ENGELBEWAARDER
Over 't pensioen
van 65 frank
u
Hel sparen in 190 i
Van alles wat
Geen verwelkte bloemen
Voldoende betaald
België en zijne Zeevaart
voor Koophandel
Liederavond ingericht door de Commissie
van het Nederlandsch Taalcongres.
Onder de zangeressen, melden wij Me
vrouw Levering, mevrouw Feltesse-Ocsom-
bre en mevrouw Judels. Onder de Zangers
de heeren Orelis, Van Gheluwe, Judels en
Klorissen.
Liederen wierden uitgevoerd van onze
groote vlaamsche meesters Benoii, Blockx,
Tinei, Waelpul, Mestdagh, Antheunis, Van
Duyse, enz.
Uitnemende veel volk en prachtigr
uitvoering.
Zondag 24 Augusti
De congressisten hebben een uitstapke
gedaan naar Harelbeke, geboorteplaats vac
Peter Benoit.
Daar hadden de volgende plechtigheden
plaats Onthulling van eeneu gedenksteen
in het geboorteuuis van den Grooten Mets
ter. De heeren Gtieysens en Sabbe hebben ei
het woord gevoerd.
Uitvoering van verschillige werken vai
BenoitArtevelde's GeestConscience Can
tale mijn Moederspraak Onze Vader hei
Lied der Vlamingen enz.
Eene kleine bcmerkinye. 't Meestendeel
der katholieken hebben in die feeste niet
meegedaan, waarom
1 Omdat de liberalen aan die feeste eent
politieke kleur en wenduige gegeven hadden
2 Omdat er op Zondag, 24 Augusti, te
Kortrijk zelve, om 11 1/2 ure, in de prach
tige Sint Maartens kerk aldaar, een plechtig
Te Deum moest gezongen worden.
Altijd onverdraagzaam die liberalen
Dus cm 11 1/2 ure had Zondag laatst ie
Kortrijk eene indrukwekkende christelijke
plechtigheid plaats.
De kerk van Sint Maartens was wonder
schoon versierd ter gelegenheid van der;
Te Deum van dankzegging.
't Was Mgr Waffelaert, bisschop van
Brugge, die officieerde, bijgestaan dooi
Zeer Ëerw. Heer Kanonik Rembry, groot
vicaris vuu Zijne Hoogweerdigbeid, en van
zeer eerw. heer De Gryze, pastor-deken van
Kortrijk.
Onder de aanwezigen MM. Libaert, mi
nister van ijzerwegen Reynaert, burgmees
ter; Tack, Staats ministerCatillion en Ver
cruysse, senatorsHelleputte, volksverte
genwoordiger Reynaert, arrondissements
commissaris het gemeentebestuurde
provinciale raadsheeren van 't arrondisse
ment Hugo Verriest, ondervoorzitter van
t Congres enz., enz.
Indrukwekkende plechtigheid
Wij loven u, o Heer! Voor da zege
aan Vlaanderen geschonken
Voorden vooispoed aan 't Land gejond
's Namiddags moest de historische stoet
uitgaan. Doch, ongelukkiglijk, de zonne die
sedert Dinsdag zoo mild straalde, is weder
met wolken oversluierd, en... een aanhou
dende verdrietige regen stroomt neder.
De stoet kan niet uitgaan
Hoe jammer dat voor de tweede maal,
duizende en duizende menschen in hunne
verwachtinge zijn teleurgesteld geweest
Men zegt.dat de socialisten iets bijzon
ders in 't zin bedden...
Zou M. Nolf, bun vriend, daar niets van
weten
MENGELWERK 26.
DE
VAN 'T DORP
door HONORÉ STA ES
De heer met den sierlijken neusnijper her
neemt
Om mijne kostelijke uitvinding door
gansch Europa bekend te maken, heb ik
reclaim noodig. De reclaam is cenalmachtig
middel om eene zaak te doen gelukken Zon
der reclaam bekomt uien niets Het is de
reclaam die professor Holloway millioenen
opbracht. Hel is de reclaam die mijnen eer
biedweerdigen vriend, mijnbeer Gillis Don
ckers, op wiens genegenheid ik zoo fier ben,
in da kamer van volksvertegenwoordigers
zal brengen; liet is ook de reclaam welke bet
nut mijner plaaster moet verspreiden.
Ik heb, wel is waar, mijn dagblad lot mij
nen dienst, doch daarmede geraak ik niet
verre genoeg, Door alle dagbladen van eenig
belang, moet mijne uitvinding bekend ge
maakt worden. Heeft degeleerde volksleidei
van Wimmelgem, wanneer het ijzeren mon
ster gevaarte hem soms in duizelingwekken
de vaart door steden en dorpen zwierde,
nooit op de gevels der huizen en op staak -
werk, die opschriften gelezen peeiers D(
Cock, chocolade De Bruyn, dakpan
nen Marro piono's Oor. Axa vervangt
ie boter. enz...? Welnu, dit allesis reclaam
en kost.... machtig veel geld. Kan ik geene
reclaam maken op grooto schaal, tonnen
goud gaau voor mij verloren en duizenden
menschen bekomen het geneesmiddel niet
tUt ben redden moet. Ooi naar wensch te
Karei. Zoo, Meester Gregorius, dat hel
niet genoeg is dat ik 65 jaar oud ben,
om ten naaste jaare mijn pensioen te
trekken
Gregorius. Neen, Karei, gij moet daarbij
nog Belg zijn; maar dat zijt gij, niet waar?
Klk ben toch in Belgie geboren, en mijn
grootvader ook.
Gr. Het. is genoeg, volgens de wet, dat gij
en uw vader in België geboren zijt. Maar
zoudt gij dat kunnen bewijzen
K. Als ik het bun zou zeggen Meester, zou
den zij mij misschien niet gelooven ben
in geen eerlijk man
Gr. Ja, zeker, Karei; maar da wet vraagt
een bewijs.
K. Hoe zou ik dat gaan bewijzen
Gr. Luister, Karei; daartoe ware 't genoeg
dat gij uwe en uws vaders geboorteakte
zoudt verioonen; uwe en zijne huwelijks
akte ware ook wel; eti die akten kunt gij
krijgen hij den onderhouder an den bur.
gerstaud daar waar gij en uw vader gebo
ren ot getrouwd zijt. Wat nog bet kortste
van al zou zijn, waro te bewijzen dat gij
kiezer zijt.
K. Zeker bert ik kie er; en 't ligt aan mijne
stem niet dat de katholieken niet alle drie
gekozen zijn. Het is spijtig genoeg dat ei
daar te Brussel nog zooveel liberalen, so
cialisten en andere kwakzalvers, in dt
Kamers zetelen, om maar altijd stokkei
in 't wiel te steken, als de katholieken
eene of andere wet willen maken voor 'i
werkvolk; waut zij kunnen maar dat; en
als zij aan 't bewind zijn, wal doen zij
dan bet land in schulden helpen; school
paleizen bouwen; nonnen, paters en pas
toors plagen, zooals bet nu geschiedt in
Frankrijk
Gr. Met genoegen hoor ik dat gij nog
altijd vaste staat in uw geloot, en goede
katholiek blijft.
K. Katioliek blijven? Ware ik het niet
altijd geweest, ik zou het geworden zijl,
sedert dat ik de hindelwijze van onze li
beralen van bij beschouw; wie een beetje
gezond verstand bezit, en rechtzinnig is,
moet het liberale leger ontvluchten.
Gr. Maar, Karei, wij geraken uit ons on
derwerp.
K. Ja, Meester, laat ons er toe terug komen.
Kan mijne vrouw dus nooit hare toelage
van 65 frank krijgen Zij is immers ui.
Frankrijk
Gr. Getrouwde vrouwen, Karei, volgen
daarin den man; is tiun man Belg, zoo
wordt de vrouw ook als Belg beschouwd.
K. En de weduwe van Isidoor Zij is te
Cassel geboren; Isidoor was Belg, maar is
nu dood.
Gr. Zij kan hare toelage van 65 frank trek
ken; 't is genoeg dat zij bewijst dat haar
man Belg was.
Er is nog eene derde voorwaarde, Karei;
maar, ik weet het; gij vervult ze: 'tis
dat gij in België moet uwa verblijfplaats
hebben.
K. Zeker, Meester, ik woon hier sederi
twintig jaar; dat is zeker lange genoeg
Gr. Ja, een jaar, sedert Januari, is genoeg.
K. Maar mijn vader Jan, gaat geheele zo
mers in Frankrijk, in de steenovens wer
ken; zou hij daardoor niet nitgeslolen
worden, als hij 65 jaar oud zal zijn
Gr. Zeker neen; want zijn bijzonderste ver
blijfplaats is en blijft hier toch in België.
K. Ik vervul dus deze drie voorwaarden.
Meester Gregorius; zijn er nog andere te
vervullen
Gr. Ja, Karei, eene vierde voorwaarde is,
dat gij moet werkman zijn of geweest zijn.
(Wordt voortgezel).
aandelen, behoef ik de geringe som van dm
zend frank. Welnu, tot het verkrijgen diei
Kleine handvol geld, wend ik mij meteerbied
eu vertrouwen tot mijnen boezemvriend. Hij
die mij, in zijne edelmoedigheid, retds zoo
vele blijken van vriendschap gaf, zal mijne
ootmoedige smeeking niet verstooten, aan
gezien zij, behalve het welzijn van eeneo
oondgenoot in den maatschappelijken strijd,
u t heil der menschheid geldt.
Wanneer men mijnheer Donckers aange
dicht beziet, nu zou men gelooven dat hij
trampen in zijnen buik heeft. Zijne dochter
>ekijkt hem angstig, niet om den wille der
trampen, maar om den witleder ootmoedige
-raeeking van den gelukkigen uitvinder.
De heer met sierlijken neusnijper ziet dai
ijne ootmoedige smeeking op het punt is
ml lot v»n de meeste ootmoedige stneekin-
<on te ondergaan. Hij vreest het, ten minste,
n haast zich op zoeten toon te zeggen
Mijnheer Donckers en beminnersweer-
iige dochter mogen mijn inzicht niet ver
keerd begrijpen. Voor de som welke ik mij
uen achtbaren vriend in leening vraag, geel
ik hem aandeel in mijne winst. Ik durf hem
verzekeren dat die som hem duizend ten hon
derd intrest zal opbrengen. Mijnheer Don
ckers ziet er thans uit als hadde bij boven de
krampen nog tandpijn als toemaatje gekre
gen.
De gelukkige uitvinder gaat voort
Het zou mij waarlijk spijten, om den
ville eener beuzeling, te moeten afzien van
ene vriendschap waaraan ik zooveel prijs
necht, en door dit afbreken de toekomst te
vernietigen van eenen man die op het punt
s uit eenen uederigeu stand lot eene dei
imbten verheven te worden.
Mijnheer Donckers trekt zijn hoofd achter
Het bedrag der jaarlijksche stortingen op
spaarboekjes was, in 1900, met 53 miljoen ver-
meederd. Dat was degrootste jaarlijksche vermee
dering sedert de instelling der Spnrkas. Doch
de laatste bilan geeft een nog veel grooter ver
schil op en duidt, voor 1901, eene vermeer
dering aan vau 74 miljoen.
Overigens is, sedert 1897, het bedrag der stor
tingen in de Spaarkas gedurig aangegroeid. Zoo
als het verslag der Algemeene Spaar- eu Lijf-
rentkas vaststelt is het niet zonder belang te
doen opmerken dat dit tijdvak van eenige jaren
zich in 't begin heeft gekenmerktdooreen groo
ten voorspoed vau handel en nijverheid en op
hel einde door eene nog al aanzienlijke ver
mindering vandien voorspoed.
Daaruit kan men besluiten dat het toenemen
der stortingen in de Spaarkas onafhankelijk
schijnt van den algemeenen toestand van het
land, daar het zich zoowel heeft voorgedaan in
den tijd van krisis als gedurende de jaren van
grooten voorspoed.
De vermcerd ring der stortingen met 74 mil
joen gaat gepaard met eene vermeerdering van
105,000 spaarboekjes.
Op 13 December 1902 bestonden er 1,862,860
spaarboekjes waarop de gezamenlijke stortingen
750 miljoen bedrogen. De algemeene verhou
ding van een boekje per vier inwoners, welke
in 1900 werd vastgesteld is in 1901 overtroffen.
Het zijn de provinciën Brabant, Henegouw en
Namen die bet grootste getal boekjes tellen en
waar de stortingen hel hoogst beloopen. D;
minste verhouding bestaat in Limburg, waar
zij echter nog een spaarboekje per zes inwoners
bedraagt.
lu het opzicht van het bedrijf der dragers van
spaarboekjes zijn het de nijverheids- en am
bachtswerklieden die het meest in de Spaarkas
storten.
Op de 205,597 nieuwe boekjes, in 1901 afge
leverd, zijn er43.237 ingeschreven opden naam
van meederjarige vrouwen en 105,306 op den
naam van minderjarige kinderen. In deze laat
ste cijfers is natuurlijk de vermeedering begre
pen, aangewonnen door het sparen in de scho
len, dat gedurig aangroeit. In 1901 werden er,
door tussehenkomst der scholen, 63,03-3 boek
jes genomen32.651 op naam van jongens en
30.402 op naam van meisjes.
De volgende opmerking is belangwekkend,
ten opzichte van bet sparen der gehuwde vrou
wen en der minderjarigen, en betreffende de
uitwerksels der wet van 10 Februari 1900.
Vóór de afkondiging van die wet waren er, op
100 boekjes afgeleverd aan meederjarige vrou
wen, 12 tot 14 waarvan de draagsters zich ge-
'mjw.I verklaarden. Dat getal k!omtot30 in 1900
en tol 36 in 1901. Het gezamentlijk getal voor
het jaar 1900 is 9,867 boekjes op naam van ge
huwde vrouwen 8,093 op naam van minder
jarige kinderen. Voor 1901 bedraagt het getal
13,639 boekjes op naam van minderjarigen.
Het getal der gemeenten welke een spaar
boekje schenken, met eene inschrijving van 1
frank aan eiken nieuwgeborene is, in 1901,
slechts met 4 vermeederd. Het zijn vooral de
groote steden die ten achter blijven Datgebruik
bestaat thans in 34 gemeenten.
De militaire raid» heeft woensdag laats'
eerst door slecht maar eindelijk door sc oon
weder bevoordeeligd geweest. De officieren
lukken het beter dan de Kortrijkzanen. De
patatten loopen gevaar aan de plage te ko
men. Ze vertellen dat de socialisten deri
stamhuis hadden doen springen, moeste de
stoet, verleden zondag, uitgegaan hebben.—
De koning van Spanje heeft te vele verstand.
volgens de liberalen Hij ziet te klaar... hoe
dom zij handelen De liberalen van Yper
zijn wroed omdat het Nieuwsblad hun peper
te snuiven geeft. Ze werken duchtig in de
Rijselstrate, t'YperSchoon werk Wel
gekomen, M. Surmont in onze stad. 't
Weekeblad zou willen antwoorleu aan de
vragen die't Nieuwsblad hem stelt doch de
baas van 't Progrès heeft hem gezeid gij
schiet al kwakkels genoeg De socialis
ten gaan zondag batavieren te Kortrijk.
Weet gij wat ongedierte der papen is Li
beralen en Socialisten
Uitslag van de militaire raid
uit, als zage hij Rik Rasteel met eenen
gloeiendo nijptang vóór hem staan om hem,
uit wraakzijnetandenuitte rukken. Leonore
heeft meer wilskracht en spreekt
Mijnheer De Bloecker, het is ons op dit
oogenblik onmogelijk aan uw verzoek te vol
doen. De toestand onzer zaken
Mijnheer Donckers neemt haar het woord
af, door barscb te roepen Zwijg, onnoo
zei ding Wat weet gij over den toestand
mijner zaken Bemoei u met uwen kook
pot
De dochter gehoorzaamt, doch vestigt zui-
ken smeekenden blik op haren vader, dat
ieder inensch wiens hert door de geleerdheid
niet boven alle menschelijke gewaarwordiri
gen verheven is, er door ontroerd ware ge
weest. De boezemvriend staat recht, neemt
zijnen hoed en zegt zoo vriendelijk als een
boezemvriend spreken kan
«Mijnheer Donckers,ontsteluom mijnent
wege niet. Ik hoop bij eenen anderen vriend
de geringe som te vinden welk8 ik tot het
bereiken van mijn doel noodig heb. Mijn
heer Donckers beziet hem met dankbaren blik.)
Ik bedank u voor de bewijzen van verkleefd
heid die gij mij tot hiertoe gegeven hebt en
durf u verzekeren dat mijn eerbied ten uwen
opzichte nooit verminderen zal. Mijnheer
Donckers beziet hem met eenen blik waarin
geen de minste angst meer te bespeuren is.
Steeds zal het beeld van den rechtschapen
volkvriend van Wimmelgem, in mijn ge
heugen geprint blijven. Mijnheer Donckers
haastzich het wijnglas vanden boezemvriend
nog eens vol te schenken.Dwingt het nood
lot mij thans v^n hem te scheiden, de herin
nering aan de zoete stonden die ik in zijn
achtbaar gezelschap mocht slijten, zullen
Eerste prijs Madamel, fransche officier,
die van Brussel naar Oostende gereden beeft
in 6 uren 54 min.
28 Hoentjesfransche off in 7 u. 22 m.
3e Deremets, fransche off in 7 u 33 m
De eerste belgische officier die aangeko
men is te Oostende, was Joostens, die 8 urei
14 min. op weg is geweest, en den prijs van
't fransche leger bekomen heeft, te weten,
een prachtig peerd genaamd «Omnipotence».
Een eenvoudig middel om afgeplukte ro
zen te bewaren is misschien niet onwel
kom.
Zij blijven, in frisch water gezet, geruime»
tijd goed, maar wanneer ze beginnen ir. ver
welken, plaatse men ze in heet water, wam
koud water is op den duur niet voldoende,
zoo min voor rozen als voor andere bloemen
Het is verrassend te zien hoe snel zij weie
opkomen. Eiken morgen geve men ze heet
water, liefst met een weinig zout gemengd,
kort de stelen en zette ze uit het licht.
Door Koning Willem I werd indertijd aan
den hertog van Wellington de titel Prins van
Waterloo en een jaargeld 40,000 gul. ver
leend, als blijk van erkenning zijner ver
diensten.
Bij de afscheiding vau Zuid-Nederland
ging die schuld over op den Belgischen Staai
en het jaargeld wordt nog altijd door dezen
prompt uitbetaald aan de erfgenamen van dei
Prins van Watêrloo.
Maar men b gint nu toch in België te vra
gen, of dat altijd zoo voort moet gaan eri
eenige Volksvertegenwoordigers, die vinden,
dat de overwinning van Wellington waai toe
toch ook de Nederlanders, Belgen en Prui
sen het hunne bijdroegen, nu wel voldoende
is betaald, zullen inde Kamer voorstellen
het jaargeld in te trekken.
Sedert eenigen tijd begint men ernstig it
denken aan bet inrichten van eene koop
vaardijscheepvaart onder Belgische Vlag.
Verscheidene vergaderingen werden reeds
gehouden door den bond der Belgische Zee
vaart.
Daarover heeft M.Hubert vol'<sverlegen
woordiger van Philippeville een ernstige
studie gemaakt waarvan hier de bijzonderst!
punten.
A Belgic's fortuin
De toestand van rijkdom van ons land is
in 'talgemeen goed. Inde cogen van andere
landen wordt Belgie genoemd De lusthof
van Europa. Die benaming is wat over
dreven.
De aangekochte weerden in België 't is te
zeggen de roerende goederen beloopen io
21 millard 't zij 3.700 fr. per hoofd. Ouder
dit opzicht is België armer dan aide andere
landen van Europa, buiten Zwitserland.
Oostenrijk en Italië.
Die 21 millard geven een inkomen van
765 millioen, 't zij iets meer dan 100 fr. per
hoofd en per jaar of 0,30 fr. per dag. Welke
Belg zou met zulk inkomen kunnen leven
B. Belgie's werkzaamheid
De buitengewone welstand van 't land is
waarlijk hierin te vinden dat de Belgen door
hun werk den ongelooflijken cijfer bereiken
van 41/2 milliard inkomen.
door mij immer als de gelukkigste mijns le
vensbeschouwd worden. (De uitdrukking
uan mijnheer Donckers gelaat wordt min oj
meer angstig.vaartwel, mijnheer Ponhkers!
Ik zal uwe ootmoedige schouders bevrijden
van eenen last die u ta recht verschrikt
Mijnheer Donckers bekijkt den gelukkigen
uilvinder zeer angstig Worden uwe schit
terende gaven door gansch het rijk niet be
wonderd, kan het land uwe kernachtige en
geniale redevoeriugeu niet smaken, gij zuit
integendeel, bewaard zijn voor de eindelooze
bekommernissen van het staatkundigeleven:
Nog eens vaartwel, mijnheer Donckers
Blijf nog wat, mijnheer De Bloecker
roept het genie van Wimmelgem op eenen
loon, als kwame zijne stem uit een ijskoud
waterbad.
«Onmogelijk, beste heer. Het half uur
welk ik voorgenomen had in uw aangenaam
gezelschap door te brengen, is verstreken.
Mijn tijd is kostelijk.
Ziet ge, ik tracht naar het openbaar le
venmei, maarik laat niet geerne eenenvriend
in den steek wanneer er mogelijkheid be
staat hem te helpen. Tegen wanneer verlangt
ge die duizend frank?
Nog eens, achtbare heer, bekommer u
om mijnentwege niet. Indien het u evenwel
niet moeilijk valt ze mij te bezorgen, zou ik
ze geerne zoo gauw mogelijk hebben, aange
zien ik brand van verlangen om de lijdende
menscheid te kunnen helpen.
Kunt ge er nog acht dagenop wachten.
Indien het noodig is, ja.
Welnu, gij zultze hebben. Ik zal ze u bren
gen. Ik wil schurk heeten indien ik ze u niet
breng.
Mijnheer Donckers het zou mij spijten u
Besluit Het kleine België met zijne kleine
uitgestrektheid is verplicht zoo het zijn voor
uitgang wil behartigen le trachten zijne
nationale voortbrenging te vergrooten. In
alle geval mag het deze niet laten vermin
deren, wil het in korten lijd niet verarmen.
En nu tegenwoordig,iu plaats van vooruit,
schijnt onze opbrengst achteruit te gaan.
C. Landbouw en [Nijverheid
Zijn de bijzonderste bronnen van welstand.
Welnu de landbouw kan bijna onmogelijk
meer voortbrengen dan tegenwoordig. De
nijverheid schijnt moeite te hebben op den-
zelfden voet te blijven.
Op de vreemde markten kunnen de Bel
gische voortbrengsels allen legende vreem
de opwegen door hunnen goedkoop en
daarom is het noodig dat ons handwerk de
hoogst mogelijke voortbrenging verschsffe.
O. Middels tot uitbreiding
Deze zijn nieuwe uitwegen zoeken, en
den uitvoer vergemakkelijken. Frankrijk,
Duilscbland, Engeland en Holland vragen
bijna geheel onze voortbrengselen, riiet om
'e zelf te gebruiken maar om ze verder te
verkoopen met groote winsten, in de landen
waar ze verbruikt worden. Wij leveren dus
voortreffelijke koopwaren, goedkoop, die
onze goburen zeer duur voortverkoopen.
Waarom ons niet ontmaakt van dezewinst-
opstrijkers
De Belgische machienen gebruiken
700.000 eenbeden peerdenkraebt, Fran
krijk dat 17 keers grooter is, gebruikt maar
hei dubbelen onze voortbrengst der nijver
heid bereikte het derde van deze van
Duitsobland. Dit alles zegt dat wij veel meer
voortbrengen dan wij kunnen verbruiken
dat wij voor den vreemde werken dat onze
voorspoed rechtstreeks afhangt van bet
toiaal van onzen uitvoeren dat de artikelen
die wij goedkoop aan orize uurlanden le
veren, wij veel duurder zouden kunnen
vei l oopen met ze zelf rechtstreeks te bren
gen 'Jaar waar do vei bruiki rs ze wachten.
Vandaar NOODZAKELIJKHEID VAN EENE
KOOPVAARDIJVI OOT.
Indien wij deze bezaten zouden wij er niet
alleen tui ons groot profijt onze nijverheids-
voortbrengselen zelf kunnen mede vervoe
ren, ms-ar ze zou dienen om in den vr.emde
onze vlag ie doen kennen en ons nieuwe
hand Isbelrekkingen te doen aanknoopen.
ONZE TOEKOMST IS OP HET WA
TER zegt gestadig de Duitsche Keizer en
te Düsseldorf aan den ingang van de ten
toonstelling van zeevaart leest men in ge
beitelde letters Navigare necesse est.
Bielgie mag hetzelfde uitroepen.
Japan liet over tien jaar zijn eerste koop
handelschip van stapel loopen, en alle jaren
vermeerdert die vloot. Wat is er het
gevolg van De hoeveelheid van de nationale
voortbrengst is in dit land vertiendubbeld.
Met deze belangrijke kwestie is onze ko
ning ook bezig. Nog niet lang in eene rede
voering te Antwerpen sprak Leopold II
Wij hebben de eerste geweest op 't
vasteland om ijzerenweger» te leggen, wij
moeten ze kunnen verl ngen door de zee-
vaarilijnen. Dat de Belgen eindelik verstaan
Huwelijksafkondigingen
Julianus Quicke, sladsbediende, te Brugge,
en Alixia Lambin, zonder beroep, te Yper.
Charles Kerrinckx, fabriekwerker,te Yper,en
Evelina Segers, kanten werkster, te Yper.
Henrieut Perlry, klompenmaker, te Yper,
en Maria Gouwy, dienstmeid, te Zillebeke.
last te veroorzaken.
Duizend frank is geene speld van mijne
mouw, ik wil schurk heeten indien die ge
ringe som eene speld van mijne mouw is.
L' oho! e zucht diep eu verlaat de huiska
mer. Wanneer zij buiten de deur is, murmelt
z:j
«Het zij zóó Wanneer wij doodarm zijn,
zal de vrede in ons huis wederkeeren.
Achtbare heer Donckers, ik neem bet
geld enkel aan indien gij het gemakkelijk
kunt missen.
Wees ten volle gerust. Ik wil schurk
zijn indien ik het niet missen kan. Blijf
nu nog wat.
Gelief mij te verontschuldigen, dierbare
vriend. Ik zal mij moeten haasten om op lijd
in de statie te zijn. Zoo ik betrouw mij op
uw woord. Ten slotte, moed en volhar
ding
Hiermede treedt hij buiten de kamerdeur.
Mijnheer Donckers volgt hem. De groote
man van Wimmelgem doet geene pogingen
om den boezemvriend nog langer le we-
derhouden. Hij begrijpt dat, wilde hij nog
eens over den jongen haan gewagen, mijn
heer De Bloecker er geen kwaad in zou vin
den meteenen anderen trein te vertrekken;
doch de geleerde dorpeling heeft, hij weet
zelf niet waarbij dit komt, op dit oogenblik
geenen lust om over geleerde zaken te kou
ten.
Wanneer de twee boezemvrienden aan de
vóórdeur gekomen zijn, bemerken zij eenen
ouden kreupelen bedelaar die traagzaam bel
Onze Vader bidt.
Wordt voortgezet,)
-v
praalwagen ter oorc van ona koninklijk
DE BELANGRIJKHEID DER ZEEVAART.