi, met petrol doorweekt, op hunne persen n dre ven alzoo de bestormers achteruit. Na twee uren vruchtelooze pogingen aangewend te hebben trokken de inbrekers, gansch be slijkt, bevuild ;n geaelhroekt, er au door om hulp te gaan halen. De hulp kwam en hetzelfde spel herbegon Siridelijk op aandringen van M. Pichou, senator, stemden de inwoners van Plouda niel er in toe de deur der school te openen. De Zusters verlieten het gebouw, de overste aan den arm van M, Pichon.Zij werden ont haald op het geroep Leve de vrijheid en begaven zich naar de kerk. Na hun ver trek heeft de kommissaris de boedelbeschrij ving opgemaakt en de zegels gelegd. In den loop der botsingen zijn twee gendarmen ge kwetst geweest. Te St-Meen zijn de inbrekers aangekomen terzelfder tijd als te Ploudaniel. De school van St-Meen is niet met muren omringd,maar enkel door een ijzeren hekken van den weg afgeschei den, en door eene dunne haag van het veld. De inwoners hadden echter besloten een levenden dam voor de indringers te vormen. Toen de troepen in het dorp aankwamen, klom de E. II. Gayraud op een grenspaal en maande het volk aan tot de kalmte. De menigte antwoordde met geestdriftige toejuichingen en het geroep:Le ven de Zusters! Weg met Combes Weg met het ministerie 1 Van drie mijlen ver in het rond was er volk naar St-Meen gekomen om tegen de sluiting der school te protesteeren. De vrouwen, in groot getal, gewapend met stokken of boomtakken hielden zich bij den arm in groepen van zes terwijl de mannen rond trokken onder het zin gen van deMarseiilaise. Er valt op te merken dat geen enkel hunner eenig teeken van dron kenschap vertoonde. Het was de onderprefekt van Brest, M.Verne die vergezeld van drie kommissarissen en slotmakers, naar St-Meen kwam. De E. H. Gay raud, omgord met den driekleurigen sjerp van afgeveerdigde, ging hem te gemoet en protes teerde tegen de voorgenomen sluiting der school. Er werd aan de troepen bevel gegeven zich in slagorde te scüaren. De kommissaris M. Moerdes naderde de schooldeur en deed de wettelijke waarschuwingen. De boeren, achter de barrikade geschaard, verroerden niet.De gen darmen rukten vooruit en eene botsing ontstond tusschen hen en de boeren.Deze laatsten sloegen met stokken op de peerden der gendarmen. De soldaten kwamen dan vooruit, en kapten de twee karren, waaruit de barrikade gevormd was, aan stukken. Met den blanken sabel deden de gendarmen nu eene charge, doch de boeren verweerden zich met hunne stokken en knup pels. Verscheidene gendarmen en eenige boeren werden gekwetst. Van alle kanten werden ei steenen en aardklompen geworpen. De worste ling werd algemeen.Het gerucht was verschrik kelijk: de stormklok luidde, het alarm werd geblazen en de boeren schreeuwden luid. De onderprefekt werd door een steen aan den arm getroffen, een kommissaris werd aan 't hoofd gekwetsten bloedde overvloedig. Ook verschei dene meisjes werden gewond. De onderprefekt dreigde eene nieuwe char ge te bevelen. De E. H. Gayraud kwam vooruit en zegde hem M. de onderprefekt, gij gaat eene echte moorïerij veroorzaken. De onderprefekt antwoordde, dat indien de boeren hunne stokken wegwierpen, hij de troepen de bajonnet in de scheede zou doen steken. De priester ging dat voorstel aan de boeren doen kennen, doch deze antwoordden Neen, nooit, wij houden onze stokken. Op verzoek van den onderprefekt drong de E. II. Gayraud nogmaals aan, en hij bekwam ten slotte dat de boeren, alhoewel met tegenzin, hunne stokken wegwierpen. Zij gaven dan echter elkander den arm, kwamen alzoo vooruit en drongen den kommissaris, M. Moerdes, achteruit. Ondertusschen waren de troepen in den hof der school gedrongen. Zij geraakten daar hand gemeen. M. de kommissaris kwam er heel elbroekachtig van af Eindelijk wierd de binnendeur der school bij middel van bijlslagen verbrijzeld. Het ijzeren kruis dat er boven stond, viel ten gronde. Een oldaat raapte het op, de kapitein nam het kruisen overhandigde hetaan den E.H.Gayraud, zeggende: Dat komt u toe. Eindelijk gelukte VI. Moerdes erin, lot in de spreekkamer te geraken waar de Zusters zaten te bidden hij gaf lezing van het bevel tot sluiting der school, waartegen de moeder-overste, de E.H. Gayraud en M. Gueguenon, vertegenwooidiger der bur- erlijke maatschappij, krachtdadig protesteer- len. De Zusters verlieten dan de school, in het voorbijgaan door den kapitein der troepen met den degen gegroet. M. Moerdes legde de zegels, die, aanstonds na zijn vertrek, door de boeren verbroken werden. Vooraleer de school te verlaten, hadden de Zusters in de kapel verscheidene malen het volgende gebed gelezen Mijn God, heb mede lijden met onze vervolgers, heb medelijden met Frankrijk. De moeder-overste heeft zelve een Ier soldaten, die aan de hand gekwetst was, met een stuk van haren voorschoot verbonden. Na het vertrek der Zusters heeft de E. H. Gayraud,op de markl.eene aanspraak gehouden tot de bewoners en hun geluk gewenscht over unne heldhaftigheid en hun geloof.De menigte ing uiteen onder hei geroep Leve de vrij- ïeid Weg met het ministerie Ten 3 ure ijn de troepen vertrokken. Onder de gekwetsten telt men tien meisjes, waarvan een schrikkelijk verminkt is aan'het gelaat, en twaalf boeren een dezer is den neus afgerukt. Een gendarm is de ribben gebroken; twee soldaten zijn insgelijks gekwetst. Te Folgoët zijn drie policiekommissarissen, vergezeld van de gendarmerie en van twee compagnies koloniale infanterie, eerst ten '1 ure aangekomen. De admiraal de Cuver- ville, senateur, protesteerde tegen de slui ting der school. De soldaten hebben de deur ngebeukt en een deel der muren afgebroken. De bewoners wierpen met water en ael- broekriekend vocht. Verscheidene soldaten werden met stokken geslagen. Ten 2 ure werden de zusters buitengezet en de school gesloten. Y erant woordelij kheid Wie is er verantwoordelijk voor den toestand en de opgewondenheid der gemoederen in Bretanje Niemand anders als M. Gombes, de minister zelf. -- Wie zegt dat? liet Journal des Débats een der aanzienlijkste liberale dagbladen n Frankrijk. Horkt liever Al de verantwoordelijkheid komt toe aan MCombes,en indien he waar is dat de kunst van be .tieren gelegen is in (e Vunnen vooruitzien, zoo dient het gezegd dat nooit nieman I zich min bekwaam geloond heeft tot het bestuur eens lands als hij, Gombes, die zulke domme dekreten stelde en uitvoerde dat heet men spreken. Schoon gezelschap Jntusschen krijgt Mr Combes de ge- Inkwcnschen van de vrijmetselaars ofte francs macons en ander soortge lijk goedje, ja ook, van de radikalen van Yper.... I Schoon, schoon, wonderschoon ge zelschap van Kor tri jk bewijzen hunnen voorrang sedert 25 jaren. NIEUWSBLAD VAN A

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1902 | | pagina 1