Moeten ze maar!!!!!
fiosalie.
Reusje zal u dat schoone gaan uiteen
doen.
Ten eebste
als ge aan de nunnsn houdt en ze 'eerne
ziet, ge moet ze gerust laten ge meugt er
niet achter roepen ge meugt er uwe hin
ders naartoe zenden.
'k Weet ik wel daar is geen kwaadwillig
heid bij maar onbedachtzaamheid hij som
migen. Algelijk, 't blijft waar, enèe, dat
iemand die de nunnen geerne ziet, ze ook
moeten respecteeren.
Dat spreekt van zelfs.
Ook ziet ge met uw gezond verstand dat
wel in, gij werkmenschen, en, met uw recht
schapen herte, geeft gij recht aan wie recht
toekomt.
Ten tweede
als gij de nunnen geerne ziet, ge moet al doen
wat ge kunt om ze te houden Ge zijt gijder
werkmenschen, en ge weet het bij onder-
vindinge als er een baas kontent is van
zijnen werkman, hij zal al doen dat hij kan
om hem te houden.
'tls geheel natuurlijk
Hij zal zelfs iets dervoren uit zijnen zin
doen, is 't geen waar
Bijgevolge gijder ook, werkmenschen, die
de nunnen geerne ziet, doet wat ge kunt om
ze te houden
Ge zult misschien vragen Wat moet of
wat kan ik doen om de nunnen te houden
me zijn wijder maar werkmenschen
'tis waar ge zijt maar werkmenschen,maar
ge kunt algelijk vele
Hoe zoo dadde
Door uw stembriefke of uwe stembrief kes!
Ge moet stemmen tegen al deze die te
gen DE NUNNEN ZIJN
Zijnder hier zulke mannen in Yper
E neen 't dè
Wie heeft de Lamotjes doen buitenzetten
Wie schrijft er geheele dagen tegen de
nunnen en de kloosters
Wie ruischt er 't werkvolk op I
Wie komt u schoone spreken omdat ge
uwe kinders naar de nunnekes niet en zoudt
zenden?....
'k En ga ze niet noemen ge kent ze beter
of ik.
'k Weet ik wel dat de werkmenschen vele
weten.
Da Reusje moeste vijf frank beloven aan
dendien die ze kan noemen, go zoudt al uwen
vinger opsteken en roepen: 'tlsMijnheere...
Maar, kijk, 'k was tewege mij te verbran
den
Eneè, ge kent ze gijder wel
'T IS TEGEN DAT VOLK DAT GE MOET
STEMMEN
De stad Marseille in Vrankrijk heeft het
overgroot geluk eenen algemeenen of beter
stijf gemeenen Prefectuursecretaris te bezit
ten, alom bekend ter stede en in 't omliggen
de voor zijnen hevigen haa.t tegen al wat
maar eenigszins naar pastor of nonne riekt.
Hij kan die wanschepsels, zegt hij, onder
zijne oogen niet zien Hij kan ze niet ge-
luchten Ook had hij den schoonsten dag
van zijn leven beleefd als hij de laatste
kloosterzuster uit de Marseillèèsche gast
huizen had zien vertrekken Oh! wat plezier
en contentement als hij heel dien reesem
goddelooze gefronselde en geblankette
moderokjes hunnen intrek in de ziekenhui
zen zag nemen om de vervleksche nonnen te
vervangen... Hij zegepraalde de man!!! en
preusch en fier lijk een scheetje in eenen
nieuwen broek, zag men hem met den kop
in de lucht de door hem gelaïciseérde krank-
huizen doorwandelen
Jamaar Roef U De Peste, de afschuwe
lijke vuile stinkende peste is in Marseille
onverwachts toegekomen, overal angst en
schrik in de herten jagende.
Mijnheere Dautresme, 't is den naam van
onzen Prefectuursecretaris, dacht dat hij
maar moest spreken om aanstonds al zijne
lieve heldinnetjes op de bres te zien sprin
gen. De ongelukkige pestlijders zouden in
hen de liefdadigste herten vinden. Ja, dag
en nacht, zouden die frizeerde troeteldings-
jes aan hunne sponde zijn, en alle mogelijke
zorgen toedienen.
Ja! je!.... kè je nu gezien Eètje
foei!! de peste, zeiden zij, kanifistaan
Wij zijn daaiwoor niet geschapen Dat is
veel t' ongezond Voor onbesmettelijke
ziekten, ja Daarvoor zijn wij al'tijd gereed,
mits vette betaling en chocolazopjes
maar voor Koléra, pokken en bijzonderlijk
peste! Ohlaladadde niet!! Pouah
Daarvoor hebben wij veel te Aeel odekologne
noodig.
En daar zè, willen of niet, moest onzen
Dautremschen basser lijk een gemuilbanden
doghond met hangende ooren en toegenepen
kodde naar de onlangs door hem afgdankte
Augustinernonnen, om schoone te spreken
dat ze de pestlijders zouden willen bijstaan!
Die goe zielen trokken aanstonds op zonder
een woord tegen te spreken, en ze zijn nu
bezig met hunne ongelukkige medeburgers
de beste zorgen toe te dienen.
Allo Kiezers toe Stemt voor de
Radikalen, ze hebben over tijd toen de pok
ken hier heerschten niet weinig gebast op
onze geliefkoosde gasthuisnonnetjes. Dat
volkje moet weg Leve 't goedje van vier
ellen voor nen frank
Reusje
Reusje heeft van de weke, op eene van
zijne avondronden, eene zonderlinge vonste
gedaan.
Reusje kwam.... de Thorrepoorte in....
toen het daar al met ne keer, al de kant van
de zwemplekke, eene soorte van zuchten en
lamenteeren hoorde, genoeg om het herte
van ne mensch te doen breken.
Reusje is-goêhertig, en 't en zou niet een
kristen mensch in bernis willen laten... en
daarom, 't ging kijken of er aldaar somtijds
niet een handje toe te steken en was.
Lieve Hemel, wat dingen zijn dat
Reusje vondt daar liggen... Kijk, g'en
zoudt nooit raden wat
En Reusje en wilt zijne lezers niet doen
hanker en. Horkt
Eene bejaarde, in de blauwe zijde gekleed-
de dame, die schier geen teeken van leven
meer en gaf.
Reusje is goêhertig, en vroeg met mede
lijden Vrouwe wat hapert er
't