i m Hi If Iff DIT I EN OMMELANDS, "'If ti II» 1» pS till mé ■Mi pi |g jj Illl up Zaierdaii, 10 Januari iiJ03. wmm iiill ■Wïï'ê mm Lijkplechtigheden van Mijnheer iweinsd'Eeckhoutte De stoet In de kerk, SM' ceolimen t Jblad. 38sle jaar. lalioerk 1233 ii» iiii MMI wSlËI ,'i- £v4 'iSSsil ÉÉtlÈl isiil Ill ®'«p ili? iStf i' i IStf I if rl;l- "$k I'lil Vy['£t ii-l Te trekken bij den UitgeverTk 36, in de Boterstrate, te Yperen bij 's land boodschap we zen ofte posttegen 3 frank 's jaar*. 't Nieuwsblad van Yper verschijnt 's Vrijdags, en 's Zaterdags na de markt, tegen 3 f. 's jaars; 3 f. en den vrachtloon buiten Belgenland. liet Wad en is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. l'es moet vrachtvrij ingezonden worden naar de Boterstrate, Tk 16, te Yper. Echt en recht, 't oud Volk indachtig; Kinderlijk, niet kinderachtig; Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen zal De bekendmakingen kosten 0,fr.l5 de reke binnen 't blad is 't 0,f.30 van 's Rechters wegen f. 1; overdruk, 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de Agence HAVAS.te Brussel, Tk 32,in de Magdalena- strate, en te Parijs, n° 8, Place de la Bourse, ontvangen bekendma kingen voor 't Nieuwsblad van Yper, vanj at die buiten Oost- Westvlaanderen wonen. Koniuglijk, inderdaad, is de begra ving geweest van onzen diepbetrenr- den stadsgenoot,Senator Iweinsd'Eeck- houtte, zaterdag 3 Januari. Reeds vóór 10 ure stonden de voor landen van de Meenenstra »t proppens vol van defi.ge mannen die kwamen eene laat.- te hulde bieden aan de ge denkenis en de stoffelijke overblijfsels vau den dierbaren overledene en ontelbaar waren do vrienden die de beproefde familie hunne deelneming kwamen aanbieden. In het sterfhuis wierden er vier lijkreden afgelezen door Mijnheer den Baron Surraont de Volsberghe, Sena tor, door Mijnheer Golaert, burge meester eu Volksvertegenwoordiger, door Mijnheer Fraeijs, dienstdoenden voorzitter van de wereldsche godshui zen, en door Mijnheer Lagrange, na mens het muziek korps der Koninghjke Fanfaren. Mijnheer de baron Surmont de Volsberghe sprak de eerste Mijnheeren, Namens hei Senaat kom ik de stoffelijke overblijfsels van onzen collega Mijnheer Iweins d'Eeckhoutte, vooraleer zij ter aarde besteld worden,eene laatste hulde aanbieden Niet overlang, 't is waar, heeft hij in de Hooge Kamer gezeteld reeds te voren had hij ruim zes jaren deel gemaakt van de Ka mer van Volksvertegenwoordigers. Overal bekwam bij de achting zijner collegas; altijd bebettigde hij zijne taak in de wetgevende vergaderingen, zonder ooit iets te veiwaar- loozcrt van d Katholieke en maatschappelij ke werken aan dewelke hij zich ten volle had toegewijd. In den Gouwraad waar de Kiezers van Yper hem eerst hadden toegezonden, in 1872, vervulde hij met iever de plaats van schrijver. Als gemeenteraadslid, als lid van de commissie der wereldsche godshuizen, als lid van de commissie van het Koninklijk Gesticht van Meessen, liet hij geene gelegen heden varen, om misbruiken te hervormen, diensten te verbeteren, armen en ellendigen bij te slaan en goed te doen. Te jong nog,is hij door de dood aangetast, Zonder vrees zag hij ze komen, onderworpen aan Gods wille het lijden van eene pijnlijke ziekte heeft hij te baat gr nomen om hem te bereiden om voor den Oppersten Rechter te verschijnen. Herhaalde keeren had God hem beproefd met hem van zijne kinders te ont nemen telkenmale deed hij de opoff ring zonder morren en met volle christene gela tenheid. Een vrome christen was hij, gansch ver kleefd aan vrouwen kinderen, en aan de armen en ongelukkigen, en du zonder mate. Aan zijne familie, aan zijne talrijke vrien den laat hij het vooi beeld over van een leven vol van goede werken en heel en gansch toegewijd aan de verdediging der groote zaak der gerechtigheid. Beminde collega, lieve vriend, U vergeten wij niet bij den Heer Fan nam M. Golaert het woord Mijnheeren Droevig maar overheerlijk valt mij de plicht van, in name der stad, in name van t arrondissement Yper, de hulde van onze genegenheid en dankbaarheid, op dit graf,te komen nederleggen. Daar zijn mannen die eene lofrede niet vandoen hebben hun leven, hunne werken spreken genoeg; hun naam is op alle lippen, en de lofsprake van 't volk die ze gebenijd is machtiger dan klinkende woorden, en be geleidt ze, totover het graf, tot voorden troon des Allerhoogste. Henri Iweins d'Eeckhoutte was zulk een uitgelezen man. Hem kan onze lof weinig baten maar nuttig is het de gedachtenis van deugdrijke mannen te vereeren, nuttig. aan onze opvolgers op het voorbeeld te wij zen van dezen van onzen tijd die de edele zaak van reebtveerdigheid en waarheid ge diend hebben. En daarom nu spreken wij. Gij allen, Mijnheeren, die onze vriend ge kend hebt, gij zult eens zijn met mij om te be ennen dat hij door gansch de stad ver dient betreurd te worden, deze man, wiens levensbaan, te vroeg, helaas is afgebroken geweest. Ia zijn bijzonder gelijk in zijn openbaar leven, Iweins d'Eeckhoutte was een voor beeldige christenen burger, met al de boe danigheden verrijkten al de deugden begaafd die iemand den volksvriend maken en doen Diijven. Van inborst was hij goed, beminnelijk, recht voor allen zijn geloof was sterk, zijn hert meedoogend, zijn hand liefdadig zijne ouders, zijne vrouw, zijne kinders mick hij gelukkig, en in de harde beproevingen des levens, 't was hij die ze allen opbeurde door het voorbeeld zijner edelmoedigheid en ge latenheid. Bij die meesterlijke boedanigheden voegde bij nog juistheid van geest, zekerheid van oordeel, kalmte van gemoed en wille, en bijzonderlijk vele schik en vlijt in zijne werkzaamheid die hij spijts ziekte en doods gevaar nog altijd doorhield. Onder politiek oogpunt Henri Iweins d Eeckhoutte was onwrikbaar verkleefd aan onze vaderlandsche instellingen en aa i onze grondwettige vrijheden. Behoudsgezind bij goesting en overtuiging, hij kon nogthans toegeven aan den geest van zijnen tijd van de volkseisschen aanveerdde hij al wat wet tig is; maar kiachtig afkeurend verwierp hij de verdreigingen, de buitensporigheden en het geweld van allen aard. Elkeen liet hij vrij, maar ook vrij wilde hij zijn geheellijk en volkoinenilijk. Nooit nogthans dwong hij zijnen wil op. Zijne vader landsliefde kon maar eveaaard worden door zijne voorliefde voor zijne ge boortestad, die hij wist overal te prijzen,met hare prachtgebouwen, hare gedachten, hare zeden, hare inwoners die allen zijne kennis sen waren. Geheel zijn leven heeft men hem gezien elkeen toenaderen, maar zonderling de klei nen was hij op zijn weêrhouden, 't was maar voor de grooten. Zijnen goddelijken Meester navolgende, wist hij altijd te verge ven en te vergeten. Wat anders moest hij doen om de liefde van't volk te winnen en de stemmen lijner medeburgers te bekomen Ook geen won der dal hij opvolgentlijk zijne medeburgers te vertegenwoordigen had in den gouwraad van in 1872, in de gemeenteraad in 1891, in de leege Kamer van Brussel in 1894, en dat de gouwraad, waar hij elf jaren schrij ver was geweest, hem tot provinciaal Sena tor verkoos. Geheel de politieke levensbaan van onzen betreurden vriend overloopen, past niet op deze omstandigheid, 'i Ware de geschiedenis doen herleven van al onze strijden, waar zegepaaal met nederlaag soms elkander afwisselden, maar toch altijd uitkwamen op de triomf van die partij waar M. Iweins d'Eeckhoutte een voorvechter van was met al den iever en de zelfopoffering van zijne neilige drift voor het goed. Maar 't geen mag gezegd zijn, op zijn graf, is dat hij de meeste bewerker was van onze zegepralen, die zijne vrienden opvol geritlijk bracht naar de Kamer der Volksver tegenwoordigers, naar den Gouwraad, naai de Hooge Kamer, op het Stadhuis: hem komt grootendeels die eere toe hij is 't, die altijd met dezelfde taaië wilskracht de Uand aan 't werk sloeg, hij, die in de neder laag moed aan de herten sprak, hij, die allerhande werken stichtte en hielp stichten en ondersteunen, waar hij altijd en overal de ziel van bleef. Onvermoeibaar was zijne bedrijvigheid. Nevens de reeds aangehaalde openbare ambten hem toevertrouwd, nog miek hij deel van de Academie, de Nijverheidschool, de Burgerlijke Godshuizen, het Koninklijk Ge sticht van Meesen, de Commissie van be scherming der vrijgelatene gestraften en de Commissie van overzicht voor het bouwen van werkmanshuizen. Zijne voorzitterschappen waren bijna even talrijk. Voorzitter was hij van den kerkraad van St Jacobs, van de Commissie des Ksthn iieken Krings, van den B^warensbond van 't arrondissement, van de Groote Fanfaren die zijn werk waren en die, door zijn toe doen, tot Koninklijke maatschappij veihevni wierden In de laatste jaren dat hij in den Gouwraad zetelde, vertrouwde hem het Staatsbestuur het moeilijk Voorzitterschap van den Milicieraad. Eindelijk, sedert lang reeds miek hij deel van het bureel van Federatie van Katholijke Kringen en Bonden van Belgenland. Nooit mochten hem de politieke wissel valligheden een openbaar ambt ontrukken. Daarin, gelijk in alle zijne werkzaamheden, verwierf hij liefde en achting bij iedereen, zoo om zijn aangenaam karakter als om zijne werkdadige kennissen. Met vreugde was hij de diener van alten, hij was overal te vin den, hij vermenigvuldigde zijne opofferingen, hij ging, hij kwam, bij zaaide, hij oogstte nam hij het werk voor hem, hij liet de eer an de anderen en zoo groeide hij overvloe dig aan in de achting van het volk. Was zijn hert gevoelig soms, 't was met alle recht want 't was min voor 't geen zijn persoon aanging, dan voor den goeden uitslag van de oude goede zaak aan dewelke hij zijn bestaan had toegewijd en die nog z jne kommernis was tot in zijnen laatsten dag, gelijk wij hel zelf met ontroering bewonderden. Ah zij is wreed de dood die zulk een Destaan vernietigt Zij ontrukt zonder gena den teedersten echtgenoot en vader, den edelmoedigsten der vrienden, den bemindsten Collega zij treft al onze politieke, maatschappelijke en liefdadige werken en tot die Bewaarscholen toe waarde arme kinderen eene christelijke opvoeding bekomen onder de bescherming van de bewonderensweerdige eêgade van dien man die haar zijne ieverige medehulp vtrleende. Moet men niet getuigen, Mijnheeren, dat, wanneer zulk een deftig man, zulk een vroomo burger, als M. Iweins d'Eeckhoutte, komt testerven, iets, orn zoo te zeggen, van onze ziel van Yperlingen, met zijne ziel afsterft Ja, onze geliefde stad, die hij zoo vurig, ais zijne moeder beminde en diende, gevoelt de smerten van het zweerd dat haar herte doorsteektHoevele maatschappelijke be- waringswerken zouden doodelijk getroffen zijn, moesten de voorbeelden van onzen besten Collega en vriend niet gevolgd wor den door ons die hem kenden, en nagedaan door dezen die eensdaags ons zullen vervan gen Op zijne voetstappen zuilen wij voortgaan, om weerdig te beantwoorden aan al de wel daden die de stad en de katholijke zaak verschuldigd zijn aan den betreurden over ledene en aan zijne achtbare familie. Tot wederziens, geachte en beminde Col lega God wille uwe ziel ontvangen in de glorie van de eeuwige zaligheid M. Fraeijs sprak verbolgens Mijnheeren, De Goddelijke Voorzienigheid komt ons een vurigen en grooten Christen te ontruk ken, en schoon wij het ongeluk voorzagen dat ons heeft getroffen, nochtans zijn wij in de diepste verslagenheid gedompeld. Gcds schikkingen zijn ondoorgrondelijk wij on derwerpen ons aan zijne besluiten, en zegenen de hand die ons zoo harde slagen toebrengt. Vijf en twintig jaren lang heb ik het geluk gehad in innige vertrouwelijkheid te leven met Mijnheer Iweins d'Eeckhoutte, en nie mand, beter dan ik, heeft de uitstekende hoedanigheden van dien deugdrijken man kunnen waardeeren. Als, in 1893, hij aangewezen wierd dooi den gemeenteraad om plaats te nemen in het bestuur der Burgerlijke Godshuizen, die be noeming wierd vreugdig toegejuicht door gansch de stad en zonderling door de armen en de werkende klas. Binst de negen jaren dat hij met ons zetelde in die commissie, w s hij ern der werkzaamste en der ieverig ste ouilegas. ISuou hebii er iemand beter die zware taak volbracht welke hij op zich ge nomen had en waarvan hij zich met zoovele genegenheid en zelfopoffering wist te kwij ten. De groote weldoener en vriend dat hij was van den wer mart, de armen en de kranken helpenen hun lot verbeteren, dat was zijne gestadige bezigheid. Op anderen grond nog beoefende hij zijne liefdadigheid, namentlijk in het genootschap vanSt Vincentius a Paulo waar hij de Voor zitter was van den bijzonderen raad der Ypersche dekenij. Goede God, wat ruimte maakt deze dood rondom ons, en hoe lastig valt het te moeten van zulk eenen vriend afscheid nemen Zijne schoone ziel wierd door den Heer rijp gevonden voor den Hemel Die felle christen die algauw, hopen wij, nierboven den loon zijner goede daden zal ontvangen hebben, zal voor ons ten beste spreken bij den Heer. Wij zullen bidden tot lafenis zijner ziele Eindelijksprak .il. Lagrange Hooggeachte Heeren, Namens de Koninklijke Fanfare kom ik op mijne beurt hulde brengen aan den grooten volksvriend, wiens treurig afsterven wij beweenen. Andere meer bevoegde mannen hebben u in prachtige bewoordingen de schoone levens baan herinnerd van M. Iweins d'Eeckhoutte als hoofdman der Katholieke partij, als Ka merheer en als gemeenteraadsheer. Ik wil u enkel eenige woorden zeggen nopens het geen de betreurde overledene heeft gedaan voor zijne geliefde Fanfaren. Wanneer in 1888 de herinrichting beslo ten werd van 't Katholiek muziek, werd de weledele Heer Iweins d'Eeckhoutte met die take belast. Zijne weergalooze mildadigheid, zijne onbeperkte zelfsopoffering, zijne mu- ziekale kennissen en zijn grenzelooze iever om goed te doen, mieken van hem de ge schikte man om de kwijnende Fanfare een nieuw leven te geven en een bloeiend muziek ervan te maken. Seffens werd hand aan Y werk geleid, de oude leden heropgezocht, nieuwe erbij aan geworven, voor elk instrument werden bijzondere leergangen ingericht en niet lang en duurde 't of de Fanfare, die bij zijne aankomst maar een twintigtal leden meer en telde, had haar getal uitvoerende leden tot boven de honderd zien aangroeien. Voor zulk eene talrijke maatschappij be hoorde er een uniform te zijn. De zake was algauw beslist en dank aan eenige voorname Katholieken, maar bijzonderlijk aan onzen miiden Voorzitter,kreeg in 1892 de Fanfare het prachtig uniform, dat nu nog overal ieders bewondering verwekt. Niet tevreden met er een prachtig muziek korps van te maken,M. Iweins d'Eeckhoutte betrachtte ook om de Fanfare onder mu ziekaal opzicht eene tot dan toe ongekende hoogte te doen bereiken. Hij deed ten groo ten koste eenen beroemden bestuurder ko men, die door zijne kundige lessen en zijne ervarenheid de Fanfare grooten voortgang deed doen,bezorgde aan allen nieuwe instru menten en bouwde daarbij nog de prachtige Iweinszaal, die een echt praalgebouw is in uare eenvoudigheid, en een blijvend gedenk- teeken zal zijn van de buitengewone mildda digheid van onzen zoo betreurden Voorzitter. En niet alleen het welzijn en de bloei der maatschappij in 't algemeen lagen hem nauw ier herte, maar hij was evenzeer bekommerd met de belangen van eiken muzikant in 't bijzonder. Wie zal ooit te weten komen hoe- vele ellende hij heeft gelenigd, hoeveel moe- deloozen hij heeft heropgebeurd, hoeveel moeilijkheden hij heeft vereffend, aan hoe- velen hij plaatsen, werk en brood heeft verschaft Nooit en was er iemand die hem zijneD nood ging klagen en ongetroost wegging. En wanneer het gebeurde dat hij den eenen of den anderen berisoen moest, met welke vaderlijke goedheid wist hij dit te doen, en hoe dikwijls en gebeurde het niet dat de berisping met eene milde aalmoes gepaard ging Van ham is 't dat er in der waarheid mag gezegd worden Hij is voorbijgegaan al goed doende Pas een jaar geleden schonk Z. M. de Koning aan ons muziek den titel van Ko ninklijke Fanfare Die titel past wonder wel aan eene maatschappij, die door haren Voorzitter op waarlijk koninklijke wijze is begiftigd geworden Met reden is het dari dat wij treuren om het verlies van zulk eenen weldoener Doch richten wij onze betraande oogen ten Hemel, en vragen wij dat God, die beloofd heeft een glas water zelfs niet onbeloond te laten, hem honderdvoudig vergelde voor al wat hij voor ons muziek het muziek der Katho lieke partij heeft gedaan en beloven wij plechtig, hier bij zijne stoffelijke overblijf sels, de wapenspreuk van den overledene indachtig, semper et ubique fide lisaltijd overal getrouw te zijn aan zijne geliefde Fanfare! Getrouw aan zijne goede voorbeel den en wijze raadgevingen Vaarwel, geliefde Voorzitter! Ryst in vrede Tot wederziens, hierboven Omtrent 10 1/2 kwam de geestelijk beid van St Jacobs het lijk inhalen, en de godsdienstige plechtigheden aan vangen. Een prachtige rouwstoet wierd ge vormd. Bij duizeaden menschen drongen eerbiedig en ontroerd op den door tocht.Drie mnziekskorpsen, van stads- h> rmonij, van de Weezeschool en van de Koninghjke Fanfaren gingen voor aan. Dan trad statig op, de geestelijk heid, gevolgd van het wapenschil 1 van den edelen afgestorvene. Daarna het hjk, overdekt met een prachtigen pekler en bekroond met zijne eeretee- keus en gewaad, was gedragen door de leden van de Koninghjke Fanfaren. Nevens het lijk aan den boord van den pelder gingen al den eenen kant de Heeren Struye, kerkheer van St Jacobs,Colaert, burgemeester der stad en volksvertegenwoordiger, Surmont de Volsberghe, Senator al den ande ren kant de Heeren Montens, voorzit ter van 't Koninglijk Gesticht van Meessen, Fraeijs, dd. voorzitter der burgerlijke Godshuizen, de Trooz, mi nister van Biniienlandsche Zaken. Het gevolg was begeleid <ioor Mijn heer Iweins d'Eeckhoutte en Mijnheer Adriaan Iweins d'Eeckhoutte. Ontzaggelijk vele bloedverwanten, vrienden en heeren van allen rang en staat volgden. De lichters van stad waren ontste ken en met rouwfloers omgeven op den doortocht. In de kerk, plechtige lijkdienst. Rechts het praalgraf was de familie geplaatst; links op twee knielbanken namen plaats de Minister de Trooz en de Gouverneur van West-Vlaanderen; op den tweeden rang knielden Senator Baron Surmont de Volsberghe, de Staatsminister Tack, Senator Capelle, Senator Cantilion en Senator Ver- cruysse; op den derden rang de Volks vertegen wooidigers graaf Visart de Bocarmé, van Merris, Baron Ruzette, en Golaert gevolgd van zijnen gemeen teraad in korps. De kerk was proppens f I ftsih 1 •;i—VA^v""-'- -X'"- -■■ - 'N .y-- -- ;lL o" wMiWJï W&teS k' ?>jfe I' >S r-ii fu'f, V-, I -:-- 'J.f.'j- 'Sijte ;i| liAi L\ .'V'' I 1 FO» T NIEUWSBLAD VAN YPER k C t--V".-

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1903 | | pagina 1